De voorliggende eerste suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2024 van hoofdstuk X van de begroting van het Rijk.
In deze eerste suppletoire begroting van het ministerie van Defensie zijn de besluiten van het kabinet uit de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet dient dan ook in samenhang te worden gezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt de Defensiebegroting 2024 met € 66,3 miljoen naar beneden bijgesteld tot € 22.431,1 miljoen.
In paragraaf 2.1 wordt de cijfermatige aansluiting ten opzichte van de ontwerpbegroting uiteengezet. Vervolgens worden in paragraaf 2.2 de belangrijkste begrotingswijzigingen op deze begroting van het ministerie van Defensie vermeld met een overzicht uitgavenmutaties, en in paragraaf 2.3 wordt een overzicht ontvangstenmutaties toegelicht. Afsluitend is in paragraaf 2.4 per artikel een tabel opgenomen met daarin de budgettaire gevolgen van beleid en de uitgaven- en ontvangstenmutaties. In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begroting. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.Per artikel worden de mutaties groter dan of gelijk aan onderstaande staffel op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.