Base description which applies to whole site

10.1 Dienst Uitvoering Onderwijs

Inleiding

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering, waarbij de burger en instellingen centraal worden gesteld. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het Inkoop Uitvoeringscentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern OCW en haar diensten en andere overheidsorganen.

Tabel 68 Staat van baten en lasten van het agentschap DUO (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie t-1 (4)

Baten

    

- Omzet

376.684

485.261

108.577

414.009

waarvan omzet moederdepartement

294.581

391.319

96.738

332.798

waarvan omzet overige departementen

76.375

87.536

11.161

75.686

waarvan omzet derden

5.728

6.406

678

5.525

Rentebaten

0

1.132

1.132

147

Vrijval voorzieningen

0

0

0

179

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

376.684

486.393

109.709

414.335

     

Lasten

    

Apparaatskosten

341.972

446.326

104.354

384.984

- Personele kosten

240.659

310.360

69.701

263.248

waarvan eigen personeel

201.268

228.655

27.387

200.813

waarvan inhuur externen

32.049

69.750

37.701

53.530

waarvan overige personele kosten

7.342

11.955

4.613

8.905

- Materiële kosten

101.313

135.966

34.653

121.736

waarvan apparaat ICT

27.228

42.627

15.399

36.531

waarvan bijdrage aan SSO's

25.175

29.641

4.466

25.958

waarvan overige materiële kosten

48.910

63.698

14.788

59.247

Rentelasten

100

637

537

51

Afschrijvingskosten

33.012

33.483

471

28.522

- Materieel

13.000

13.092

92

11.809

waarvan apparaat ICT

12.500

12.606

106

11.281

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

500

486

‒ 14

528

- Immaterieel

20.012

20.391

379

16.713

Overige lasten

1.500

5.685

4.185

1.060

waarvan dotaties voorzieningen

1.500

5.685

4.185

1.060

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

376.584

486.131

109.547

414.617

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

100

262

162

‒ 282

Agentschapsdeel Vpb-lasten

100

53

‒ 47

30

Saldo van baten en lasten

0

209

209

‒ 312

Tabel 69 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

Realisatie 2022

Toevoeging/ onttrekking:

    

- Pok/ WaU *

0

0

0

0

- Exploitatiereserve

0

209

‒ 209

‒ 312

Saldo van baten en lasten

0

209

‒ 209

‒ 312

Toelichting

DUO heeft een positief resultaat van € 0,2 miljoen gerealiseerd. Het positieve resultaat wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. In onderstaande beschrijving wordt het resultaat nader toegelicht.

Baten

Omzet moederdepartement

Tabel 70 Omzet verantwoording agentschap DUO

Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

391.319

waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten

 
 

waarvan productgroep/dienstengroep Bekostiging

53.690

 

waarvan productgroep/dienstengroep Studiefinanciering

136.196

 

waarvan productgroep/dienstengroep Examendiensten

44.571

 

waarvan productgroep/dienstengroep Basisregister

39.930

 

waarvan productgroep/dienstengroep Informatiediensten

13.035

 

waarvan productgroep/dienstengroep Overige taken

31.774

 

waarvan productgroep/dienstengroep Opdrachten

19.446

 

waarvan productgroep/dienstengroep Vervangingen LCM

47.412

 

waarvan productgroep/dienstengroep Shared Service Organisatie Noord

5.265

De omzet moederdepartement is € 96,7 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. Hieronder valt de dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord voor € 5,3 miljoen verricht voor het moederdepartement en onder haar vallende diensten welke geen onderdeel was van de omzet in de Rijksbegroting. Daarnaast betreft het de looncompensatie 2023 van € 13,7 miljoen en bijstellingen in de (basis)dienstverlening welke per saldo € 53,1 miljoen belopen. Dit gaat om additionele middelen uit hoofde van WaU (€ 27,1 miljoen), werkzaamheden voortvloeiende uit het coalitieakkoord (€ 7,1 miljoen), additionele werkzaamheden op het gebied van compliance (€ 4,1 miljoen) en een tijdelijke uitbreiding van de werkzaamheden van de afname van schoolexamens (€ 8,6 miljoen). Ten slotte is de omzet uit hoofde van Life Cycle Management (LCM)hoger dan begroot (€ 6,2 miljoen). Verder zijn de opbrengsten uit de overige taken verder gestegen met circa € 8,8 miljoen en is € 12,2 miljoen ingezet ter dekking van de extra opdrachten. Daarnaast is nog eens € 3,6 miljoen extra ter beschikking gesteld voor de uitvoering van de werkplekdienstverlening ten behoeve van het departement.

De genoemde extra omzet van € 96,7 miljoen wordt voor € 5,3 miljoen gedekt vanuit middelen die OCW en de onder haar vallende diensten in hun eigen apparaatsbegroting hebben opgevoerd, € 38,5 miljoen gedekt vanuit de voorjaarsnota OCW en de overige € 52,9 miljoen vanuit middelen die reeds beschikbaar waren op de OCW-begroting.

Omzet overige departementen

Onder de omzet overige departementen (€ 87,5 miljoen) vallen onder meer de werkzaamheden in het kader van de Inburgeringstaak (€ 38,8 miljoen), het Landelijk Register Kinderopvang (€ 8,0 miljoen) en twee overige projecten (€ 0,9 miljoen) allen voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Verder vallen hieronder activiteiten voor de examens in het kader van de Wet financieel toezicht (Wft) (€ 2,1 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Financiën, de print- en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (€ 2,1 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarnaast genereert DUO omzet vanuit de activiteiten op het gebied van inkoopdiensten en datacenter-gerelateerde activiteiten van de Shared Service Organisatie Noord voor diverse ministeries (€ 34,8 miljoen). De afnemers zijn de Ministeries van Justitie en Veiligheid (€ 11,1 miljoen), Economische Zaken en Klimaat (€ 5,6 miljoen), Infrastructuur en Waterstaat (€ 0,7 miljoen), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 13,0 miljoen), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (€ 3,5 miljoen), Financiën (€ 0,7 miljoen) en overige (€ 0,2 miljoen). Ten slotte valt hieronder de omzet voor detacheringen binnen de Rijksoverheid en overige werkzaamheden voor overige departementen (€ 0,8 miljoen).

De omzet overige departementen stijgt met € 11,2 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Het betreft met name de dienstverlening van het Overheiddatacentrum van de Shared Service Organisatie Noord welke met € 9,6 miljoen is gestegen. Daarnaast is er sprake van een stijging van de dienstverlening aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid van € 1,1 miljoen en een stijging van € 0,5 miljoen uit hoofde van overige werkzaamheden voor overige departementen.

Omzet derden

De omzet derden (€ 6,4 miljoen) betreft onder andere de ontvangen examengelden van de kandidaten examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs (€ 3,4 miljoen), inkoop- en housingactiviteiten binnen de Shared Service Organisatie Noord (€ 1,4 miljoen) en overige werkzaamheden voor derden binnen het domein onderwijs voortkomend uit OCW-beleidsmaatregelen en bedrijfsvoering DUO (€ 1,6 miljoen).

De stijging ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bedraagt € 0,7 miljoen en heeft betrekking de overige werkzaamheden voor derden.

Rentebaten

De rentebaten van € 1,1 miljoen hebben betrekking op de ontvangen rente over het uitstaande rekening courant tegoed bij het Ministerie van Financiën.

Vrijval voorziening

De vrijval van de voorziening in 2023 is nihil.

Bijzondere baten

De bijzonder baten in 2023 zijn nihil.

Lasten

De apparaatskosten stijgen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met € 104,4 miljoen. De personele kosten zijn € 76,4 miljoen hoger dan begroot. De toename is het gevolg van de additionele werkzaamheden in de reguliere basisdienstverlening, WaU, het coalitieakkoord, compliance en de loonontwikkeling in 2023. Een deel van de personele inzet 2023 is geactiveerd en verantwoord onder immateriële vaste activa. Het gaat hier om gerealiseerde kosten ten behoeve van de ontwikkeling van software, systemen en applicaties. Deze zullen in de toekomst als afschrijvingskosten verantwoord worden. De materiële kosten zijn € 28,0 miljoen hoger dan begroot als gevolg van de eerder genoemde additionele werkzaamheden.

Rentelasten

De rentelasten van € 0,6 miljoen hebben betrekking op de leningen afgesloten ter financiering van de immateriële vaste activa. Dit betreffen met name door DUO zelf ontwikkelde software, systemen en applicaties.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten hebben betrekking op de materiële en immateriële vaste activa. De afschrijvingskosten zijn € 0,5 miljoen hoger dan initieel begroot.

Dotaties voorzieningen

De dotatie aan de voorzieningen bedraagt € 5,7 miljoen. De voorzieningen hebben betrekking op verplichtingen die voortvloeien uit regelingen vallend onder Sociaal Beleid Rijk, de cao en specifieke maatwerkafspraken binnen DUO. Deze voorzieningen hangen deels samen met de gewenste mobiliteit voor de komende jaren. De stijging ten opzichte van de begroting hangt samen met het opvoeren van de voorziening voor jubileumuitkeringen.

Tabel 71 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

2023

2022

Activa

  

Vaste activa

175.171

141.775

Immateriële vaste activa

143.421

115.480

Materiële vaste activa

31.750

26.295

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

31.751

26.295

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

72.497

70.512

Voorraden en onderhanden projecten

607

584

Debiteuren

13.598

13.866

Overige vorderingen en overlopende activa

34.063

17.558

Liquide middelen

24.229

38.504

Totaal activa

247.668

212.287

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

4.084

3.876

Pok/ WaU reserve

0

0

Exploitatiereserve

3.875

4.188

Onverdeeld resultaat

209

‒ 312

Voorzieningen

5.882

1.424

Langlopende schulden

90.167

77.693

Leningen bij het Ministerie van Financiën

90.167

77.693

Kortlopende schulden

147.535

129.294

Crediteuren

6.739

23.539

Belastingen en premies sociale lasten

159

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

25.639

20.153

Overige schulden en overlopende passiva

114.998

85.602

Totaal passiva

247.668

212.287

Toelichting

Activa

Immateriële vaste activa

Onder de immateriële vaste activa zijn aangekochte software licenties, activa in ontwikkeling en zelfontwikkelde software opgenomen. De boekwaarde is toegenomen met € 27,9 miljoen ten opzichte van 2022 als gevolg van investeringen in het systeemlandschap (€ 44,3 miljoen) en Software en Licenties (€ 2,8 miljoen). Daarnaast is op de totale immateriële vaste activa € 19,2 miljoen afgeschreven. De voor activering in aanmerking komende projecten zijn als activa in ontwikkeling opgenomen. Het betreffen 89 (deel) projecten met een totale waarde van € 36,5 miljoen bestaande uit materiële en personele kosten. De waardering van de materiële kosten heeft plaatsgevonden tegen werkelijke kosten. De inzet van externe medewerkers is verantwoord tegen de werkelijke kosten en de inzet van interne medewerkers is verantwoord tegen de kosten zoals opgenomen in de handleiding overheidstarieven. De afschrijvingstermijn van de immateriële vaste activa bedraagt drie tot tien jaar conform de economische levensduur. De gewogen gemiddelde afschrijvingstermijn bedraagt per balansdatum 6,8 jaar.

Materiële vaste activa

Onder de materiële vaste activa is hardware en inventaris opgenomen. De boekwaarde van de materiële vaste activa is met € 5,5 miljoen toegenomen ten opzichte van 2022. Het investeringsniveau was in 2023 hoger dan de afschrijvingslast als gevolg van investeringen in het ICT domein. De afschrijvingstermijn van de materiële vaste activa bedraagt drie tot tien jaar conform de economische levensduur.

Voorraden

Dit betreffen de voorraden papier en kantoorartikelen.

Debiteuren

De debiteurenstand in 2023 bedraagt € 13,6 miljoen en ligt daarmee in lijn met de omvang van vorig jaar.

Onder de debiteuren is voor € 7,0 miljoen aan vorderingen op andere Ministeries opgenomen te weten; Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap € 0,2 miljoen, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties € 4,4 miljoen, Ministerie van Justitie en Veiligheid € 1,1 miljoen, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat € 0,7 miljoen, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid € 0,1 miljoen, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat € 0,3 miljoen en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport € 0,2 miljoen.

Overige vorderingen en overlopende activa

De post overige vorderingen en overlopende activa bedraagt in 2023 € 30,9 miljoen en is € 13,2 miljoen toegenomen ten opzichte van 2022. Onder deze post zijn bedragen opgenomen ten behoeve van softwarelicenties en onderhoudscontracten die in 2023 vooruit zijn betaald. De stijging is het gevolg van een aantal grote vooruitbetalingen in 2023 welke betrekking hebben op komende jaren.

Onder de post overige vorderingen en overlopende activa is voor € 1,1 miljoen aan vorderingen op andere Ministeries opgenomen te weten: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties € 0,8 miljoen, Ministerie van Justitie en Veiligheid € 0,1 miljoen en Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid € 0,2 miljoen.

Liquide middelen

De post liquide middelen bedraagt € 24,2 miljoen en is met € 14,3 miljoen gedaald ten opzichte van 2022. Dit als gevolg van de positieve operationele kasstroom van € 36,3 miljoen, de gepleegde investeringen van € 68,6 miljoen waar een lening van € 37,8 miljoen tegenover staat. Daarnaast is er € 19,8 miljoen afgelost op de leningen.

Passiva

Eigen vermogen

Het eigen vermogen DUO bedraagt na verwerking van het exploitatieresultaat 2023 € 4,1 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt 1,0% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Dit is onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar (€ 21,5 miljoen).

Voorzieningen

De voorzieningen bestaan uit verplichtingen in het kader van personeel (wachtgelden) € 0,5 miljoen en overige € 1,2 miljoen. Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de verplichtingen voortvloeiend uit afspraken in het kader van Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Daarnaast is in 2023 een voorziening gevormd voor uitkeringen jubilea van € 4,1 miljoen. Deze voorziening is op individueel niveau gevormd ten behoeve van toekomstige jubilea-uitkeringen. Bij de bepaling van de voorziening is rekening gehouden met het uitkeringspercentage van het salaris, verwachte salarisstijgingen, opgebouwde jaren, blijfkans en sterftekans. De voorziening is contact gemaakt tegen een disconteringsvoet van 2,72%. Uit de voorzieningen is € 1,2 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitkeringen in 2023. Aan de voorziening is € 1,6 miljoen gedoteerd ten behoeve van nieuwe regelingen met name als gevolg van de gewenste mobiliteit en € 4,1 miljoen voor jubileauitkeringen.

Voorzieningen

Tabel 72 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2022

Onttrekkingen

Dotaties

Vrijval

31-12-2023

Wachtgeld

287

‒ 472

677

0

492

Overige

1.137

‒ 754

869

0

1.252

Jubilea

4.138

0

4.138

Totaal voorzieningen

1.424

‒ 1.226

5.684

0

5.882

Leningen bij het Ministerie van Financiën

DUO heeft in 2023 wederom gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. Het betreft leningen ten behoeve van vervangingen in het systeemlandschap. Van deze leningen is € 25,6 miljoen opgenomen onder het kortlopende deel leningen bij het Ministerie van Financiën, zijnde de aflossingverplichting 2024. Een bedrag van € 76,1 miljoen dient binnen vijf jaar afgelost te worden en het restantbedrag van € 14,1 miljoen heeft een looptijd langer dan vijf jaar.

Tabel 73 Overzicht leningen

Lening

Hoofdsom

Looptijd(in hele jaren)

Rente %

Begindatum

Einddatum

Aantal aflostermijnen

Openstaande leensom 31-12-2023

613954

18.360.000

8

2,28%

20-12-2023

20-12-2031

32

18.360.000

306977

1.230.000

6

2,31%

20-12-2023

20-12-2029

24

1.230.000

179333

18.180.000

4

2,45%

20-12-2023

20-12-2027

16

18.180.000

3904

9.500.000

8

2,54%

21-12-2022

23-12-2030

32

8.312.500

3903

4.500.000

6

2,50%

21-12-2022

21-12-2028

24

3.750.000

3901

11.100.000

4

2,47%

21-12-2022

21-12-2026

16

8.325.000

3702

23.500.000

8

0,00%

16-12-2021

17-12-2029

32

17.625.000

3701

2.500.000

6

0,00%

16-12-2021

16-12-2027

24

1.666.667

3700

11.000.000

4

0,00%

16-12-2021

16-12-2025

16

5.500.000

3540

2.000.000

6

0,00%

18-12-2020

18-12-2026

24

1.000.000

3539

5.000.000

4

0,00%

18-12-2020

18-12-2024

16

1.250.000

3538

21.000.000

8

0,00%

18-12-2020

18-12-2028

32

13.125.000

3361

8.310.000

4

0,00%

30-12-2019

2-1-2024

16

519.375

3360

13.700.000

10

0,01%

30-12-2019

31-12-2029

40

8.562.500

3167

16.800.000

10

0,57%

5-11-2018

6-11-2028

40

8.400.000

Totaal

166.680.000

     

115.806.042

Crediteuren

De crediteurenstand ultimo 2023 bedraagt € 6,7 miljoen. In 2022 was onder de post crediteuren een bedrag van € 19,4 miljoen aan nog te ontvangen facturen opgenomen, welke in 2023 onder de overige verplichtingen en overlopende passiva is verantwoord voor een bedrag van € 22,0 miljoen. De werkelijke mutatie in de post crediteuren ten opzichte van 2022 bedraagt derhalve een daling van € 2,7 miljoen.

Onder de post crediteuren is € 2,4 miljoen aan schulden aan andere ministeries opgenomen te weten: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap € 2,0 miljoen, Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties € 0,3 miljoen en Ministerie van Financiën € 0,1 miljoen.

Belastingen en premies sociale lasten

De post belastingen en premies heeft betrekking op nog af te dragen BTW.

Overige schulden en overlopende passiva

De balanspost overige verplichtingen en overlopende passiva van € 115,0 miljoen bestaat voor € 48,2 miljoen aan vooruit ontvangen middelen van het Ministerie van OCW. Het betreft middelen die DUO in het boekjaar 2023 of eerder heeft ontvangen maar waarvoor in het boekjaar nog geen prestatie is verricht. Op het moment dat de prestatie is geleverd, worden de ontvangsten als baten verantwoord. Het betreft hier doorlopende werkzaamheden die in 2024 zullen worden uitgevoerd. Hiervan heeft € 19,0 miljoen betrekking op diverse (doorlopende) werkzaamheden in het kader van Life Cycle Management, € 10,9 miljoen op werkzaamheden basisdienstverlening en € 18,3 miljoen op overige opdrachten.

Daarnaast zijn onder de overige schulden en overlopende passiva de opgebouwde rechten aan reservering individueel keuzebudget  en verlofrechten ultimo 2023 van het personeel in loondienst (€ 32,2 miljoen) opgenomen, nog te ontvangen facturen (€ 22,0 miljoen) en de overige te betalen bedragen (€ 12,2 miljoen). Tenslotte zijn onder deze post de in het verleden ontvangen investering specifieke financiële bijdragen van de ministeries verantwoord. Het betreft bijdragen die in het verleden de financiering van uitbreidingsinvesteringen mogelijk maakten. De onttrekking volgt het afschrijvingspatroon van de betrokken vaste activa en komt ten gunste van de afschrijvingskosten. De ultimo stand bedraagt € 0,4 miljoen waarvan € 0,2 miljoen een looptijd heeft van langer dan één jaar.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

De niet uit de balans blijkende verplichtingen bedragen eind 2023 circa € 149,7 miljoen (2022: € 149,1 miljoen). Het betreffen vooral contracten voor huisvesting (€ 109,5 miljoen), telecommunicatie en informatietechnologie (€ 31,6 miljoen) en support en abonementen (€ 8,5 miljoen). De volgende totaalbedragen vervallen binnen één jaar (€ 42,2 miljoen), respectievelijk vijf jaar (€ 78,2 miljoen) en later dan vijf jaar (€ 29,3 miljoen). Er is geen sprake van verplichtingen uit hoofde van langlopende leasecontracten per balansdatum.

Tabel 74 Kasstroomoverzicht over 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

17.519

38.504

20.985

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

376.684

501.911

125.227

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 341.972

‒ 465.580

‒ 123.608

2.

Totaal operationele kasstroom

34.712

36.331

1.619

 

totaal investeringen (-/-)

‒ 59.700

‒ 68.566

‒ 8.866

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 59.700

‒ 68.566

‒ 8.866

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

aflossingen op leningen (-/-)

‒ 20.000

‒ 19.810

190

 

beroep op leenfaciliteit (+)

47.700

37.770

‒ 9.930

4.

Totaal financieringskasstroom

27.700

17.960

‒ 9.740

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

20.231

24.229

3.998

Toelichting

De positieve operationele kasstroom (€ 38,5 miljoen) is het saldo ontvangsten moederdepartement, overige departementen en derden (€ 501,9 miljoen). Hier staan uitgaven tegenover aan crediteuren en personeel (€ 465,6 miljoen). De investeringskasstroom van € 68,6 miljoen heeft betrekking op investeringen in het rekencentrum en software ten behoeve van de basisdienstverlening alsook investering in zelfontwikkelde software. Het betreft hier software voor de uitvoering van de reguliere dienstverlening binnen DUO. Voor deze investeringen is gebruik gemaakt van de leenfaciliteit voor een bedrag van € 37,8 miljoen. Ten slotte is een bedrag van € 19,8 miljoen afgelost op bestaande leningen. De afwijkin van de operationele kasstroom ten opzichte van de begroting laat zich verklaren door toegenomen volumes aan zowel omzet- als kostenzijde. 

Doelmatigheid

Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. DUO streeft er naar haar dienstverlening continu te verbeteren. De klanttevredenheid van het digitale kanaal is één van de al bestaande indicatoren die dit zichtbaar maken. DUO bevindt zich in een transitie van een organisatie met een complex systeemlandschap gebaseerd op ad hoc financiering, naar een wendbare ICT-gedreven organisatie waarin onderhoud, modernisering en vervanging structureel gefinancierd worden via Life Cycle Management. Met de invoering van deze LCM-systematiek gaat DUO van grote eenmalige projectinvesteringen naar structurele investeringen die over langere tijd afgeschreven worden. Dit is zichtbaar gemaakt door de post «vervangingskosten», zijnde de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen en de post immateriële vaste activa welke de omvang van het ICT-landschap weerspiegelt.

DUO wil doelmatig zijn in het gebruik van ICT-systemen, door te sturen op een stabilisering en uiteindelijke daling van de omvang van haar ICT-landschap. Dit wil DUO bereiken door «slim» te moderniseren/ vervangen en daarmee te komen tot een onder architectuur ontwikkeld modern, simpel en kleiner ICT-landschap. Ook wil DUO sturen op de stabilisering van de kosten van onderhoud. Onder onderhoud wordt verstaan datgene wat nodig is voor instandhouding van de geautomatiseerde uitvoeringsprocessen. DUO wil dit gaan bereiken door (verouderde) systemen tijdig te moderniseren dan wel te vervangen. Daarnaast heeft DUO een indicator opgenomen voor het aantonen van doelmatigheid bij overhead.

Tabel 75 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023

Omschrijving Generiek Deel

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Generiek Deel

     

Omzet per productgroep (pxq)

     

Omzet Bekostiging Instellingen

36,1

37,7

42,8

53,7

41,6

Omzet Studiefinanciering

96,5

95,3

106,7

136,2

99,1

Omzet Examendiensten1

16,2

34,9

33,3

44,6

28,3

Omzet Basisregister

31,2

35,5

33,4

39,9

31,7

Omzet Informatiediensten

10,3

7,1

10,3

13,0

10,4

Totaal basiscontract excl. LCM

190,3

210,5

226,5

287,4

211,0

      

Vervangingskosten

14,9

29,0

35,9

47,4

40,9

Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer

30,9

34,2

44,5

43,7

34,9

Immateriële vaste activa (x1 mln.)

46,1

75,4

111,6

138,0

133,6

      

Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%)

23%

21%

22%

20%

20%

      

FTE

     

FTE-ARAR

2.459,1

2.567,7

2.719,0

2.961,5

2.735,0

FTE-Extern

397,4

403,6

480,9

510,2

222,0

      

Tarieven/uur

     

ICT gerelateerd

115,0

118,0

121,5

132,0

121,5

Overige uren

78,5

78,5

82,0

87,0

82,0

      

Saldo van baten en lasten (%)

100,8

100,0

100,0

100,0

100,0

      

Kwaliteitsindicatoren2

     

Klantcontact digitaal

7,3

7,1

6,7

6,6

6,5

Klantcontact traditioneel

7,4

6,9

7,4

7,8

7,0

1

met ingang van 2020 is abstraheerd voor het onderdeel kostprijsmodel examens.

2

met ingang van 2020 wordt gerapporteerd met één decimaal

Toelichting

Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. Streven voor de komende jaren is een verbeterde dienstverlening zichtbaar in de klanttevredenheid bij optimale inzet van middelen. De realisatie 2023 ligt € 76,4 miljoen hoger dan begroot. Dit met name als gevolg van loon- en prijsontwikkeling, WaU, de uitvoer van het coalitieakkoord, en de uitvoering examens Nederlands als tweede taal en het staatsexamen voortgezet onderwijs.

Vervangingskosten: De effecten van Life Cycle Management zijn inzichtelijk gemaakt door de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen (vervangingskosten) van de immateriële vaste activa op te nemen.

Immateriële vaste activa en kosten met betrekking tot onderhoud en beheer: De omvang van het ICT-landschap wordt weerspiegeld in de balanspost immateriële vaste activa. Hierin is alle zelf ontwikkelde software opgenomen. Deze post zal de eerste jaren een stijging laten zien en vanaf 2027, afgezien van nieuwe taken, een vlakke lijn waarbij de autonome groei van het systeemlandschap is ondervangen en deze post zal stabiliseren rond de € 161,0 miljoen exclusief uitbreidingsinvesteringen als gevolg van nieuw beleid of afwaardering van bestaande systemen. Ook moet deze post worden gezien in relatie tot de indicator kosten met betrekking tot onderhoud en beheer. Door het tijdig en slim vervangen van het systeemlandschap streeft DUO (daar waar, volgens onderzoek Gartner 2018, normaliter sprake is van een autonome groei van circa zes procent) naar een gelijkblijvend onderhoud en beheer.

Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%): De indicator drukt de overhead uit als percentage van de totale kosten.

FTE totaal: De bezetting van ARAR is gestegen ten opzichte van 2022. Dit is met name het gevolg van WaU, de uitvoering van het coalitieakkoord en de groei op het projectenportfolio.

Projecttarief per uur: Het projecttarief (ICT gerelateerd) is € 132,00 per uur en met € 10,50 gestegen ten opzichte van 2022.

Meerwerktarief per uur: Het meerwerktarief is € 87,00 per uur en met € 5,00 gestegen ten opzichte van 2022.

Saldo baten en lasten: DUO begroot met een exploitatiesaldo van nul. Het positieve saldo van baten en lasten 2023 van € 0,2 miljoen bedraagt 0,0% van de baten.

Met het Ministerie van OCW is een set met indicatoren afgesproken, te weten: «Klanttevredenheid klantcontact digitaal» en 'Klanttevredenheid klantcontact traditioneel'.

Klanttevredenheid klantcontact digitaal: Over 2023 heeft deze indicator een score van 6,6 op een schaal van 0 tot 10. Over 2022 bedroeg de score 6,7 op een schaal van 0 tot 10.

Klanttevredenheid klantcontact traditioneel: Over 2023 heeft deze indicator een score van 7,8 op een schaal van 0 tot 10. Over 2022 bedroeg de score 7,4 op een schaal van 0 tot 10.

Licence