MenO-beleid en MenO-risico's
Het Ministerie van SZW heeft als uitgangspunt dat zij regelgeving tot stand brengt die zo min mogelijk gevoelig is voor misbruik of oneigenlijk gebruik (MenO). Bij elke regeling, waarbij er afhankelijkheid is van (door derden geleverde) gegevens over bijvoorbeeld inkomen, vermogen, leefsituatie en door subsidieaanvragers verstrekte gegevens, is er sprake van MenO-gevoeligheid.
SZW heeft maatregelen getroffen om MenO-risico’s te beheersen. Het gaat bijvoorbeeld om voorlichting door SZW en uitvoerders en het opnemen van bevoegdheden in wet- en regelgeving voor uitvoerders om informatie op te vragen om de rechtmatigheid vast te stellen bij de aanvrager. Bovendien gebruiken de uitvoerders voor het vaststellen van de rechtmatigheid de gegevens uit basisregistraties en wisselen ze onderling gegevens uit.
SZW heeft in 2016 MenO-beschrijvingen voor 11 regelingen groter dan € 500 miljoen geactualiseerd. Het finaliseren van de beschrijvingen van twee regelingen en actualiseren van vier regelingen groter dan € 100 miljoen loopt door tot in 2017. In de MenO-beschrijvingen komen, voor zover mogelijk, de mogelijke beheersmaatregelen ter reductie van risico’s, het zichtbaar maken van het gekwantificeerde restrisico en het beoordelen van de aanvaardbaarheid van deze restrisico’s aan bod. Sinds 2016 brengt SZW bij nieuwe wet- en regelgeving de MenO-risico’s in kaart. SZW neemt in de memorie van toelichting van nieuwe wetten een passage over MenO op. Verder neemt SZW via de verantwoordingscyclus met de uitvoerders per regeling de geconstateerde fraude-aantallen en fraudebedragen op in het jaarverslag.
Grote lopende ICT-projecten
Het kerndepartement SZW kende in 2016 twee lopende ICT-projecten, het project Continue screening kinderopvang, fase 2 en het project Directe Financiering Kinderopvang. Voor het project Continue screening heeft in 2016 een heroriëntatie plaatsgevonden. In de voorgenomen voortzetting van het project wordt de uitvoering van het project en beheer van het te realiseren personenregister bij DUO belegd. De Tweede Kamer is geïnformeerd over de stand van zaken (Tweede Kamer, 2016–2017, 31 322, nr. 311) en de heroriëntatie (Tweede Kamer, 2016–2017, 31 322, nr. 318). De Privacy Impact Assessment is vastgesteld in december 2016. Ook voor Directe financiering Kinderopvang (DFKO) heeft een heroriëntatie plaatsgevonden (Tweede Kamer, 2016–2017, 31 322, nr. 310). Voor DFKO is in 2016 een Privacy Impact Assessment vastgesteld.
De zelfstandige bestuursorganen van SZW leggen in hun eigen jaarverslagen verantwoording af over grote en/of risicovolle ICT-projecten. Deze jaarverslagen worden door de Minister en de Staatssecretaris aan beide Kamers aangeboden. Deze projecten worden op het Rijks ICT-dashboard opgenomen en minimaal éénmaal per jaar geactualiseerd. Het betreft de UWV projecten Digitale Werkplek (Vernieuwing Intranet), Herontwerp Grote Geldstromen, Programma Participatiewet, Eén uniforme betaalomgeving – aansluiting Arbeidsongeschiktheidswet (1UBO-AW), Veilige Digitale Communicatie, Digitalisering Werkprocessen Bezwaar & Beroep, Basis Registratie Personen (BRP) en het SVB-project Vernieuwing AKW (vAKWerk).
Gebruik open standaarden
In 2016 is een aantal ICT-producten en -diensten van boven de € 50.000 ingekocht of aanbesteed. Procedureel is in die gevallen in het inkoop- en aanbestedingsproces geborgd dat wordt voldaan aan de eis van voldoen aan de open-standaarden volgens het pas-toe-of-leg-uit-principe. In 2016 is op een punt afgeweken van de open standaarden. Het contract voor de financiële administratie is uitgebreid. SAP maakt gebruik van open standaarden op 1 uitzondering na. SAP maakt gebruik van iDoc in plaats van de EDIFACT-standaard.
Betaalgedrag
De Rijksbrede norm voor tijdigheid van betalen is verhoogd van 90% naar 95% betaald binnen 30 dagen. Het FDC voert de financiële administratie van het kerndepartement uit en zorgde dat 94,4% van de facturen tijdig is betaald. Vanwege de drukke werkzaamheden voortvloeiend uit de aansluiting van OCW op het SAP 3F systeem per 1 januari 2016 was er een terugval in tijdigheid betalen. BZK/UBR voert per 1 januari 2016 de financiële administratie uit van de Rijksschoonmaakorganisatie en zij hadden te kampen met opstartproblemen. De tijdigheid van betalen in 2016 voor SZW komt daarmee als geheel op 92%. In 2016 zijn er al enkele maatregelen genomen waardoor we verwachten in 2017 de norm te gaan halen.
Audit Committee
Het Audit Committee (AC) heeft in 2016 conform de taakomschrijving het management van SZW geadviseerd over risicomanagement, het borgen van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en het auditbeleid. Zoals gebruikelijk zijn het concept jaarverslag 2015, het concept samenvattend auditrapport van de ADR en het auditplan 2016 besproken. In elk volgend AC heeft de ADR gerapporteerd over de voortgang van het auditplan, hierbij is bijzondere aandacht geweest voor MenO en BIR. In het AC zijn een aantal inhoudelijke thema’s besproken, zoals DFKO, de informatiestrategie van SZW en het concept toezicht- en reviewbeleid, waarbij het AC een kritische zijlichtfunctie vervult ten aanzien van risico’s en sturingsvraagstukken.