Base description which applies to whole site

5. Langdurige zorg en ondersteuning

Ouderen, mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en mensen met een psychische aandoening kunnen in Nederland rekenen op goede ondersteuning en zorg. Dat willen we zo houden, ook voor toekomstige generaties. De ondersteuning en zorg moeten passen bij de individuele wensen, mogelijkheden en beperkingen van mensen. Kwaliteit van leven en waardigheid zijn daarbij kernbegrippen. We willen de kwaliteit van ondersteuning en zorg verder verbeteren en betaalbaar houden door de kosten te beheersen en verspilling tegen te gaan. Tegelijk willen we waardig om blijven gaan met kwetsbare mensen. We willen ook naar een samenleving waarin iedereen zich afvraagt wat we zelf kunnen bijdragen en wat we voor een ander kunnen doen.

Hiertoe hervormen we de langdurige zorg en ondersteuning om die meer cliëntgericht en toekomstbestendig te laten zijn. 1 In de brief Hervorming langdurige zorg; naar een waardevolle toekomst (TK 30 597, nr. 296) heeft het kabinet zijn toekomstvisie neergelegd, waarin de zorg meer rekening houdt met wat mensen willen en kunnen. Dat willen we voor iedereen die dat nodig heeft, ook voor mensen met een kleine portemonnee.

Het stelsel van langdurige zorg en ondersteuning moet beter aansluiten bij de ontwikkelingen en eisen van deze tijd. Zowel in de ouderenzorg, de geestelijke gezondheidszorg als in de gehandicaptenzorg zien we dat mensen langer meedoen, langer zelfstandig blijven en zelfredzaam zijn. Dat komt onder meer tot uitdrukking in woonvormen die passen bij de wensen en mogelijkheden van cliënten. De visie achter de hervorming van de langdurige zorg is dat mensen centraal staan en niet de systemen. We gaan uit van wat mensen wél kunnen. Kwaliteit van leven en welbevinden staan voorop. We bieden maatwerk, want geen twee mensen zijn hetzelfde en we moeten ongelijke situaties niet gelijk behandelen.

Met de hervorming vereenvoudigen we het systeem zodat het logischer wordt en duidelijker. Voorheen kregen mensen bijvoorbeeld zorg van de huisarts uit de Zorgverzekeringswet (Zvw), verpleging thuis uit de AWBZ en ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Vanaf 2015 krijgen zij zorg uit de Zvw en alle ondersteuning uit de Wmo. Dat is voor mensen die thuis wonen een loket minder. Zo wordt het mogelijk passende zorg en ondersteuning beter vorm te geven en creëren we meer ruimte voor lokaal maatwerk door professionals, mantelzorgers en vrijwilligers. Er ontstaan ook meer mogelijkheden voor hen om verbinding te leggen tussen het medische en het sociale domein. Daarom worden de taken van gemeenten en zorgverzekeraars uitgebreid.

De nieuwe Wet maatschappelijk ondersteuning 2015 is gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie en regelt die ondersteuning, toegesneden op de persoonlijke situatie van mensen. De ondersteuning is erop gericht dat mensen die dat nodig hebben, met ondersteuning voor henzelf of voor hun mantelzorgers, zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Het is belangrijk dat mensen met beperkingen zoveel mogelijk in staat worden gesteld op gelijke voet te participeren en deel te nemen aan het dagelijkse leven. Gemeenten krijgen daarom de opdracht de toegankelijkheid te verbeteren van voorzieningen, zodat mensen met een beperking kunnen meedoen in de samenleving.

De voorgenomen ratificatie en uitvoering van het VN-Verdrag voor mensen met een handicap, waarvoor de Staatssecretaris van VWS coördinerend bewindspersoon is, draagt ook in belangrijke mate bij aan het bevorderen van de participatie van mensen met een beperking. Na een lange voorbereidingstijd hopen we dat de invoering van het verdrag – conform het voornemen uit het regeerakkoord – in 2015 kan plaatsvinden.

Waar de Wmo 2015 gaat over ondersteuning, richt de Zorgverzekeringswet zich op zorg met een medisch karakter. Met ingang van 1 januari 2015 worden verpleging en verzorging (lijfgebonden zorg) – voor mensen die dus nog thuis wonen – opgenomen in het basispakket. Door het recht op wijkverpleegkundige zorg op te nemen in de aangepaste Zvw kunnen wijkverpleegkundigen een belangrijke rol spelen in passende zorg en ondersteuning, die ons voor ogen staat.

Wijkverpleegkundigen komen bij de mensen thuis, zijn makkelijk aanspreekbaar en kennen de weg binnen de gezondheidszorg, gemeenten en welzijnsorganisaties. Samen met de huisarts kunnen zij mensen helpen zo lang mogelijk thuis te wonen. Samenwerking tussen professionals in de eerste lijn, zoals wijkverpleegkundigen, huisartsen en verzorgenden is van groot belang om samenhangende zorg aan mensen te kunnen bieden. Dat krijgt bijvoorbeeld vorm in de sociale wijkteams. Zo komen het medisch en sociale domein bij elkaar. We willen toe naar een situatie waarin we mensen in de ogen kijken en vragen wat ze echt nodig hebben. Daarom is ook wettelijk vastgelegd dat zorgverzekeraars en gemeenten afspraken moeten maken over de inzet van de wijkverpleegkundige en de afstemming tussen zorg en maatschappelijke ondersteuning in de wijk.

Voor de meest kwetsbare ouderen en gehandicapten is er de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze wet die op 1 januari 2015 moet ingaan, garandeert voor iedereen die dat nodig heeft 24 uur per dag zorg of toezicht in een veilige leefomgeving. Soms is opname in een instelling de enige optie. De wet regelt dat de kwaliteit van instellingszorg is gewaarborgd. Mensen worden waardig behandeld en hebben zo veel mogelijk een thuisgevoel. Mensen mogen echter – als het verantwoord is en de kosten niet te hoog zijn – ook kiezen om zorg thuis te krijgen in de vorm van een pgb of in natura (volledig pakket thuis).

Ook wanneer intensieve zorg in een instelling nodig is, moeten naasten betrokken kunnen blijven bij de zorg voor hun partner, familie of vrienden. We zien hoe belangrijk mantelzorgers zijn voor het geluk van de mensen om hen heen. We beschouwen mantelzorgers en zorgprofessionals als partners; zij vullen elkaar aan. Zorgaanbieders zijn op grond van de Wlz verplicht om met iedere cliënt een bespreking over zorgverlening te voeren. De resultaten daarvan leggen zij vast in een zorgplan. Bij de zorgverlening staan de wensen, mogelijkheden en behoeften van de cliënt centraal. Het sociale netwerk van de cliënt wordt betrokken bij de bespreking van het zorgplan.

De Wlz zorgt ook voor een betere verdeling van verantwoordelijkheden. Er komt meer ruimte voor de professionals in de zorg door het duidelijke onderscheid tussen de indicatie en het zorgplan. Hierdoor wordt de te verlenen zorg minder bepaald door het indicatiebesluit en meer door een gesprek over de zorg die mensen nodig hebben. Het aantal indicatiebesluiten zal aanzienlijk afnemen. Dit heeft gevolgen voor het werk en de organisatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Hiervoor zijn middelen beschikbaar.

Het is begrijpelijk dat mensen bezorgd zijn over de veranderingen waar mee ze te maken krijgen. Om cliënten, gemeenten, zorgaanbieders en cliënten- en patiëntenorganisaties tijdig te informeren en voor te bereiden op de veranderingen en om zorgaanbieders te inspireren nieuwe ondersteuningsvormen te ontwikkelen, is een zorgvuldig implementatietraject ingericht. Om gemeenten en regio’s goed te begeleiden bij de voorbereiding en uitvoering van de verschillende decentralisaties in het sociale domein zijn voor de praktische vragen en hulp ondersteuningsteams ingesteld. Ook werken wij met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) samen in het TransitieBureau Wmo dat gemeenten, zorgaanbieders en cliëntenorganisaties helpt in de voorbereiding op de transitie.

Om de veranderingen in de komende periode zo veel mogelijk voorspelbaar en beheersbaar te laten verlopen, zijn met alle betrokken partijen landelijke werkafspraken gemaakt. Centraal hierbij staan onderwerpen als zorgvernieuwing, het continueren van de zorg, de (her)bestemming van zorgvastgoed, arbeidsmarkt en een adequate informatievoorziening. Ook hebben wij het programma Aandacht voor iedereen in het leven geroepen om patiënten- en cliëntenorganisaties te ondersteunen in hun nieuwe rol. In het najaar van 2014 beginnen we met een landelijke publiekscampagne om iedereen te informeren over de veranderingen in de langdurige zorg. Ook kunnen mensen met vragen terecht bij de helpdesk www.hervorminglangdurigezorg.nl.

Gemeenten en zorgverzekeraars krijgen extra geld om zorg en ondersteuning dicht bij mensen te organiseren. Die extra middelen zijn vrijgemaakt om de overgang van taken vanuit de AWBZ naar gemeenten en zorgverzekeraars gemakkelijker te maken en meer zekerheid te bieden aan ouderen en gehandicapten die thuis willen blijven wonen.

Het kabinet wil daarnaast investeren in aanpassing van de bestaande woningvoorraad, nieuwe woonzorgconcepten en verbouw van verzorgings- en verpleeghuizen. De behoefte aan nieuwe combinaties van wonen en zorg zal immers toenemen door veranderingen in individuele voorkeuren. Met betrokken partijen zal er een agenda worden opgesteld om knelpunten in de regelgeving op te ruimen.

De hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning is een enorme opgave en een meerjarig proces. Bij de decentralisatie van verantwoordelijkheden naar de gemeenten trekken we nauw op met het Ministerie van BZK en het Ministerie van SZW. Met de overdracht van taken in 2015 en de vele activiteiten die komend jaar worden ondernomen om de hervorming van een zachte en zorgvuldige landing te voorzien, zijn we er natuurlijk nog niet.

Zo willen en moeten we ook aandacht besteden aan speciale thema’s of problemen waar mensen nu en in de toekomst mee worden geconfronteerd. Denk bijvoorbeeld aan eenzaamheid. Een onderschat probleem, dat soms pijnlijk zichtbaar wordt wanneer iemand pas lange tijd na overlijden wordt gevonden in zijn woning. Wijkverpleegkundigen, sociale wijkteams en de gemeenten kunnen in hun contacten met mensen eenzaamheid en de dreiging van sociaal isolement zo vroeg mogelijk in beeld krijgen en in actie komen.

Door het stijgende aantal ouderen zal het aantal mensen met dementie toenemen. Het Deltaplan Dementie is een baanbrekend actieprogramma dat staat voor onderzoek en zorginnovatie om dementie beter te begrijpen, beter te behandelen en te voorkomen. Het verbetert de zorg en de kwaliteit van het leven voor de patiënt van vandaag en zoekt naar oplossingen voor de patiënt van morgen. In het Deltaplan Dementie werken patiëntenverenigingen, de wetenschap en het bedrijfsleven samen met de overheid. De hervorming van de langdurige zorg biedt meer mogelijkheden om mensen met dementie langer in hun vertrouwde omgeving te laten wonen. We starten in 2015 initiatieven om de kwaliteit van leven van mensen met dementie en hun omgeving te verbeteren. Zo wordt een regionale pilot gestart en wordt de werkgroep «Vanuit dementie bekeken» ingesteld. Deze krijgt de opdracht om vanuit het perspectief van mensen met dementie in kaart te brengen waar zij tegenaan lopen.

Er wordt hard gewerkt in de ouderenzorg en medewerkers zijn zeer gemotiveerd. Het verbeteren van de kwaliteit van de ouderenzorg gaat echter te langzaam. Dat blijkt onder meer uit een recent onderzoek van de IGZ. Langdurige zorg in een instelling wordt steeds meer complexe zorg omdat ouderen op hogere leeftijd en met zwaardere zorgvragen in een instelling komen. Minder complexe zorgvragen worden immers thuis of dichtbij huis opgevangen. Innovatie is essentieel om hierop in te spelen. Instellingen moeten daar de komende jaren mee aan de slag. Om zorgaanbieders te ondersteunen bij de verbetering van de kwaliteit stellen we voor de korte termijn vanaf 2015 extra geld beschikbaar. Voor de langere termijn stellen we samen met alle betrokken partijen in het najaar van 2014 een actieplan op.

1

Met de in deze paragraaf opgenomen toelichting op de hervorming langdurige zorg wordt invulling gegeven aan de motie-Schouw (TK 21 501-20, nr. 537), die de regering oproept aan te geven op welke wijze omgegaan wordt met de landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie COM(2014) 420 final.

Licence