Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) | Mutaties Suppletoire begroting september (2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | |
---|---|---|---|
Baten | |||
Omzet | 3.717.222 | 263.636 | 3.980.858 |
waarvan omzet moederdepartement | 3.351.357 | 142.526 | 3.493.883 |
waarvan omzet overige departementen | 110.524 | 1.032 | 111.556 |
waarvan omzet derden | 265.383 | 66 | 265.449 |
waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud | ‒ 58.061 | 117.901 | 59.840 |
waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten | 48.019 | 2.111 | 50.130 |
Rentebaten | 69.470 | ‒ 2.206 | 67.264 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.500 | 0 | 1.500 |
Totaal baten | 3.788.192 | 261.430 | 4.049.622 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 1.499.745 | 80.929 | 1.580.674 |
- Personele kosten | 1.156.955 | 80.929 | 1.237.884 |
waarvan eigen personeel | 1.086.461 | 77.899 | 1.164.360 |
waarvan inhuur externen | 70.494 | 3.030 | 73.524 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 342.790 | 0 | 342.790 |
waarvan apparaat ICT | 45.836 | 0 | 45.836 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 67.129 | 0 | 67.129 |
waarvan overige materiële kosten | 229.825 | 0 | 229.825 |
Externe Productkosten | 2.255.893 | 180.642 | 2.436.535 |
Rentelasten | 1.895 | 19 | 1.914 |
Afschrijvingskosten | 18.921 | ‒ 160 | 18.761 |
- Materieel | 18.761 | 0 | 18.761 |
waarvan apparaat ICT | 5.417 | 0 | 5.417 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 13.344 | 0 | 13.344 |
- Immaterieel | 160 | ‒ 160 | 0 |
Overige lasten | 8.000 | 0 | 8.000 |
waarvan dotaties voorzieningen | 8.000 | 0 | 8.000 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 3.784.454 | 261.430 | 4.045.884 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 3.738 | 0 | 3.738 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 130 | 0 | 130 |
Saldo van baten en lasten | 3.608 | 0 | 3.608 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 3.608 | 0 | 3.608 |
Te verdelen resultaat | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 van € 142,5 miljoen is met name veroorzaakt door:
– Ontvangen Loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 128,5 miljoen);
– bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Windenergie op zee ( € 13,0 miljoen);
– middelen ter dekking van excessieve prijsstijgingen voor Exploitatie en Onderhoud (€ 8 miljoen);
– bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Maritiem InformatieVoorzieningen ServicePunt (MIVSP) (€ 7,9 miljoen);
– middelen voor de realisatie van een geleiderail bij het zonnepark langs de A37 (€ 5,4 miljoen);
– terugbetaling van resterend budget na afronding van de Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV) (€ -19,2 miljoen);
– toevoegen van meerjarig onderhoudsbudget aan de scope van het uitvoeringsproject Tunnel A10 (€ -8 miljoen);
– het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.
Saldo op ontvangen bijdragen
In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en «Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».
Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan is het de verwachting dat het saldo € 59,8 miljoen zal afnemen, waar bij 1e suppletoire begroting 2024 nog een toename van het saldo was voorzien (€ 58,1 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 komt met name door de doorrekening van de afspraken uit de CAO Rijk 2024-2025. In deze CAO is per 1 juli 2024 een loonsverhoging van 8,5% en € 50,- per maand bruto afgesproken, verhoging van het Individueel Keuzebudget (IKB) naar 16,5%, een eenmalige uitkering van € 1.200,- per fte in mei en € 800,- per fte in november. Daarnaast heeft RWS extra capaciteit ontvangen in het kader van het programma Windenergie op zee en Net op zee; Klimaatneutrale en circulaire organisatie, vrachtwagenheffing 2024 en Talking Traffic 2024.
De hogere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg van krapte op de arbeidsmarkt waardoor RWS, gezien de productieopgave, een hoger beroep op inhuur moet doen dan werd ingeschat bij het opstellen van de 1e suppletoire begroting 2024.
Externe Productkosten
Bij brief van 17 maart 2023 is de Kamer geïnformeerd over de aanpak van RWS van de groeiende instandhoudingsopgave. Voor de netwerken is een Basiskwaliteitsniveau geformuleerd. Extra budget is beschikbaar gekomen vanuit het CoalitieAkkoord (CA) en een schuif van middelen en capaciteit van aanleg naar instandhouding. Door het beschrijven van een 8-jarige opdracht ontstaat langjarige zekerheid voor zowel RWS al de markt om efficiënt en doelmatig te werken en zo de productie te laten stijgen.
Voor 2024 is de verwachting dat met de ingezette maatregelen de productie fors zal gaan stijgen. De prognose is € 180,6 miljoen hoger dan bij 1e suppletoire begroting 2024 en komt uit boven het beschikbare budget. Hiermee zal de trend van een steeds toenemende balanspost «Saldo op ontvangen bijdragen» kunnen worden omgezet in een afname van de balanspost. Zie ook de toelichting onder de post «Saldo op ontvangen bijdragen».
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) | Mutaties Suppletoire begroting september (2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 1.676.864 | 0 | 1.676.864 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 3.798.234 | 141.418 | 3.939.652 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 3.757.663 | ‒ 261.590 | ‒ 4.019.253 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 40.571 | ‒ 120.172 | ‒ 79.601 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 56.023 | 0 | ‒ 56.023 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | |||
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 56.023 | 0 | ‒ 56.023 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | ||
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 15.724 | 0 | ‒ 15.724 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 53.222 | 0 | 53.222 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 37.498 | 0 | 37.498 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 1.698.910 | ‒ 120.172 | 1.578.738 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 (€ 141,4 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet».
De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 € 261,6 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».