Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave blz.

A. Artikelsgewijze toelichting bij de wetsartikelen 2

B. Begrotingstoelichting 3

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2003 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2003. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2003.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2003 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van het bepaalde in artikel 25a, derde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

C. P. Veerman

MEMORIE VAN TOELICHTING (DEEL B): DE BEGROTINGSTOELICHTING

Inhoudsopgave blz.

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen 4

De verdiepingsbijlage 8

01 BEWAKING EN BESTRIJDING VAN DIERZIEKTEN EN VOORKOMEN EN VERMINDEREN VAN WELZIJNSPROBLEMEN

Algemene doelstelling

Uitbraken van besmettelijke dierziekten hebben grote economische en financiële gevolgen voor de getroffen bedrijven, de omliggende agrarische bedrijven alsmede voor de bedrijven in de vee- en vleessector en in andere sectoren, zoals recreatie en toerisme. Ook particulieren in het betreffende gebied worden geconfronteerd met de ingrijpende bestrijdingsmaatregelen. Daarnaast is er sprake van een grote maatschappelijke weerstand tegen het preventief ruimen van gezonde dieren. Vanwege deze omvangrijke consequenties is het beleid erop gericht om de risico's op de verspreiding van besmettelijke dierziekten zo veel mogelijk te beperken. Dit noodzaakt tot veelal ingrijpende maatregelen in de veehouderij, waarbij met name strenge eisen worden gesteld aan verzamelplaatsen en aan het transport van dieren. Het hiermee samenhangende beleid is weergegeven op het beleidsartikel 6 «Voedselveiligheid, voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV.

Wanneer zich desondanks uitbraken van besmettelijke dierziekten voordoen is het beleid erop gericht deze besmettelijke en andere wettelijk te bestrijden dierziekten – binnen de kaders van de EU-regelgeving – zo effectief mogelijk te bestrijden. De uitgaven en ontvangsten die samenhangen met wettelijk te bestrijden dierziekten worden in het DGF verantwoord.

Naast het bestrijden is het tijdig signaleren van met name een besmetting een essentiële voorwaarde voor het inperken van risico's voor verdergaande besmettingen en de gevolgen daarvan. Uitgaven en inkomsten van de hiervoor bedoelde verplichte bewakingsprogramma's worden eveneens via het DGF verantwoord.

Afgezien van de uitgaven voor bewaking en bestrijding worden in het DGF ook de uitgaven verantwoord voor welzijnsmaatregelen als gevolg van een uitbraak.

De middelen ter financiering van de uitgaven zijn afkomstig van de EU, de productschappen (PZ, PVV en PPE) en het Rijk. De bijdrage van het Rijk loopt over de LNV-begroting (U06.11 Bewaking en verhoging van diergezondheidsniveau en effectieve bestrijding van dierziekten).

Voor de bijdrage van het bedrijfsleven is het Convenant «financiering bestrijding besmettelijke dierziekten» van toepassing dat in 2000 gesloten is tussen een aantal productschappen (PZ, PVV en PPE) en het Rijk en aan de Kamer is aangeboden (Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000 26 800 F, nr. 3). De essentie van deze afspraken is dat de overheid, in geval zich besmettelijke uitbraken voordoen, onvoorwaardelijk kan beschikken over de noodzakelijke financiële middelen, met name voor de bestrijding van besmettelijke dierziekten tot vooraf afgesproken maxima (voor het grootste deel via een systeem van bankgaranties). De productschappen stellen zich voor de periode 2000 t/m 31 december 2004 garant voor de kosten van dierziekte-uitbraken tot de volgende maxima:

• runderen € 227 mln., waarvan € 182 mln. in de vorm van een bankgarantie en € 45 mln. in de vorm van liquide middelen die worden aangehouden bij het betrokken productschap;

• varkens € 227 mln., waarvan € 204 mln. in de vorm van een bankgarantie en € 23 mln. in de vorm van liquide middelen die worden aangehouden bij het betrokken productschap;

• pluimvee € 11 mln. in de vorm van liquide middelen;

• schapen en geiten € 2 mln. in de vorm van liquide middelen.

Inmiddels is vanwege de MKZ-crisis een beroep gedaan op de bankgaranties bij het Productschap Zuivel voor € 47 mln.

Indien LNV voor de financiering van een uitbraak van een besmettelijke dierziekte gebruik maakt van de bankgarantie, wordt door het betrokken productschap, op grond van de wet op de bedrijfsorganisatie, aan de sector een heffing opgelegd om de schuld aan de banken af te lossen.

Operationele doelstelling

0111 Bewaking van dierziekten

Ten laste van het Diergezondheidsfonds komen uitgaven die samenhangen met de uitvoering van een aantal bewakingsmaatregelen om de EU-erkenning «dierziektevrij» te behouden.

Streefwaarde

Het streven is erop gericht om voor een aantal dierziekten de EU-status «vrij van dierziekten» te handhaven (zoals bijvoorbeeld voor klassieke varkenspest en brucellose).

Beleidsinstrumenten

Om deze EU-status te behouden moet Nederland kunnen aantonen vrij te zijn van deze dierziekten. Hiervoor is het o.a. nodig om dieren te onderzoeken en aan de Europese Commissie te rapporteren over de resultaten van het verplichte bewakingsonderzoek (het aantal bezochte bedrijven, het aantal genomen monsters en de resultaten van de genomen monsters. Het betreft o.a. bewakingsprogramma's met betrekking tot Brucellose en Leukose en monitoringsprogramma's op TSE bij schapen en NCD bij pluimvee.

De hierboven bedoelde bewakingsprogramma's worden in opdracht van LNV uitgevoerd door de Gezondheidsdienst voor Dieren en de RVV. Kosten van bewakingsmaatregelen worden in het kader van het convenant op 50/50 basis gefinancierd door het bedrijfsleven en de overheid.

0112 Bestrijding van dierziekten

Indien een verdenking of een uitbraak van een wettelijk te bestrijden dierziekte zich voordoet, worden de kosten van bestrijdingsmaatregelen in het Diergezondheidsfonds verantwoord.

Streefwaarde

Een dierziekte moet zo snel en effectief mogelijk worden bestreden.

Beleidsinstrumenten

Voor de wettelijk te bestrijden dierziekten zijn de volgende instrumenten voor handen:

• de verplichting voor houders van dieren om een verdenking van een wettelijk te bestrijden dierziekte te melden.

• instellen van vervoersverboden: om verspreiding van een besmettelijke dierziekten te voorkomen, is het noodzakelijk een vervoersverbod in te stellen.

• screening en tracering: de omliggende bedrijven en contactbedrijven worden gescreend om te onderzoeken in hoeverre de dierziekte zich heeft verspreid. Tevens wordt gezocht naar de bron van de besmetting. Ook in de eindfase van een bestrijding vindt screening plaats alvorens de betreffende gebieden weer vrij kunnen worden gegeven en herbevolking met dieren kan plaatsvinden.

• preventief ruimen: om verspreiding van de dierziekten tegen te gaan, kan het noodzakelijk zijn om bedrijven te ruimen zonder dat daadwerkelijk de besmetting is aangetoond. Voor de overgenomen en geruimde dieren wordt de ondernemer schadeloos gesteld.

• ruimen van besmette bedrijven en omliggende bedrijven: dieren en materialen van bedrijven waar de dierziekte is vastgesteld, kunnen worden overgenomen en vernietigd. Hiervoor worden de desbetreffende ondernemers schadeloos gesteld.

• noodvaccinatie (alleen met instemming van de EU): om ten tijde van een uitbraak verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen, is het mogelijk om dieren te vaccineren.

0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Bij uitbraken van wettelijk te bestrijden dierziekten treden – op basis van het draaiboek – diverse veterinaire maatregelen in werking. Een van de maatregelen is het instellen van een vervoersverbod waardoor in bepaalde gebieden het vervoer van bepaalde diercategorieën niet meer is toegestaan dan wel aan stringente voorwaarden is gebonden. Als gevolg van het vervoersverbod kunnen in deze gebieden welzijns- en huisvestingsproblemen ontstaan (o.a. agressiviteit en stress bij de dieren). Ter vermindering van de meest urgente welzijnsproblemen kan worden besloten om dieren op te kopen.

Streefwaarde

In geval van dierziekte-uitbraak het beperken van de welzijnsproblematiek bij de dieren.

Beleidsinstrumenten

• Opkoopregeling: indien er sprake is van een uitbraak van een wettelijk te bestrijden dierziekte kan tot een opkoopregeling van bepaalde dieren worden besloten. Er moet dan sprake zijn van overvolle stallen die leiden tot ontoelaatbare welzijnsproblemen. Bij het instellen van een opkoopregeling kunnen veehouders in een afgebakend gebied hun dieren of vlees op vrijwillige basis aan de overheid aanbieden. Hier staat een financiële bijdrage van het Rijk tegenover waarbij als aanvullende voorwaarde een fokverbod kan worden ingesteld.

• Fokverbod: indien sprake is van welzijnsproblemen, of deze worden voorzien, kan voor een bepaalde periode een fokverbod worden ingesteld.

0114 Overig

Dit artikel is voor de financiering van overige uitgaven, zoals de eventuele terugstorting van de voorfinanciering naar de begroting van LNV en uitgaven die o.a. betrekking hebben op de voedselveiligheid en daarmee samenhangend de diergezondheid. Omdat het karakter van dergelijke uitgaven op voorhand niet is te voorspellen, kunnen geen streefwaarden worden opgenomen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1000
01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen2001200220032004200520062007
VERPLICHTINGEN370 52079 000p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
UITGAVEN370 52079 000p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
Beginsaldo167 23543 7503 4363 4363 4363 4363 436
        
Programma-uitgaven370 52079 000p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
U0111 Bewaking van dierziekten1 7110p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
U0112 Bestrijding van dierziekten234 22630 000p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
U0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen25 617 0     
U0114 Overig108 96649 000p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
ONTVANGSTEN247 03538 68600000
Eindsaldo43 7503 4363 4363 4363 4363 4363 436

Toelichting

Het eindsaldo van € 3,4 mln. wordt in latere jaren ingezet voor de 50/50 financiering van bewakingsprogramma's door de GD en de RVV in opdracht van LNV.

Evaluatie

Telkens na een uitbraak van een besmettelijke dierziekte vindt een evaluatie op alle onderdelen van bestrijdingsmaatregelen, welzijnsmaatregelen en crisisorganisatie plaats. Begin 2002 werd de evaluatie van de bestrijding van MKZ afgerond.

Verantwoordelijkheid LNV

LNV is resultaatsverantwoordelijk voor het bestrijden van de wettelijk te bestrijden dierziekten. LNV is systeemverantwoordelijk voor de welzijnsaspecten.

VERDIEPINGSBIJLAGE

Beleidsartikel 01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

A. Opbouw uitgaven en verplichtingen beleidsartikel x (€ 1 000)

 2001200220032004200520062007
Stand ontwerpbegroting 2002 memoriememoriememoriememoriememoriememorie
Mutatie 1e suppletore begroting 2002 79 000     
Stand ontwerpbegroting 2003 79 000memoriememoriememoriememoriememorie

B. Opbouw ontvangsten beleidsartikel x (€ 1 000)

 2001200220032004200520062007
Stand ontwerpbegroting 2002/2003 2 484memoriememoriememoriememoriememorie
Mutatie 1e suppletore begroting 2002 36 202     
Stand ontwerpbegroting 2003 38 686memoriememoriememoriememoriememorie
Licence