Base description which applies to whole site

1. Leeswijzer

Structuur

De opzet en structuur van de begroting voor Hoofdstuk XII zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

  • Allereerst is de begrotings(wet)staat voor Hoofdstuk XII voor het jaar 2023 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de budgetten die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld.

  • In de Beleidsagenda is vervolgens een overzicht gegeven van de prioriteiten voor 2023 en de hoofdlijnen van het (budgettaire) beleid. Daarna is eerst op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.

  • In de artikelsgewijze toelichting bij dit wetsvoorstel wordt per beleidsartikel beschreven wat per beleidsthema de algemene doelstelling is, wat de rollen en verantwoordelijkheden van de Minister hierbij zijn en welke budgetten er per financieel instrument voor het beleidsthema zijn begroot.

  • In de verdiepingsbijlage (bijlage 2) worden per beleidsartikel de belangrijke mutaties toegelicht. In deze bijlage is door middel van een meerjarige mutatietabel op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit is een aanvulling op de standen die in de (niet-)beleidsartikelen zijn opgenomen.

    De mutaties in de bijlage worden toegelicht op het niveau van de financiële instrumenten en de totale verplichtingen volgens onderstaande uniforme ondergrenzen.

Tabel 1 Norm bij te verklaren verschillen

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

  • De overige bijlagen geven voor enkele specifieke onderwerpen inhoudelijk meer toelichting of betreffen overzichtsconstructies.

Mede naar aanleiding van overleg met de Tweede Kamer zijn in aanvulling op de rijksbegrotingsvoorschriften de onderstaande punten verwerkt:

  • Het beleidsartikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen kent de artikelonderdelen Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds en Bijdrage aan het Deltafonds. Per artikelonderdeel is een overzicht opgenomen van de bijdrage per modaliteit aan het Mobiliteitsfonds en Deltafonds tot en met 2036.

  • Op de beleidsartikelen van Hoofdstuk XII waarop de bijdragen aan het Mobiliteitsfonds/Deltafonds betrekking hebben wordt direct onder de desbetreffende tabel «budgettaire gevolgen van beleid» extracomp-tabel de betrokken bijdrage aan het Mobiliteitsfonds/Deltafonds gepresenteerd (zoals opgenomen in artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen). Hiermee worden de beleidsprestaties van de investeringen die worden verantwoord op de investeringsfondsen betrokken bij het formuleren van het integrale beleid van IenW. Daarnaast worden de beleidsindicatoren die hieraan gekoppeld zijn verantwoord in de Hoofdstuk XII-begroting.

Overzichtscontructie

Bijlage 8 (de overzichtsconstructie milieu) bevat een overzicht van (onderdelen van) beleidsartikelen van verschillende begrotingen met een milieudoelstelling.

Moties

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In de beleidsagenda wordt ingegaan op de uitwerking van de aanbeveling (pagina 8).

Motie Hachchi c.s.

In oktober 2012 is de motie-Hachchi (Kamerstukken II 2011–2012, 33 000 IV, nr. 28) aangenomen. Hiermee wordt een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland, inclusief die vanuit de IenW-begrotingen opgenomen bij de begroting van het BES-fonds.

Motie Leegte c.s.

In januari 2015 is de motie-Leegte (Kamerstukken II 2014–2015, 30 196, nr. 278) aangenomen. In de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat wordt daarom een totaaloverzicht gepresenteerd van de maatregelen van alle ministeries in het kader van het Energieakkoord. Inmiddels is dit overzicht uitgebreid met maatregelen ten behoeve van het klimaatakkoord en CO2-reducerende maatregelen. Hierin zijn ook de maatregelen die onder de verantwoording van IenW vallen opgenomen. Bij de desbetreffende beleidsartikelen 14 Wegen en Verkeersveiligheid, 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal en 21 Duurzaamheid worden de maatregelen genoemd.

Groeiparagraaf

In deze begroting zijn de volgende verbeteringen ten opzichte van het voorgaande jaar doorgevoerd:

Pilot beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

In het WGO jaarverslag van 23 juni 2022 is de informatiewaarde van de jaarverslagen en begrotingen behandeld. Het is voor de Kamer van belang dat in deze stukken inzichtelijk is wat de doelen zijn, welke middelen beschikbaar zijn en welke resultaten met deze middelen worden bereikt. In de begroting van 2023 is voor beleidsartikel 14 (Wegen en verkeersveiligheid) een pilot artikel opgesteld wat tegemoetkomt aan dit belang:

  • In het pilot artikel 14 zijn de subthema's 'netwerk', «verkeersveiligheid» en «duurzame en slimme mobiliteit» herkenbaar opgenomen met als doel de leesbaarheid van het artikel te verbeteren;

  • Om meer inzicht te geven in doelen en resultaten zijn vervolgens deze subthema's in samenhang met algemene- en operationele doelstellingen en indicatoren gepresenteerd;

  • Ter bevordering van de leesbaarheid is een samenvattende tabel toegevoegd voor de rollen en verantwoordelijkheden van de Minister, herkenbaar onderverdeeld per subthema;

  • De budgettaire tabel is per subthema geordend en meer in verband gebracht met de doelen en instrumenten van artikel 14;

  • Na afronding van de beleidsdoorlichting naar artikel 14 (voorzien in de tweede helft van 2023) is het streven om in 2024 de resultaten van de beleidsdoorlichting door te vertalen naar nieuwe operationele doelstellingen en indicatoren en kengetallen. Verwerking hiervan wordt geëfectueerd in de begroting van 2025.

Deze opzet zal, indien de pilot succesvol is, bij de begroting 2024 verder worden uitgewerkt.

Indicator SPV (artikel 14)

Met het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) is de risicogestuurde aanpak geïntroduceerd. De essentie daarvan is dat beleid wordt gericht op het in beeld brengen en aanpakken van situaties waar er sprake is van gevaarlijke omstandigheden. De indicatoren hiervoor staan bekend als ‘Safety Performance Indicators’, kortweg SPI’s. Deze zijn op dit moment nog in ontwikkeling. Verwachting was dat de indicatoren voor ‘Snelheid’ en ‘Veilige wegen’ zouden kunnen worden toegepast in deze begroting (Kamerstukken II, 2019-2020, 35 300-XII, nr. 94). Dit is helaas nog niet mogelijk. De definities van deze SPI’s zijn weliswaar al uitgewerkt en een deel van de benodigde data is al landelijk beschikbaar voor wegbeheerders. Het kost echter nog meer tijd om alle benodigde data op structurele, geschikte, uniforme wijze en landsdekkend te ontsluiten. Het streven is om in 2025 alle benodigde data landelijk beschikbaar te kunnen stellen. Hiermee is de verwachting dat de nieuwe indicator kan worden opgenomen in de Ontwerpbegroting van 2026.

Daarnaast zal alle informatie met betrekking tot de SPI’s worden getoond in een dashboard dat momenteel wordt ontwikkeld door het Kennisnetwerk SPV. De SWOV levert al een overzicht van de ontwikkelingen rondom de SPI’s, de beschikbare metingen daarvan en de maatregelen die daaruit voortvloeien ter verbetering van de verkeersveiligheid (Staat van de Verkeersveiligheid 2021). De SWOV zal in de komende jaren over steeds meer data van SPI’s beschikken en die dus kunnen duiden in de jaarlijkse «Staat van de Verkeersveiligheid».

Strategische Evaluatieagenda

In de begroting 2022 was een stap gezet voor het beter inzichtelijk maken van de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid met de Strategische Evaluatieagenda (SEA). De SEA is een strategische evaluatie-agenda met passend monitoring- en evaluatieonderzoek, die circa 4 jaar vooruitkijkt. De geagendeerde onderzoeken leveren gezamenlijk inzichten op in de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid, de voorwaarden daarvoor, en manieren om de (kans op) doeltreffend en doelmatig beleid te vergroten. In deze begroting is de SEA verder verduidelijkt met een verbeterde indeling en een kwalitatieve toelichting. 2023 geldt nog steeds als overgangsperiode voor de SEA. Na afloop van de overgangsperiode zal de nu nog gehanteerde term ‘beleidsdoorlichting’’ voor de reguliere ex-post synthese evaluaties plaatsmaken voor ‘periodieke rapportage’ (Kamerstukken II, 31 865, nr. 203).

Wijzigingen regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2022

Voor het opstellen van de begroting gelden de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) van de Minister van Financiën. In de RBV 2022 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die doorwerken in de begroting 2023 op het gebied van:

  • Bijlage 8 NGF: Voorschrift vanuit de minister van Financiën is dat indien er vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) budgetten ter beschikking zijn gesteld, het betreffende departement een afzonderlijke NGF-bijlage opneemt.

  • Bijlage 2 specifieke uitkeringen: BZK neemt niet langer een gedetailleerd overzicht per departement op als bijlage bij zijn eigen begroting. In plaats daarvan neemt elk departement zelf een gedetailleerd overzicht op als bijlage bij de betreffende begroting.

  • Openbaarheidsparagraaf: In de beleidsagenda is als afzonderlijk onderdeel de openbaarheidsparagraaf opgenomen. Dit komt voort uit de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ waarin het kabinet onder andere maatregelen heeft aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Verder schrijft artikel 3.5 van de Wet open overheid voor dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de Wet open overheid (Woo).

  • Geschatte budgetflexibiliteit: Vanaf de ontwerpbegroting 2023 wordt de informatieverstrekking over budgetflexibiliteit uitgebreid en opgenomen onder onderdeel Budgettaire gevolgen van beleid van het desbetreffende beleidsartikel. Er wordt ingegaan op de geschatte budgetfelxibiliteit en inzicht gegeven in de categorieën juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereser­veerd en nog niet ingevuld/vrij te besteden. Met deze wijziging is het totaal­overzicht ‘niet-juridisch verplichte uitgaven’ komen te vervallen.

Licence