Base description which applies to whole site

2 Onderdeel B - Instandhouding netwerk ProRail (Hoodspoorweginfrastructuur)

De prestaties van de Hoofdspoorweginfrastructuur wordt gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De prestatieafspraken met ProRail zijn opgenomen in de tienjarige beheerconcessie en de (twee)jaarlijkse beheerplannen. Onderstaand wordt ingegaan op de door ProRail geleverde prestaties, de areaalgegevens, de gerealiseerde budgetten instandhouding en op het uitgesteld en achterstallig onderhoud.

Prestaties ProRail

Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden (twee)jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. De Tweede Kamer wordt jaarlijks in een separate brief over de jaarverantwoording van ProRail geïnformeerd.

Tabel 44 Prestatie indicatoren ProRail

Kern Prestatie-indicator

Bodem-waarde1

Streef-waarde

Realisatie 2021

Klantoordeel reizigersvervoerders

6

7

7

Klantoordeel goederenvervoerders

6

7

6

Reizigerspunctualiteit HRN 5 minuten (gezamenlijk met NS)

88,90%

91,50%

94,40%

Reizigerspunctualiteit HRN 15 minuten (gezamenlijk met NS)

96,70%

97,40%

98,10%

Reizigerspunctualiteit HSL 5 minuten (gezamenlijk met NS)

82,10%

84,20%

89,20%

Betrouwbaarheid regionale series 3 minuten2

90,70%

93,70%

93,70%

Impactvolle verstoringen

520

450

4063

Bron: jaarverslag ProRail 2021

1

Toelichting bodemwaarde: Waarde voor het jaarlijks minimaal te realiseren prestatieniveau op een prestatie indicator. In het geval van de prestatie indicatoren ‘Impactvolle verstoringen’ geldt een maximum.

2

In ontwerpbegroting 2022 was de indicator punctualiteit regionale series opgenomen. In de kamerbrief 29984 nr. 946 is aangekondigd dat deze wordt vervangen door betrouwbaarheid regionale series 3 minuten. Hierin is ook aangekondigd dat de indicatoren geleverde treinpaden reizigers en transitietijd goederen niet meer terugkomen in de jaarverantwoording 2022.

3

In de ontwerpbegroting 2023 is 410 gerapporteerd. De realisatie 2021 was 406. Het verschil van 4 storingen bestaat uit dubbeltellingen en storingen met een andere reden (bijv. vervoerder)

Toelichting

Toelichting Ten tijde van het opstellen van deze bijlage is er nog geen vastgesteld jaarverslag van ProRail over 2022 beschikbaar. Het vastgestelde jaarverslag wordt separaat aan de Tweede Kamer gestuurd. De informatie over 2022 zal eveneens aan de Tweede Kamer worden aangeboden in de bijlage bij de ontwerpbegroting 2024.

Ontwikkeling van het areaal

Hieronder wordt inzicht gegeven in de omvang van het areaal in beheer bij ProRail.

Tabel 45 Areaal netwerken ProRail

Areaal

Eenheid

Realisatie 2021

Spoorlengte

km

7.053

Wissels

stuks

6.260

Overwegen

stuks

2.394

Seinen

stuks

11.602

Beweegbare bruggen

stuks

68

Tunnels

stuks

26

Stations

stuks

398

Bron: jaarverslag ProRail 2021

Toelichting

Ten tijde van het opstellen van deze bijlage is er nog geen vastgesteld jaarverslag van ProRail over 2022 beschikbaar. Het vastgestelde jaarverslag wordt separaat aan de Tweede Kamer gestuurd. De informatie over 2022 zal eveneens aan de Tweede Kamer worden aangeboden in de bijlage bij de ontwerpbegroting 2024.

Budgetten instandhouding ProRail

In onderstaand overzicht is het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over de betalingen door IenW aan ProRail.

Tabel 46 Budget en realisatie instandhouding ProRail (bedragen x €1 miljoen)
  

Begroting

Realisatie

Verschil

Toelichting

Artikelonderdeel

2022

2022

2022

 

MF 13.02

 

1.599

1.946

347

1

Totaal realisatie instandhouding HSWI

    

Toelichting

  • 1. In 2022 is € 347 miljoen (inclusief btw) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt veroorzaakt door de prijsbijstelling 2022 (€ 80 miljoen), de onvermijdelijke tegenvallers in 2022 (€ 165 miljoen, Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 14), de onvermijdelijke tegenvallers in 2021 (€ 66 miljoen, Kamerstukken II 2021/22, 29 984, nr. 980), uitgevoerd werk waarvoor het budget op andere artikelen was begroot (€ 4 miljoen) en een kasschuif (versnelling) van per saldo € 32 miljoen. Afrekening van de subsidie 2022 vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar.

Uitgesteld en achterstallig onderhoud

In het onderzoek uit 2020 naar de instandhoudingskosten van ProRail door PwC/Rebel (Kamerstukken II 2019/20, 35570, nr. 46). blijkt dat er sprake is van enig uitgesteld onderhoud. De risico’s van het uitgesteld onderhoud lijken beperkt, omdat een groot deel van dit uitgesteld onderhoud weloverwogen en bewust ontstaat omdat dit past binnen de asset management strategie van ProRail. In incidentele gevallen is sprake van achterstallig onderhoud. Dit speelt in de Rotterdamse haven. Voor het oplossen hiervan is een verbeterprogramma ingericht (zie o.a. Kamerstukken II 2021/22, 29984, nr. 954). Het wegwerken daarvan zal nog enkele jaren in beslag nemen. Zoals in de Kamerbrief over de halfjaarrapportage van ProRail is gemeld wordt daarop goede voortgang geboekt (Kamerstukken II 2022/23, 29984, nr. 1055).

Waar ProRail vorig jaar nog concludeerde dat de staat van de Nederlandse spoorinfrastructuur gemiddeld gezien goed was, concludeert ProRail nu dat deze in 2021 ruim voldoende was (Kamerstukken II, 36200 A, nr. 56). Er zijn in 2021 ten opzichte van 2020 weinig veranderingen opgetreden in levensduur en het aantal techniek gerelateerde storingen is gedaald. De reden waarom ProRail de staat van de infrastructuur over 2021 anders beoordeelt dan over 2020 is dat het aantal veiligheidsincidenten is gestegen. Tegelijkertijd ziet ProRail dat er meer aandacht nodig is voor het op norm houden of verbeteren van de staat van de spoorinfrastructuur. Dat blijkt uit een stijging van het aantal overschrijdingen op de meest kritische normwaarde voor het doen van onderhoud aan het spoor.

In 2021 is de Kamer geïnformeerd over een tweetal veiligheidsincidenten; loszittende spoorstaafverbindingen en de ontsporing van een trein nabij station Groningen. In het rapport ‘Staat van de Infrastructuur’ is dit terug te zien in de toename aan Onmiddellijke ActieWaarde (OAW) overschrijdingen. De OAW is de meest kritische normwaarde die ProRail kent. Indien deze overschreden wordt, dienen er direct beheersmaatregelen genomen te worden. Naar aanleiding hiervan heeft ProRail de aandacht voor een aantoonbaar veilige berijdbaarheid geïntensiveerd. In het rapport is er dan ook specifieke aandacht voor het programma Aantoonbare Veilige Berijdbaarheid.

Balansposten ProRail

Tussen IenW en ProRail is sprake van een subsidierelatie waarbij is afgesproken dat:

  • Overschotten en tekorten bij ProRail op uitgevoerde werkzaamheden (prijsverschillen, zoals aanbestedingsmeevallers) worden toegevoegd c.q. onttrokken aan de egalisatiereserve op de balans bij ProRail. De egalisatiereserve mag maximaal + of ‒ 5% van de (vijfjaars gemiddelde) subsidie bedragen.

  • Overschotten bij ProRail die betrekking hebben op verleende subsidies die pas later in de tijd benodigd blijken te zijn (hoeveelheidsverschillen), worden jaarlijks, na vaststelling van de subsidie, terugbetaald aan IenW en weer toegevoegd aan de middelen in het Mobiliteitsfonds, waarna ze door ProRail weer kunnen worden aangevraagd in het jaar dat deze middelen alsnog benodigd zijn.

Ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag zijn de gegevens van de balansposten van ProRail per eind 2022 nog niet beschikbaar. Volledigheidshalve is hieronder de meest recente informatie opgenomen ten aanzien van de balansposten ProRail.

Tabel 47 Balansposten ProRail (bedragen x € 1 miljoen)
 

EOV

Aanleg

Totaal

Vooruit ontvangen bijdragen van derden (per saldo)

193

44

237

Vooruit ontvangen bijdragen van IenW (per saldo)

‒ 62

18

‒ 44

Vooruit ontvangen bijdragen

131

62

193

    

Nog te egaliseren investeringsbijdragen

35

58

93

Nog te egaliseren exploitatiebijdragen

‒ 58

0

‒ 58

Nog te egaliseren bijdragen

‒ 23

58

35

    

Getroffen voorzieningen en overige reserves

  

63

Saldo van nog te betalen kosten en vooruitbetaalde kosten

  

‒ 15

Nog te betalen kosten

  

48

    

Liquide middelen per 31-12-2021

  

276

Bron: jaarverslag ProRail 2021

Toelichting

Ten tijde van het opstellen van deze bijlage is er nog geen vastgesteld jaarverslag van ProRail over 2022 beschikbaar. Het vastgestelde jaarverslag wordt separaat aan de Tweede Kamer gestuurd. De informatie over 2022 zal eveneens aan de Tweede Kamer worden aangeboden in de bijlage bij de ontwerpbegroting 2024.

Licence