Base description which applies to whole site

13. Jaarverantwoording agentschap FMHaaglanden (FMH) per 31 december 2023

Inleiding

FMHaaglanden (FMH) zorgt voor een comfortabele en veilige werkomgeving voor rijksambtenaren, met aandacht voor mens en aarde. Bij FMH werken vakmensen met hart voor de klant waardoor de klant focus kan houden op de eigen dagelijkse werkzaamheden.

Samen met onze rijkspartners en leveranciers zorgt FMH in een veranderende wereld, voor de best passende werkomgeving voor onze klant. FMH werkt vanuit de kernwaarden: samen, herkenbaar, eigenaarschap en enthousiasme. Dit vertaalt zich in herkenbare en gastvrije dienstverlening.

FMH levert facilitaire producten en diensten (onder andere beveiliging, kunst, vergaderservice, catering, post en reprografische diensten, vervoer, gebouwbeheer, schoonmaak en werkomgeving) voor vrijwel alle departementen. Uitstekende service staat bij FMH hoog in het vaandel.

Speerpunten 2023

Duurzaamheid

FMH heeft verder invulling gegeven aan het verduurzamen van de dienstverlening. De voorbereiding van de implementatie van de herbruikbare beker in het verzorgingsgebied van FMH is afgerond. Dit resulteert in een CO2-besparing van 240 ton op jaarbasis. In De Resident is de pilot voor de implementatie van de nieuwe visie op koffie- en drankvoorzieningen gestart. Het aantal warme drankenautomaten is teruggebracht met 30% en deze zijn vervangen door waterbars met een uitgebreid wateraanbod.

De contracten die voortkomen uit de Europese Aanbesteding (EA) Monostromen vanuit categoriemanagement (CM) zijn geïmplementeerd met uitzondering van de papieren tissues. Deze stroom heeft vertraging opgelopen. Het percentage restafval ligt nog boven de Rijkbrede norm van <35%. De oorzaak van het hoge percentage restafval komt doordat er niet goed bij de bron wordt gescheiden. Dit zorgt voor vervuilde afvalstromen, die niet hoogwaardig kunnen worden verwerkt. Om het percentage restafval te laten dalen is gedragsverandering bij de ambtenaar nodig. Tijdens verschillende themaweken is extra aandacht besteed aan deze gedragskant.

Op de Koningskade 4 zijn drie supersnelladers geplaatst waardoor de elektrische voortuigen snel en efficiënt opgeladen kunnen worden. Het wagenpark bestaat voor 33% uit elektrische voortuigen en er zijn nog 25 elektrische voortuigen besteld.

Hybride werken

De living labs in De Resident en Rijnstraat 8 zijn van start gegaan. Ook op andere locaties is gewerkt om de werkomgeving passend te maken voor het hybride werken. FMH heeft 150 videobelcellen geplaatst in het verzorgingsgebied. Daarnaast is een project gestart met als doel het vergroten van het aanbod om het ontmoeten en (individueel) werken fysiek en digitaal op kantoor te faciliteren, zonder grootscheepse wijzigingen in het werkplekconcept. De focus ligt primair op de centraal ondersteunende ruimten van een aantal grote panden.

Staat van baten en lasten

Tabel 54 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap FMH 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

164.154

168.234

4.080

151.800

waarvan omzet moederdepartement

139.269

139.197

‒ 72

125.763

waarvan omzet overige departementen

21.292

25.174

3.882

23.191

waarvan omzet derden

3.593

3.863

270

2.846

Rentebaten

0

1.688

1.688

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

164.154

169.922

5.768

151.800

     

Lasten

    

Apparaatskosten

157.816

165.773

7.957

143.064

- Personele kosten

56.255

53.378

‒ 2.877

48.289

waarvan eigen personeel

50.629

50.108

‒ 521

44.259

waarvan inhuur externen

5.626

3.270

‒ 2.356

4.030

waarvan overige personele kosten

0

0

0

0

- Materiële kosten

101.561

112.395

10.834

94.775

waarvan apparaat ICT

75

91

16

58

waarvan bijdrage aan SSO's

72.627

80.549

7.922

75.257

waarvan overige materiële kosten

28.859

31.755

2.896

19.460

Rentelasten

101

154

53

96

Afschrijvingskosten

6.237

4.522

‒ 1.715

4.303

- Materieel

6.237

4.522

‒ 1.715

4.303

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

6.237

4.522

‒ 1.715

4.303

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

164.154

170.449

6.295

147.463

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 527

‒ 527

4.337

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 527

‒ 527

4.337

Toelichting

Baten

Omzet

De omzet van het moederdepartement is nagenoeg gelijk aan de begroting. Dit is echter wel de resultante van een lagere omzet voor de generieke dienstverlening en een hogere omzet voor de specifieke dienstverlening. De hogere omzet bij de overige departementen en derden heeft betrekking op zowel de generieke als specifieke dienstverlening.

De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd is aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en Autoriteit Persoonsgegevens.

De baten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 55 Omzet naar productgroep (bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

Omschrijving

vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Productgroepen

   

Generiek

148.122

144.422

‒ 3.700

Specifiek

16.031

23.657

7.626

Overige opbrengsten

155

155

Totaal

164.154

168.234

4.080

    

Rentebaten

1.688

1.688

    

Totaal baten

164.154

169.922

5.768

Generiek

De Productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk.

De standaard dienstverlening in de DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-panden die wordt geleverd door de consortia is ook verantwoord onder generieke dienstverlening.

De lagere omzet van de generieke dienstverlening komt doordat bij de begroting rekening is gehouden dat FMH wordt gecompenseerd voor de hogere kosten van de schoonmaakdienstverlening. De hogere kosten zijn het gevolg van het kabinetsbesluit om deze werkzaamheden bij het Rijk in eigen beheer uit te voeren. Het budget dat FMH ontvangt voor de generieke dienstverlening is in 2023 echter niet verhoogd. Daarnaast is het beschikbare budget van FMH voor de generieke dienstverlening verlaagd voor een financiële bijdrage aan het Programma hybride werken. De afname wordt deels gecompenseerd door de uitbreiding van de dienstverlening met het leveren en beheren van de bureaustoelen voor de thuiswerkplek.

Specifiek

De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid, een prijs per product/dienst betaalt (o.a. catering) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (o.a. uitvoering van huisvestingsprojecten).

De hogere omzet van de specifieke dienstverlening heeft betrekking op de uitvoering van huisvestingsprojecten, catering en evenementen.

De hogere omzet bij projecten is het gevolg van een aantal omvangrijke projecten dat uitgevoerd wordt voor het Rijksvastgoedbedrijf waaronder vloerenherstel Turfmarkt 147, de rijksbrede implementatie van het Workspace Management System (WMS) en het gebruik gereed maken van het nieuwe deel van Centre Court.

De hogere omzet voor catering is onder andere het gevolg van een toename van de bezetting op de panden waardoor meer gebruik wordt gemaakt van deze dienstverlening. Bij evenementen betreft dit de implementatie van deze dienstverlening in het volledige verzorgingsgebied van FMH.

Overige opbrengsten

De overige opbrengsten hebben betrekking op de bijdrage vanuit het programma BZK Transparant en de verkoop van roerende zaken.

Rentebaten

De rentebaten hebben betrekking op de rente die wij ontvangen over het rekening courant saldo bij het ministerie van Financiën.

Lasten

Personele kosten

De lagere personele kosten zijn het gevolg van minder inzet van extern personeel. Er is minder gebruik van inhuur voor het tijdelijk invullen van vacatureruimte, vervanging bij ziekte en declarabele projecten.

Materiële kosten

De hogere materiële kosten worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door het leveren van meer specifieke dienstverlening. Dit heeft zoals bij de baten is aangegeven met name betrekking op de uitvoering van huisvestingsprojecten, catering en evenementen. Bij de generieke dienstverlening is sprake van een stijging bij de diensten warme dranken en koud water, beveiliging en schoonmaak.  Bij deze diensten is sprake van prijsstijgingen die boven de algemene indexatie uitkomen. Bij de dienst warme dranken en koud water zijn ook extra kosten gemaakt voor de aanschaf van de herbruikbare bekers.

Daarnaast zijn de kosten voor de bedrijfsvoering (PIOFACH) toegenomen. Deze toename doet zich met name voor bij de uitbesteding van ICT, Personeel & Organisatie en de financiële administratie (incl. inkoop).

De toename van de post bijdrage aan SSO’s heeft met name betrekking op de beveiliging en de schoonmaak.

Rentelasten

De hogere rentelasten zijn het gevolg van relatief hogere rentepercentages voor de nieuwe leningen ten opzichte van de bestaande leningen waar het rentepercentage bijna nihil is.

Afschrijvingslasten

Investeringen zijn lager als gevolg van uitgestelde projecten. Daardoor zijn de afschrijvingen lager.

Saldo van baten en lasten

De toename van de kosten heeft niet geleid tot een evenredige stijging van de omzet. Dit doet zich met name voor bij de generieke dienstverlening. De financiële bijdrage aan het Programma hybride werken en het ontbreken van aanvullende middelen voor de hogere kosten van inbesteding van de schoonmaak hebben een negatief effect op de stijging van de omzet. De rentebaten, de lagere personele kosten en afschrijvingslasten hebben ervoor gezorgd dat het negatieve resultaat beperkt blijft tot € 0,5 mln.

Balans

Tabel 56 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2023

Balans 2022

Activa

  

Vaste activa

20.124

19.190

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

20.124

18.828

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

19.667

18.682

waarvan projecten in uitvoering

146

146

waarvan overige materiële vaste activa

311

362

Vlottende activa

51.842

58.777

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

2.425

1.529

Overige vorderingen en overlopende activa

16.975

9.330

Liquide middelen

32.442

47.918

Totaal activa:

71.966

77.967

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

6.420

11.010

Pok/ Wau reserve

0

0

Exploitatiereserve

6.947

6.673

Onverdeeld resultaat

‒ 527

4.337

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

16.501

15.222

Leningen bij het Ministerie van Financiën

16.501

15.222

Kortlopende schulden

49.045

51.735

Crediteuren

1.239

12.816

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

4.469

4.864

Overige schulden en overlopende passiva

43.337

34.055

Totaal passiva

71.966

77.967

Toelichting

Activa

Vaste activa

Materiële vaste activa

De stijging van de materiële vaste activa heeft voornamelijk te maken met de aanschaf van meubilair op de bestaande locaties Turfmarkt 147 en Parnassusplein 5.

Vlottende activa

Debiteuren

De post debiteuren bestaat uit: moederdepartement € 1,9 mln. en overige departementen € 0,5 mln.

De stijging ten opzichte van 2022 wordt voornamelijk veroorzaakt door een openstaande factuur aan het Rijksvastgoedbedrijf voor een huisvestingsproject.

Overige vorderingen en overlopende activa

De post overige vorderingen en overlopende activa bestaat uit vooruit ontvangen en vooruitbetaalde facturen € 0,8 mln., nog te factureren bedragen € 8,7 mln. en onderhanden werk € 7,5 mln.

Het aandeel van het moederdepartement in de overige vorderingen en overlopende activa is € 12,3 mln., van overige departementen € 4,2 mln. en van derden € 0,5 mln.

De stijging ten opzichte van 2022 wordt veroorzaakt door hogere rente-inkomsten, toename in de onderhanden werkpositie voor projecten in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf inclusief leegstandsbeheer.

Passiva

Eigen vermogen

Na verwerking van het resultaat over 2023 resteert een positief eigen vermogen van € 6,4 mln. Het eigen vermogen bedraagt 4,2% van de driejaarsgemiddelde omzet en blijft daarbij onder de norm van het in de regeling agentschappen voorgeschreven maximum eigen vermogen van 5%.

Het surplus over 2022 (€ 4,1 mln.) heeft FMH in 2023 afgedragen aan de eigenaar.

Kortlopende schulden

Crediteuren

Het aandeel in de crediteuren bestaat met name uit derden € 1,2 mln.

De daling ten opzichte van 2022 wordt met name veroorzaakt door een factuur van de Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek voor generieke dienstverlening die in 2022 nog openstond en dit jaar niet.

Overige schulden en overlopende passiva

Het aandeel van het moederdepartement in de overige verplichtingen en overlopende passiva is € 32,3 mln., van overige departementen € 2,6 mln. en derden € 8,4 mln.

De stijging ten opzichte van 2022 wordt met name veroorzaakt door nog niet ontvangen inkoopfacturen voor meubilair, de uitbesteding van een aantal PIOFACH taken.

Kasstroomoverzicht

Tabel 57 Kasstroomoverzicht over 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

15.129

47.894

32.765

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

164.154

164.302

148

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 157.917

‒ 171.120

‒ 13.203

2.

Totaal operationele kasstroom

6.237

‒ 6.818

‒ 13.055

 

totaal investeringen (-/-)

‒ 8.400

‒ 5.457

2.943

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 8.400

‒ 5.457

2.943

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 4.063

‒ 4.063

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

aflossingen op leningen (-/-)

‒ 6.711

‒ 4.864

1.847

 

beroep op leenfaciliteit (+)

8.400

5.748

‒ 2.652

4.

Totaal financieringskasstroom

1.689

‒ 3.179

‒ 4.868

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

14.655

32.440

17.785

Toelichting

Operationele Kasstroom

De hogere uitgaven zijn met name het gevolg van een lager crediteurensaldo ten opzichte van vorig jaar.

Investeringskasstroom

De investeringen hebben met name betrekking op het vervangen van meubilair op de bestaande locaties Turfmarkt 147 en Parnassusplein 5.

De investeringen zijn lager dan begroot. Dit is het gevolg van het later inhuizen van Dienst ICT Uitvoering (Dictu) in Prinses Beatrixlaan 116. Deze uitgestelde investering bedraagt € 2,6 mln.

Financieringskasstroom

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft de afroming van het eigen vermogen vanwege het overschrijden van het toegestane maximum van het eigen vermogen in 2022.

Afroep van de lening is lager dan begroot. Dit is het gevolg van de uitgestelde investering van Dictu in Prinses Beatrixlaan 116.

Doelmatigheidsindicatoren

Tabel 58 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Omschrijving generiek deel

     

Omzet per productgroep (PxQ)

128.810

136.246

151.800

168.234

164.154

Generiek

117.118

123.560

131.858

144.422

148.122

Specifiek

11.631

12.646

19.932

23.657

16.031

Overig

61

40

10

155

0

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

518

519

580

598

602

Saldo van baten en lasten (%)

0,2%

2,5%

2,9%

‒ 0,3%

0,0%

    

...

 

Omschrijving specifiek deel

     

Verhouding generieke vs specifieke dienstverlening

91:9

91:9

87:13

87:13

90:10

Personele kosten als % van totale kosten

33,3%

33,6%

32,7%

31,3%

34,3%

Materiële kosten als % van totale kosten

66,7%

66,4%

67,3%

68,7%

65,7%

Apparaatskosten (bedragen x € 1.000)

52.256

55.019

58.196

65.233

67.427

      

Tarieven

     

Regiotarief (facilitair)

196

190

195

218

210

      

Tevredenheid

     

Klanttevredenheid

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tevreden

Tevreden

Tevredenheid specifieke dienstverlening

8,0

8,0

7,6

7,5

7

Medewerkerstevredenheid

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tevreden

Tevreden

Toelichting

Generiek deel

Omschrijving per productgroep

De lagere omzet van de generieke dienstverlening komt doordat bij de begroting rekening is gehouden dat FMH wordt gecompenseerd voor de hogere kosten van de schoonmaakdienstverlening. De hogere kosten zijn het gevolg van het kabinetsbesluit om deze werkzaamheden bij het Rijk in eigen beheer uit te voeren. Het budget dat FMH ontvangt voor de generieke dienstverlening is in 2023 echter niet verhoogd. Daarnaast is het beschikbare budget van FMH voor de generieke dienstverlening verlaagd voor een financiële bijdrage aan het Programma hybride werken. De afname wordt deels gecompenseerd door de uitbreiding van de dienstverlening met het leveren en beheren van de bureaustoelen voor de thuiswerkplek.

De hogere omzet van de specifieke dienstverlening heeft betrekking op de uitvoering van huisvestingsprojecten, catering en evenementen.

De categorie overig heeft betrekking op de bijdrage vanuit het programma BZK Transparant en de verkoop van roerende zaken.

Verhouding generieke vs specifieke dienstverlening

Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet. Door de lagere omzet van de generieke dienstverlening en de toename van de specifieke dienstverlening daalt dit percentage.

Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten

Dit betreft de procentuele verhouding van respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een daling zien. Dit komt met name door minder inzet van extern personeel. De hogere materiële kosten worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door het leveren van meer specifieke dienstverlening.

Apparaatskosten

De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten exclusief de inkoopkosten voor de dienstverlening. De daling is het gevolg van lagere personele kosten.

Fte-totaal (excl. Externe inhuur)

De gemiddelde bezetting over geheel 2023 bedraagt 598 en is iets lager dan de begroting. De lagere gemiddelde bezetting komt doordat in de eerste maanden nog niet alle vacatures waren ingevuld.

Specifiek deel

Regiotarief (facilitair)

Het regiotarief (facilitair) over 2023 komt uit op € 218 per m2 bruto vloeroppervlak (bvo). Het hogere tarief ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door de hogere materiële kosten.

Klanttevredenheid

In 2023 is in 10 panden de continu meting gestart, waarbij op verschillende locaties de beleving van sanitair, werkomgeving, fietsenstalling, vergadervoorzieningen en restauratieve voorzieningen continu wordt gemeten met behulp van zuilen. De vergadervoorzieningen worden het beste gewaardeerd en de fietsenstallingen het minst.

Tevredenheid specifieke dienstverlening

Na de afronding van een project wordt een evaluatieformulier naar de klant gestuurd. De klant waardeert de uitvoering van maatwerkprojecten gemiddeld met een 7,5.

Medewerkerstevredenheid

De medewerkerstevredenheid is ten opzichte van het vorige onderzoek stabiel gebleven en laat op een aantal onderwerpen zelfs een lichte verbetering zien. De trotspunten die de medewerkers noemen reflecteren de kernwaarden van FMH (samen, herkenbaar, eigenaarschap, en enthousiasme).

Licence