Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2001
De Najaarsnota geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering voor het jaar 2001. Deze Najaarsnota wordt uitgebracht op het moment dat de economische situatie met grote onzekerheden is omgeven en het conjunctuurherstel (dat in de MEV 2002 werd voorzien) is vertraagd. Het Centraal Planbureau heeft begin november de groeiraming 2001 verlaagd van 2 tot 1½%. Daarin is nog niet gerekend met de CBS-cijfers over het derde kwartaal, die tot een verdere neerwaartse bijstelling zouden kunnen leiden. Voor de uitvoering van de begroting 2001 zal dit naar verwachting geen omvangrijke gevolgen meer hebben ten opzichte van het voorliggende geactualiseerde beeld, omdat de realisaties over de eerste 10 maanden dominant zijn.
Ter beperking van problematiek die kan ontstaan binnen het uitgavenkader in het voorjaar 2002 wordt een aantal zaken in 2001 verwerkt. Het gaat hierbij om enkele intertemporele compensaties (0,2 miljard gulden), een noodzakelijke betaling aan het Gemeente- en Provinciefonds in verband met kinderopvang (0,1 miljard gulden) en een extra begrotingsvoorziening anticiperend op de ontvlechting van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (0,5 miljard gulden).
Voorgesteld wordt voor 2001 een beperkt pakket aan maatregelen op te nemen voor veiligheid, natuur, monumentenzorg en Enschede (ca. 0,4 miljard gulden).
De bij Voorjaarsnota 2001 ingeboekte «in=uit-taakstelling» van in totaal 1,6 miljard gulden wordt op basis van de nu in beeld zijnde onderuitputting voor 1,0 miljard gulden gerealiseerd. Hiermee resteert een taakstelling van 0,6 miljard gulden, die zal moeten worden gerealiseerd tussen Najaarsnota en Voorlopige Rekening.
Gelijktijdig met deze nota worden de samenhangende suppletore begrotingswetten aan de Staten-Generaal aangeboden voor zover de begrotingsstanden gewijzigd zijn. Voor de sectoren Sociale Zekerheid en Zorg zullen in deze Najaarsnota op hoofdlijnen de uitgaven worden gepresenteerd en worden getoetst aan de uitgavenkaders. Voor een gedetailleerd overzicht van de ontwikkelingen in deze sectoren wordt verwezen naar de Najaarsbrieven van de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid respectievelijk van Volksgezondheid Welzijn en Sport, die gelijktijdig met de Najaarsnota aan de Staten-Generaal worden aangeboden.
Naast informatie over de begrotingsuitvoering, belasting- en premieontvangsten en ontwikkeling van het EMU-saldo en EMU-schuld, geeft deze Najaarsnota een globaal doorkijkje voor de begroting 2002 op basis van de meest recente ramingen van het Centraal Planbureau.
In de bijlage staan de mutaties op de afzonderlijke begrotingen weergegeven.
Op de verschillende begrotingen doet zich ten opzichte van de Miljoenennota 2002 een onderuitputting voor van per saldo 1,0 miljard gulden. Hierbij is dan al gerekend met intensiveringen op het terrein van terrorisme bestrijding, natuur en monumentenzorg, Enschede en een noodzakelijke betaling aan het GF/PF in verband met kinderopvang en de ontvlechting van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. Daarmee wordt de in=uit taakstelling van in totaal 1,6 miljard voor 1,0 miljard gerealiseerd. In tabel 1 wordt de uitgavenontwikkeling getoetst aan het uitgavenkader. Daartoe zijn de uitvoeringsmutaties ten opzichte van Miljoenennota opgenomen, evenals enkele mutaties van meer beleidsmatige aard.
Tabel 1: Ontwikkeling uitgavenbeeld 2001 t.o.v. Miljoenennota 2002
(in mld guldens, «+»= hogere uitgaven) | 2001 |
---|---|
Stand Uitgaventoetsing Miljoenennota 2002 | 0,0 |
1. Veiligheid: bestrijden terrorisme | 0,1 |
2. Natuur | 0,1 |
3. Monumentenzorg | 0,1 |
4. Enschede | 0,1 |
5. Accres kinderopvang GF/PF | 0,1 |
6. Luchtvaart | 0,1 |
7. Overig | 0,1 |
8. Rente | – 0,3 |
9. Dividendontvangsten KLM, Schiphol, NS | – 0,1 |
10. Geluidsisolatie Schiphol | – 0,1 |
11. Onderuitputting diverse begrotingen | – 1,1 |
12. In=uit RBG-eng | 1,0 |
13. Onderuitputting SZA | – 0,4 |
14. Ontvlechting Arbeidsvoorzieningsorganisatie | 0,5 |
15. Onderuitputting Zorg | – 0,1 |
16. In=uit Zorg | 0,1 |
Stand Uitgaventoetsing Najaarsnota 2001* | 0,0 |
Wv. Rbg-eng | 2,3 |
Wv. SZA | – 4,2 |
Wv. Zorg | 2,0 |
* In verband met afrondingsverschillen kan de som der delen afwijken van het totaal.
Voor 2001 is een pakket aan maatregelen vastgesteld ter waarde van ruim 60 miljoen gulden voor het bestrijden van terrorisme. Voor de invullingvan dit pakket wordt verwezen naar de brief aan de Tweede Kamer, d.d. 26-10-2001 (stuknummer 27 925 nr. 20).
Voor 2001 is nog eens 75 miljoen uitgetrokken om een versnelling van de ecologische hoofdstructuur te realiseren. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de motie De Graaf.
Om de restauratieachterstanden van rijksmonumenten tot 1850 te verminderen wordt 75 miljoen gulden uitgetrokken voor 2001. Eveneens wordt hiermee bijgedragen aan een nieuw instandhoudingbeleid voor monumenten.
Voor de kwaliteitsimpuls Enschede stelt het kabinet voor 2001 60 miljoen gulden extra middelen beschikbaar die met name worden ingezet voor educatieve en culturele voorzieningen.
Het gemeente- en provinciefonds worden dit jaar eenmalig met respectievelijk 124 en 9,8 miljoen gulden verhoogd. Dit in verband met de afwikkeling van het accres over de periode 1999–2002 als gevolg van het niet overhevelen van middelen voor kinderopvang naar het gemeentefonds vanaf 2003. Deze eenmalige verhoging is een uitwerking van een in 1999 gemaakte bestuurlijke afspraak met VNG en IPO.
Op basis van criteria van de Europese Commissie zal ook aan de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen een tegemoetkoming worden gegeven van de schade die is opgetreden door vluchtverboden in de VS in de periode 11 tot en met 14 september 2001. Hiertoe is in de Najaarsnota een voorlopige reservering opgenomen van 50 miljoen gulden.
In 2001 wordt nagenoeg 40 miljoen uitgetrokken voor beveiliging van de Euro-transporten. Eveneens wordt 25 miljoen gulden besteed in verband met de vestiging van het Internationale Strafhof in Den Haag. Daarnaast wordt in 2001 ruim 10 miljoen gulden vrijgespeeld voor de onderwijshuisvesting in verband met asielzoekers in het Voortgezet Onderwijs. Tot slot wordt in 2001 5 miljoen gulden extra besteed voor maatschappelijke opvang; waarmee voor 2001 reeds een invulling wordt gegeven aan een motie van Marijnissen/Vendrik (nr. 8).
De rentelasten komen 279 miljoen gulden lager uit dan ten tijde van de Miljoenennota werd voorzien. De meevallende rentelasten worden in de eerste plaats veroorzaakt door de emissies in de maanden juli, september en oktober. Het effectieve rendement van deze leningen lag gemiddeld iets lager dan de raming van de rekenrente 2001. Daarnaast doet zich een meevaller voor uit hoofde van een lagere korte rente.
Door een beter bedrijfsresultaat over het jaar 2000 wordt een hogere dividenduitkering van de KLM, Schiphol en de NS ontvangen (in totaal circa 54 miljoen gulden).
Door een vertraging bij de uitvoering van het programma geluidsisolatie van woningen rondom Schiphol is sprake van circa 76 miljoen gulden onderuitputting.
Onderuitputting op de begrotingen
De bij Voorjaarsnota 2001 ingeboekte verwachte onderuitputting, de zogenoemde «in=uit-taakstelling», uit hoofde van het gebruik van de eindejaarsmarge bedraagt voor 2001 in totaal circa 1,6 miljard gulden. Hiervan betreft 1,3 miljard gulden de ijklijn Rijksbegroting in enge zin, 0,3 miljard gulden op het begrotingsgefinancierde deel van de ijklijn Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt en 0,1 miljard gulden op het begrotingsgefinancierde deel van de ijklijn Zorg.
Voor de ijklijn Rijksbegroting-eng wordt de taakstelling nu bij Najaarsnota voor 1,0 miljard gerealiseerd, waardoor een taakstelling resteert van 298 miljoen gulden. De nu gelokaliseerde onderuitputting doet zich met name voor op de begroting van het Infrastructuurfonds (0,2 miljard gulden), Defensie (0,2 miljard gulden), HGIS (0,2 miljard gulden), Financiën (0,2 miljard gulden) en LNV (0,2 miljard gulden).
Voor de ijklijn Sociale Zaken en Arbeidsmarkt moet de taakstelling van 268 miljoen gulden nog volledig worden gerealiseerd.
Voor de ijklijn Zorg wordt de taakstelling van 55 miljoen gulden nu volledig gerealiseerd.
Tussen de Najaarsnota en Voorlopige Rekening zal dus in totaal nog 0,6 miljard gulden aan onderuitputting moeten worden gelokaliseerd (298 miljoen gulden RBG-eng en 268 miljoen gulden SZA).
Ontvlechting en liquidatie van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie
Zoals eerder gemeld zal Arbvo in het kader van SUWI worden ontvlochten en geliquideerd. De uitgaven die hiermee samenhangen betreffen onder meer de dekking van het negatieve eigen vermogen van Arbvo en de kosten van ontvlechting. Aan de begroting van SZW is daarom 450 miljoen gulden toegevoegd.
Box. Intertemporele Compensatie in 2001 en 2002
Voorstellen voor intertemporele compensatie dienen, zoals in de regels budgetdiscipline is opgenomen, in beginsel te worden betrokken bij het hoofdbesluitvormingsmoment. Derhalve is compensatie over de jaren heen bij Najaarsnota eigenlijk niet aan de orde. Bij deze Najaarsnota is gebleken dat intertemporele compensatie op een aantal terreinen wel wenselijk of onafwendbaar is. Daarom is, conform de handelswijze bij de Najaarsnota 2000, intertemporele compensatie op een aantal terreinen toegestaan, echter zonder dat het uitgavenbeeld 2002 hierdoor belast wordt. Hiertoe is gezocht naar een (ook qua doelmatigheid) verantwoorde versnelling elders op de Rijksbegroting. Deze is gevonden in het iets eerder dan tot nu gepland betalen van ISV-gelden aan lagere overheden. De toegestane intertemporele compensaties betreffen gelden voor schuldsanering en samenwerkingsmiddelen Aruba die dit jaar nog niet overgemaakt worden, het restsaldo van de CAO-Rijk, uitvoeringskosten tegoeden WOII die pas volgend jaar gemaakt worden en een deel van de bij Regeerakkoord toegevoegde middelen voor milieu/CO2-reductieplan die nog niet tot besteding zijn gekomen.
Uitgaven niet-relevant voor het kader
Toekomstige structuur van het Gasgebouw
In deze Najaarsnota is de afkoop van het recht van DSM op een deel van de winst van Energie Beheer Nederland BV (EBN) voor het bedrag van circa 2,7 miljard gulden verwerkt. De jaarlijkse uitgaven aan DSM (tussen de ca. 140 en 150 miljoen gulden) zullen door de aankoop wegvallen. Hiertegenover staat dat als gevolg van de aankoop van de certificaten de staatsschuld toeneemt, waardoor jaarlijks hogere rente-uitgaven ontstaan. Deze extra rente-uitgaven bedragen, uitgaande van het huidige rendement op langlopende staatsleningen van circa 5%, tussen de 135 en 140 miljoen gulden per jaar.
KPN heeft aangekondigd voor ongeveer 11 miljard gulden nieuwe aandelen uit te geven in 2001. De Staat zal haar belang in KPN van ongeveer 35% handhaven. Dit betekent voor de Staat een uitgave van 3,8 miljard gulden.
3. De belasting en premieontvangsten
De totale inkomstenraming voor 2001 is 0,8 miljard gulden neerwaarts bijgesteld. Dit is het saldo van een opwaartse bijstelling van de raming voor de belastingontvangsten op kasbasis met 0,5 miljard gulden en een neerwaartse bijstelling van de premieontvangsten op transactiebasis met 1,3 miljard gulden.
Tabel 2 Ontwikkeling voor de overheidsinkomsten 2001
(in miljarden guldens) | MN 2002 | NJN 2001 | Mutatie |
---|---|---|---|
Belastingen (kas)1 | 224,4 | 224,9 | 0,5 |
Premies (trans) | 133,0 | 131,7 | – 1,3 |
Gasbaten (kas) | 5,1 | 5,1 | 0,0 |
Totaal1 | 362,5 | 361,7 | – 0,8 |
1 Dit is exclusief nabetaling van 1,1 miljard gulden van de fondsen aan het Rijk.
Naar verwachting komen de belastingontvangsten dit jaar 0,5 miljard gulden hoger uit dan geraamd bij de Vermoedelijke Uitkomsten, die zijn opgenomen in de Miljoenennota 2002. Deze ramingbijstelling is gebaseerd op de begin november bijgestelde economische inzichten van het CPB en op informatie over de kasontvangsten tot en met oktober. Tot en met oktober wordt gewoonlijk ruim 80% van de geraamde jaaropbrengst ontvangen. De ramingbijstelling van 0,5 miljard gulden is het saldo van een neerwaartse bijstelling bij de indirecte belastingen van 0,3 miljard gulden en een opwaartse bijstelling bij de directe belastingen van 0,7 miljard gulden.
Tabel 3 Mutatie raming belastingontvangsten 2001 t.o.v. Miljoenennota 2002 op kasbasis1
(in miljarden guldens) | Mutatie raming t.o.v. MN 2002 |
---|---|
Kostprijsverhogende belastingen | – 0,3 |
Invoerrechten | – 0,1 |
Omzetbelasting | – 0,2 |
Belasting op personenauto's en motorrijwielen | 0,1 |
Belastingen van rechtsverkeer | 0,2 |
Belastingen op een milieugrondslag | – 0,2 |
Overig | 0,0 |
Belastingen op inkomen, winst en vermogen | 0,7 |
Inkomstenbelasting1 | – 0,1 |
Loonbelasting1 | – 0,8 |
Dividendbelasting | 1,4 |
Vennootschapsbelasting | 0,5 |
Successierechten | – 0,3 |
Overig | 0,0 |
Totaal belastingen1 | 0,5 |
1 Exclusief nabetaling van 0,4 miljard gulden van de fondsen aan het Rijk inzake inkomensheffing en 0,7 miljard gulden van de fondsen aan het Rijk inzake loonheffing.
De raming voor de omzetbelasting is met 0,2 miljard gulden neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling hangt samen met een neerwaartse bijstelling van het economisch beeld en enigszins achterblijvende ontvangsten tot en met oktober. De ontwikkeling van de huizenprijzen en de autoverkopen hebben in de loop van het jaar een meevallende ontwikkeling te zien gegeven, waardoor naar verwachting de overdrachtbelasting met 0,2 miljard gulden en de BPM met 0,1 miljard gulden mee zal vallen. In samenhang met het gewijzigde economisch beeld en de kasrealisaties tot en met oktober is de raming voor de invoerrechten 0,1 miljard neerwaarts bijgesteld. De ontvangsten van de brandstofheffing blijven achter bij de verwachting, zodat de raming 0,2 miljard neerwaarts is bijgesteld. De totale neerwaartse bijstelling bij de indirecte belastingen komt hiermee op 0,3 miljard.
Bij de directe belastingen zijn de onderliggende mutaties groter. Realisaties tot en met oktober laten bij de loonbelasting een tegenvaller zien van 0,8 miljard1. Bij de inkomstenbelasting is de raming 0,1 miljard neerwaarts bijgesteld vanwege een aanpassing in het proces van aanslagoplegging. Bij de vennootschapsbelasting is er per saldo een meevallend beeld. Nadere inzichten over met name de winstontwikkeling over 2000 hebben geleid tot meevallende kasontvangsten van 1,2 miljard gulden. De totale opwaartse bijstelling van de kasontvangsten van de vennootschapsbelasting worden beperkt tot 0,5 miljard door tegenvallende ontvangsten over 2001 en minder vennootschapsbelasting in verband met lagere gasopbrengsten. De ontvangsten van de dividendbelasting zijn gedurende het hele jaar boven verwachting. Ook na de Miljoenennota heeft deze trend zich voortgezet. De raming is daarom opnieuw 1,4 miljard opwaarts bijgesteld. Naar de reden van de sterke toename van de ontvangsten wordt onderzoek verricht. De successierechten komen naar verwachting 300 mln lager uit dan verwacht vanwege startproblemen na de reorganisatie van het dienstvak Registratie & Successie en, daarmee samenhangend, problemen in de programmatuur. Daardoor is vertraging opgetreden in de afhandeling van aangiften en aanslagen. In hoeverre de ramingbijstellingen een structureel karakter hebben is nu nog niet te bepalen. Hierover zal de Kamer bij Voorlopige Rekening nader worden geïnformeerd.
In samenhang met de neerwaartse bijstelling van raming voor de loon- en inkomstenbelasting is ook de raming voor de premieopbrengsten voor de volksverzekeringen op transactiebasis met 1,3 miljard gulden neerwaarts bijgesteld [2]. De opbrengsten voor de werknemersverzekeringspremies zijn niet bijgesteld. De reden hiervoor is dat het geactualiseerde economische beeld van het CPB uitgaat van een ongewijzigd beeld voor de werkgelegenheid en de loonvoet voor 2001. Ook informatie over de ontvangsten van de premies werknemersverzekeringen geeft geen aanleiding tot een bijstelling. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Najaarsbrief Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt en de Najaarsbrief Zorg.
Tabel 4 Mutatie raming premieontvangsten 2001 t.o.v. Miljoenennota 2002 op transactiebasis
(in miljarden guldens) | Mutatie raming t.o.v. MN 2002 |
---|---|
Volksverzekeringen | – 1,3 |
Werknemersverzekeringen | 0,0 |
Totaal | – 1,3 |
De voor de ijklat relevante aardgasbaten (niet-belastingontvangsten exclusief FES) zijn in 2001 ongewijzigd.
Het EMU-saldo 2001 komt, als gevolg van het beëindigen van de financiële belangen van DSM in het Gasgebouw, uit op 0,7% BBP (exclusief DSM bedraagt het EMU-saldo 1,0% BBP). Bij Miljoenennota 2002 bedroeg het EMU-saldo 2001 1,0% BBP. De deelname van de Staat aan de emissie KPN is niet relevant voor EMU-saldo, maar heeft wel opwaartse gevolgen voor de Schuld. De EMU-schuld 2001 blijft per saldo gelijk aan de stand bij Miljoenennota 2002, circa 52% BBP.
De begroting voor 2002 is gebaseerd op de Macro Economische Verkenningen van september jongstleden. Het Centraal Planbureau heeft, begin november, een nieuwe raming gemaakt voor de Nederlandse economie. De economische groei voor 2001 en 2002 wordt daarin geschat op 1½% in plaats van 2%. Door deze lagere groei komt de werkloosheid in 2002 volgens berekeningen van het CPB 10 duizend personen hoger uit dan eerder werd voorzien. Verder dalen ten opzichte van de MEV de invoerprijzen sterker waardoor de inflatie naar verwachting uitkomt op 2¼% in plaats van 2½%. De contractloonraming in de marktsector is in de nieuwe CPB-prognoses verlaagd van 3¾% tot 3½%, voornamelijk als gevolg van de lagere productiviteitsgroei.
Voor de begroting 2002 voorziet het CPB eveneens enige verslechtering. In plaats van een begrotingsoverschot van 1,0% BBP zoals die in de Miljoenennota 2002 werd geraamd voorziet het CPB thans een overschot van 0,6% BBP. De belasting- en premieontvangsten vallen lager uit door de lagere economische groei en de gasbaten vallen tegen door een lagere olieprijs en dollarkoers. De uitgavenkaders worden in deze vooruitzichten met ¼ miljard euro overschreden door een ongunstig ruilvoeteffect en iets hogere werkloosheidsuitgaven.
Bovenstaande nieuwe ramingen van het CPB zijn met meer dan gemiddelde onzekerheden omgeven. De tegenvallende realisaties over het 3e kwartaal 2001 die het CBS recent publiceerde zullen via de zogenoemde overloop ceteris paribus ook het 2002 beeld negatief kunnen beïnvloeden. Het Centraal Economisch Plan dat volgend voorjaar verschijnt zal hier meer helderheid over moeten verschaffen. Dan zal ook meer zicht bestaan over de precieze gevolgen voor de uitgaven en het EMU-saldo. Het CPB voorziet nu een overschrijding van het uitgavenkader van circa ¼ miljard euro in 2002. Een verdere neerwaartse bijstelling van de economische groei kan de budgettaire problematiek in 2002 verder vergroten. Bij de besluitvorming in het voorjaar 2002 zal op basis van de dan actuele cijfers de budgettaire problematiek worden bezien.
Tabel 5 Raming enkele kernvariabelen voor 2002
2002 | Doorkijkje CPB | Miljoenennota 2002 | Mutatie |
---|---|---|---|
Volume BBP | 1½% | 2% | – ½% |
Prijs BBP | 2¾% | 3¼% | – ½% |
Contractlonen | 3½% | 3¾% | – ¼% |
CPI | 2¼% | 2½% | – ¼% |
Werkloze beroepsbevolking (in duizenden) | 290 | 280 | 10 |
Rente | 4¾% | 5% | – ¼% |
Dollarkoers | 2,40 | 2,45 | – 0,05 |
Olieprijs (in $/vat) | 22 | 23 | – 1 |