(in miljoenen euro, min = onderschrijding) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2024 | 107.014 | 116.022 | ||||
Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van: | |||||||
2 | Overboekingen met andere uitgavenplafonds | ‒ 101 | ‒ 151 | ‒ 153 | ‒ 142 | ‒ 142 | ‒ 139 |
3 | Extrapolatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 143.346 |
4 | Nominale ontwikkeling | ‒ 22 | ‒ 607 | ‒ 1.368 | ‒ 1.692 | ‒ 1.981 | ‒ 2.245 |
5 | Niet-beleidsmatige mutaties WW en Bijstand | ‒ 182 | ‒ 347 | ‒ 250 | ‒ 167 | ‒ 168 | ‒ 162 |
6 | Verhoging WML | 345 | 811 | 814 | 824 | 825 | 838 |
7 | Verhoging uurprijzen kinderopvangtoeslag | 250 | 275 | 301 | 433 | 481 | 508 |
8 | Intensivering Algemene Kinderbijslagwet | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 |
9 | Overige plafondcorrecties | 1 | ‒ 35 | ‒ 35 | ‒ 37 | ‒ 37 | ‒ 36 |
10 | Uitgavenplafond bij Voorjaarsnota 2024 (= 1 t/m 9) | 107.555 | 116.218 | ||||
11 | Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2024 | 108.881 | 115.226 | 123.014 | 130.243 | 136.541 | |
Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond: | |||||||
Totaal aanpassingen uitgavenplafond | 541 | 196 | ‒ 440 | ‒ 532 | ‒ 772 | 142.361 | |
Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte: | |||||||
12 | Algemene Ouderdomswet (AOW) | ‒ 183 | ‒ 293 | ‒ 397 | ‒ 476 | ‒ 533 | ‒ 570 |
13 | Verlofregelingen | ‒ 174 | ‒ 248 | ‒ 272 | ‒ 265 | ‒ 250 | ‒ 234 |
14 | Kinderopvangtoeslag (KOT) | ‒ 100 | ‒ 101 | ‒ 85 | ‒ 309 | ‒ 426 | ‒ 476 |
15 | Wet Kindgebonden Budget (WKB) | ‒ 174 | ‒ 38 | 51 | ‒ 37 | ‒ 93 | ‒ 117 |
16 | Algemene Kinderbijslag Wet (AKW) | ‒ 22 | ‒ 40 | ‒ 59 | ‒ 80 | ‒ 101 | ‒ 123 |
17 | Compensatie transitievergoeding langdurige arbeidsongeschiktheid (CRTV-LAO) | 56 | 53 | 52 | 52 | 52 | 51 |
18 | Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) | ‒ 107 | ‒ 74 | ‒ 66 | ‒ 22 | 48 | 90 |
19 | Diversen | ‒ 199 | ‒ 88 | ‒ 113 | ‒ 62 | ‒ 35 | 21 |
20 | Reguliere uitgaven bij Voorjaarsnota 2024 (= 11 t/m 19) | 108.520 | 114.591 | 121.687 | 128.511 | 134.431 | 141.003 |
21 | Over/onderschrijding uitgavenplafond bij MJN 2024 (=11-1) | 1.867 | ‒ 797 | ||||
22 | Over/onderschrijding uitgavenplafond bij VJN 2024 (=20-10) | ‒ 965 | 1.626 | ||||
23 | Uitgavenniveau corona bij VJN 2024 | 1.167 | 7 | ‒ 1 | ‒ 1 | 0 | 0 |
24 | Totale uitgaven bij VJN 2024 (= 20+23) | 109.687 | 114.598 | 121.685 | 128.510 | 134.431 | 141.003 |
De toets op het deelplafond Sociale Zekerheid laat een onderschrijding van het plafond zien van 1,0 miljard euro in 2024 en een overschrijding van het plafond van 1,6 miljard euro in 2025.
Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond
2. Overboekingen met andere uitgavenplafonds
Overboekingen met andere plafonds leiden tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven met 101 miljoen euro in 2024 van het plafond Sociale Zekerheid. Het betreft hoofdzakelijk overboekingen van hoofdstuk 15.
3. Extrapolatie
Ter invoeging van een nieuw begrotingsjaar in de meerjarige begrotingsperiode zijn de begrotingstanden 2028 geëxtrapoleerd naar 2029.
4. Nominale ontwikkeling
De raming van de nominale ontwikkeling (verwachte indexatie van de uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid aan de loon- en prijsontwikkeling) is geactualiseerd op basis van de recente economische raming van het CPB. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van de nominale ontwikkeling ten opzichte van de Miljoenennota 2024.
5. Niet-beleidsmatige mutaties WW en Bijstand
Enerzijds wordt het uitgavenplafond gecorrigeerd voor conjuncturele mutaties in de WW. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en op basis van de recente economische raming van het CPB is de raming van de WW-uitgaven per saldo neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2023. De meevaller wordt met name verklaard door de neerwaartse bijstelling van de werkloze beroepsbevolking. Anderzijds worden ook de uitgaven aan de bijstand neerwaarts bijgesteld. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door minder bijstandsuitkeringen, die deels tenietgedaan wordt door een hogere bijstandsuitkering, en een lagere gemiddelde hoogte van de loonkostensubsidie, die deels tenietgedaan wordt door een hoger aantal toekenningen van loonkostensubsidie.
6. Verhoging WML
De verhoging van het Wettelijk minimumloon (Wml) met 1,2% per 1 juli 2024 cf. amendement Van der Lee (36410-XV-7) leidt tot een verhoging van de uitgaven aan een groot aantal regelingen die gekoppeld zijn aan het Wml. De verhoging van het Wml zorgt voor een bijstelling van de uitgaven van de uitkeringsregelingen op de begrotingen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met in totaal 838 miljoen euro in 2029. Deze middelen zijn verdeeld naar de uitkeringsregelingen gekoppeld aan het Wml op Hoofdstuk 15 (102 miljoen euro in 2029), Hoofdstuk 40 (596 miljoen euro in 2029) en Hoofdstuk 83 (141 miljoen euro in 2029). De dekking ligt aan de inkomstenkant, vandaar dat er een plafondcorrectie plaatsvindt.
7. Verhoging uurprijzen kinderopvangtoeslag
Tijdens de begrotingsbehandeling van SZW is het amendement Van der Lee c.s. aangenomen door de Tweede Kamer. Het amendement betreft een extra verhoging van maximumuurprijzen (MUP) van de kinderopvangtoeslag vanaf 2024. Voor deze verhoging is structureel 508 miljoen euro beschikbaar. De dekking ligt aan de inkomstenkant, vandaar dat er een plafondcorrectie plaatsvindt.
8. Intensivering Algemene Kinderbijslagwet
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen is de motie Stoffer c.s. aangenomen door de Tweede Kamer. De motie roept om de kinderbijslag (AKW) te verhogen. Voor deze verhoging is middels een Nota van Wijziging structureel 250 miljoen euro beschikbaar gesteld, waarvan 2,5 miljoen euro is gereserveerd voor Caribisch Nederland. De dekking ligt aan de inkomstenkant, vandaar dat er een plafondcorrectie plaatsvindt.
9. Overige plafondcorrecties
De post bevat onder andere uitgaven voor de uitvoering van het aangenomen amendement Ceder c.s. voor de verhoging van het Wml op Caribisch Nederland. Er worden ook middelen afgeboekt die eerder gereserveerd stonden voor hogere uitgaven aan de zorgtoeslag vanwege de verhoging van het minimumloon per 1 juli 2024. Deze middelen worden met een plafondcorrectie geboekt om de middelen over te hevelen van de uitgaven- naar de inkomstenkant. Tevens worden er middelen afgeboekt (oplopend tot 6 miljoen euro in 2029) voor de dekking van het amendement Bikker c.s. voor het verbeteren van de beschikbaarheid en betaalbaarheid van het openbaar vervoer in de provincies en vervoersregio's. Deze middelen worden met een plafondcorrectie geboekt omdat de uitgaven op plafond Rijksbegroting plaatsvinden, terwijl de dekking is gevonden op plafond Sociale Zekerheid.
Uitgaven met beslag op budgettaire ruimte
12. Algemene Ouderdomswet (AOW)
Op basis van de nieuwe CBS-bevolkingsprognose heeft de SVB een nieuwe prognose gemaakt van de AOW. Voor de komende jaren betekent dit een neerwaartse bijstelling. Uit de laatste bevolkingsprognose van het CBS blijkt namelijk dat de levensverwachting toeneemt, maar een volledig herstel naar de trend van voor de coronapandemie wordt niet meer verwacht.
13. Verlofregelingen
Er is sprake van een meerjarige meevaller op de uitgaven voor de verlofregelingen door het lagere geraamde aantal geboortes in de nieuwe CBS-geboorteprognose.
14. Kinderopvangtoeslag (KOT)
De uitgaven aan de KOT zijn meerjarig naar beneden bijgesteld, oplopend tot 476 miljoen euro in 2029. Dit komt voor een groot deel doordat het CBS de prognose van het aantal geboortes sterk naar beneden heeft bijgesteld. Dit effect (oplopend tot circa 600 miljoen euro in 2029) wordt iets gedempt door het inlopen van wachtlijsten bij kinderopvangorganisaties (oplopend tot circa 100 miljoen euro in 2029). Ook neemt het aantal werklozen de komende jaren minder hard toe dan eerder werd verwacht, wat leidt tot een hoger gebruik van kinderopvang (oplopend tot circa 40 miljoen euro in 2029). Per saldo blijft het gebruik van kinderopvang in 2024 en 2025 vrij stabiel en is sprake van een toenemende daling in latere jaren. De relatief sterke inkomensontwikkeling waar Dienst Toeslagen vanuit gaat (voor de bevoorschotting) leidt in 2024 tot lagere uitgaven en werkt ook nog door in 2025. Daarnaast zijn er in 2024 minder nabetalingen.
15. Wet Kindgebonden Budget (WKB)
De uitgaven aan de WKB zijn meerjarig neerwaarts bijgesteld (117 miljoen euro in 2029). De neerwaartse bijstelling komt voornamelijk doordat het CBS de prognose van het aantal geboortes naar beneden heeft bijgesteld. Verder nemen de uitgaven aan de WKB meerjarig af, doordat de geschatte inkomensontwikkeling van huishoudens met kinderen naar boven is bijgesteld en de gemiddelde toeslag daarmee lager uitvalt.
16. Algemene Kinderbijslag Wet (AKW)
De uitgaven aan de AKW zijn meerjarig neerwaarts bijgesteld door een lagere bevolkingsprognose voor het aantal kinderen tussen 0 en 17 jaar. Deze bijstelling loopt meerjarig op tot 123 miljoen euro in 2029. Daarnaast neemt het aantal kinderen dat recht heeft op DKIZ (dubbele kinderbijslag intensieve zorg) en AKW-plus meerjarig toe.
17. Compensatie transitievergoeding langdurige arbeidsongeschiktheid (CRTV-LAO)
Er zijn in 2023 meer aanvragen binnengekomen voor de compensatieregelingen transitievergoeding. Deze stijging, ruim 50 miljoen euro, is verwerkt in de ramingen voor 2024 en verder.
18. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Dit betreft een per saldo tegenvaller die bestaat uit een aflopende meevaller (van 167 miljoen euro in 2024 naar 82 miljoen euro in 2029) in de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en een oplopende tegenvaller (van 60 miljoen euro in 2024 naar 172 miljoen euro in 2029) in de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). De tegenvaller in de IVA wordt veroorzaakt door een hogere verwachte instroom en een hogere doorstroom vanuit de WGA naar de IVA. De meevaller in de WGA wordt veroorzaakt door een bijstelling van de te hoge indexatie in de raming van de uitkeringslasten en de hogere doorstroom van de WGA naar de IVA.
19. Diversen
Deze post omvat onder andere een meevaller volgend op voorlopige realisatiecijfers van de (jeugd-) lage-inkomensvoordeel ((J)-LIV), een meevaller op basis van een bijstelling van de boeteraming door de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) en een meevaller volgend op uitvoeringsinformatie van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).