Inleiding
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een duurzaam en ondernemend Nederland. Het jaar 2022 zal voor EZK grotendeels in het teken staan van een duurzaam herstel uit de coronacrisis. EZK werkt aan de hervatting van de groei, in lijn met de Groeistrategie van het kabinet, en aan een verdere verduurzaming van de samenleving.
Samen met zijn partners werkt EZK aan de welvaart van alle Nederlanders, nu en later. Wij werken aan de klimaatambities, op weg naar een duurzame samenleving met schone, betrouwbare, veilige en betaalbare energie. We staan voor een open economie met een sterke internationale concurrentiepositie en oog voor economische veiligheid. We stimuleren innovatie en benutten de economische en maatschappelijke kansen van digitalisering. We geven ondernemers de ruimte en borgen de balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten. Deze opgaven vragen erom dat verduurzaming en economische ontwikkeling samengaan en dat er goed wordt samengewerkt met internationale en regionale partners.
Economisch beeld
Economische gevolgen van corona
De Nederlandse economie is hard geraakt door de coronacrisis. De crisis maakte in 2020 abrupt een einde aan zo’n zes jaar van aaneengesloten positieve economische groei. Het bruto binnenlands product kromp afgelopen jaar met 3,8%. Dat is een iets grotere krimp dan tijdens de crisis in 2009 (-3,7%). De Nederlandse economie is tijdens de coronacrisis wel relatief minder hard geraakt dan veel andere Europese landen. Dit is te danken aan de veerkracht van de Nederlandse economie in samenhang met de effectiviteit van de overheidssteun aan werkenden en ondernemers. Tegelijkertijd zagen we dat als gevolg van de steun het aantal faillissementen voor in een crisistijd wel extreem laag lag: in februari 2021 op het laagste niveau na december 1990 en ook in de maanden daarna nog op een historisch laag niveau. Daarnaast is de werkloosheid na een initiële stijging tussen maart en augustus 2020, vrijwel voortdurend gedaald tot 3,1% in juli. Dat is zeer uitzonderlijk voor een periode van economische crisis. De veerkracht van de Nederlandse economie was onder andere te danken aan een al relatief ver gedigitaliseerde economie en samenleving. Deze lange termijn trend van digitalisering is bovendien als gevolg van de pandemie in een verdere versnelling geraakt.
Economische vooruitzichten en herstel
EZK heeft zich samen met andere departementen ingezet om via steunpakketten bedrijven en werknemers economisch te ondersteunen om de schade van de coronacrisis te beperken. Na een loodzwaar jaar voor onze hele economie en samenleving is het herstel inmiddels ingezet en gloort er licht aan het einde van de tunnel. De vaccinatiegraad is hoog, iedereen heeft inmiddels de kans gehad om zich volledig te laten vaccineren, vrijwel alle bedrijven hebben hun deuren inmiddels weer geopend en de economie groeit in rap tempo. Sinds de start van de crisis in maart 2020 heeft EZK zich samen met andere departementen ingezet om met vergaande steunmaatregelen de economische schok op te vangen en ondernemers en bedrijven door deze zware tijd heen te helpen. En met resultaat: bedrijven bleven overeind, het aantal faillissementen bleef laag en een groot deel van de banen en inkomens zijn behouden.
In een fase waarin beperkingen stapsgewijs worden afgeschaald en het maatschappelijk leven weer doorgang vindt, komt ook het moment dat de economie weer op eigen kracht kan gaan draaien. De economische rationale voor de steunpakketten is daardoor steeds kleiner geworden, zo laten de analyses van onder andere het Centraal Planbureau (CPB) zien. De terugkeer naar een gezonde economie, met een normale economische dynamiek, is van groot belang voor het verdienvermogen van Nederland. In sommige sectoren zijn grote tekorten aan personeel, terwijl de steun die voortkomt uit de pakketten ook mensen belemmert de overstap te maken naar plekken waar zij hard nodig zijn. Het grootste deel van de bedrijven lijkt daarmee uit het steunpakket «gegroeid» te zijn. Het kabinet heeft daarom besloten met ingang van het vierde kwartaal van 2021 de generieke steunpakketten niet te verlengen. Steun die te lang wordt doorgezet, zal het potentieel van de Nederlandse economie op de langere termijn schaden. Tegelijkertijd beseft het kabinet dat de situatie voor sommige burgers en bedrijven de komende tijd alsnog moeilijk zal blijven. Om deze reden zal in het vierde kwartaal een aantal ondersteunende regelingen nog van kracht zijn om de dynamiek op de arbeidsmarkt te bevorderen.
In de Macro Economische Verkenning 2022 is het CPB optimistisch over het economisch herstel. Naar verwachting is voor het eind van dit jaar de economie weer op het niveau van voor de coronacrisis. Het CPB gaat uit van een economische groei van 3,9% in 2021 en 3,5% in 2022. Met het van het slot gaan van de dienstensector en de afbouw van het steunbeleid herstelt de normale dynamiek van bedrijfsopheffingen en -oprichtingen zich. Hierdoor loopt de werkloosheid naar verwachting ietwat op van 3,4% in 2021 naar 3,5% in 2022. Uiteraard is deze raming met veel onzekerheid omgeven. Nieuwe uitbraken (van nieuwe virusvarianten) kunnen volgens het CPB alsnog roet in het eten gooien. In alle scenario’s adviseert het CPB om in te zetten op herstelbeleid en de economie zich te laten aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Waar steunbeleid gericht was op behoud van werkgelegenheid, dient herstelbeleid zich nu te richten op een duurzaam herstel en aanpassingsvermogen in het licht van de uitdagingen op de lange termijn.
Ook bij positief verloop van ontwikkelingen rondom het coronavirus kunnen de economische gevolgen nog een tijd zichtbaar blijven. Bijvoorbeeld omdat bedrijven tijd nodig hebben om te herstellen, omdat investeringen in mensen en kapitaalgoederen zijn uitgesteld, de internationale toeleverketen nog hinder ondervindt, of omdat de wereldwijde vraag naar goederen en diensten achterblijft. De augustusraming van het CPB toont dat het verwachte bbp-volume in 2025 1,5% lager ligt dan voor de corona-uitbraak werd geraamd. Dit lagere niveau wordt volgens het CPB vooral veroorzaakt door een lagere trendmatige stijging van de arbeidsproductiviteit als gevolg van gemiste investeringen door de coronarecessie.
Uitdagingen EZK
Lange termijn verdienvermogen
Een groot deel van de groei die de Nederlandse economie de afgelopen decennia heeft doorgemaakt ging op aan de stijgende kosten van collectieve voorzieningen en het aflossen van de staatsschuld, waardoor veel mensen te weinig van deze economische groei hebben kunnen merken in hun portemonnee. Om te borgen dat in de toekomst niet alleen de collectieve voorzieningen kunnen worden blijven betaald, maar ook de bestedingsruimte voor huishoudens wordt gecreëerd, richt EZK zich ook op het lange termijn verdienvermogen zoals beschreven in de Groeistrategie.1 Concreet geeft EZK hier vorm aan via onder andere het missiegedreven innovatiebeleid en het Nationaal Groeifonds.
EZK zet zich in voor een blijvend sterke economie nu en op de lange termijn, waarin innovatieve koplopers die vernieuwing aanjagen en een brede basis van bedrijven die werkgelegenheid bieden aan velen. Het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid van EZK benut de innovatiekracht van de topsectoren om belangrijke bijdragen te leveren aan het vermarkten van vernieuwingen en het aanpakken van sociale en maatschappelijke vraagstukken. De creativiteit en innovatiekracht van startups en scale-ups en andere partners in het ecosysteem zijn essentieel voor een duurzaam economisch herstel. Zij zijn de banenmotor van de toekomst en dragen met hun innovatieve producten en diensten bij om oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te ontwikkelen. Nederland scoort internationaal goed op het gebied van concurrentiekracht (World Economic Forum) en innovatie (Global Innovation Index).
Ook in 2022 zal het Nationaal Groeifonds bij blijven dragen aan het verhogen van het Nederlands verdienvermogen. De begroting van het Nationaal Groeifonds is op 12 januari 2021 door het parlement goedgekeurd. Het Nationaal Groeifonds richt zich op investeringen op drie terreinen: R&D en innovatie, Kennisontwikkeling en Infrastructuur. Op 9 april besloot het kabinet voor de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds voor ruim € 4,1 mld toe te kennen en te reserveren, waarvan € 1.354 mln aan de R&D en innovatie pijler. In de Kamerbrief van 9 april kondigde het kabinet aan dat de tweede indieningsronde voor het fonds in 2021 start. EZK kan voor de tweede ronde op de drie pijlers van het fonds voorstellen indienen. In het eerste kwartaal van 2022 wordt besluitvorming over middelen voor de tweede ronde verwacht.
Verduurzamingsopgave
In december 2015 heeft Nederland samen met 194 andere landen de Overeenkomst van Parijs gesloten. Aanleiding was een brede wetenschappelijke consensus dat het klimaat verandert door menselijk handelen. In de Overeenkomst van Parijs is daarom afgesproken om de opwarming van de aarde ten opzichte van het pre-industriële tijdperk te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius en te streven naar een opwarming van maximaal 1,5 graad.
Voor de invulling van de nationale verantwoordelijkheid om de mondiale temperatuurstijging te beperken, heeft Nederland in 2019 een Klimaatwet vastgelegd. Deze wet biedt een kader voor de ontwikkeling van beleid gericht op het terugdringen van de emissies van broeikasgassen in Nederland, tot een niveau dat 95% lager ligt in 2050 dan in 1990. Conform de Klimaatwet heeft het huidige kabinet een Klimaatplan opgesteld, waarin de hoofdlijnen van het beleid, inclusief de afspraken uit het Klimaatakkoord, zijn opgenomen om in 2030 de uitstoot van broeikasgassen te reduceren met 49%.
Met het Klimaatakkoord en Klimaatplan gericht op 49% reductie in 2030 liep Nederland vooruit op initiële Europese doelen. Inmiddels heeft de EU echter overeenstemming bereikt over verhoging van het 2030-doel van tenminste 40% reductie van broeikasgassen ten opzichte van 1990 naar netto tenminste 55%. Deze ophoging zal ook leiden tot een aanvullende reductieopgave voor Nederland. Deze verduurzamingsopgave vraagt om extra beleid in 2022. EZK speelt een hoofdrol in deze weg naar een duurzaam Nederland.
Duurzaam Nederland
Nederland staat voor een ongekende transitie op het gebied van duurzaamheid en een klimaatneutrale economie. EZK kiest daarom voor een realistische, ambitieuze en groene groeistrategie, die het streven naar economische groei en versterking van de concurrentiepositie combineert met het verbeteren van het milieu en gebruik maakt van initiatieven in de samenleving. Samen met andere departementen zet EZK zich ervoor in om die ambitieuze strategie te bereiken. De komende jaren zullen onder andere in het teken staan van een duurzaam herstel, het aanpakken van de stikstofproblematiek, de transitie naar een circulaire economie en het volledig stopzetten van de gaswinning in Groningen.
Broeikasgasemissie
Afgelopen juli heeft de Europese Commissie het Fit-for-55%-pakket gepresenteerd, bestaande uit een groot aantal voorstellen om nieuwe en bestaande klimaat- en energieregelgeving in lijn te brengen met het netto broeikasgasreductiedoel van ten minste 55% in 2030 ten opzichte van 1990 en klimaatneutraliteit in 2050.
Dit pakket bestaat onder andere uit een herziening van het Emissiehandelssysteem (ETS), de Effort Sharing Regulation (ESR), de verordening voor landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF), de richtlijnen inzake energie-efficiëntie (EED) en hernieuwbare energie (RED), de richtlijn voor CO2-eisen van lichte voertuigen, de richtlijn energiebelasting (ETD) en een Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). In het laatste kwartaal van 2021 volgen voorstellen voor de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD), wetgeving voor methaanemissies en de herziening van het 3e gaspakket (ook wel het decarbonisatiepakket genoemd). EZK zal zich inzetten dat dit Fit for 55%-pakket op een kosteneffectieve manier wordt vormgegeven, waarbij zowel de EU als Nederland optimaal gepositioneerd zijn om het 2030-doel als tussenstop naar klimaatneutraliteit in 2050 te kunnen realiseren. Alle sectoren zullen een bijdrage moeten leveren aan het overkoepelende doel, conform de integrale aanpak van de Green Deal. Primair zet het kabinet in op aanscherping van het emissiehandelssysteem (ETS) en een sterker bronbeleid, zoals strengere EU-normen voor CO2-emissies van lichte voertuigen.
Stikstof
De stikstofcrisis confronteert Nederland met een complexe ecologische en economische situatie, waarin moeilijke keuzes gemaakt moeten worden over hoe de stikstofneerslag in gevoelige natuurgebieden terug te brengen. Die problemen kunnen we niet doorschuiven. Het stikstofprobleem moet hoe dan ook aangepakt worden, omwille van natuurherstel, maar ook omwille van maatschappelijke en economische ontwikkelruimte.
Het creëren van die ruimte is een randvoorwaarde voor het uitvoeren van projecten waarmee het Ministerie van EZK en andere departementen beleidsprioriteiten bereiken. Ontwikkelingen van nationaal belang, zoals de uitbreiding van de Tweede Maasvlakte, staan onder druk. Dit heeft economische consequenties (investeringsklimaat, werkgelegenheid). Ook de verduurzaming van de industrie- en energiesector loopt vertraging op, met mogelijke gevolgen voor de bijdrage van die sector aan de klimaatopgave. Denk bijvoorbeeld aan productie van alternatieve brandstoffen, recycling van grondstoffen en afvang en opslag van CO2.
Zeker in het licht van economisch herstel na de coronacrisis is een dergelijke rem op ontwikkelingen en investeringen zeer onwenselijk. Alleen als er sprake is van een overtuigend en in effect vaststaand pad naar natuurherstel en stikstofreductie, ontstaat er structureel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Die ontwikkelingen moeten goed worden gewogen, want we moeten voorkomen dat we ons op nieuwe langdurige stikstofbronnen vastleggen.
Duurzame industrie
Een belangrijk onderdeel van het Klimaatakkoord is de verduurzaming van de industrie. De energie-intensieve industrie staat voor een grote transitieopgave naar een CO2-neutrale, schone en circulaire industrie. Uit de EZK-visie op verduurzaming van de basisindustrie voor 20502 volgt de inzet op duurzame energiedragers, opslag en hergebruik van CO2, vergaande (groene) elektrificatie, hernieuwbare chemie en chemische recycling, procesefficiëntie en maximale warmtebenutting. Verduurzaming is zowel een kans voor ondernemerschap, als een noodzakelijke voorwaarde voor de concurrentiekracht op de langere termijn. Nederland is hiervoor uitstekend uitgerust op gebied van ligging, kennis en infrastructuur. Daarnaast staat de transitie naar een circulaire economie centraal. Deze transitie is tevens cruciaal voor het behalen van de klimaatdoelen.
In het bereiken van de klimaatdoelen is niet alleen volledige hernieuwbare energieopwekking van belang, maar ook grootschalig hergebruik van koolstof en gebruik van niet-fossiele grondstoffen. Uitgangspunt in de toekomstvisie basisindustrie voor 2050 is dat alle koolstof die we nodig hebben al gedolven is en herwonnen moet worden door Carbon Capture and Usage (CCU), Direct Air Capture (afvang van CO2 uit de lucht), chemische en mechanische recycling, het grootschalig toevoegen van hoogwaardig recyclaat in basisproducten of door hoogwaardig gebruik van biotische stromen (cascadering). Hierbij hoort ook de toepassing van afvang en opslag van CO2 (CCS). CCS kan tegen relatief lage kosten dienen als opmaat voor hergebruik van CO2 (CCU). EZK zet in 2021 in op verdere realisatie van CCS-projecten met een programmatische aanpak gericht op onderzoek en innovatie, uitrolondersteuning via de SDE++3, internationale samenwerking, kennisuitwisseling en het aanpassen van wet- en regelgeving waar dat nodig is.
Ook klimaatneutrale waterstof kan een sleutelrol vervullen in de transitieopgave: als buffer in het energiesysteem, in moeilijk te elektrificeren mobiliteitstoepassingen en als grondstof voor de industrie. Nederland heeft een unieke uitgangspositie voor grootschalige productie, distributie en toepassing van klimaatneutrale waterstof in de industrie. Om dit potentieel te benutten, voert EZK een ambitieus waterstofprogramma4 uit met een mix van investeringen in R&D en innovatie en een gerichte opschaling van elektrolysecapaciteit en waterstofinfrastructuur. Op Europees niveau is waterstof als strategische waardeketen aangewezen op basis van de bijdrage aan het concurrentievermogen, klimaatambities en strategische autonomie én ook nadrukkelijk aanwezig in Europese herstelplannen voor de coronacrisis. Daarom zal het kabinet onderzoek, innovaties en grootschalige pilot- en demoprojecten ondersteunen, zoals de bekostiging van het project «Groenvermogen van Nederland» uit het Nationaal Groeifonds. Daarnaast maakt waterstof onderdeel uit van het Europese proces om projecten van grensoverschrijdend belang IPCEI5 te selecteren. Lidstaten hebben, na selectie, private projecten aangedragen waarna na matchmakingrondes de Europese Commissie de definitieve lijst met projecten zal vaststellen. Op het terrein van veiligheid, marktordening regelgeving en certificering wordt (deels op Europees niveau en in samenwerking met andere ministeries) beleid voorbereid om de basis te leggen voor het creëren van een markt voor klimaatneutrale waterstof en de realisatie van de waterstofambities uit het Klimaatakkoord en de kabinetsvisie waterstof.6
Daarnaast zet EZK in op stimuleren en beprijzing om de ambitieuze klimaatambities te behalen, en tegelijk te waarborgen dat Nederland aantrekkelijk blijft als vestigingsland voor de energie-intensieve industrie. Dit is enerzijds geregeld via de nationale CO2-heffing en anderzijds via het verbreden van stimuleringsregelingen en de verkenning naar nieuw of extra instrumentarium. Enkele voorbeelden hiervan zijn de SDE++7 en innovatieregelingen voor de industrie (zoals de MOOI-regeling en de GoChem regeling voor het MKB in de chemie).
Een tijdige ontwikkeling en beschikbaarheid van de benodigde infrastructuur voor energie en grondstoffen (o.a. CO2, restwarmte, elektriciteit en waterstof) is een cruciale randvoorwaarde voor de transitie en het realiseren van de klimaatopgave. Dit onderwerp zal extra inzet vanuit de Rijksoverheid vergen, met een sterkere publieke rol. In navolging van de kabinetsreactie op de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI)8 is een Nationaal Programma Infrastructuur Duurzame Industrie ingesteld (PIDI) met als doel de besluitvorming over aanleg van energie-infrastructuur te versnellen. Op basis van de koplopersprogramma’s werken de stakeholders in de industrieclusters aan de eerste clusterenergiestrategieën (CES-en) om te komen tot regionale en landelijke uitvoeringsprogramma’s voor infrastructuur. De CES-en en het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) vormen de basis voor het versnellen van de besluitvorming over energie-infrastructuur door verkenningen naar infrastructuur uit te voeren, knelpunten weg te nemen en te ondersteunen bij het zoeken naar aanvullende financiering.
Gaswinning Groningen
De gaswinning in Groningen heeft tot schade geleid aan woningen en gebouwen en heeft daarbij een grote maatschappelijke impact veroorzaakt. De veiligheid van de bewoners van Groningen staat altijd op de eerste plaats en blijft een topprioriteit voor het kabinet. Om verdere aardbevingen zoveel mogelijk te voorkomen, heeft het kabinet daarom besloten de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn naar nul te brengen en daarna zo spoedig mogelijk volledig en definitief te beëindigen. Met het oog op de leveringszekerheid, zal het Groningenveld naar verwachting vanaf 2022 uitsluitend nog als reservemiddel worden gebruikt bij extreme koude of bij verstoringen in het gassysteem.
Het kabinet blijft inzetten op een ruimhartige vergoeding voor de geleden materiële en immateriële schade in Groningen. Het Instituut voor de Mijnbouwschade handelt als zelfstandig bestuursorgaan schademeldingen af en compenseert bewoners onder andere voor waardedaling van hun woningen. Er komt meer ruimte om schade duurzaam te herstellen en meer oog voor individuele vastgelopen dossiers. Op deze manier wordt voorkomen dat soortgelijke schades bij dezelfde bewoners telkens terugkeren en wordt bevorderd dat bewoners die al lang wachten op een oplossing sneller duidelijkheid krijgen.
EZK werkt intensief samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om woningen en gebouwen die niet voldoen aan de veiligheidsnorm zo snel mogelijk te versterken en de bestuurlijke afspraken met de regio voortvarend uit te voeren.9 Op deze manier wordt er proactief voor gezorgd dat er zoveel mogelijk schade wordt voorkomen.
Ondernemend Nederland
Om onze welvaart ook in de toekomst te behouden is een excellent vestigings- en investeringsklimaat, vernieuwing, innovatie en verduurzaming cruciaal.
Digitalisering MKB
De coronapandemie heeft laten zien hoe groot het belang is dat ook het brede mkb de kansen van nieuwe digitale toepassingen weet te verzilveren. De afgelopen kabinetsperiode is vanuit het programma Versnelling digitalisering MKB een vrijwel landelijk dekkende infrastructuur gerealiseerd van mkb werkplaatsen (waar studenten praktijkgericht leren hoe zij moeten omgaan met digitaliseringsvraagstukken) om ondernemers te helpen bij hun digitaliseringsopgave. Uit de eerste resultaten blijkt dat de aanpak werkt. Wat nu nodig is, is een gerichte opschalingsagenda om de benodigde schaalsprong te realiseren. Een dergelijke agenda dient zich bijvoorbeeld te richten op het vergroten van investeringen in ICT in het mkb, de ontwikkeling van betere (gepersonaliseerde) voorlichting over ICT, en de doorontwikkeling van de mkb werkplaatsen.
Innovatie
Innovatie betekent vooruitgang, het creëert nieuwe oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Zo vergroot innovatie de brede welvaart en het verdienvermogen. Hierbij heeft ondernemerschap een belangrijke rol om te zorgen dat uitvindingen leiden tot innovaties die daadwerkelijk worden vermarkt. EZK stimuleert innovatie door middel van innovatiebeleid. Waar mogelijk doe we dat in Europese samenwerking, bijvoorbeeld door te investeren in gezamenlijke Europese innovatietrajecten.10
Innovatie is de sleutel tot een duurzaam herstel. Een ambtelijke verkenning is uitgevoerd naar de mogelijke inhoud van een Recovery and Resilience Plan (RRP). De Nederlands allocatie van € 5,96 mld moet voor minstens 37% bijdragen aan het klimaat en voor 20% aan de digitale transitie.
Naast het generieke innovatiebeleid, bestaande uit stimulerend beleid (innovatiekrediet, WBSO) en kapitaalmarktinstrumenten (SEED, Micro-financiering, Groeifaciliteit en BMKB), bevordert EZK innovatie met specifiek beleid, zoals het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid. Het doel van dit beleid is het koppelen van maatschappelijke missies aan verdienvermogen.11 Om na de coronacrisis snel te kunnen herstellen en op belangrijke gebieden een wereldspeler te blijven of te worden, zet EZK door met de focus op maatschappelijke thema’s. Om innovatiever en productiever te worden, zijn de investeringen in publiek-private samenwerking (nationaal en Europees) op sleuteltechnologieën van belang, zoals op het gebied van Artificiële Intelligentie (AI) en kwantumtechnologie.8
Strategisch industriebeleid en economische veiligheid
Herstel uit de coronacrisis is een opgave die publieke en private partijen gezamenlijk aangaan zodat Nederland ook in de toekomst mondiaal kan blijven concurreren en minder afhankelijk is van andere landen. Er zal daarom - indien er een kwalitatief hoogwaardig voorstel wordt ingediend mogelijk ook vanuit het Nationaal Groeifonds - geïnvesteerd worden in sleuteltechnologieën en groeimarkten als High Tech/ICT (halfgeleiders, fotonica, quantum, AI). Maar ook door het verder stimuleren van digitalisering binnen de industrie (Smart Industry), het opleiden en ontwikkelen van personeel, verduurzaming, hergebruik van grondstoffen (circulaire maakindustrie), de versterking van het investeringsklimaat, regionale én Europese samenwerking.
Gezamenlijk investeren binnen Europa is een voorwaarde voor een sterke Nederlandse industrie en een sterkere positie van Europa in de wereld. De Nederlandse uitgangspositie blijft hierin om onze economie open en toegankelijk te houden, en tegelijk de concurrentiekracht op lange termijn te behouden door oog te hebben voor onze strategische economische belangen. Dit bereikt EZK door in te blijven zetten op een sterk mededingingsrechtelijk- en staatsteunkader, een goed investeringsklimaat, een sterke Europese interne markt en het missiegedreven innovatiebeleid. EZK zal hierop inzetten bij de uitwerking van de EU-industriestrategie.
Daarnaast heeft het kabinet besloten dit jaar een budget beschikbaar te stellen voor deelname van Nederland aan de IPCEI Micro-elektronica 2 (ME2) en de IPCEI Cloudinfrastructuur en services (CIS). Een Important Project of Common European Interest (IPCEI) is een grootschalig Europees consortium rond een waardeketen, die is aangemerkt als strategisch belangrijk voor de Europese Unie, waarvoor de staatssteunregels worden verruimd. Het doel van de IPCEI ME2 is de Europese industrie toegang te garanderen tot moderne en duurzame micro/nano-elektronica, inclusief de benodigde software, door de huidige waardeketen verder te versterken en uit te bouwen. Het doel van de IPCEI CIS is om een nieuwe waardeketen van cloud-infrastructuur en diensten in Europa op te zetten, waarbij cyberveiligheid, interoperabiliteit en duurzaamheid belangrijke vereisten zijn.
De geopolitieke ontwikkelingen hebben gevolgen voor mondiale waardeketens. De Nederlandse industrie is sterk internationaal verweven en levert een grote bijdrage aan onze welvaart. De coronacrisis heeft aangetoond dat de buitenlandse leveringsketens waar de Nederlandse maatschappij op vertrouwt soms kwetsbaar zijn. Om deze kwetsbaarheden te verminderen zal EZK in 2022 verder investeren in de strategische relaties met de Europese Commissie, lidstaten en stakeholders. Daarnaast zal EZK in 2022 intensief samenwerken met andere ministeries om kwetsbaarheid door internationale afhankelijkheden te verkleinen en nationale veiligheid te waarborgen. In samenwerking met het Ministerie van VWS werkt EZK met private partners en kennispartners aan verdere versterking van de productie- en leveringsketen van het Life Sciences & Health -ecosysteem. Verder zet EZK samen met het Ministerie van Defensie in 2022, in lijn met de Defensie Industrie Strategie, in op het versterken en internationaal positioneren van een hoogwaardige defensie- en veiligheidsgerelateerde industrie in Nederland en de participatie van Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven in Europese onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Voor het versterken en internationaal positioneren van de Nederlandse industrie, zowel in Europese- als trans-Atlantische samenwerkingsverbanden, wordt het Industriële Participatiebeleid ingezet. Ten behoeve van launching customership zal, mede vanuit (Europese) herstelfondsen actief worden ingezet op innovatieve partnerschappen. De Defensie Industrie Strategie wordt verder aangevuld met voorstellen die volgen uit het Plan van aanpak Operationele Energiestrategie Defensie.12
Ook veiligheid en economie raken steeds meer verweven. De combinatie van snelle technologische ontwikkelingen en een veranderende geopolitieke omgeving kunnen leiden tot risico’s die mogelijk gevolgen hebben voor de economie en de nationale veiligheid, zoals cyberspionage, sabotage en ongewenste overnames en investeringen. Om dit tegen te gaan, werkt EZK momenteel aan een breed stelsel van investeringstoetsen (zoals reeds gebruikt in de gas- en elektriciteitssector en de telecomsector) om deze risico’s minimaliseren.
Mededingings- en consumentenbeleid
Het is voor het optimaal functioneren van de economie van belang dat bedrijven (daar waar mogelijk) concurreren om consumenten zoveel mogelijk waar voor hun geld te bieden en zodat consumenten worden beschermd.
De Europese interne markt heeft tot nu toe voor veel gemak en welvaart gezorgd, maar er valt nog terrein te winnen. EZK blijft zich hard maken voor het wegnemen van belemmeringen op de interne markt, het versterken van de handhaving (o.a. via de EU-Taskforce IM-handhaving) en het versterken van de weerbaarheid (via het voorstel voor een Single Market Enforcement Instrument).13 Tijdens de coronapandemie en door de maatregelen die daarmee gepaard zijn gegaan, is de interne markt onder druk komen te staan. EZK zet zich in om de invloed van deze maatregelen op de interne markt en vrij verkeer in interdepartementale trajecten (zoals coördinatie van de beperkingen van personenverkeer, het digitaal groen certificaat, quarantaineplichten) te beperken, om een goede werking van de interne markt te waarborgen.
Bij de economische relatie met derde landen (buiten de EU) speelt - naast de nationale veiligheid -het behoud van een eerlijk speelveld een belangrijke rol. Daarbij draait het onder andere om het tegengaan van oneerlijke concurrentie en van verstorende effecten op de interne markt door subsidies uit derde landen14 bij verschillende marktsituaties, zoals overnames en aanbestedingen. Er lopen diverse Europese trajecten om de genoemde problemen en risico’s aan te pakken, zoals het wetsvoorstel rondom marktverstorende subsidies uit derde landen. Het Nederlandse standpunt wordt hierbij uitgedragen en verder uitgewerkt ten behoeve van wetgeving door de Europese Commissie.15
Aanbestedingen worden in toenemende mate ingezet als strategisch beleidsinstrument om publieke doelen te bereiken, zoals duurzaamheid en economisch herstel . Om dit te realiseren is een goede verhouding tussen overheid en bedrijfsleven bij aanbesteden belangrijk. Daarom zet EZK in 2022 in op bestaande initiatieven als het vervolg op het programma Beter Aanbesteden16 en het traject rechtsbescherming bij aanbesteden.17
Europese en regionale samenwerking
Geopolitieke ontwikkelingen nopen Nederland en de EU zich te beraden op hun positie in de wereld. Voor Nederland en de EU blijven een open economie en internationale samenwerking het uitgangspunt. Maar het kan nodig zijn onwenselijke afhankelijkheden in ecosystemen en waardeketens terug te brengen. Binnen de EU kan strategische autonomie een instrument zijn dat bijdraagt aan een weerbare Europese economie en de EU in staat stelt haar publieke belangen te borgen.
De uitdagingen waar Nederland voor staat, worden vooral ook in Europees verband opgepakt. 2022 zal in het teken staan van herstel uit de crisis, waarbij de Europese Commissie het belang van de groene en digitale transitie benadrukt. De implementatie van de Europese Recovery and Resilience Facility, waaronder natuurlijk ook het Nederlandse RRP, zullen investeringen en hervormingen moeten bespoedigen die bijdragen aan de versterking van de Europese concurrentiekracht en het toekomstige verdienvermogen.
Daarnaast wordt 2022 een belangrijk jaar waarin de Europese Commissie verschillende Europese strategieën omzet in concrete wetgevingsvoorstellen. De Green Deal, de digitale strategie en de herziene industriestrategie bieden een goede basis voor het versterken van de concurrentiekracht van de Unie en de twee transities naar een duurzame en digitale economie. Een sterke en weerbare interne markt en het waarborgen van een gelijk speelveld blijven hierbij belangrijke pijlers.
De Green Deal blijft topprioriteit van de Commissie en het kabinet. Het klimaatpakket «Fit for 55» dat dient ter implementatie van de Green Deal en om de EU-regelgeving in lijn te brengen met de 2030 en 2050 klimaatdoelstellingen omvat 13 voorgenomen wetgevingsherzieningen in 2021 die in samenhang zullen moeten worden bezien om de realisatie van de klimaatdoelstellingen te verzekeren. Verder lopen en volgen er belangrijke voorstellen op het terrein van de circulaire economie, het aanpakken van vervuiling, chemische stoffen en biodiversiteit. Daarnaast zal de Commissie wetgevingsvoorstellen uit de digitale strategie verder uitwerken, waaronder voorstellen voor de platformeconomie. Verder zal de mededingingsregelgeving worden hervormd en wordt het regelgevend kader rondom IPCEI verder uitgewerkt.
Daarnaast blijft EZK zich inzetten om de schade van de Brexit voor de Nederlandse reële economie zoveel mogelijk te beperken. Dit gebeurt door enerzijds ook in 2022 via BZ en de RVO het Nederlandse bedrijfsleven te blijven voorlichten over de nieuwe economische relatie met het Verenigd Koninkrijk en anderzijds door de inrichting en uitvoering van de Brexit Adjustment Reserve. In Europees verband zal EZK daarnaast met name de implementatie van het Noord-Ierse protocol en de risico’s die daar voor de interne markt uit voortkomen, het level-playing field tussen het VK en de EU en de mogelijkheden tot samenwerking op energie en klimaat nauwgezet blijven volgen.
Op basis van de herziene richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen van de Europese Commissie kunnen (decentrale) overheden regionale steun verlenen aan ondernemingen die zich in de aangewezen achterstandsregio’s bevinden. Momenteel ontwikkelen we in overleg met regio’s de Nederlandse regionale steunkaart met aangewezen achterstandsregio’s voor de periode vanaf 2022. Daarnaast wordt er sinds september vorig jaar gesproken met regionale partijen over economisch herstel. Hiervoor zijn afspraken gemaakt over de thema’s breed mkb, human capital, gebiedsontwikkeling en ontwikkelkracht/innovatie.
Tot slot
De coronapandemie heeft de Nederlandse economie en ondernemers geconfronteerd met grote uitdagingen. Daarom zet EZK in op de veerkracht van Nederland en laat EZK zien dat dit hand in hand kan gaan met verduurzaming en vernieuwing om onze sterke concurrentiepositie te behouden en ontwikkelen. Daar hebben we iedereen voor nodig: burgers, werknemers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, de verschillende ministeries, de regio, de EU en andere landen.
Overzicht coronamaatregelen
2020 en 2021 zijn voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.
Art. | Omschrijving maatregel | Realisatie 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Telecom Caribisch Nederland | 2 | 3 | Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |||||
2 | Noodloket (TOGS) | 870 | 2 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217 | |||||
2 | Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) | 1.069 | 7.434 | 600 | Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273 | ||||
2 | Tegemoetkoming vaste lasten starters | 90 | Kamerstuk 35 420, nr. 217 | ||||||
2 | Omscholing naar tekortsectoren | 38 | 40 | Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |||||
2 | Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren | 10 | 38 | 38 | 38 | 13 | 15 | Kamerstuk 35 420, nr. 248 | |
2 | Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC) | 380 | Kamerstuk 35 420, nr. 217, Aanvullende steun evenementen | ||||||
2 | Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector | 560 | Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252 | ||||||
2 | Qredits | 25 | 90 | 80 | 100 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277 | |||
2 | BMKB-Corona | Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | |||||||
2 | Begrotingsreserve BMKB-Corona | 215 | Veegbrief | ||||||
2 | Klein Krediet Corona (KKC) | Kamerstuk 35 420, nr. 31 | |||||||
2 | Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC) | 165 | Veegbrief | ||||||
2 | GO-Corona | 225 | 100 | 100 | 50 | 50 | 25 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | |
2 | Begrotingsreserve GO-Corona | 177 | Veegbrief | ||||||
2 | Herstructurering winkelgebieden en binnensteden | 9 | 11 | 16 | 20 | 19 | 26 | Kamerstuk 31 757, nr. 105 | |
2 | Groeifaciliteit | 50 | Kamerstuk 35 420, nr. 314 | ||||||
2 | FieldLab Evenementen en Fieldlab Café's | 3 | Kamerstuk 25 295, nr. 1178 | ||||||
2 | Mentale steun ondernemers | 4 | 1 | Kamerstuk 25 295, nr. 998 | |||||
2 | Bijdrage RVO.nl | 24 | 56 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248 |
3 | Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen | 150 | Kamerstuk 35 420, nr. 105 | ||||||
3 | Corona Overbruggingslening (COL) | 285 | 33 | Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 | |||||
3 | Dutch Future Fund | 4 | 6 | 7 | 6 | 2 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | ||
3 | Deep Tech Fund | 10 | 25 | 25 | 25 | 25 | 65 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | |
3 | Fonds Alternatieve Financiering | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | Kamerstuk 33 009, nr. 96 | ||
4 | Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland | 5 | 8 | Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerstuk 35 420, nr. 105 | |||||
Totaal | 2.836 | 9.169 | 911 | 295 | 148 | 118 | 131 |
Toelichting op coronamaatregelen
Telecom Caribisch Nederland
Het kabinet verleent inwoners van de BES-eilanden (Caribisch Nederland) een vergoeding van 25 US dollar per vaste internetaansluiting per maand aan, ter vermindering van de armoedeproblematiek en facilitering van thuiswerken en thuisonderwijs. Het is een tijdelijke maatregel voor circa 9.800 aansluitingen voor de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 december 2021. Het budget voor de maatregel bedraagt € 3 mln in 2021.
Noodloket (TOGS)
De Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS, voorheen noodloket genoemd) is een belastingvrije gift van € 4.000 voor ondernemers die een dominant effect zien op hun bedrijfsvoering door het wegblijven van de consument als gevolg van de kabinetsmaatregelen in verband met COVID-19.
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)
De TVL biedt bedrijven in sectoren die hard geraakt zijn door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. De TVL loopt momenteel tot en met 30 september 2021. In het 3e kwartaal van 2021 komen bedrijven met meer dan 30% omzetverlies voor de TVL in aanmerking, bedraagt het subsidiepercentage 100% en het maximale subsidiebedrag per drie maanden € 550.000 voor mkb en € 600.000 voor niet-mkb. Het budget wordt gemonitored en zo nodig aangepast op basis van de actuele ontwikkelingen.
Tegemoetkoming vaste lasten starters
Voor starters is voor het eerste kwartaal van 2021 een regeling ontwikkeld die zo veel mogelijk is gebaseerd op de TVL. De regeling geldt voor bedrijven gestart tussen 30 september 2019 en 30 juni 2020 en heeft als referentieperiode het derde kwartaal van 2020. De kosten van de regeling worden geraamd op € 90 mln. In het tweede en derde kwartaal van 2021 is de ondersteuning van starters verwerkt in de TVL, door bedrijven de keuze te bieden tussen twee referentieperioden, waaronder het derde kwartaal van 2020.
Omscholing naar tekortsectoren
In 2021 wordt € 37,5 mln beschikbaar gesteld inclusief uitvoeringskosten voor intersectorale scholing naar kansrijke beroepen in de ict en techniek. Hiermee kunnen 9.200 trajecten met een gemiddeld subsidiebedrag van € 3.750 per stuk worden gesubsidieerd, zijnde 50% van de verwachte gemiddelde kosten van een omscholingstraject van € 7.500 per individu. De werkgever draagt zelf zorg voor de overige 50% (d.w.z. uit eigen middelen, sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen of andere samenwerkingsverbanden). Voor de subsidieregeling Omscholing naar kansrijke beroepen in de ICT en techniek wordt bovenop het huidige budget in 2021 van € 37,5 mln een bedrag van € 40 mln in 2022 (incl. uitvoeringskosten) beschikbaar gesteld. Met dit bedrag kunnen nog eens 10.000 mensen structureel worden omgeschoold naar een kansrijk beroep.
Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren
Met deze regeling, die is opengesteld op 17 mei 2021, wordt beoogd de teruggang in R&D-investeringen in de Nederlandse automotive, luchtvaart en maritieme industrie, die het gevolg is van de coronacrisis, te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Tevens wordt hiermee een bijdrage geleverd aan de transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. Consortia van MKB, grootbedrijf en/of kennisinstellingen kunnen gezamenlijk projectvoorstellen indienen. Het budget bedraagt € 150 mln.
Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 (TRSEC)
Met deze regeling, die in de Kamerbrief van 21 januari 2021 (Kamerstuk II, 2020/21, 35 420, nr. 217) is aangekondigd, staat het Rijk garant voor de gemaakte kosten wanneer een evenement door coronabeperkingen van de Rijksoverheid niet door kan gaan. De organisatie ontvangt in dat geval het grootste deel (80%) van de kosten terug als gift; de overige kosten worden vergoed in de vorm van een lening.
Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector
Het kabinet heeft een faciliteit van maximaal € 400 mln aan het garantiefonds SGR beschikbaar gesteld voor de verstrekking van liquiditeitsleningen (voucherkredieten) aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten. Voorwaarde is dat de reisorganisaties deze middelen alleen kunnen inzetten voor het uitbetalen van verstrekte vouchers voor pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen. Daarnaast is als steunmaatregel in 2020 een budget van € 160 mln beschikbaar gesteld voor leningsfaciliteiten aan garantiefondsen voor de reissector. Inmiddels is in dit kader een leningsfaciliteit van € 150 mln beschikbaar gesteld aan Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). Door deze leningsfaciliteit kan SGR consumenten schadeloos blijven stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties. Voor kleinere garantiefondsen VZR Garant en het Garantiefonds voor Gespecialiseerde Touroperators (GGTO) is eenzelfde leningsfaciliteit onder dezelfde voorwaarden beschikbaar gesteld voor respectievelijk € 2,5 mln en € 4 mln.
Qredits
Qredits heeft in 2020 een achtergestelde lening van € 25 mln ontvangen voor het verstrekken van Corona overbruggingskredieten. Deze lening is in 2021 verhoogd met 30 mln. Daarnaast is in 2021 € 40 mln in de vorm van een lening aan Qredits beschikbaar gesteld voor overbruggingskredieten aan starters. Ook wordt in de jaren 2021-2023 in totaal € 200 mln aan Qredits ter beschikking gesteld in het kader van het TOA-krediet gericht op ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun mkb-bedrijf willen doorstarten.
BMKB-Corona
Het kabinet heeft een tijdelijke faciliteit onder de BMKB opengesteld voor door de Coronacrisis getroffen mkb-bedrijven om liquiditeitsproblemen op te vangen. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% borg op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. Op basis van de verwachte benutting is het garantiebudget van de BMKB verhoogd van € 765 mln naar € 1,5 mld. Voor eventuele verliesdeclaraties in 2021 en de komende jare als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar (zie de toelichting op de risicovoorzieningen in het kader van beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).
Begrotingsreserve BMKB-Corona
In 2020 is ca. € 215 mln afgestort in de begrotingsreserve BMKB ter afdekking van eventuele toekomstige schades op de BMKB-Corona als gevolg van faillissementen.
Garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC)
Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben, is de garantieregeling KKC gestart voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. De KKC is in 2021 opengesteld voor € 250 mln. Ter afdekking van eventuele verliesdeclaraties in 2021 en volgende jaren als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar (zie de toelichting op de risicovoorzieningen in het kader van beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).
Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC)
Het onbenutte schadebudget en de ontvangen afsluitprovisie van de KKC ter waarde van € 164,8 mln zijn in 2020 volledig afgestort naar de begrotingsreserve van de KKC. De begrotingsreserve kan in de toekomst ingezet worden om schades op KKC-leningen te dekken.
Garantie ondernemingsfinanciering (GO-Corona)
Het kabinet heeft tijdelijk een corona-module voor garantie op bankleningen aan de GO opengesteld (GO-Corona), met 80% garantie voor grootbedrijf en 90% voor mkb-ondernemingen. Het totale garantieplafond voor de GO (incl. de GO-Corona) is voor 2021 gesteld op € 2,5 mld. Ter afdekking van eventuele verliesdeclaraties in 2021 en volgende jaren als gevolg van faillissementen is een risicovoorziening beschikbaar en is voor de komende jaren een kasbuffer op de begroting beschikbaar (zie ook de toelichting op de risicovoorzieningen in het kader van beleidsartikel 2 van de EZK-begroting).
Begrotingsreserve GO-Corona
In 2020 is ca. € 177 mln afgestort in de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering, ter afdekking van eventuele toekomstige schades op de coronamodule van de GO als gevolg van faillissementen.
Herstructurering winkelgebieden en binnensteden
Het kabinet investeert de komende jaren € 100 mln in het realiseren van toekomstbestendige winkelgebieden en in vitale binnensteden. Deze aanpak herstructurering van winkelgebieden in binnensteden en kernen start in de zomer van 2021. De uitgaven zullen verspreid over enkele jaren plaatsvinden.
Groeifaciliteit
In het kader van een initiatief van de banken voor een Dutch Post-Covid Growth Fund, waarvoor de Groeifaciliteit zal worden ingezet, is een kasbuffer beschikbaar gesteld van € 50 mln. De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals aandelenkapitaal van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de groei- en expansiefase van een bedrijf of voor opvolging/overnames. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen en banken vallen tot maximaal € 25 mln per financier onder de garantieregeling. In totaal kan er voor € 50 mln per bedrijf onder garantie worden gebracht. De garantie van de overheid bedraagt 50%.
FieldLab Evenementen en Fieldlab Café's
In het FieldLab Evenementen is in praktijktesten de inzet van sneltesten, testbewijzen, crowdcontrol en andere opschalingsvragen onderzocht. De kosten zijn geraamd op € 2.736.000. In het FieldLab Cafe's zijn inzichten vergaard over bezoekersgedrag en naleving van de maatregelen door bezoekers. Deze informatie kan bijdragen aan een veilige en verantwoorde heropening van café's. De kosten van dit FieldLab worden geraamd op € 380.000.
Mentale steun ondernemers
In het kader van het programma Mentale steun ondernemers geeft Stichting Ondernemersklankbord (OKB) samen met de KVK, VNO-NCW en MKB NL invulling aan het door EZK beschikbare gestelde budget van € 5 mln. Het programma heeft een looptijd van 1 jaar (tot en met september 2022), waarbij het merendeel van de activiteiten in 2021 plaatsvindt. Activiteiten in het programma zijn onder meer training van personeel, branche-aanpak, ondersteuning en advies, en mentale hulp en bedrijfsvoering voor ondernemers in zwaar weer.
Bijdrage RVO.nl
Betreft de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de uitvoering van de coronamaatregelen.
Het kabinet monitort voortdurend hoe het pakket van generieke crisismaatregelen voor diverse economische actoren uitwerkt en of het pakket nog adequaat is. Als de schade van onder meer de garanties onverhoopt meer is dan uit de huidige ramingen blijkt, zal dit generaal worden gecompenseerd. Bij onderuitputting na definitieve beëindiging van de crisismaatregelen vloeien de middelen terug naar het algemene beeld.
Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
Het kabinet stelt € 150 mln beschikbaar om het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) te versterken. Door het fondsvermogen van ROM’s te versterken, kunnen de ROM’s in nieuwe financieringsrondes volgen op de Coronaoverbruggingsleningen ook het eigen vermogen van veelal innovatieve mkb-ondernemingen versterken. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd. Voorwaarde is wel dat de regio’s zelf cofinanciering verschaffen.
Corona Overbruggingslening (COL)
Het kabinet heeft de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) een lening van in totaal € 300 mln verstrekt voor de uitvoering van de Corona overbruggingsleningen. De hiervan resterende € 33 mln wordt in 2021 uitbetaald. De ROM’s verstrekken tot en met 30 juni 2021 overbruggingskredieten tussen de € 50.000 en € 2 mln. Ondernemers die gefinancierd zijn met (extern) eigen vermogen (startups en scale-ups) en intern eigen vermogen die geen bankrelatie hebben (familiebedrijven en maakindustrie) kunnen een COL-aanvraag doen.
Dutch Future Fund
Het Dutch Future Fund (DFF) met een omvang van € 300 mln wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. Het fonds investeert in andere risicokapitaalfondsen zodat via die investeringsfondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot. EZK heeft € 25 mln voor dit fonds beschikbaar gesteld.
Deep Tech Fund
Het Deep tech Fonds betreft een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve complexe technologie mogelijk kan maken. Voor innovatieve ondernemingen die zowel kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden. Vaak gaat het om nieuwe technologieën die zich nog niet bewezen hebben en waar relatief grote risico’s aan kleven. Het fonds wordt uitgewerkt als co-investeringsfonds en als separaat fonds ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds zal € 250 mln bedragen, waarvan € 175 mln door de EZK wordt ingebracht en het resterende deel door Invest-NL.
Fonds Alternatieve Financiering
Samen met Invest-NL en het EIF is een fonds opgericht voor de funding van alternatieve financiers. De fondsomvang bedraagt € 200 mln, waarvan € 50 mln door EZK wordt ingebracht. Met het fonds kan het aanbod van funding voor alternatieve financiers worden vergroot. Hierdoor verkrijgen alternatieve financiers meer slagkracht om leningen te verstrekken aan ondernemers en kunnen zij een aantrekkelijk alternatief bieden voor bancaire financiering. Zo draagt het fonds bij aan een divers financieringslandschap.
Verlaging netbeheer Caribisch Nederland
Als specifieke maatregel voor de bewoners van de eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius is aan de energiebedrijven van deze eilanden subsidie verstrekt, zodat de netbeheertarieven in 2020 en 2021 op € 0 gesteld konden worden en de bewoners dus minder geld kwijt zijn aan hun energierekening.
Art. | Omschrijving maatregel | Realisatie 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | Noodloket (TOGS) | 2 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | ||||||
2 | Bedrijfssteun | 4 | 90 | 105 | 104 | 102 | 101 | Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252 | |
2 | Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) | 375 | 60 | Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273 | |||||
2 | BMKB-Corona | 12 | Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | ||||||
2 | Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC) | 1 | 100 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | |||||
2 | GO-Corona | 2 | Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16 | ||||||
3 | Corona Overbruggingslening (COL) | 18 | 30 | 30 | 30 | 210 | Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 | ||
Totaal | 35 | 479 | 180 | 135 | 134 | 312 | 101 |
Toelichting ontvangsten
Noodloket (TOGS)
In 2020 is voor de TOGS € 2,4 mln terugontvangen, in verband met onder meer gecorrigeerde overboekingen en terugvorderingen.
Bedrijfssteun
Dit betreft de geraamde ontvangsten in het kader van de leningfaciliteit aan SGR en de kleine garantiefondsen en de voucherkredietfaciliteit. De daadwerkelijke ontvangsten hangen af van de uiteindelijke benutting van deze faciliteiten. Op basis van deze benutting zal de raming van de ontvangsten worden geactualiseerd.
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)
De ontvangsten voor de TVL houden met name verband met terugvorderingen in geval de omzetderving lager is dan door de aanvrager geraamd en in geval van geconstateerd misbruik.
BMKB-Corona
Er is in 2020 een bedrag van € 11,6 mln aan afsluitprovisie ontvangen voor BMKB-Corona aanvragen.
Onttrekking reserve Klein Krediet Corona (KKC)
Naar aanleiding van een herijking van de kasbuffer voor de garantieregeling KKC als gevolg van de lager dan geraamde benutting is er € 100 mln onttrokkken aan de begrotingsreserve KKC.
GO-Corona
Er is 2020 een bedrag van € 2 mln aan provisie ontvangen voor GO-Corona aanvragen.
Corona Overbruggingslening (COL)
Dit betreft een raming van de terugontvangsten in het kader van de Coronaoverbruggingsleningen die door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen zijn verstrekt.