Base description which applies to whole site

Strategische Evaluatie Agenda

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 2022 (RPE 2022) is het overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Voorheen waren beleidsdoorlichtingen primair gericht op de doorlichting van afzonderlijke begrotingsartikelen; in de SEA staan tegenwoordig de beleidsthema’s van de missie van EZ centraal. Daarmee komt het vizier meer te liggen op de integrale en samenhangende beleidsaanpak van een beleidsthema (zoals energietransitie of innovatie) en minder op de afzonderlijke beleidsonderdelen. Met de SEA wordt tevens beoogd onderzoeken beter te laten aansluiten op de beleidscyclus en wordt meer recht gedaan aan ontwikkelingen op een beleidsveld. Op deze wijze kunnen ook leerervaringen benut worden om het beleid tussentijds bij te sturen als dat nodig blijkt.

Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZ-begroting afdekken. Hierbij is met name ingegaan op onderdelen waar geen recente beleidsdoorlichting of ander integraal onderzoek is ingepland/uitgevoerd en waar behoefte is aan nader inzicht. Deels gaat het om het verbeteren van methoden van onderzoek en opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In bijlage 6 wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt.

Tabel 7 Strategische Evaluatie Agenda

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Toelichting onderzoek

Begrotings-artikel

Vindplaats

Goed functionerende (digitale) economie en markten

Periodieke Rapportage

2027

Te starten

 

1

 

Toelichting met stand van inzicht:

 

De beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten is in 2022 afgerond (Kamerstuk 30 991, nr. 37). Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZ-begroting en is de evaluatieplanning aangepast. Daarnaast is de beleidsdoelstelling van het artikel opgesplitst in 3 doelstellingen (scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten, scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie en voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken). Beoogd is dat het synthese-onderzoek (Periodieke rapportage) onder andere antwoord geeft op de vraag in hoeverre beleid heeft bijgedragen aan één of meerdere kenmerken van goed functionerende markten en een goed functionerende digitale economie, bijvoorbeeld op het gebied transparantie, consumentenbescherming- en vertrouwen, efficiëntie, weerbaarheid of toegankelijkheid. Voor de periodieke rapportage kan gebruik worden gemaakt van de afzonderlijke evaluaties in voorgaande jaren. In bijlage 6 wordt ingegaan op de evaluatieplanning en de stand van zaken van de afzonderlijke evaluaties.

 

Steun- en herstelbeleid Corona

Periodieke Rapportage

2025

Te starten

Dit beleid diende ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Ieder departement heeft de verantwoordelijkheid voor de eigen maatregelen.

2 en 3

 

Toelichting met stand van inzicht:

 

De overheid meer dan 200 financiële steunmaatregelen getroffen om werkenden en bedrijven door de coronacrisis te helpen. Eind 2020 verstuurden de ministers van Financiën (FIN), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een Kamerbrief met daarin een eerste uitwerking van de evaluatieplanning (Kamerstuk 35 420, nr. 227). Over de voortgang van de monitorings- en evaluatieactiviteiten is de Kamer in de afgelopen jaren jaarlijks geïnformeerd door middel van updates in Kamerbrieven en de Strategische Evaluatieagenda’s van de departementen. Hiernaast heeft het CPB in 2021 een eerste analyse van macro-economische effecten opgeleverd (Kamerstuk 35 420, nr. 453). Gezien de budgettaire omvang en de maatschappelijke impact van de steunmaatregelen wordt door de ministeries FIN, EZ en SZW ook een gezamenlijke synthesestudie uitgevoerd op basis van het uitgevoerde (evaluatie)onderzoek. De synthesestudie zal zich richten op de grootste steunmaatregelen (TVL/TOGS, NOW, TOZO en belastinguitstel). Deze vier genoemde regelingen zullen bezien worden in relatie tot het totale steunpakket. De uitkomsten van de monitorings- en evaluatiestudies van de overige steunmaatregelen zullen daarom worden meegenomen voor zover deze beschikbaar zijn. Centraal bij deze synthese staat de vraag hoe doeltreffend en doelmatig de opeenvolgende steunpakketten als geheel zijn geweest. Tevens kijken we wat de belangrijkste lessen en eventuele onbedoelde neveneffecten zijn op basis van de individuele evaluaties. De studie wordt 2025 naar de Kamer gestuurd (zie Kamerstuk 35 420, nr. 532; plan van aanpak synthesestudie coronasteunmaatregelen). In bijlage 6 wordt ingegaan op de stand van kennis, kennisbehoefte en evaluatieplanning van de belangrijkste maatregelen die door EZ zijn opgesteld. Vanwege de aard van diverse EZ-coronamodules (o.a. leningen en garanties met een langere looptijd) zullen de evaluaties hiervan later dan de synthesestudie en zoveel mogelijk gezamenlijk plaatsvinden.

 

Ondernemerschap

Periodieke Rapportage

2025

Te starten

 

2 en 3

 

Toelichting met stand van inzicht:

 

In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Daarnaast vindt in 2024 ook een meta-evaluatie van het kapitaalmarktinstrumentarium plaats. De conclusie van de vorige meta-valuatie was dat het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) er in slaagt additionaliteit bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zouden zijn. Op het terrein van de fiscale ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend over de additionaliteit. In 2024 wordt een nieuwe evaluatie van de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze instrumenten afgerond. Dialogic stelde eerder vast dat additionaliteit niet aannemelijk lijkt op het terrein van fiscale ondernemerschapsstimulering, in de zin dat het niet bijdraagt aan meer innovatie en ondernemersgroei. Deze instrumenten richten zich echter niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen. De evaluatieplanning is er op gericht om in 2025 een nieuw synthese-onderzoek (Periodieke rapportage) te doen naar de thema’s op het gebied van ondernemerschap. Beoogd is dat in de periodieke rapportage bestaande uitspraken over de doeltreffendheid en doelmatigheid van afzonderlijke beleidsinstrumenten, alsmede het doelgroepbereik in kaart worden gebracht. Vervolgens zal in de periodieke rapportage het niveau van afzonderlijke instrumenten overstegen dienen te worden door de beleidsmix te beoordelen op (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid, mede in relatie tot doelgroepen waar het beleid zich op richt.

Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving

Innovatiebeleid

Periodieke Rapportage

2025

Te starten

 

2 en 3

 

Toelichting met stand van inzicht:

 

In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Innovatie is van groot belang voor het welzijn en de welvaart van alle Nederlanders. Het beeld dat uit de evaluaties naar voren komt over de beleidsmix van het bedrijvenbeleid bevestigt in grote lijnen het beeld dat ook al de voorgaande beleidsdoorlichting naar voren is gekomen. Van instrumenten die zich direct richten op R&D- en innovatiebevordering (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT en SBIR) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn. Vooral voor de fiscale innovatiestimulering (WBSO) en ook voor de Innovatiekredieten zijn substantiële additionele effecten van het beleid vastgesteld. Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI’s), een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen, is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate additionaliteit realiseren, zo laten de evaluaties zien. De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 opnieuw een synthese-onderzoek (Periodieke rapportage) uit te kunnen voeren voor het thema innovatie. Beoogd is dat in de periodieke rapportage bestaande uitspraken over de doeltreffendheid en doelmatigheid van afzonderlijke beleidsinstrumenten, alsmede het doelgroepbereik in kaart worden gebracht. Vervolgens zal in de periodieke rapportage het niveau van afzonderlijke instrumenten overstegen dienen te worden door de beleidsmix te beoordelen op (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid, mede in relatie tot doelgroepen waar het beleid zich op richt.

Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving

Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenprogrammering zie Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda.

Voor het meest recente overzicht van afgeronde evaluaties en doorlichtingen, zie: Jaarverslag EZK 2023, bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek. Een interactieve weergave van de SEA is beschikbaar op www.rijksfinanciën.nl.

Licence