Base description which applies to whole site

3.1. Opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting

Verplichtingen

Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de verplichtingen van het gemeentefonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 naar de stand ontwerpbegroting 2015.

Tabel 3.1.1. Opbouw verplichtingen gemeentefonds (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerpbegroting 2014

18.381.232

16.812.819

16.689.443

16.603.071

16.543.321

16.483.321

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

69.382

– 137.024

– 132.724

– 132.974

– 132.032

– 132.032

Stand 1e suppletoire begroting 2014

18.450.614

16.675.795

16.556.719

16.470.097

16.411.289

16.351.289

Nieuwe mutaties

256.116

10.596.926

10.479.323

10.037.901

9.906.430

9.823.542

Stand ontwerpbegroting 2015

18.706.730

27.272.721

27.036.042

26.507.998

26.317.719

26.174.831

Waarvan verplichtingenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet

2.841

1.841

1.841

2.091

2.091

2.091

Waarvan verplichtingenbedrag kosten Waarderingskamer

1.938

1.985

1.985

1.985

1.985

1.985

Waarvan verplichtingenbedrag budget A+O-fonds

6.301

6.449

6.449

6.449

6.449

6.449

Waarvan verplichtingenbedrag bijdrage aan VNG

6.861

43.341

7.299

7.299

6.299

6.299

Waarvan verplichtingenbedrag bijdrage aan KING

7.464

7.464

7.464

7.464

7.464

7.464

Waarvan verplichtingenbedrag algemene uitkering

15.606.531

14.552.778

14.600.533

14.532.838

14.487.007

14.432.926

Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkeringen overig

1.760.891

1.304.199

1.142.105

1.138.096

1.142.519

1.142.600

Waarvan verplichtingenbedrag decentralisatie-uitkeringen

1.313.903

1.068.198

1.047.800

970.928

965.928

965.928

Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkering sociaal domein

0

10.286.466

10.220.546

9.840.848

9.697.977

9.609.089

Uitgaven

Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de uitgaven van het gemeentefonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 naar de stand ontwerpbegroting 2015.

Tabel 3.1.2. Opbouw uitgaven gemeentefonds (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerpbegroting 2014

18.381.232

16.812.819

16.689.443

16.603.071

16.543.321

16.483.321

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014:

           

1) Buitenonderhoud primair onderwijs

 

– 158.800

– 158.800

– 158.800

– 158.800

– 158.800

Overige mutaties 1e suppletoire begroting 2014

104.157

21.776

26.076

25.826

26.768

26.768

Stand 1e suppletoire begroting 2014

18.485.389

16.675.795

16.556.719

16.470.097

16.411.289

16.351.289

Mutaties nog niet eerder opgenomen in een begrotingsstuk:

           

2) Individuele studietoeslag

 

6.000

18.000

29.000

35.000

35.000

3) Uitvoeringskosten Participatiewet

 

3.000

10.000

17.000

24.000

30.000

4a) Correctie waterschapswegen (knelpunten verdeelproblematiek) uit de AU

         

– 81

4b) Correctie waterschapswegen (knelpunten verdeelproblematiek) (integratie-uitkering)

         

81

5a) Bijdrage aan het A+O-fonds

 

148

148

148

148

148

5b) Bijdrage uit de algemene uitkering aan het A+O-fonds

 

– 148

– 148

– 148

– 148

– 148

6) Terugontvangsten Waarderingskamer 2013 naar AU

92

         

7) Waterschapsverkiezingen

 

23.800

       

8) E-content bibliotheken

 

– 8.000

– 9.200

– 10.600

– 12.200

– 12.200

9a) Groeiopgave Almere (algemene uitkering)

 

– 7.000

– 7.000

– 7.000

– 7.000

– 7.000

9b) Groeiopgave Almere (decentralisatie-uitkering)

 

7.000

7.000

7.000

7.000

7.000

10a) Beeldende kunst en vormgeving (algemene uitkering)

 

13.500

13.500

13.500

13.500

13.500

10b) Beeldende kunst en vormgeving (decentralisatie-uitkering)

 

– 13.500

– 13.500

– 13.500

– 13.500

– 13.500

11) RSP Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)

56.922

         

12) Vrouwenopvang (decentralisatie-uitkering)

 

12.100

12.100

12.100

12.100

12.100

13) IODS kwaliteitsprojecten (decentralisatie-uitkering)

8.835

         

14) Vsv-programmagelden RMC-regio’s G4 (decentralisatie-uitkering)

1.992

         

15) Technische correctie (algemene uitkering)

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

16) Buurtsportcoaches (decentralisatie-uitkering)

57.027

         

17) E-overheid

 

– 500

– 4.150

– 4.150

– 4.150

– 4.150

18a) Macrobudget Wsw (integratie-uitkering sociaal domein)

 

2.256.217

2.084.216

1.915.217

1.759.216

1.644.217

18b) Gemeentelijk participatiebudget (integratie-uitkering sociaal domein)

 

638.245

636.585

640.886

664.360

691.466

18c) Jeugd justitiële jeugdzorg (integratie-uitkering sociaal domein)

 

358.201

358.200

320.621

320.607

320.607

18d) Jeugd (integratie-uitkering sociaal domein)

 

3.525.200

3.434.100

3.359.679

3.359.349

3.359.354

18e) Wmo (integratie-uitkering sociaal domein)

 

3.538.445

3.707.445

3.604.445

3.594.445

3.593.445

18f) Maatschappelijke opvang (decentralisatie-uitkering)

 

87.529

87.529

87.529

87.529

87.529

18g) Vrouwenopvang (decentralisatie-uitkering)

 

4.026

4.026

4.026

4.026

4.026

19) Maatschappelijke opvang (decentralisatie-uitkering)

1.290

         

20) Wmo (integratie-uitkering)

93.530

191.864

179.673

176.349

176.349

176.349

21a) Implementatieondersteuning mGBA (algemene-uitkering)

 

– 1.000

– 1.000

– 1.000

   

21b) Implementatieondersteuning mGBA (bijdrage aan VNG)

 

1.000

1.000

1.000

   

22a) Kosten Waarderingskamer

 

164

164

164

164

164

22b) Kosten Waarderingskamer uit de algemene uitkering

 

– 164

– 164

– 164

– 164

– 164

23) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

36

         

24) Wmo (decentralisatie-uitkering)

 

75.000

75.000

     

25a) Jeugd (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 14.876

       

25b) Wmo (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 14.683

       

25c) Participatiewet (integratie-uitkering sociaal domein)

 

– 283

       

25d) Vrouwenopvang (decentralisatie-uitkering)

 

– 5.850

       

25e) Burgerzakenmodules Basisregistratie personen (algemene uitkering)

– 350

– 350

       

25f) Organisatie van uitvoeringskracht gemeenten (bijdrage aan VNG)

350

36.042

       

26) Koopkrachttegemoetkoming minima (decentralisatie-uitkering)

66.000

         

27a) Accres tranche 2014

– 25.608

– 25.608

– 25.608

– 25.608

– 25.608

– 25.608

27b) Accres tranche 2015

 

– 84.593

– 84.593

– 84.593

– 84.593

– 84.593

Totaal nieuwe mutaties

256.116

10.596.926

10.479.323

10.037.901

9.906.430

9.823.542

Stand ontwerpbegroting 2015

18.741.505

27.272.721

27.036.042

26.507.998

26.317.719

26.174.831

Waarvan uitgavenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet

2.841

1.841

1.841

2.091

2.091

2.091

Waarvan uitgavenbedrag kosten Waarderingskamer

1.938

1.985

1.985

1.985

1.985

1.985

Waarvan uitgavenbedrag budget A+O-fonds

6.301

6.449

6.449

6.449

6.449

6.449

Waarvan uitgavenbedrag bijdrage aan VNG

6.861

43.341

7.299

7.299

6.299

6.299

Waarvan uitgavenbedrag bijdrage aan KING

7.464

7.464

7.464

7.464

7.464

7.464

Waarvan uitgavenbedrag algemene uitkering

15.636.222

14.552.778

14.600.553

14.532.838

14.487.007

14.432.926

Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkeringen overig

1.760.891

1.304.199

1.142.105

1.138.096

1.142.519

1.142.600

Waarvan uitgavenbedrag decentralisatie-uitkeringen

1.318.987

1.068.198

1.047.800

970.928

965.928

965.928

Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkering sociaal domein

0

10.286.466

10.220.546

9.840.848

9.697.977

9.609.089

Toelichting op de nieuwe mutaties

Onderstaand worden de mutaties toegelicht voor zover nog niet eerder toegelicht in een begrotingsstuk. De «overige mutaties 1e suppletoire begroting 2014» zijn toegelicht in de 1e suppletoire begroting 2014 (Tweede Kamer, 2013–2014, 33 940 B, nrs. 1 en 2).

1) Buitenonderhoud primair onderwijs

Vanaf 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs van gemeenten naar de schoolbesturen. Daartoe wordt € 158,8 miljoen van de algemene uitkering overgeheveld naar de begroting van OCW. De schoolbesturen zullen de middelen voortaan ontvangen van het Ministerie van OCW.

2) Individuele studietoeslag

In het kader van de Participatiewet is de individuele studietoeslag geïntroduceerd. Het betreft een nieuwe vorm van aanvullende inkomensondersteuning. De toeslag is bedoeld voor studerenden, die recht hebben op studiefinanciering of een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS), en geen minimumloon kunnen verdienen. De regeling is niet voor studenten met een in aanmerking te nemen vermogen. Hiervoor wordt € 6 miljoen in 2015 oplopend tot € 35 miljoen in 2018 en verder toegevoegd aan het gemeentefonds. Dit betreffen zowel de uitkeringslasten voor de individuele inkomensondersteuning als de uitvoeringskosten voor de gemeenten.

3) Uitvoeringskosten Participatiewet

In het kader van de Participatiewet wordt vanaf 2015 de toegang tot de Wajong beperkt. Hierdoor zal de gemeentelijke doelgroep toenemen, omdat mensen met arbeidsvermogen die bij ongewijzigd beleid onder de (financiële) verantwoordelijkheid van de UWV zouden komen vanaf 2015 onder de Participatiewet gaan vallen. Het kabinet voegt voor de uitvoeringskosten ten behoeve van de genoemde nieuwe doelgroep € 3 miljoen in 2015 oplopend tot € 30 miljoen in 2019 toe aan de algemene uitkering van het gemeentefonds.

4a en b) Correctie waterschapswegen (knelpunten verdeelproblematiek)

Met het gesloten bestuurlijk akkoord van april 2006 is € 15 miljoen aan de algemene uitkering van het gemeentefonds toegevoegd ten behoeve van knelpunten in de verdeling (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 560 B, nr 2). Een knelpunt betreft de integratie-uitkering Correctie waterschapswegen. Deze uitkering beoogt een compensatie te verstrekken voor btw die door gemeenten wordt betaald doordat het onderhoud van hun wegen is uitbesteed aan waterschappen. Gemeenten hebben de verplichting tot bekostiging van het onderhoud vanwege de Wet herverdeling wegenbeheer. Doorgaans kunnen gemeenten de kosten vanwege de afdracht van btw voor het onderhoud van wegen declareren bij het BTW-compensatiefonds. Wanneer het beheer van wegen valt onder de verantwoordelijkheid van waterschappen kunnen de gemeenten de afdracht van btw niet declareren bij het BTW-compensatiefonds. Hierdoor zijn de kosten voor het wegenonderhoud hoger in die gemeenten waar het onderhoud van wegen wordt gedaan door waterschappen. Deze hogere kosten worden met deze uitkering gecompenseerd. Voor het jaar 2019 bedraagt de uitkering € 3,612 miljoen. Ten opzichte van 2018 is dat een stijging van € 81.000. Dat bedrag wordt onttrokken aan de algemene uitkering.

5a en b) Bijdrage aan het A+O-fonds

De bijdrage aan het A+O-fonds voor het jaar 2015 en verder is vastgesteld op een bedrag van € 6,449 miljoen. Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2014 betekent dit een verhoging van € 148.000. Deze verhoging wordt uit de algemene uitkering van het gemeentefonds gehaald en toegevoegd aan het onderdeel «Bijdrage aan het A+O-fonds».

6) Terugontvangsten Waarderingskamer 2013 naar AU

De Waarderingskamer heeft de jaarrekening over 2013 uiteindelijk € 184.640 lager vastgesteld. Vanuit het gemeentefonds wordt voorzien in een gedeeltelijke financiering van de apparaatsuitgaven van de Waarderingskamer. Volgens bestaande afspraken komt nu 50% van het genoemde bedrag ten goede aan de algemene uitkering van het gemeentefonds.

7) Waterschapsverkiezingen

Per 1 juli 2014 treedt de Wet aanpassing waterschapsverkiezingen in werking. Dit betekent dat de waterschapsverkiezingen in 2015 tegelijk met de verkiezingen voor de provinciale staten plaatsvinden. Gemeenten krijgen door de wetswijziging voor het eerst een rol bij het organiseren van de waterschapsverkiezingen. De toevoeging van € 23,8 miljoen aan de algemene uitkering compenseert gemeenten voor de extra kosten als gevolg van de organisatie van gecombineerde verkiezingen.

8) E-content bibliotheken

In 2011 is besloten om de inkoop van e-content door bibliotheken te centraliseren. Omdat de lokale bibliotheken deze taak niet meer uit gaan voeren wordt de algemene uitkering van het gemeentefonds verlaagd met € 8 miljoen in 2015 oplopend tot € 12,2 miljoen in 2018 en verder. De uitname zal plaatsvinden per 2015, als de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen in werking treedt.

9a en b) Groeiopgave Almere

Omdat de uitzonderlijke groeikosten van Almere niet via de reguliere verdeelsystematiek van het gemeentefonds kunnen worden vergoed, ontvangt Almere als uitvloeisel van het groot onderhoud van het gemeentefonds vanaf 2015 een jaarlijkse decentralisatie-uitkering ter grootte van € 7 miljoen. De decentralisatie-uitkering heeft een duur van maximaal 22 jaar.

10a en b) Beeldende kunst en vormgeving

Als uitvloeisel van het groot onderhoud van het gemeentefonds gaat de decentralisatie-uitkering Beeldende kunst en vormgeving van € 13,5 miljoen per 2015 op in de algemene uitkering.

11) RSP Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)

In 2014 wordt aan het gemeentefonds € 56,9 miljoen toegevoegd ten gunste van de gemeente Assen voor het project FlorijnAs in verband met RegioSpecifiekPakket (RSP) Zuiderzeelijn.

12) Vrouwenopvang (decentralisatie-uitkering)

Voor de kwaliteitsimpuls aanpak van huiselijk geweld wordt vanaf 2015 structureel € 10 miljoen toegevoegd aan de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang. Daarnaast is € 2,1 miljoen toegevoegd vanwege de decentralisatie van de opvang van specifieke groepen slachtoffers.

13) IODS kwaliteitsprojecten (decentralisatie-uitkering)

Het Rijk draagt met een bijdrage van € 8,8 miljoen aan de gemeente Midden-Delfland bij aan het behoud van het karakteristieke landschap. De bijdrage is bestemd voor de zogenoemde IODS kwaliteitsprojecten (Integrale Ontwikkeling Delft–Schiedam) «Sanering verspreid liggende glastuinbouw» en «Groen ondernemen, een nieuwe landbouw» (onderdeel «Grondinstrument»). De bijdrage betreft de tweede tranche en wordt verleend op basis van de gemaakte afspraken in de Bestuurlijke Overeenkomst IODS van 2 september 2010.

14) Vsv-programmagelden RMC-regio’s G4 (decentralisatie-uitkering)

Voor de intensivering van de begeleiding van 18- en 19-jarigen die dreigen uit te vallen wordt de decentralisatie-uitkering Voortijdig schoolverlaters-programmagelden Regionaal Meld- en coördinatiepunt-regio’s G4 in 2014 opgehoogd met, afgerond, € 2 miljoen.

15) Technische correctie (algemene uitkering)

Dit betreft een technische corectie van € – 4 miljoen in verband met een onjuiste extrapolatie 2013–2014.

16) Buurtsportcoaches (decentralisatie-uitkering)

In de komende jaren staat de kwaliteitsbevordering van de combinatiefuncties en buurtsportcoaches centraal, waarbij voor de laatste een verbreding naar andere sectoren geldt voor het maken van een verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang, bedrijfsleven en onderwijs. Daarnaast is er aandacht voor de landelijke en lokale effecten van de inzet van Combinatiefuncties en Buurtsportcoaches op het bereik van doelgroepen en de sport-, beweeg- en cultuurdeelname. De achtergrond van de buurtsportcoaches is heel verschillend. Om meer verbinding tussen deze professionals te realiseren en kennisdeling tot stand te brengen, faciliteert het Rijk ondersteuning op de genoemde gebieden. Het Rijk draagt hiertoe € 57,027 miljoen bij.

17) E-overheid

Voor de financiering van de e-Overheid wordt in aanvulling op de uitnames die reeds zijn verwerkt in de Voorjaarsnota 2014 (Tweede Kamer, 2013–2014, 33 940 B, nrs 1 en 2) in 2015 € 0,5 miljoen en in 2016 en verder € 4,15 miljoen uitgenomen uit het gemeentefonds. Deze uitnames betreffen:

  • 1) De huidige facturen aan gemeenten (jaarlijks totaal circa € 5,3 miljoen.) voor verstrekkingen van gegevens uit het Handels Register en het Kadaster worden omgelegd via het gemeentefonds in de vorm van een structurele uitname. De hoogte van de uitname per 2016 is nu vooralsnog € 3,65 miljoen.

  • 2) Omdat in 2013 de eerste gemeenten zijn aangesloten op Mijn Overheid en in 2014 meer gemeenten zullen volgen, wordt hiervoor van gemeenten een bijdrage gevraagd in de vorm van een structurele uitname uit het gemeentefonds van € 0,5 miljoen.

18a en b) Macrobudget Wsw en gemeentelijk participatiebudget (integratie-uitkering sociaal domein)

Vanaf 2015 maakt het gebundeld participatiebudget onderdeel uit van het gemeentefonds via de integratie-uitkering sociaal domein. Het gebundeld participatiebudget bestaat uit het macrobudget Wsw (Wet sociale werkvoorziening) en het gemeentelijk participatiebudget.

18c t/m g) Jeugdwet en Wmo (integratie-uitkering sociaal domein)

In het kader van de Jeugdwet en de Wmo 2015 worden de nieuwe middelen die daarmee samenhangen per 2015 overgeheveld naar het gemeentefonds en uitgekeerd via de integratie-uitkering sociaal domein. Daarnaast worden per 2015 de decentralisatie-uitkeringen vrouwenopvang (€ 4 miljoen) en maatschappelijke opvang (€ 87,5 miljoen) structureel verhoogd met het AWBZ-budget dat samenhangt met opvang.

19) Maatschappelijke opvang (decentralisatie-uitkering)

Beschermd wonen wordt vanaf 2015 op grond van de Wmo 2015 de verantwoordelijkheid van gemeenten. Centrumgemeenten voeren hierbij de regie. Om een adequate voorbereiding op deze nieuwe taak mogelijk te maken en te komen tot goede afstemming met regiogemeenten en (veld)partijen, ontvangt elke centrumgemeente in 2014 € 30.000. De decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang wordt hiervoor met € 1,29 miljoen opgehoogd in 2014.

20) Wmo (intergratie-uitkering)

De integratie uitkering Wmo wordt verhoogd vanwege toekenning van volume indexatie tranche 2014 (€ 30,4 miljoen) en tranche 2015 (€ 34,1 miljoen) en nominale indexatie: tranche 2014 (€ 35,9 miljoen) en correctie op eerder toegekende tranche 2013 (€ 13,7 miljoen). Verder is de integratie-uitkering per 2015 verhoogd met € 77,8 miljoen in verband met effecten van extramuralisering van lichte zorgzwaartepakketten in de AWBZ. In 2014 is eenmalig € 45 miljoen extra budget toegekend samenhangend met de afschaffing van de Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie eigen risico (CER). Dit extra budget wordt vanaf 2015 aan de integratie-uitkering sociaal domein toegevoegd.

21a en b) Implementatieondersteuning mGBA

De modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (mGBA) heeft vertraging en overschrijding van het budget opgelopen als gevolg van problemen bij de bouw van de Basisregistratie personen (BRP). De Tweede Kamer is hierover geïnfomeerd bij brief van 28 oktober 2013 (Tweede Kamer, 2013–2014, 27 859, nr. 68). De aanvullende kosten voor de implementatieondersteuning aan gemeenten zijn als gevolg hiervan € 3 miljoen. Hiervoor wordt uit het gemeentefonds in de periode 2015–2017 € 1 miljoen per jaar aan de VNG betaald.

22a en b) Kosten Waarderingskamer

Het voorlopige aandeel van de gemeenten in de kosten van de Waarderingskamer in 2015 bedraagt € 1.321.500. De voorlopige beheerbijdrage van de gemeenten in de Landelijke voorziening WOZ in 2015 bedraagt € 663.300. In totaal is de voorlopige bijdrage van de gemeenten in 2015 dan ook € 1.984.800 7. Dat is een verhoging van € 163.800. Dit bedrag wordt vanuit de algemene uitkering overgeboekt naar de Waarderingskamer.

23) Bodemsanering

Met de opheffing en opsplitsing van de gemeente Boarnsterhim neemt Leeuwarden als bevoegd gezag Wet Bodembescherming een deel van het grondgebied van de provincie Friesland over. Als uitvloeisel daarvan wordt de decentralisatie-uitkering Bodemsanering van Leeuwarden in 2014 met een bedrag van € 36.000 verhoogd. Een overeenkomstig bedrag wordt in minder gebracht op de decentralisatie-uitkering Bodemsanering van de provincie Friesland.

24) Wmo (decentralisatie-uitkering)

Het kabinet stelt in 2015 en 2016 tijdelijk extra middelen beschikbaar aan gemeenten voor een thuishulptoeslag waarmee gemeenten de mogelijkheid krijgen om arbeidsplaatsen in de huishoudelijke hulp te behouden.

25a t/m f) Uitvoeringskracht gemeenten (bijdrage aan VNG)

De VNG gaat een aantal specialistische en/of landelijk georganiseerde taken in het kader van het sociaal domein, uit het oogpunt van efficiency en effectiviteit centraal ondersteunen en/of uitvoeren. De benodigde middelen worden hiertoe vanuit het gemeentefonds beschikbaar gesteld aan de VNG.

26) Koopkrachttegemoetkoming minima (decentralisatie-uitkering)

Voor de koopkrachttegemoetkoming voor minima wordt in 2014 eenmalig € 66 miljoen toegevoegd aan het gemeentefonds als decentralisatie-uitkering.

27a en b) Accres tranche 2014 en 2015

Het gemeentefonds en het provinciefonds ontwikkelen zich evenredig met de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (NGRU). Nemen de NGRU van jaar op jaar toe, dan neemt ook de algemene uitkering van de fondsen toe. Bij een afname van de NGRU geldt het omgekeerde. De groei of krimp van de fondsen als gevolg van deze normeringssystematiek wordt accres genoemd. Het accres van tranche 2014 bedraagt € 456,266 miljoen. Dat is € 25,608 miljoen minder dan waar bij voorjaarsnota 2014 vanuit werd gegaan. Het accres van tranche 2015 bedraagt – € 84,593 miljoen.

7

Dit bedrag kan nog wijzigen op basis van de definitief vastgestelde begroting van de Waarderingskamer.

Licence