In miljoenen euro | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Basisstand (Miljoenennota) | 58.022 | 58.391 | 60.060 | 61.411 | 61.711 | 0 |
Meevallers | ‒ 608 | ‒ 409 | ‒ 316 | ‒ 600 | ‒ 782 | ‒ 876 |
Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) | 10 | ‒ 13 | ‒ 21 | ‒ 31 | ‒ 37 | ‒ 44 |
Algemene Kinderbijslagwet (AKW) | ‒ 16 | ‒ 40 | ‒ 59 | ‒ 80 | ‒ 101 | ‒ 123 |
Toeslagenwet (TW) | ‒ 20 | ‒ 20 | ‒ 20 | ‒ 21 | ‒ 22 | ‒ 23 |
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) | ‒ 22 | ‒ 22 | ‒ 22 | ‒ 22 | ‒ 22 | ‒ 22 |
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) | ‒ 22 | ‒ 23 | ‒ 24 | |||
Uitvoeringskosten UWV/SVB | ‒ 25 | ‒ 28 | ‒ 26 | ‒ 26 | ‒ 26 | ‒ 25 |
(jeugd)-Lage inkomensvoordeel ((J-)LIV) | ‒ 35 | ‒ 20 | ||||
SPUK inburgering | ‒ 104 | ‒ 48 | ‒ 7 | ‒ 3 | ‒ 1 | 0 |
Kinderopvangtoeslag (KOT) | ‒ 119 | ‒ 106 | ‒ 105 | ‒ 316 | ‒ 427 | ‒ 474 |
Wet Kindgebonden Budget (WKB) | ‒ 232 | ‒ 58 | 6 | ‒ 72 | ‒ 123 | ‒ 146 |
Overige meevallers | ‒ 24 | ‒ 30 | ‒ 37 | ‒ 28 | ‒ 24 | ‒ 19 |
Tegenvallers | 21 | ‒ 8 | 15 | 42 | 66 | 93 |
Besparingsverlies banenafspraak | 30 | |||||
Wajong | ‒ 6 | ‒ 6 | ‒ 4 | 2 | 15 | 33 |
Proactieve dienstverlening | 12 | 23 | 34 | 42 | ||
Overige tegenvallers | ‒ 3 | ‒ 2 | 8 | 17 | 17 | 17 |
Intensiveringen | 593 | 968 | 1.021 | 1.140 | 1.174 | 1.160 |
Amendement Kinderopvangtoeslag verhoging maximum uurprijzen | 250 | 275 | 301 | 433 | 481 | 508 |
Nota van Wijziging Kinderbijslag | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 |
Loondoorbetaling bij ziekte maatregel | 3 | 22 | 27 | 38 | 49 | 56 |
Amendement verhoging WML | ‒ 17 | 102 | 102 | 102 | 102 | 102 |
Programma Geldzorgen, Armoede en Schulden | 27 | 27 | 27 | 27 | ||
Loonkostensubsidie in de Wajong | 5 | 33 | 22 | 11 | 5 | |
Hervorming arbeidsmarktinfrastructuur | 74 | 71 | 80 | 83 | 35 | |
Infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven | 58 | 59 | 60 | 62 | 60 | |
SLIM voor MKB en SLIM scholen | 11 | 15 | 13 | |||
Tegemoetkoming arbeidsongeschikte zzp’ers | 25 | |||||
Overige intensiveringen | 107 | 146 | 135 | 115 | 109 | 116 |
Ombuigingen | ‒ 132 | ‒ 214 | ‒ 170 | ‒ 184 | ‒ 196 | ‒ 153 |
Maximum uurprijzen kinderopvang | ‒ 1 | ‒ 11 | ‒ 14 | ‒ 22 | ‒ 24 | ‒ 25 |
Overige ombuigingen | ‒ 131 | ‒ 203 | ‒ 156 | ‒ 162 | ‒ 172 | ‒ 128 |
Kasschuiven | ‒ 140 | 54 | 71 | 24 | ‒ 4 | ‒ 5 |
Kasschuiven alleenverdienersproblematiek | 30 | 24 | ‒ 19 | ‒ 4 | ‒ 17 | ‒ 14 |
Kasschuif MDIEU | ‒ 80 | 80 | ||||
Overige kasschuiven | ‒ 90 | 30 | 10 | 28 | 13 | 9 |
Kasschuiven investeringsplafond | ‒ 4 | ‒ 2 | ‒ 2 | 1 | 7 | |
Kasschuif Meer Uren Werkt | ‒ 4 | ‒ 2 | ‒ 2 | 1 | 7 | |
Overboekingen Aanvullende Post | 122 | 1 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 |
Gebaar van erkenning Surinaamse ouderen | 122 | |||||
Overig overboekingen Aanvullende Post | 1 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 | ‒ 13 | |
Overboekingen met andere begrotingen | ‒ 226 | ‒ 143 | ‒ 145 | ‒ 138 | ‒ 140 | ‒ 142 |
Overboekingen met andere begrotingen | ‒ 226 | ‒ 143 | ‒ 145 | ‒ 138 | ‒ 140 | ‒ 142 |
Loonbijstelling | 86 | 73 | 78 | 69 | 58 | 58 |
Loonbijstelling | 86 | 73 | 78 | 69 | 58 | 58 |
Prijsbijstelling | 34 | 30 | 29 | 24 | 22 | 21 |
Prijsbijstelling | 34 | 30 | 29 | 24 | 22 | 21 |
Eindejaarsmarge | 50 | |||||
Eindejaarsmarge | 50 | |||||
Extrapolatie | 62.005 | |||||
Extrapolatie | 62.005 | |||||
Technisch | 1.069 | ‒ 170 | ‒ 154 | ‒ 136 | ‒ 140 | ‒ 145 |
Corona | 1.146 | 10 | 1 | |||
Plafondcorrectie WML | 10 | ‒ 18 | ‒ 18 | ‒ 18 | ‒ 18 | ‒ 18 |
Niet-beleidsmatige mutaties bijstand | ‒ 86 | ‒ 163 | ‒ 138 | ‒ 120 | ‒ 126 | ‒ 132 |
Overig technisch | ‒ 2 | 1 | 1 | 2 | 3 | 5 |
Niet-plafondrelevant | 3.090 | 531 | 1.930 | 2.941 | 4.224 | 6.214 |
Niet-plafondrelevant | 3.090 | 531 | 1.930 | 2.941 | 4.224 | 6.214 |
Stand Voorjaarsnota | 61.978 | 59.100 | 62.404 | 64.581 | 65.986 | 68.216 |
In miljoenen euro | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand Basisstand (Miljoenennota) | 2.342 | 2.354 | 2.380 | 2.336 | 2.235 | 0 |
Meevallers | 75 | 5 | 6 | 6 | 6 | 6 |
Uitvoeringskosten UWV/SVB | 32 | |||||
Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) | 27 | |||||
Overige meevallers | 16 | 5 | 6 | 6 | 6 | 6 |
Tegenvallers | ‒ 81 | ‒ 28 | ‒ 68 | ‒ 45 | ‒ 34 | ‒ 30 |
Kinderopvangtoeslag (KOT) | ‒ 20 | ‒ 5 | ‒ 20 | ‒ 7 | ‒ 1 | 2 |
Wet Kindgebonden Budget (WKB) | ‒ 61 | ‒ 23 | ‒ 48 | ‒ 38 | ‒ 33 | ‒ 32 |
Extrapolatie | 2.162 | |||||
Extrapolatie | 2.162 | |||||
Technisch | 7 | 0 | 0 | |||
Corona | 7 | 0 | 0 | |||
Niet-plafondrelevant | 7 | ‒ 2 | ‒ 2 | ‒ 1 | 0 | |
Corona | 7 | ‒ 2 | ‒ 2 | ‒ 1 | 0 | |
Stand Voorjaarsnota | 2.350 | 2.330 | 2.315 | 2.295 | 2.206 | 2.138 |
Toelichting uitgaven
Meevallers
Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO)
Op basis van de realisatiecijfers van de SVB worden de AIO-uitkeringslasten meerjarig neerwaarts bijgesteld, doordat het aantal AIO-huishoudens in de toekomst minder hard zal stijgen dan eerder verwacht. Dit wordt met name verklaard door de neerwaartse bijstelling in de instroom van de AOW.
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)
De uitgaven aan de AKW zijn meerjarig neerwaarts bijgesteld door een lagere bevolkingsprognose voor het aantal kinderen tussen 0 en 17 jaar. Deze bijstelling loopt meerjarig op tot 123 miljoen euro in 2029. Daarnaast neemt het aantal kinderen dat recht heeft op DKIZ (dubbele kinderbijslag intensieve zorg) en AKW-plus meerjarig toe.
Toeslagenwet (TW)
De meevaller op de Toeslagenwet wordt voornamelijk veroorzaakt door de meeste recente macro-economische verwachtingen van het CPB (CEP) en een lager aantal TW-aanvullingen op basis van uitvoeringsinformatie uit 2023. Dit komt met name doordat het aantal TW-aanvullingen voor de WIA is gedaald. Per saldo ontstaat er een meevaller die oploopt van 20 miljoen euro in 2024 naar 23 miljoen euro in 2029.
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz)
De meevaller op de Bbz wordt voor circa 16 miljoen euro veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het verwachte aantal uitkeringen. Daarnaast wordt de daling voor 6 miljoen euro verklaard door een bijstelling van de verwachte hoogte van de uitkeringen. Beide verwachtingen zijn gebaseerd op de voorlopige realisaties over 2023.
Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)
De meevaller in de jaren 2024 t/m 2026 wordt veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het aantal voorinburgeringstrajecten gebaseerd op de realisaties uit 2023. In 2023 is vanwege onvoldoende personele capaciteit in het COA het aantal inburgeringstrajecten naar beneden bijgesteld. De raming voor de komende jaren is daarop aangepast. Het aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten in 2023 is als basis genomen. Daarbovenop wordt uitgegaan van een ingroeipad van 10% in 2024 en 5% in 2025 en 2026.
Uitvoeringskosten UWV/SVB
Door een structurele budgetneutrale schuif van de rijksgefinancierde uitvoeringskosten van de SVB op hoofdstuk 15 naar de premiegefinancierde uitvoeringskosten op hoofdstuk 40, worden de uitvoeringskosten op hoofdstuk 15 naar beneden bijgesteld. De schuif is een resultaat van de prijsherijking van het lightmodel, op basis waarvan de financiering van de uitvoeringsorganisaties wordt bepaald.
(jeugd)-Lage inkomensvoordeel ((J-)LIV)
De realisatiecijfers uit 2023 van het LIV en het J-LIV laten een meevaller zien. De raming wordt op basis van deze realisatiecijfers in 2024 en 2025 aangepast. Het J-LIV wordt afgeschaft na 2024 en het LIV na 2025. Een verklaring voor deze meevaller is een foutieve inschatting van het effect van de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon in 2023. Ook speelt de stijging van de cao-lonen in 2023 mogelijk een rol, waardoor er relatief minder werknemers in aanmerking komen voor het (J-)LIV.
SPUK Inburgeringsvoorziening
Dit betreft een meevaller op de SPUK inburgeringsvoorziening voor de jaren 2024 t/m 2028. In 2023 zijn er minder inburgeringsplichtige statushouders gehuisvest dan vooraf gedacht, dit resulteert in een meevaller in 2024. Het aantal inburgeringstrajecten voor het lopende jaar wordt gebaseerd op de Huisvestingtaakstelling (HVT). Een inburgeringstraject duurt drie jaar waardoor de effecten van de HVT 2024 ook in 2025 en 2026 meegenomen worden in de raming. De instroom van het eerste jaar van het aantal inburgeringstrajecten in de jaren 2025 en 2026 wordt gebaseerd op de Meerjarige Productie Prognose (MPP). De cijfers uit de MPP-1 2024 zijn t.o.v. de MPP-1 2023 lager, waardoor een kleine meevaller ontstaat. Dit leidt tot budgettaire bijstellingen voor de periode 2024 tot en met 2026.
Kinderopvangtoeslag (KOT)
De uitgaven aan de KOT zijn meerjarig naar beneden bijgesteld, oplopend tot 474 miljoen euro in 2029. Dit komt voor een groot deel doordat het CBS de prognose van het aantal geboortes sterk naar beneden heeft bijgesteld. Dit effect (oplopend tot circa 600 miljoen euro in 2029) wordt iets gedempt door het inlopen van wachtlijsten bij kinderopvangorganisaties (oplopend tot circa 100 miljoen euro in 2029). Ook neemt het aantal werklozen de komende jaren minder hard toe dan eerder werd verwacht, wat leidt tot een hoger gebruik van kinderopvang (oplopend tot circa 40 miljoen euro in 2029). Per saldo blijft het gebruik van kinderopvang in 2024 en 2025 vrij stabiel en is sprake van een toenemende daling in latere jaren. De relatief sterke inkomensontwikkeling waar Dienst Toeslagen vanuit gaat (voor de bevoorschotting) leidt in 2024 tot lagere uitgaven en werkt ook nog door in 2025. Daarnaast zijn er in 2024 minder nabetalingen.
Wet Kindgebonden Budget (WKB)
De uitgaven aan de WKB zijn meerjarig neerwaarts bijgesteld (146 miljoen euro in 2029). De neerwaartse bijstelling komt voornamelijk doordat het CBS de prognose van het aantal geboortes naar beneden heeft bijgesteld. Verder nemen de uitgaven aan de WKB meerjarig af, doordat de geschatte inkomensontwikkeling van huishoudens met kinderen naar boven is bijgesteld en de gemiddelde toeslag daarmee lager uitvalt.
Overige meevallers
Deze post betreft een aantal meevallers, waaronder een meevaller op de Tegemoetkomingsregeling stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB). De meevaller op de TSB, 9 miljoen euro in 2024 en 14 miljoen euro in 2025, wordt veroorzaakt doordat een lager beroep op de regeling wordt gedaan dan eerder verwacht.
Tegenvallers
Besparingsverlies banenafspraak
Door het niet halen van de banenafspraak door overheidswerkgevers treedt in 2024 een besparingsverlies van 30 miljoen euro op de bijstand op. De huidige quotumregeling is niet uitvoerbaar en is daarom opgeschort waardoor dit besparingsverlies niet gedekt kan worden uit heffingsopbrengsten. Dekking voor het besparingsverlies wordt eenmalig en bij hoge uitzondering gevonden in de meevaller van het uitvoeringsbeeld op de SZW-begroting. De banenafspraak is een Rijksbrede opgave waarin het uitdagend blijkt voor departementen om de doelstellingen te behalen. Eventuele toekomstige verliezen worden via een verdeelsleutel gedekt waarbij het aantal niet behaalde banen wordt betrokken in de verdeling.
Wajong
In de jaren tot en met 2026 is er sprake van een meevaller op de uitkeringslasten van de Wajong. De gemiddelde jaaruitkering is naar beneden bijgesteld, omdat uit realisaties blijkt dat relatief meer uitkeringsgerechtigden arbeidsvermogen hebben en/of aan het werk zijn in de oude Wajongregelingen. Tegelijk veroorzaakt het volume-effect een meerjarige tegenvaller op de uitkeringslasten in de Wajong2015 als gevolg van de 10-jaarregel. Dit houdt in dat voor Wajongers waarbij tijdelijk geen arbeidsvermogen is vastgesteld en die in tien jaar tijd geen ontwikkelingen hebben laten zien, het ontbreken van arbeidsvermogen als duurzaam wordt aangenomen.
Proactieve dienstverlening
Het Wetsvoorstel proactieve dienstverlening moet een grondslag bieden voor gegevensuitwisseling, zodat uitvoerders belanghebbenden proactief en gericht kunnen informeren over het mogelijke recht op inkomensondersteuning. Het terugdringen van niet-gebruik werkt ook door in de verwachte uitkeringslasten van de Algemene Bijstand, de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) en de Toeslagenwet (TW). Er worden met name additionele uitgaven verwacht op de Bijstand en de TW.
Overige tegenvallers
Deze post betreft een aantal posten waarbij sprake is van hogere uitgaven dan eerder verwacht.
Intensiveringen
Amendement Kinderopvangtoeslag verhoging maximum uurprijzen
Tijdens de begrotingsbehandeling van SZW is het amendement Van der Lee c.s. aangenomen door de Tweede Kamer. Het amendement betreft een extra verhoging van de maximum uurprijzen (MUP) van de kinderopvangtoeslag vanaf 2024. Voor deze verhoging is structureel 508 miljoen euro beschikbaar. De dekking volgt uit een verhoging van de belastingen op vermogen en winst.
Nota van Wijziging Kinderbijslag
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen is de motie Stoffer c.s. aangenomen door de Tweede Kamer. De motie roept op om de kinderbijslag (AKW) te verhogen. Voor deze verhoging is middels een Nota van Wijziging structureel 250 miljoen euro beschikbaar gesteld, waarvan 2,5 miljoen euro is gereserveerd voor Caribisch Nederland. De dekking volgt uit de tabelcorrectiefactor voor de indexatie van de inkomstenbelasting.
Loondoorbetaling bij ziekte maatregel
Dit betreft middelen voor de maatregel omtrent Loondoorbetaling bij ziekte en maakt onderdeel uit van het bredere arbeidsmarktpakket. Met deze maatregel krijgen werkgevers en werknemers duidelijkheid over het te volgen spoor bij re-integratie en de mogelijkheid tot vervanging van de werknemer in het tweede ziektejaar. De hiervoor gereserveerde middelen op de Aanvullende Post dienen als dekking.
Amendement verhoging Wml
De verhoging van het Wettelijk minimumloon (Wml) met 1,2% per 1 juli 2024 cf. amendement Van der Lee (36410-XV-7) leidt tot een verhoging van de uitgaven aan een groot aantal regelingen die gekoppeld zijn aan het Wml. De verhoging van het Wml zorgt voor een bijstelling van de uitgaven van de uitkeringsregelingen op de begrotingen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met in totaal 838 miljoen euro in 2029. Deze middelen zijn verdeeld naar de uitkeringsregelingen gekoppeld aan het Wml op Hoofdstuk 15 (102 miljoen euro in 2029), Hoofdstuk 40 (596 miljoen euro in 2029) en Hoofdstuk 83 (141 miljoen euro in 2029).
Programma Geldzorgen, Armoede en Schulden
Het programma Geldzorgen, Armoede en Schulden wordt voortgezet. Hiervoor zijn vanaf 2026 middelen op de SZW-begroting gereserveerd. Deze reservering omvat de financiering van maatschappelijke partijen zoals SAM& en het Jeugd Educatiefonds van jaarlijks 10 miljoen euro, financiële educatie van jaarlijks 4 miljoen euro en een bijdrage aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid van 6 miljoen euro. Ook worden er programmakosten voor het programma armoede en schulden bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot en met 2030 gefinancierd van jaarlijks 4,5 miljoen euro, bestaande uit onder andere personeel, monitoring en evaluatie. Dekking wordt gevonden in de middelen die in het coalitieakkoord gereserveerd zijn in de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden.
Loonkostensubsidie in de Wajong
Per 2026 wordt Loonkostensubsidie (LKS) in de Wajong ingevoerd, waardoor verder wordt gewerkt aan het harmoniseren van instrumenten en het verkleinen van verschillen tussen regelingen. In de WW en WIA wordt bijvoorbeeld ook met Loonkostensubsidie gewerkt. Het invoeren van LKS in de Wajong moet onder andere leiden tot het wegnemen van complexiteit voor werkgevers om mensen met een beperking in dienst te nemen. De harmonisatie van instrumenten maakt onderdeel uit van het bredere pakket rondom de banenafspraak. Dekking wordt gevonden in de middelen die in het coalitieakkoord gereserveerd zijn in de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden.
Hervorming arbeidsmarktinfrastructuur
In het coalitieakkoord is de maatregel uitbreiding arbeidsmarktinfrastructuur opgenomen om de overgang van werk-naar-werk en van uitkering-naar-werk te stimuleren. Met de hervorming arbeidsmarktinfrastructuur wordt hier invulling aan gegeven. Er komen structureel middelen beschikbaar voor het oprichten van Regionale Werkcentra en bovendien is incidenteel budget beschikbaar voor een tijdelijke impuls van het regionale arbeidsmarktbeleid. Dekking wordt gevonden in de al hiervoor gereserveerde middelen op de begroting van SZW en in de middelen die in het coalitieakkoord gereserveerd zijn in de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden.
Infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven
Uit onderzoek is gebleken dat gemeenten knelpunten ervaren bij de huidige inrichting van de infrastructuur van de sociaal ontwikkelbedrijven. Met deze middelen kunnen gemeenten de lokale sociale infrastructuur duurzaam inrichten en krijgen gemeenten de ruimte om 10.000 extra banen te creëren voor mensen die tijdelijk of langdurig moeten terugvallen op de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven. Dekking wordt gevonden in de al hiervoor gereserveerde middelen op de begroting van SZW en in de middelen die in het coalitieakkoord gereserveerd zijn in de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden.
SLIM voor MKB en SLIM scholen
Dit betreft een ophoging van het budget voor SLIM (subsidieregeling leren en ontwikkelen in het MKB). Het budget wordt opgehoogd met cumulatief 39 miljoen euro in 2025-2027, om individuele scholing in ontwikkelpaden in kraptesectoren (bijvoorbeeld zorg en kinderopvang) aan te bieden. Dit wordt gedekt uit de niet-uitgekeerde LPO-tranche 2023. Het budget wordt toegevoegd aan de middelen die nog gereserveerd staan op de SZW-begroting (74 miljoen euro 2024-2027) voor een tijdelijke individuele scholingsregeling.
Tegemoetkoming arbeidsongeschikte zzp’ers
Betreft een reservering om een mogelijke tegemoetkoming te bieden aan een groep zelfstandigen die voor de verhoging van de AOW-leeftijd arbeidsongeschikt is geworden en wiens private arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) eindigt als ze 65 jaar worden.
Overige intensiveringen
Deze post omvat verschillende intensiveringen waaronder middelen voor de kinderopvang op Caribisch Nederland (7 miljoen euro in 2029) en middelen voor gemeenten om sociaal ontwikkelbedrijven te compenseren voor de verhoging van het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024. (10 miljoen euro in 2029). Ook ontvangen gemeenten meer middelen voor de sociaal-medische indicatie voorziening (10 miljoen euro in 2029). Tot slot, valt onder deze reeks de uitgekeerde loon-en prijsbijstelling tranche 2024 over de SZW-middelen op de Aanvullende Post.
Ombuigingen
Maximum uurprijzen kinderopvang
De maximum uurprijzen (MUP) worden in 2025 met 4 cent minder geïndexeerd om zo een aantal beleidswijzigingen binnen de kinderopvang te financieren: meerkosten toezicht en handhaving n.a.v. wijzigingen in de kwaliteitseisen, een verhoging van het budget voor de regeling Sociaal Medische Indicatie (SMI), kinderopvangtoeslag voor beurspromovendi en de vergoeding van de kinderopvangvergoeding op Caribisch Nederland.
Overige ombuigingen
Deze post betreft een aantal ombuigingen, zoals het inzetten van niet-uitgekeerde loon- en prijsbijstellingen ter dekking van een aantal intensiveringen. Ook worden middelen gereserveerd op de Aanvullende Post ingezet ter dekking voor de gewenste intensiveringen, waaronder de middelen voor de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur (63 miljoen euro in 2025, aflopend tot 19 miljoen euro in 2029).
Kasschuiven
Kasschuiven alleenverdienersproblematiek
Bij Miljoenennota 2024 zijn er middelen gereserveerd op de SZW-begroting voor de uitwerking van een tijdelijke regeling via gemeenten, voor de groep alleenverdienende huishoudens in de bijstand die te maken heeft met een nadelige samenloop van fiscaliteit, sociale zekerheid en toeslagen (oplossing voor de alleenverdienersproblematiek). Bij de middelen is uitgegaan van financiering via een specifieke uitkering, met uitbetaling in jaar t+2. Inmiddels is besloten dat gemeenten voor de tijdelijke regeling via een decentralisatie-uitkering worden gefinancierd, waarbij er geen t+2 uitbetaling meer is. Deze kasschuif regelt dat de middelen in het juiste kasritme komen te staan.
Kasschuif MDIEU
Het betreft een kasschuif voor Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) naar 2026. Met deze schuif wordt beter aangesloten bij het kasritme van de regeling.
Overige kasschuiven
Deze post bevat een aantal kasschuiven, waaronder een kasschuif voor de uitvoeringskosten voor de stelselherziening kinderopvang en voor de SPUK kwijtschelden van schulden in de kinderopvang. Door beide kasschuiven worden middelen uit 2024 naar latere jaren verschoven.
Kasschuiven investeringsplafond
Kasschuif Meer Uren Werkt
Het Nationaal Groeifonds (NGF) voorstel Meer Uren Werkt! heeft als doel zichtbare en onzichtbare drempels weg te nemen in de sociale omgeving, bij arbeidsorganisaties en bij deeltijders zelf waardoor meer uren gewerkt zal worden. Het kabinet neemt het advies van de Adviescommissie Nationaal Groeifonds over en kent de middelen voor deze investering toe. Met deze kasschuif worden middelen voor het NGF-voorstel Meer Uren Werkt! in het juiste kasritme geplaatst.
Overboekingen Aanvullende Post
Gebaar van erkenning Surinaamse ouderen
Het kabinet heeft besloten tot een gebaar van erkenning voor ouderen van Surinaamse herkomst. Het gebaar ziet op de unieke samenloop van omstandigheden van deze groep. Het gebaar van erkenning heeft de vorm van een eenmalig bedrag van € 5.000 per persoon. De hiervoor gereserveerde middelen op de Aanvullende Post worden overgeheveld naar de SZW-begroting.
Overige overboekingen Aanvullende Post
Deze post betreft een aantal kleine overboekingen, waaronder het overhevelen van middelen van de Aanvullende Post naar de SZW-begroting ter dekking van het amendement Ceder c.s. voor het verhogen van het Wml op Caribisch Nederland (36410-XV-39).
Overboekingen met andere begrotingen
Deze post betreft de overboekingen met andere departementen, zoals het overhevelen van 66 miljoen euro in 2024 naar de begroting van BZK. Dit is onderdeel van het kabinetsbesluit om alsnog maatregelen te nemen voor de groepen waarvan de koopkracht door een rekenfout te hoog was ingeschat. Deze post omvat verder voornamelijk overboekingen naar het Gemeentefonds, onder andere voor sociaal ontwikkelbedrijven, het Programma Geldzorgen, Armoede en Schulden, en om gemeenten tegemoet te komen in de financiële kosten voor het aanbieden voor beschutte werkplekken. Zie ook intensiveringen.
Loonbijstelling
Met deze overboeking worden de uitgaven op de begroting van het ministerie van SZW op het loonpeil 2024 gebracht.
Prijsbijstelling
Met deze overboeking worden de uitgaven op de begroting van het ministerie van SZW op het prijspeil 2024 gebracht.
Eindejaarsmarge
Op deze wijze regelt SZW de overheveling van middelen uit 2023 naar 2024, deze eindejaarsmarge bedraagt maximaal 1% van het (gecorrigeerde) begrotingstotaal uit het voorgaande jaar.
Extrapolatie
Met de extrapolatie wordt de begrotingsstand in het extrapolatiejaar 2029 (t+5) toegevoegd aan de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Technisch
Corona
Op basis van realisaties van de vaststellingen van de verschillende NOW-tranches is de raming naar boven bijgesteld. Er zijn meer nabetalingen en minder ontvangsten dan eerder verwacht. Daarom stijgen de totale verwachte uitgaven aan de NOW in 2024. Daarnaast vindt een kasschuif plaats omdat er in 2025 uitvoeringskosten worden verwacht.
Plafondcorrectie Wml
De verhoging van het wettelijk minimumloon met 1,2% per 1 juli 2024 cf. amendement van der Lee (36410-XV-7) leidt tot een verhoging van de uitgaven aan een groot aantal regelingen die gekoppeld zijn aan het Wettelijk minimumloon (Wml), waaronder de zorgtoeslag bij VWS. Middels het amendement zijn hiervoor middelen gereserveerd op de begroting van SZW. Deze middelen zijn afgeboekt van de SZW-begroting en verwerkt in de begroting van VWS.
Niet-beleidsmatige mutaties bijstand
De uitgaven aan de bijstand worden neerwaarts bijgesteld. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door minder bijstandsuitkeringen, die deels tenietgedaan wordt door een hogere bijstandsuitkering, en een lagere gemiddelde hoogte van de loonkostensubsidie, die deels tenietgedaan wordt door een hoger aantal toekenningen van loonkostensubsidie.
Overig technisch
Deze post bevat verscheidende kleinere uitgaven die met een kadercorrectie zijn geboekt.
Niet-plafondrelevant
Dit zijn de uitgaven die worden gedaan voor de jaarlijkse Bijdrage in de kosten van de heffingskortingen (BIKK) en van de rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds AOW. De omvang van de BIKK hangt onder andere af van de omvang van de heffingskortingen (de gederfde belastinginkomsten). Deze heffingskortingen groeien minder hard komende jaren. Tegelijkertijd ligt het belastingtarief in de eerste schijf vanaf 2026 lager dan eerder geraamd, waardoor het aandeel van de AOW in de heffingskortingen, en daarmee ook de BIKK voor de AOW weer wat stijgt. Per saldo nemen de uitgaven aan de BIKK af tot en met 2028 en toe in 2029. De Rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds stijgt in 2024 omdat de premie-ontvangsten lager uitvallen dan vorig voorjaar werd geraamd. De rijksbijdrage is bedoeld om het vermogenstekort van het Ouderdomsfonds aan te vullen. Als er minder premies binnenkomen dient de rijksbijdrage dus hoger te zijn. Daarnaast valt de rijksbijdrage in 2024 incidenteel hoger uit omdat het fondstekort dat het Ouderdomsfonds over 2023 had dit jaar wordt aangevuld vanuit het Rijk. Vanaf 2025 vallen de premie-ontvangsten hoger uit dan vorig voorjaar geraamd. Dit leidt echter niet tot een lagere rijksbijdrage omdat de rijksbijdrage vanaf nu in lopende prijzen wordt geraamd.
Toelichting ontvangsten
Meevallers
Uitvoeringskosten UWV/SVB
In 2023 is er voor de begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten van de SVB 32 miljoen euro meer bevoorschot dan gerealiseerd. Dit betreft een voorlopige realisatie. In 2024 ontvangt SZW dit als terugontvangst.
Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB)
De ontvangsten op de TSB zijn 27 miljoen euro. Dit zijn middelen die zijn overgeheveld naar de SVB maar door minder gebruik van de regeling niet tot besteding zijn gekomen en zijn teruggeboekt.
Overige meevallers
Deze post betreft voornamelijk de hogere (terug)ontvangsten op verschillende regelingen, waaronder de terugontvangsten op de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) naar aanleiding van de definitieve realisaties in het jaarverslag van de SVB.
Tegenvallers
Kinderopvangtoeslag (KOT)
In de meeste jaren zijn de ontvangsten van de KOT naar beneden bijgesteld. Dit houdt verband met een lager percentage terugvorderingen (tot en met toeslagjaar 2026) dan waar eerder rekening mee was gehouden.
Wet Kindgebonden Budget (WKB)
De WKB ontvangsten nemen meerjarig enigszins af door onder meer de lagere beschikkingen, met als gevolg lagere terugvorderingen (budgettair effect: 32 miljoen euro in 2029).
Extrapolatie
Extrapolatie
Met de extrapolatie wordt de begrotingsstand in het extrapolatiejaar 2029 (t+5) toegevoegd aan de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Technisch
Corona
Er zijn verschillende mutaties in het kader van de corona steunmaatregelen verwerkt. Zo zorgen de terugbetalingen van gemeenten voor de uitvoering van de Tozo-regeling in eerdere jaren voor hogere ontvangsten.
Niet-plafondrelevant
Corona
Deze post betreft de aflossingen van gemeenten op de kapitaalverstrekkingen voor de Tozo vanuit het Rijk. Doordat de totale ontvangsten in 2024 hoger zijn dan verwacht, worden er lagere ontvangsten in de latere jaren verwacht.