Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2010
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2009 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Opbrengst moederdepartement | 316 144 | 364 121 | 47 977 | 359 867 |
Opbrengsten overige departementen | 36 810 | 43 532 | 6 722 | 44 520 |
Opbrengst derden | 145 | 209 | 64 | 206 |
Rentebaten | 77 | 77 | ||
Vrijval voorzieningen | 43 | 43 | ||
Bijzondere baten | ||||
Totaal baten | 353 099 | 407 982 | 54 883 | 404 593 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
– personele kosten | 200 058 | 212 768 | 12 710 | 229 069 |
– materiële kosten | 98 341 | 126 865 | 28 524 | 135 582 |
Rentelasten | 5 700 | 4 259 | -1441 | 5 697 |
Afschrijvingskosten | ||||
– materieel | 46 000 | 35 914 | -10086 | 41 657 |
– immaterieel | 3 000 | 1971 | -1029 | 2 366 |
Overige lasten | ||||
– dotaties voorzieningen | 2 145 | 2 145 | 3 055 | |
– bijzondere lasten | 3 648 | 3 648 | ||
Totaal lasten | 353 099 | 387 570 | 34 471 | 417 426 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 20 412 | 20 412 | – 12 833 |
Algemeen
In 2010 is ingezet op het terugdringen van inhuur, meer declarabel inzetten van het vaste personeel, procesvereenvoudiging, sanering en betere benutting van het wagenpark, terugbrengen van licentiekosten en kritische beoordeling van noodzakelijke investeringen.
Opbrengst moederdepartement
Substantieel hogere omzet is onder andere verkregen door uitbreidingen in functionaliteiten als gevolg van de samenvoeging waardoor onder andere de omzetcategorie Marktkosten is opgenomen. Dit betreft ingekochte diensten van de private markt die direct doorbelast worden aan de klantbudgetten en als omzet verantwoord worden. De defensieonderdelen hebben in 2010 meer werkplekken afgenomen dan voorzien in de begroting. Dit heeft gezorgd voor hogere omzet bij het moederdepartement. De omzet in de categorie telefonie is gerealiseerd op de maximale waarde van de dienstverleningsovereenkomst.
Opbrengst overige departementen
De dienstverlening aan overige departementen is ten opzichte van 2009 met ruim € 1 miljoen afgenomen omdat geen producten meer worden aangeboden die niet in de standaardportfolio zijn opgenomen.
Opbrengst derden
Een klein deel van de dienstverlening wordt verleend aan de Navo en haar partners. De grote posten betreffen vooral het regulier onderhoud voor netwerken (€ 0,115 miljoen) en dragerdiensten (€ 0,073 miljoen). Daarnaast worden telefoonkosten en diverse kleine posten in rekening gebracht.
Personele kosten
Door efficiencymaatregelen is het vaste personeel afgenomen. Per saldo wordt nu meer werk door minder mensen uitgevoerd. In 2010 is de in 2009 ingezette koers om inhuur te beperken voortgezet. Voor 2010 is stringent gekeken naar inhuur en is het beleid dat aflopende contracten niet meer worden verlengd.
De hogere realisatie ten opzichte van de begroting 2010 is technisch van aard omdat de inhuur ten behoeve van het Defensie Investeringsplan met ingang van 2010 via de begroting van Ivent loopt terwijl hier ten tijde van het opstellen van deze oorspronkelijke begroting nog geen sprake van was. IVENT verzorgt de inkoop van ingehuurd personeel voor IV-projecten en voert hier de projectenadministratie over. In 2010 bedroeg deze post ongeveer € 35 miljoen.
Materiële kosten
| Begroting 2010 | Realisatie 2010 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
---|---|---|---|
Directe kosten | 42 741 | 67 249 | 24 508 |
Huisvestingskosten | 10 500 | 11 943 | 1 443 |
Kantoorkosten | 3 400 | 3 021 | -379 |
Verkoopkosten | 100 | 24 | -76 |
Algemene kosten | 3 600 | 6 425 | 2 825 |
Kosten hard- en software | 38 000 | 38 203 | 203 |
Totaal materiële kosten | 98 341 | 126 865 | 28 524 |
De directe kosten zijn in 2010 hoger dan begroot als gevolg van de hogere opbrengsten. Verder waren de algemene kosten in 2010 hoger aangezien de afboeking van oninbare vorderingen hierop verantwoord is. Dit betreft de posten «openstaande posten 2008» en «dubbele beheerlasten SPEER» voor een totaal bedrag van € 4,8 miljoen. Normaal gesproken worden omzetafboekingen met betrekking tot voorgaand boekjaar gesaldeerd in de omzet van het lopende boekjaar. Gezien het bijzondere karakter van deze buiten invorderingstelling zijn deze posten in 2010 apart gepresenteerd.
Rentelasten
De lagere rentelasten zijn hoofdzakelijk veroorzaakt door de lagere investeringen. Daarnaast is enerzijds in 2010 een aantal dienstverleningsovereenkomsten laat getekend en zijn de budgetten door de afnemers laat vrijgegeven. De liquiditeit is hierdoor negatief beïnvloed. Anderzijds zijn doorbelastingen vanuit het departement (zoals salarisuitgaven) vertraagd betaald. Dit heeft de liquiditeit positief beïnvloed. Als gevolg daarvan is de stand op de rekening courant bij het ministerie van Financiën beter geweest en de rentelast lager uitgevallen dan begroot.
Bijzondere lasten
In 2009 is een overschrijding van € 3,5 miljoen op de IVENT-onderdelen die onder het kas-verplichtingenstelsel vallen als vordering op het moederdepartement opgenomen en verantwoord in de jaarrekening DTO. Deze vordering is in 2010 niet voldaan door het moederdepartement. De vordering 2009 is afgeboekt en als verlies genomen binnen de baten-lastendienst DTO. In 2010 bedraagt de overschrijding € 0,1 miljoen. Aangezien de kosten hun oorsprong vinden in de onderdelen met een kas-verplichtingenstelsel en verantwoord worden binnen de baten-lastendienst DTO wordt dit als bijzondere last verantwoord en toegelicht.
Resultaat
Het saldo van de baten en lasten over 2010 bedraagt € 20,4 miljoen positief. Dit resultaat is verwerkt in het eigen vermogen. Dit positieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere omzet moederdepartement, minder inhuur van personeel en lagere afschrijvingskosten door uitgestelde investeringen.
Balans per 31 december 2010
Omschrijving | Balans 2010 | Balans 2009 |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 5 424 | 3 532 |
Materiële activa | ||
– gebouwen en terreinen | 21 029 | 20 909 |
– machines en installaties | 9 987 | 11 348 |
– computerapparatuur | 60 219 | 73 116 |
– overige bedrijfsmiddelen | 2 336 | 3 243 |
Voorraden | 4 118 | 3 604 |
Debiteuren | 43 724 | 56 666 |
Nog te ontvangen/overlopende activa | 35 141 | 35 859 |
Liquide middelen | 33 269 | 15 024 |
Totaal activa | 215 247 | 223 301 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
– exploitatiereserve | – | 12 064 |
– verplichte reserve | ||
– onverdeeld resultaat | 20 412 | – 12 833 |
Subtotaal eigen vermogen | 20 412 | – 769 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 63 872 | 78 678 |
Voorzieningen | 6 320 | 5 890 |
Crediteuren | 63 238 | 58 845 |
Nog te betalen/overlopende passiva | 61 405 | 80 657 |
Totaal passiva | 215 247 | 223 301 |
Eigen vermogen
Het saldo van baten en lasten over 2010 bedraagt € 20,4 miljoen. Dit resultaat is verwerkt in het eigen vermogen. Op basis van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen 3 jaar (€ 378,4 miljoen in 2008, € 404,6 miljoen in 2009 en € 407,9 miljoen in 2010) bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 19,8 miljoen.
Debiteuren
De stand debiteuren is lager dan ultimo 2009 omdat goed is geanticipeerd op kassluiting bij het moederdepartement.
Leningen bij het ministerie van Financiën (langlopend)
| Stand 31-12-2010 | Stand 31-12-2009 |
---|---|---|
Leningen bij het ministerie van Financiën | ||
Vermogensconversielening | 12 606 | 13 306 |
Investeringsleningen | 51 266 | 65 372 |
Totaal leningen | 63 872 | 78 678 |
Toelichting leningen
Deze leningen zijn opgenomen ter financiering van de vaste activa. Conform regelgeving worden alle activa gefinancierd via de investeringslening bij het ministerie van Financiën.
Voorzieningen
De verloopstaat voor de voorzieningen
| Stand 31-12-2009 | Dotaties 2010 | Vrijval 2010 | Onttrekkingen 2010 | Stand 31-12-2010 |
---|---|---|---|---|---|
Wachtgelduitkeringen | 4 621 | 2 101 | – 1 086 | 5 636 | |
FPU57 | 1 269 | 44 | 43 | – 586 | 684 |
Totaal aan voorzieningen | 5 890 | 2 145 | – 43 | – 1 672 | 6 320 |
Toelichting voorzieningen
De voorzieningen zijn per 31 december 2010 geactualiseerd. Als gevolg daarvan is er een dotatie aan de voorziening Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) en wachtgelden geweest. Deze dotatie 2010 wachtgelduitkeringen is het gevolg van de reorganisatie van het dienstencentrum Operations en daaruit resulterende medewerkers die aanspraak maken op de wachtgeldregeling. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. De gehanteerde rekenrente is vastgesteld op basis van de wettelijke rente 2010 (drie procent). De onttrekking van € 1,7 miljoen betreft betaalde FPU en wachtgeld. Alle voorzieningen hebben een langlopend karakter.
Nog te betalen/overlopende passiva
| Stand 31-12-2010 | Stand 31-12-2009 |
---|---|---|
Salarissen en sociale lasten | 7 677 | 22 959 |
Aflossing leningen ministerie van Financiën | 31 806 | 35 589 |
Overige overlopende passiva | 21 922 | 22 109 |
Totaal overlopende passiva | 61 405 | 80 657 |
De post salarissen en sociale lasten betreft reserveringen voor vakantiedagen en de opbouw van het vakantiegeld. De afname hierin heeft te maken met tijdig doorbelasten van salariskosten door het moederdepartement. De afname van het saldo leningen wordt veroorzaakt door minder investeringen in 2009 en 2010 waardoor een lager saldo af te lossen is ontstaan. De post «overige overlopende passiva» is hoger per ultimo 2009 omdat de nog te ontvangen inkoopfacturen die hier worden gepresenteerd, toegenomen zijn.
Kasstroomoverzicht 2010
Oorspronkelijke vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2010 + stand depositorekeningen | 45 074 | 15 024 | – 30 050 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 49 000 | 60 797 | 11 797 |
| ||||
Totaal investeringen (-/-) | – 60 000 | – 24 845 | 35 155 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 112 | 112 | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 60 000 | – 24 733 | 35 267 |
| ||||
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | |||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 769 | 769 | ||
Aflossingen op leningen (-/-) | – 51 000 | – 35 589 | 15 411 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 60 000 | 17 000 | – 43 000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 9 000 | – 17 820 | – 26 820 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2010 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 43 074 | 33 268 | – 9 806 |
Depositorekening
Plaatsing op depositorekening was pas mogelijk per juli 2010. Als gevolg van vertragingen in het betaalproces van Defensie is de geldstroom pas in mei 2010 op gang gekomen. Na betaling van diverse salarisrekeningen is resterend kasgeld gebruikt om op deposito te zetten. Dit saldo is in de loop van 2010 opgebouwd tot een maximum van € 70 miljoen. Het deposito is ultimo 2010 weer volledig afgebouwd.
Operationele kasstroom
In de operationele kasstroom is het positieve resultaat de belangrijkste factor. De mutatie in debiteuren en het gebruik van de leverancierskredieten (toename crediteuren) houden elkaar redelijk in evenwicht.
Investeringskasstroom
De gerealiseerde investeringen zijn zoals al eerder vermeld fors lager dan vorig jaar en dan begroot. In 2010 is geïnvesteerd in activa categorie computerapparatuur (Nafin Duct-in-Duct en server opslagruimte) en in activa categorie gebouwen & terreinen (renovatie Maasland B-gang).
Financieringskasstroom
In 2010 is een beroep gedaan op de leenfaciliteit van € 17 miljoen. De aflossingen op leningen bij het ministerie van Financiën over het jaar 2010 zijn lager dan in de ontwerpbegroting is vermeld, aangezien al enige jaren geen volledige uitputting van het leenplafond heeft plaatsgehad.
Het uitstaand saldo op de leenfaciliteit is in 2010 verlaagd.
Doelmatigheidsparagraaf
De focus van doelmatigheid ligt op twee gebieden: operationele performance en financiële doelmatigheid. Door het omvangrijke portfolio dat wordt gevoerd is het niet mogelijk om model 3.80 volledig te voeren. Generieke kostprijzen per product zijn niet aan te geven door de grote verscheidenheid en karakter van het door DTO gevoerde portfolio.
| 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
---|---|---|---|---|
Leverbetrouwbaarheid SLA's | 78,8% | 84,7% | 87,8% | 86,0% |
Oplossend vermogen Service Desk Defensie | 58,7% | 76,3% | 75,6% | 69,0% |
Tijdigheid klachtafhandeling | 71,8% | 67,0% | 89,9% | 90,0% |
Opdrachtgeverstevredenheid | 71,7% | 74,0% | 72,8% | 70,0% |
Vte'n totaal | 2 178 | 2 181 | ||
– Burgers | 2 056,0 | 2 083 | ||
– Militairen | 122,0 | 98 | ||
Omzet per productgroep Generiek | ||||
(x € 1 miljoen) | 243,9 | |||
Housing | 2,6 | 2,4 | ||
Defensiepas en MFSC | 8,9 | 8,1 | ||
Handelsgoederen | 20,3 | 16,5 | ||
Evenementen | 3,7 | 0,1 | ||
WDD Algemeen | 128,7 | 134,3 | ||
WDD specifiek | 9,4 | 10,8 | ||
Communicatie dienst basis | 21,2 | 31,4 | ||
Communicatie dienst specifiek | 5,6 | 9,3 | ||
Connectivity | 39,0 | 40,2 | ||
Omschrijving specifiek deel | ||||
| 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Kostprijs per werkplek (norm) | 100% | 99% | 98% | 88% |
Kostprijs per werkplek (realisatie) | 92% | 87% | 82% | |
Omzet per productgroep Specifiek | ||||
(x € 1 miljoen) | 134,5 | |||
Dienstontw. & klantopdracht specifiek | - | 1,0 | ||
Advies & applicaties | 34,5 | 36,0 | ||
IV services | 6,5 | 13,7 | ||
Externe applicatie diensten | 6,2 | 3,4 | ||
Software | 1,0 | 0,9 | ||
Hosting ERP | 21,2 | 27,7 | ||
Hosting MF | 12,0 | 10,0 | ||
Applicatie Hosting | 13,1 | 11,0 | ||
Exploitatie Connectivity | 0,1 | 0,2 | ||
Hosting overig | 0,2 | 0,1 | ||
Marktkosten IV-I & IV-E gelden | 69,6 | 48,0 | ||
NSA | – | 1,4 | ||
Dubbele beheerlasten | – | 1,0 | ||
kleine diverse omzetposten | 0,8 | 0,4 |
In 2010 is de operationele doelmatigheid tot uiting gekomen in kwaliteit IV-voorziening (inclusief de klantwaardering en eindgebruikers) en door de leverbetrouwbaarheid SLA's. Op de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) wordt een gewogen gemiddelde van 76 procent behaald. De indicatoren liggen daarmee boven de norm van 75 procent. Ten opzichte van 2009 is een geringe daling te zien. Dit wordt onder andere veroorzaakt door uitgestelde investeringen.
Het personeels- en arbeidsplaatsenbestand van het baten-lastendeel is voor het eigen personeel beneden de grenzen van het dubbelslot baten/lastendienst gebleven. Gemiddeld heeft DTO een bezetting van 2 181 VTE’n eigen personeel. Doelmatigheid op het gebied van personeel is vooral zichtbaar geworden in het terugdringen van de inhuur (zie toelichting personele kosten).
Als indicator voor de ontwikkeling van de doelmatigheid wordt de prijs per werkplek gebruikt. De prijs per werkplek voor 2007 is gesteld op 100. De daling van de kostprijs per werkplek komt door verhoging van de efficiency. In de realisatiecijfers is een afname te zien waaruit blijkt dat de taakstellingen effect sorteren.
Tot en met 2008 werd de omzet voor werkplekken gerealiseerd door vooraf een prijs per werkplek af te stemmen met de beleidsverantwoordelijke. In 2009 is er gefactureerd op basis van beschikbaar budget en in 2010 is de facturatie gebaseerd op de werkelijke afname.
De totale omzet per productgroep 2010
De omzet van IVENT bestaat voor het merendeel uit ontvangsten voor geleverde producten en diensten, die zijn opgenomen in de Producten- en Dienstencatalogus (PDC).
De meest omvangrijke diensten van IVENT zijn de werkplekdiensten en telefonie (40 procent van de omzet). Er is in 2010 sprake geweest van een grotere afname. De volgende grote omzetcategorie (11 procent van de omzet) betreft de marktkosten voor IV-I en IV-E.