Artikel 11 Financiering Staatschuld
Stand vastgestelde begroting (na Nota van Wijziging, amendementen en ISB) (1) | Stand 1ste suppletoire begroting (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|
Uitgaven | 50.474 | 48.896 | 5.655 | 54.551 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | 100% | |
Rente | 8.693 | 8.050 | 28 | 8.078 |
Rentelasten vaste schuld | 8.638 | 8.095 | – 11 | 8.084 |
Rentelasten vlottende schuld | 55 | – 45 | 39 | – 6 |
Uitgaven voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 41.762 | 40.831 | 5.627 | 46.458 |
Aflossing vaste schuld | 41.762 | 40.831 | 4.964 | 45.795 |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 663 | 663 |
Opdrachten | 19 | 15 | 0 | 15 |
Overige kosten | 19 | 15 | 0 | 15 |
Ontvangsten | 55.364 | 53.183 | – 556 | 52.627 |
Rente | 1.277 | 2.851 | 1.775 | 4.627 |
Rentebaten vaste schuld | 1.169 | 1.101 | – 38 | 1.063 |
Rentebaten vlottende schuld | 107 | 105 | – 7 | 98 |
Ontvangsten voortijdige beëindiging | 0 | 1.646 | 1.820 | 3.466 |
Leningen | 54.087 | 50.332 | – 2.332 | 48.000 |
Uitgifte vaste schuld | 54.087 | 48.000 | 0 | 48.000 |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 2.332 | – 2.332 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden de rentelasten en rentebaten verantwoord. Hierbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar) en de rentelasten vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar). Ten tweede zijn de aflossing en de uitgifte van vaste schuld en de mutatie vlottende schuld in de tabel opgenomen. De derde en verreweg de kleinste post betreft de overige kosten. Deze kosten bestaan met name uit betalingsverkeer vanwege het schatkistbankieren en veilingkosten.
Toelichting op de raming van de programma-uitgaven en -ontvangsten
Rentelasten en rentebaten schuld (+ € 28 mln. en + € 1,8 mld.)
De raming van de rentelasten voor 2015 is nagenoeg gelijk gebleven. De rentebaten zullen naar verwachting € 1,8 mld. hoger uitvallen. Deze extra ontvangsten zijn het gevolg van het beëindigen van rentederivaten. De belangrijkste reden om deze derivaten te beëindigen is om de gemiddelde looptijd van de schuld te verlengen. Bij voortijdige beëindiging van rentederivaten ontvangt de Staat in één keer de contant gemaakte waarde van de rentebaten die anders in de komende jaren zouden zijn ontvangen.
Aflossing en uitgifte van vaste schuld (+ € 5,0 mld. en + € 0 mld.) en mutatie vlottende schuld (+ € 663 mln. en – € 2,3 mld.)
De raming voor de aflossingen vaste schuld is met € 5,0 mld. toegenomen. In 2015 zijn extra aflossingen gedaan op leningen die anders in 2016 en 2017 plaats zouden hebben. Hierdoor zijn de aflossingen op de schuldportefeuille de komende jaren gelijkmatiger. Door een verbetering van het kassaldo wordt dit jaar geraamd dat € 663 mln. op de geldmarkt wordt uitgezet. Eerder werd geraamd dat € 2,3 mld. op de geldmarkt moest worden aangetrokken. Het kassaldo is ten opzichte van de stand bij de 1e suppletoire begroting sterk verbeterd, onder andere doordat ABN Amro een lening van € 1,7 mld. voortijdig heeft afgelost en de opbrengsten van de eerste tranche aandelen van ABN Amro zijn geïncasseerd.
Overige kosten schulduitgifte (€ 0 mln.)
De post overige kosten schulduitgifte bestaat voor het grootste deel uit veilingkosten voor obligaties, bankkosten voor het beheer van de staatsschuld en schatkistbankieren. Er is geen bijstelling van de raming nodig voor deze kosten.
Artikel 12 Kasbeheer
Stand vastgestelde begroting (na Nota van Wijziging, amendementen en ISB) (1) | Stand 1ste suppletoire begroting (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|
Uitgaven | 4.359 | 3.311 | 4.156 | 7.467 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | 100% | |
Rente | 53 | 37 | 6 | 43 |
Rentelasten | 53 | 37 | 6 | 43 |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 1.250 | 1.150 | 5.669 | 6.819 |
Verstrekte leningen | 1.250 | 1.150 | 5.669 | 6.819 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 3.055 | 2.124 | – 1.519 | 605 |
Agentschappen | 0 | 0 | 113 | 113 |
RWT’s en derden | 0 | 0 | 0 | 0 |
Sociale fondsen | 3.055 | 2.124 | – 1.633 | 491 |
Decentrale Overheden | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 2.732 | 2.986 | 7.156 | 10.142 |
Rente | 383 | 361 | – 80 | 281 |
Rentebaten | 383 | 361 | – 80 | 281 |
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 1.249 | 1.525 | 4.527 | 6.052 |
Ontvangen aflossingen | 1.249 | 1.525 | 4.527 | 6.052 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 1.100 | 1.100 | 2.709 | 3.809 |
Agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 |
RWT’s en derden | 0 | 0 | 1.142 | 1.142 |
Sociale fondsen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Decentrale Overheden | 1.100 | 1.100 | 1.567 | 2.667 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) mutaties in leningen en aflossingen en (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen en de renteontvangsten over negatieve rekening-couranttegoeden. Mutaties in leningen, aflossingen, rekening-courant en deposito’s bepalen de mutaties in de schuldverhouding van het Rijk met baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen in het kader van geïntegreerd middelenbeheer.
Toelichting op de raming van de programma-uitgaven en -ontvangsten
Rentelasten en rentebaten (+ € 6 mln. en – € 80 mln.)
De rentelasten op leningen, rekening-courantstanden en deposito’s worden bij de tweede suppletoire begroting iets hoger geraamd dan ten tijde van de 1e suppletoire begroting. Dit wordt grotendeels verklaard doordat de RWT’s en decentrale overheden meer tegoeden aanhouden op hun rekening-courant. De rentebaten zijn lager uitgevallen doordat de sociale fondsen minder rood zijn gaan staan.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s (– € 1,5 mld. en + 2,7 mld.)
De mutatie aan de uitgavenkant komt grotendeels voor rekening van de Sociale Fondsen die lagere tekorten hebben op hun rekening-courant.
De mutatie aan de ontvangstenkant wordt veroorzaakt doordat zowel de RWT’s als de decentrale overheden meer tegoeden aanhouden op hun rekening-courant.
Verstrekte leningen en ontvangen aflossingen (+ € 5,7 mld. en + € 4,5 mld.)
Eerder dit jaar zijn de leningen van het Rijksvastgoedbedrijf geherstructureerd (in totaal ca. € 4,5 mld.). Dit bedrag beïnvloedt deze begroting aanzienlijk doordat de oude leningen eerst volledig zijn afgelost waarna nieuwe leningen zijn opgevoerd. Daarnaast zijn ook meer leningen verstrekt aan de RWT’s.