Base description which applies to whole site

8. SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2019 en toelichting Ministerie van Buitenlandse Zaken Begroting Buitenlandse Zaken (V)

I Saldibalans per 31 december 2019

ACTIVA

x EUR 1.000

 

PASSIVA

x EUR 1.000

 

2019

2018

2019

2018

1.1 Intra-comptabele posten

         

1

2 Uitgaven ten laste van de begroting

10.552.421

9.174.032

 

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

805.175

1.200.725

3

Liquide middelen

52.969

42.015

         

4

Rekening-courant RHB

0

0

 

4a

Rekening-courant RHB

9.792.688

8.018.110

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

90.813

96.953

 

7

Schulden buiten begrotingsverband

98.340

94.165

Subtotaal

Intra-comptabele posten

10.696.203

9.313.000

 

Subtotaal

Intra-comptabele posten

10.696.203

9.313.000

           

2.1 Extra-comptabele posten

         

10

Vorderingen

8.961

13.663

 

10a

T.r. vorderingen

8.961

13.663

11a

T.r. schulden

230

124

 

11

Schulden

230

124

12

Voorschotten

370.445

352.230

 

12a

T.r. voorschotten

370.445

352.230

13a

T.r. Garantieverplichtingen

176.743

0

 

13

Garantieverplichtingen

176.743

0

14a

T.r. Andere verplichtingen

1.291.812

1.555.190

 

14

Andere verplichtingen

1.291.812

1.555.190

15

Deelnemingen

22.070

0

 

15a

Deelnemingen

22.070

0

Subtotaal

Extra-comptabele posten

1.870.261

1.921.207

 

Subtotaal

Extra-comptabele posten

1.870.261

1.921.207

           

Overall totaal

12.566.464

11.234.207

 

Overall totaal

12.566.464

11.234.207

II Inleiding

1. Algemeen

De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van de begroting van Buitenlandse Zaken worden verantwoord.

Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2019, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën.

Onder het intracomptabele deel zijn alle liquide middelen van het Ministerie opgenomen (m.u.v. de RHB- rekening van BHOS). De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.

Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste van de begrotingen van BZ in voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.

2. Waarderingsgrondslagen

Uitgaven, ontvangsten, verplichtingen en mutaties op balansrekeningen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste verrekenkoers (de corporate rate) omgerekend naar EUR. De corporate rate 2019 van de USD was vastgesteld op 1 USD = 0,85 EUR. Voor 2020 is deze 0,89 EUR.

De liquide middelen en extracomptabele balansrekeningen voor vorderingen, voorschotten, deelnemingen en openstaande verplichtingen worden per 31 december gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. De herwaardering die hieruit voortvloeit is verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar. Extracomptabele vorderingen zijn de per balansdatum bestaande rechten om geldmiddelen te ontvangen van een wederpartij die niet tot het Rijk behoort. Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de nominale waarde. De deelnemingen zijn gewaardeerd op basis van het gestorte kapitaal. De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2019

1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 10.552.421 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Uitgaven ten laste van de begroting

10.552.421

9.174.032

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BZ in het jaar 2019 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 805.175 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Ontvangsten ten gunste van de begroting

805.175

1.200.725

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2019 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden o.b.v. de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

3 Liquide middelen (debet 52.969 x EUR 1.000)

De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het departement en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.

Omdat de administratie en de liquide middelen stroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen, is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven m.b.t. BHOS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB-rekeningen van BZ en BHOS te verrekenen.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

3.1 Kassaldi

4.442

4.172

3.2 Banksaldi

47.994

37.500

3.3 Gelden onderweg

533

343

Totaal

52.969

42.015

3.1 Kassaldi (debet 4.442 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Reguliere kassaldi

1.583

1.563

Noodreserve posten

2.859

2.609

Totaal

4.442

4.172

Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken en kasbetalingen te beperken. Naast de normale kassaldi worden op diverse Vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten.

Enkele vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.

3.2 Banksaldi (debet 47.994 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Banksaldo

47.994

37.500

Het aanwezige banksaldo ontstaat merendeels door bankrekeningen die BZ aanhoudt in het buitenland, in beheer bij de Nederlandse Vertegenwoordigingen.

3.3 Gelden onderweg (debet 533 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Kruisposten

791

701

Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen

– 258

– 358

Totaal

533

343

Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreffen uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de Vertegenwoordigingen en de Kruisposten bevat eventueel uit Nederland overgemaakte gelden welke nog niet op lokale bankrekeningen zijn bijgeschreven per 31 december.

4a Rekening-courant RHB (credit 9.972.688 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Rekening-courant RHB

9.792.906

8.031.505

Te verrekenen tussen BZ en BHOS

– 218

– 13.395

Totaal

9.792.688

8.018.110

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB. Door de splitsing van de balans tussen BHOS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Het te verrekenen bedrag ontstaat doordat er ná de verrekening van de maand december nog correcties plaatsvinden die invloed hebben op de verhouding BZ en BHOS. De verrekening van dit bedrag heeft bij de RHB plaatsgevonden met verrekenstukken in het komende jaar.

6 Vorderingen buiten begrotingsverband (debet 90.813 x EUR 1.000)

Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

6.1 Ministeries

9.806

11.823

6.2 Persoonlijke rekeningen

1.077

1.139

6.3 Externe debiteuren

72.729

77.186

6.4 Overige vorderingen

7.201

6.805

Totaal

90.813

96.953

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intracomptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2019

2018

2017

2016 en ouder

Direct opeisbaar ministeries

9.806

8.245

60

51

1.450

Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen

977

296

114

2

565

Direct opeisbaar externe debiteuren

1.949

1.394

162

53

340

Direct opeisbaar overige vorderingen

3.677

1.786

1.406

69

416

Totaal direct opeisbare vorderingen

16.409

11.721

1.742

175

2.771

Op termijn opeisbare vorderingen

74.158

       

Geconditioneerde vorderingen

246

       

Totaal

90.813

       

6.1 Ministeries (debet 9.806 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Ingevorderd

5.067

6.266

In te vorderen

4.739

5.557

Totaal

9.806

11.823

Het ingevorderde bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

16

0

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

10

47

Infrastructuur en Waterstaat

571

672

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

10

0

Economische Zaken en Klimaat

1.021

1.539

Algemene Zaken

17

4

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

1.788

2.233

Financiën

94

264

Defensie

1.087

870

Justitie en Veiligheid

453

637

Totaal

5.067

6.266

Het in te vorderen bedrag per ministerie is als volgt verdeeld:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

12

24

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

47

54

Infrastructuur en Waterstaat

85

59

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

22

77

Economische Zaken en Klimaat

2.441

2.994

Algemene Zaken

0

3

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

554

265

Financiën

79

63

Defensie

961

886

Justitie en Veiligheid

538

1.132

Totaal

4.739

5.557

6.3 Externe debiteuren (debet 72.729 x EUR 1.000)

Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

In te vorderen externe debiteuren

707

246

Ingevorderd ICC

70.634

72.430

Ingevorderd overige

1.388

4.510

Totaal

72.729

77.186

Het bedrag bij Ingevorderd ICC betreft de lening die verstrekt is ten behoeve van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De vordering is een 2,5% annuïteitenlening met een looptijd tot en met 2046.

6.4 Overige vorderingen (debet 7.201 x EUR 1.000)

Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de Vertegenwoordiging verrekend wordt.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Te vorderen BTW (buitenland)

3.677

3.422

Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland

3.524

3.383

Totaal

7.201

6.805

7 Schulden buiten begrotingsverband (credit 98.340 x EUR 1.000)

Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Nog af te dragen loonheffing en premies

10.638

9.718

Af te lossen ICC-lening

78.789

81.798

Ter plaatse te verrekenen

299

227

Silent partnerships

7.535

1.565

Ministeries

535

13

Diverse overige schulden

544

844

Totaal

98.340

94.165

Van het Ministerie van Financiën is een lening ontvangen ter financiering van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De lening wordt tot en met 2039 in de vorm van een 3,56% annuïteitenlening afgelost. Zie de toelichting bij 6.3 inzake de verstrekte lening aan het ICC.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van ouderdom van de intracomptabele schulden.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2019

2018

2017

en ouder

Intracomptabele schulden

98.340

17.418

0

80.922

10 Vorderingen (debet 8.961 x EUR 1.000)

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extracomptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Diverse extracomptabele vorderingen

8.961

13.663

Totaal

8.961

13.663

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extracomptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2019

2018

2017

2016

en ouder

Direct opeisbaar overige vorderingen

4.620

4.343

71

0

206

Geconditioneerde vorderingen

4.341

       

Totaal

8.961

       

Diverse extracomptabele vorderingen

De post diverse extracomptabele vorderingen bestaat uit:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

(Huur) Waarborgsommen

4.098

4.102

Buiteninvordering gestelde vorderingen

63

95

Voorschot op ontslaguitkeringen

242

320

Overige

4.558

9.146

Totaal

8.961

13.663

11 Schulden (credit 230 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Diverse extracomptabele schulden

230

124

De extracomptabele schuld bestaat uit het te verrekenen bedrag uit de reis- en vertaalenveloppe van het EU Raadsbudget en wordt in zijn geheel verantwoord op de balans van BZ.

12 Voorschotten (debet 370.445 x EUR 1.000)

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Voorschotten

367.024

350.829

Voorschot Loyalis

788

489

Subtotaal

367.812

351.318

Voorschotten RVO

2.633

912

Totaal

370.445

352.230

Ouderdomsanalyse (x 1.000 EUR)

31 december 2019

31 december 2018

Verstrekt in 2012

0

2.134

Verstrekt in 2013

850

9.392

Verstrekt in 2014

1.176

10.617

Verstrekt in 2015

2.404

13.217

Verstrekt in 2016

12.071

33.095

Verstrekt in 2017

44.496

97.172

Verstrekt in 2018

118.933

186.603

Verstrekt in 2019

190.515

0

Totaal

370.445

352.230

Opbouw openstaande voorschotten (exclusief voorschotten RVO):

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Openingsbalans

351.318

333.871

Bij: Verstrekte voorschotten

192.264

197.561

Af: Verantwoorde voorschotten

181.837

175.724

Bij: Herwaardering naar nieuwe corporate rate

6.067

– 4.390

Eindbalans

367.812

351.318

De voorschottenstand bestaat uit alle betalingen voor activiteiten waarover verantwoording moet plaatsvinden.

13 Garantieverplichtingen (credit 176.743 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Council of Europe Development Bank (CED)

176.743

0

Totaal

176.743

0

Tot 2019 was de garantieverplichting voor de Council of Europe Development Bank (CED) opgenomen in de saldibalans van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Met ingang van de begroting 2019 is echter een splitsing gemaakt tussen de risicoregelingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Daarom is de garantieverplichting voor de CED vanaf 2019 afzonderlijk opgenomen in de risicoparagraaf van de memorie van toelichting bij de begroting van Buitenlandse Zaken. Als gevolg van deze splitsing is de garantieverplichting voor de CED vanaf 2019 opgenomen in de saldibalans van Buitenlandse Zaken.

De garantieverplichting die uitstaat bij de CED betreft het niet volgestorte aandelenkapitaal. In 2019 is de waarde van de garantieverplichting niet gewijzigd.

14 Andere verplichtingen (credit 1.291.812 x EUR 1.000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Openingsbalans

1.555.190

1.773.075

Af: Correctie beginbalans

52.443

0

Bij: Aangegane verplichtingen

10.341.486

8.956.147

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen

10.552.421

9.174.032

Eindbalans

1.291.812

1.555.190

Conform deze toelichting worden de negatieve bijstellingen niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Overigens worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de financiële toelichting van het beleidsartikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.

Vanaf 2018 wordt voor alle verplichtingen van de apparaatsuitgaven (artikel 5.7) het verplichtingen = kas principe toegepast, waarbij de verplichting gelijk wordt gesteld aan het uitgavensaldo en per saldo op 31 december geen openstaande verplichting wordt verantwoord. Tot en met 2017 werden openstaande verplichtingen gedeeltelijk verantwoord in de saldibalans en werd gedeeltelijk het verplichtingen = kas principe gehanteerd. Als gevolg van deze stelselwijziging is na analyse in 2019 gebleken dat er een nagekomen correctie moet plaatsvinden op de openingsbalans.

15 Deelnemingen (debet 22.070 x EUR 1.000)

De post deelnemingen bestaat uit aandelen in internationale instellingen. Voor het niet volgestorte deel (callable capital) is een garantieverplichting verstrekt die onder 13. Garantieverplichtingen is opgenomen.

De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. De laatste kolom van het overzicht vermeldt de voting power ultimo 2019. Naast de omvang van de deelneming in aandelen kan dit percentage ook beïnvloed zijn door bijvoorbeeld de omvang van de middelenaanvullingen.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2019

31 december 2018

Voting power in %

Council of Europe Development Bank

22.070

0

3,63

Tot 2019 was de garantieverplichting in de Council of Europe Development Bank (CED) opgenomen in de saldibalans van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Met ingang van de memorie van toelichting 2019 is een splitsing gemaakt tussen de garantieverplichting van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Als gevolg van deze splitsing is de deelneming CED vanaf 2019 opgenomen in de saldibalans van Buitenlandse Zaken.

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen:

Convenant Ministerie van Defensie

In 2009 is een convenant getekend voor een periode van drie jaar met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van KMAR bij de beveiliging van Nederlandse Vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het convenant wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij één van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. Voor periode 2018 tot en met 2021 worden de kosten geraamd op EUR 15,3 mln. per jaar. Op begrotingsniveau wordt dit verrekend met het Ministerie van Defensie.

Licence