Base description which applies to whole site

4. De niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2016 (1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2)

Stand vastgestelde begroting 2016 (3=1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5=3+4)

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

VERPLICHTINGEN

380.243

 

380.243

– 11.758

368.485

– 16.777

– 12.063

– 11.060

– 13.545

UITGAVEN

380.243

 

380.243

– 11.758

368.485

– 16.777

– 12.063

– 11.060

– 13.545

                   

Personele uitgaven

252.733

 

252.733

1.582

254.315

– 3.448

152

1.487

– 413

– waarvan eigen personeel

206.892

 

206.892

1.360

208.252

3.154

5.402

4.987

2.887

– waarvan externe inhuur

6.090

 

6.090

0

6.090

       

– Waarvan overige personele uitgaven

39.751

 

39.751

222

39.973

– 6.602

– 5.250

– 3.500

– 3.300

Materiële uitgaven

127.510

 

127.510

– 13.340

114.170

– 13.329

– 12.215

– 12.547

– 13.132

– waarvan ICT1

7.065

 

7.065

0

7.065

       

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

40.722

 

40.722

– 8.436

32.286

– 8.020

– 6.858

– 7.415

– 7.600

– waarvan SSO DICTU

35.251

 

35.251

872

36.123

       

– waarvan overige materiële uitgaven

44.472

 

44.472

– 5.776

38.696

– 5.309

– 5.357

– 5.132

– 5.532

                   

ONTVANGSTEN

32.526

 

32.526

1.450

33.976

2.500

4.550

4.550

4.550

1

Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaan uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de SSO DICTU.

Toelichting op de verplichtingen en de uitgaven

Personele uitgaven

De mutaties bij het onderdeel «personele uitgaven» worden met name veroorzaakt door:

  • De overheveling van enkele marktoezichttaken van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar de Autoriteit Consument & Markt (ACM) (€ 1,6 mln in 2016 en € 2,1 mln per jaar voor de jaren 2017 tot en met 2019).

  • De verwerking van een desaldering voor ACM. Binnen het ACM-domein is het mogelijk meer kosten door te berekenen aan derden. Deze hogere inkomsten dienen (deels) ter dekking van de taakstelling ACM die reeds in 2014 verwerkt was (€ 1,5 mln in 2016, € 2,5 mln in 2017 en vanaf 2018 structureel € 4,6 mln).

  • De verdeling van het positieve resultaat van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor EZ is in 2016 naar beneden bijgesteld ten opzichte van de toekenning in 2015 (-€ 2,7 mln in 2016, -€ 3,1 mln in 2017, -€ 4,1 mln in 2018, -€ 3,5 mln in 2019 en -€ 3,3 mln structureel vanaf 2020).

  • Teruggave aandeel Ministerie van Economische Zaken in surplus eigen vermogen van voormalig Rijksgebouwendienst en FM-Haaglanden (€ 6,4 mln in 2016).

  • Een bijdrage van EZ voor Rijksbrede financiële problematiek (-€ 3,5 mln per jaar voor de jaren 2016 en 2017 en -€ 1,1 mln voor 2018).

  • De overheveling van het onderzoeksbudget (€ 2 mln meerjarig) naar artikel 15 voor het meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen (NCG).

Materiële uitgaven

De mutaties bij het onderdeel «materiele uitgaven» worden met name veroorzaakt door:

  • De overheveling van het budget voor de generieke dienstverlening naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met de centrale bekostiging van FM-Haaglanden (– € 11,1 in 2016, – € 11,1 mln in 2017, – € 11,0 in 2018 en – € 10,9 structureel vanaf 2019).

  • Correctie in verband met een lagere ontvangst van het resultaat van het Rijksvastgoedbedrijf dan in 2015 was toegekend (€ 2,7 mln in 2016, € 3,1 mln in 2017, € 4,1 mln in 2018, € 3,5 mln in 2019 en € 3,3 mln structureel vanaf 2020). Deze bedragen waren in 2015 in mindering gebracht op het materiële budget maar zijn door de correctie van het BVM weer nodig voor de financiering van de huren.

  • De overheveling van het onderzoeksbudget (€ 5 mln meerjarig) naar artikel 15 voor het meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen (NCG).

Toelichting op de ontvangsten

De mutaties bij het onderdeel «ontvangsten» wordt veroorzaakt door:

  • Hogere inkomsten bij ACM doordat meer kosten worden doorberekend aan de markt. Zie mutatie bij personele uitgaven (€ 1,5 mln in 2016, € 2,5 mln in 2017 en vanaf 2018 structureel € 4,6 mln).

Artikel 41 Nominaal en Onvoorzien (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2016 (1)

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen (2)

Stand vastgestelde begroting 2016 (3=1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5=3+4)

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

VERPLICHTINGEN

0

 

0

97.983

97.983

55.403

54.070

53.732

53.610

UITGAVEN

0

 

0

97.983

97.983

55.403

54.070

53.732

53.610

                   

41.10 Prijsbijstelling

0

 

0

8.108

8.108

7.338

7.097

6.935

7.049

41.20 Loonbijstelling

0

 

0

53.536

53.536

48.065

46.973

46.797

46.561

41.30 Onvoorzien

0

 

0

36.339

36.339

0

0

0

0

41.40 Nog te verdelen

0

 

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2016 is de technische loon- en prijsbijstellingstranche 2016 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingtranche 2016 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Onvoorzien

De verhoging bij de post onvoorzien heeft betrekking op de uitkering van de eindejaarsmarge (€ 46,6 mln in 2016). Hiervan wordt € 10 mln ingezet voor het verduurzamen van 10.000 te versterken woningen in Groningen (overheveling naar artikel 14).

Licence