Base description which applies to whole site

2.4 Strategische Evaluatie Agenda (SEA)

Opzet strategische evaluatieagenda VWS

De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) heeft als doel om betere en meer bruikbare inzichten te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid, alsmede het benutten van deze inzichten om daarmee uiteindelijk een hogere maatschappelijke toegevoegde waarde van beleid te realiseren. De opzet van de SEA ondersteunt het streven om evalueren als integraal onderdeel van het beleidsproces goed in te bedden.

In 2023 heeft VWS de evaluatieagenda verder ontwikkeld door:

•         Het formuleren van inzichtbehoeften in de SEA. De inzichtbehoeften vormen het fundament voor het maken van strategische keuzes rond het programmeren van (ex-ante, ex-durante en ex-post) evaluatieonderzoeken. De inzichtbehoeften komen onder meer voort uit (een prioritering van) kennislacunes, naderende besluitvormingsmomenten en vaststaande (verplichte) evaluatiemomenten.

•        De koppeling met het kader «Beleidskeuzes uitgelegd». In de evaluatieparagraaf van het kader Beleidskeuzes uitgelegd wordt onderbouwd hoe het beleid geëvalueerd zal worden. Deze evaluaties bieden de basis om te leren, het beleid bij te sturen en verantwoording af te kunnen leggen. Daarmee raakt het kader aan de Strategische evaluatieplanning van VWS. VWS ziet de Strategische Evaluatie Agenda als kans om de werkwijze ‘Beleidskeuzes uitgelegd’ verder te brengen3. Daarmee raakt het kader aan de Strategische evaluatieplanning van VWS.

•         De oprichting van een expertisecentrum voor evaluaties en onderzoek. Om ondersteuning te bieden bij de opzet en uitvoering van evaluatie en onderzoek hebben beleid en staf de krachten gebundeld in het 'Expertisecentrum voor Evaluatie en Onderzoek'. Dit expertisecentrum is een voor VWS nieuw initiatief dat voortbouwt op de ervaringen opgedaan vanuit de beleidsmedewerkers, kenniscoördinatoren van het beleid en medewerkers vanuit de Chief Science Officer en Evaluatiefunctie. Door bundeling en analyse van de verschillende onderzoeksresultaten en leerlessen kunnen de inzichtbehoeften voor toekomstige evaluaties en onderzoeken beter worden geformuleerd. Met het expertisecentrum wordt invulling gegeven aan het gedane advies uit de ex durante evaluatie van de pilot Lerend evalueren om een kwalitatief goede stuurgroep die dicht op de evaluatie zit te organiseren.

•         Meer aandacht voor informatie aan de Kamer over evaluatieonderzoek en de uitkomsten hiervan, met name met betrekking tot de periodieke rapportages over de SEA thema’s.

De huidige SEA is opgesteld voor de jaren 2024-2030. De uitdagingen voor een goed functionerend gezondheidszorgstelsel voor nu en straks zijn groot. In de SEA zijn daarom de belangrijke thema’s voor houdbare zorg in goed overleg met diverse stakeholders benoemd. In de volgende paragrafen worden deze thema’s nader toegelicht en de bijhorende evaluatieprogrammering gepresenteerd. In bijlage 6 worden vervolgens de verschillende onderzoeken uit de SEA elk nader beschreven.

Thema 1: Volksgezondheid en sport

Volksgezondheid is de gezondheidstoestand van de bevolking en het geheel aan activiteiten ter bevordering van de gezondheid van de bevolking. Het gaat dan vooral om collectieve maatregelen voor de publieke gezondheid, zoals het voorkómen van ziekten en het verlengen van de levensverwachting. Het doel van het beleid van VWS richt zich dan ook op: een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk blootstaan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij in gezondheid leven.

De maatschappelijke opgaven op het gebied van volksgezondheid zijn veelal domeinoverstijgend waarbij goede samenwerking tussen alle betrokkenen een must is. In de uitwerking van deze opgaven geldt dat mensen in eerste instantie wel zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – indien mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s.

Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie en aan het verbeteren van de schoolprestaties. Daarnaast heeft sport en bewegen een intrinsieke waarde.

Voor de Strategische Evaluatie Agenda wordt de onderstaande indeling gehanteerd voor de beschrijving van de monitorings- en onderzoeksinspanningen voor het thema van volksgezondheid en sport. Deze subthema’s verschillen qua aard en aanpak van elkaar. In de periodieke rapportage zullen daarom de inzichten in de doeltreffendheid en doelmatigheid elk afzonderlijk per subthema worden besproken. Generieke vragen voor de periodieke rapportage worden gevonden in: a) hoe wordt gestuurd op het realiseren van de beleidsdoelen, b) in welke mate is dat doeltreffend & doelmatig en c) welke mogelijke verbeteringen(-/stappen) zijn hierin te onderkennen.

1) Gezondheidsbeleid: De Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024 beschrijft de landelijke prioriteiten op het gebied van publieke gezondheid en geeft richting aan het lokale gezondheidsbeleid van gemeenten. Het doel van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) is het bereiken van een gezonde generatie in 2040. Waarbij gezonde mensen opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving met een sterke sociale basis. Vanuit verschillende thema’s wordt hierop ingezet. Vanuit Kansrijke Start is er speciale aandacht voor het bevorderen en behouden van de fysieke en mentale gezondheid vanaf het prille begin, de eerste 1000 dagen, waarbij speciale aandacht uitgaat naar mensen in kwetsbare situaties. Voor het gezondheidsonderzoek en het stimuleren van het gebruik van de ontwikkelde kennis wordt intensief samengewerkt met kennisinstituten zoals het RIVM en ZonMw.

2) Ziektepreventie: Het doel van het preventiebeleid is om de gezondheid van mensen in Nederland te verbeteren. Naast de bestrijding van volksziektes is een belangrijk onderdeel hiervan de bestrijding van infectieziekten en het voorkomen/ingespeeld zijn op eventuele toekomstige pandemieën. De focus voor de komende periode ligt bij te komen tot een toekomstbestendig stelsel van infectieziektebestrijding, waarin de lessen en taken van de aanpak van de COVID-19-crisis duurzaam zijn geïmplementeerd.

3) Gezondheidsbevordering: Een gezonde leefstijl is belangrijk voor het algemene welzijn van mensen. Het doel van leefstijlpreventie is ziekte voorkomen en een goede gezondheid behouden en bevorderen. Belangrijke leefstijlthema’s zijn: roken, alcohol, voeding, bewegen en overgewicht. Om de gezondheid te bevorderen beschikt de overheid over verschillende beleidsvarianten van informatie verstrekken tot aan iets verbieden. De afweging die hierbij gemaakt wordt hangt sterk samen met voorkeuren voor keuzevrijheid, solidariteit, marktinterventie en paternalisme. In de uitvoering van de gezondheidsbevordering worden stappen gezet. Komende tot resultaten in de praktijk is een proces van de lange adem.

4) Ethiek: Het is belangrijk om aandacht en zorg te hebben voor medisch ethische kwesties. Door technologische ontwikkelingen en voeren van het maatschappelijk debat is het belangrijk om periodiek de effecten daarvan te wegen en eventuele opkomende nieuwe ethische dilemma’s bespreekbaar te maken. De Gezondheidsraad en ZonMw zijn belangrijke onafhankelijk partijen die (evaluatie)onderzoek doen en (gevraagd en ongevraagde) adviezen geeft.

5) Sport en bewegen: In Nederland wordt gestreefd naar een sportieve samenleving, waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden zijn. Het landelijk sportbeleid richt zich op stimuleren, financieren en regisseren. Er moet aandacht zijn voor hoe dit beleid in de praktijk uitwerkt. De periodieke rapportage kan ingaan op welke invloed de diverse beleidslijnen hebben op verschillende groepen mensen. Er zijn namelijk culturele verschillen in sport- en beweeggedrag. Met beleid willen we iedereen bereiken.

Tabel 4 SEA: Volksgezondheid en sport

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage – Volksgezondheid

EP evaluatie

2028

1,6

Gala – midterm review

EA, ED, EP

2024

1

Voortgang Nationaal Preventieakkoord

ED evaluatie

2025

1

Rijksvaccinatiebeleid

EA evaluatie

jaarlijks

1

Bevolkingsonderzoeken

EA evaluatie

jaarlijks

1

Aanpak volksziektes

ED evaluatie

2025

1

RIVM

EP

2027

Agents.

ZonMw

EP

2027

1

Sportakkoord II

ED evaluatie

jaarlijks

6

Topsport in Nederland

ED evaluatie

jaarlijks

6

BOSA en SPUK Stimulering Sport

ED evaluatie

2023

6

Thema 2: Curative 1e en 2e lijnszorgDe minister is verantwoordelijk voor een toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief goed zorgstelsel. Zo ook voor de curatieve zorg, waaronder de eerste- en tweedelijnszorg. Bij de eerstelijnszorg kan een patiënt direct terecht. Denk hierbij aan de huisartsenzorg, wijkverpleging en apotheekzorg. Voor de tweedelijnszorg heeft de patiënt een verwijzing van de huisarts nodig. De meeste ziekenhuiszorg valt hieronder.

Voor wat betreft de eerstelijnszorg ligt de focus voor de komende jaren op het creëren van toekomstgerichte eerstelijnszorg. Op dit moment werkt het ministerie van VWS met partijen uit de eerstelijnszorg aan een visie op de eerstelijnszorg in 2030 en aan een bijbehorend plan van aanpak t/m 2026. In 2022 is het Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesloten, met als doel de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om dit te bereiken zijn afspraken gemaakt tussen het pinisterie van VWS en een groot aantal partijen in de zorg. Ondertekenaars van het IZA voor wat betreft eerste- en tweedelijnszorg zijn onder meer overkoepelende organisaties van eerstelijnszorg en ziekenhuizen. In onderstaand overzicht staan de monitorings- en evaluatie-inspanning voor de verschillende aspecten van de eerste- en tweedelijnszorg voor de komende periode beschreven. Als gevolg van de vergrijzing, de beweging naar passende zorg en omdat mensen langer thuis blijven wonen, zullen steeds meer mensen voor complexere zorgvragen een beroep doen op eerstelijnszorg. Voor de periodieke rapportage staat de vraag centraal of de beweging van tweede naar eerstelijnszorg op de juiste manier ingezet is en hoe deze beweging verder kan worden verstevigd.

Tabel 5 SEA: Curative 1e en 2e lijnszorg

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage – Passende zorg

EP evaluatie

2027

2

Monitoring IZA

ED evaluatie

2024

2

Diverse monitors NZa

ED evaluatie

jaarlijks

2

Programma ‘Zorgevaluatie en Gepast Gebruik’

ED evaluatie

periodiek

2

De werking van zorgmarkten

ED evaluatie

2025

2

Juist Zorg Op de Juiste Plek (JZOJP)

EP evaluatie

2024

2

Thema 3: Geestelijke gezondheidszorgWanneer iemand problemen van psychische aard ervaart, kan die persoon voor behandeling terecht komen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). De overheid wil dat mensen met psychische problemen passende hulp krijgen via de huisarts, gemeenten, basis ggz of gespecialiseerde ggz. Ggz wordt geleverd in verschillende domeinen en dus vanuit verschillende wetten en financieringsstromen. De wetten die een rol spelen in de ggz zijn de Zvw, Wlz, Wmo, Wvggz, Wzd en Jeugdwet. Hierdoor zijn zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten verantwoordelijk voor verschillende delen van de ggz-zorg. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) heeft als doel de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Afspraken over de curatieve ggz en het sociaal domein maken hier ook onderdeel van uit met o.a. de focus op:

• Toegang: Toegankelijkheid verbeteren en wachttijden verminderen door een andere ordening en betere samenwerking binnen en met de ggz en zorgen voor voldoende capaciteit.• Kwaliteit: Meer inzicht in zorgopbrengsten, kwaliteit en effectiviteit van behandeling om de zorg aan patiënten verder te verbeteren.• Samenwerking: Het verbeteren van de samenwerking tussen sociaal domein, huisartsenzorg en ggz-zorg.• Arbeidsmarkt: Gelijkmatig verdelen werkdruk en optimaal inzetten personeel in de ggz.

Tabel 6 SEA: Geestelijke gezondheidszorg

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage – ggz

EP evaluatie

2028

2,3,5

Kerncijfers ggz NZa

ED monitor

periodiek

2,3,5

Ggz-dashboard

ED monitor

periodiek

2,3,5

Monitoring wachttijden ggz NZa (IZA)

ED monitor

Halfjaarlijks

2,3,5

Monitor zorggebruik ggz-wonen cliënten in Wlz

ED monitor

jaarlijks

2,3,5

Zicht en grip op cruciale ggz

EA onderzoek

2024

2,3,5

Monitor psychische problematiek

ED onderzoek

2023/2024

2,3,5

Evaluatie Wzd en Wvggz

EP evaluatie

2026

2,3,5

Thema 4: Geneesmiddelen en medische technologieNederlanders moeten verzekerd zijn van doelmatige zorg met kwalitatief hoogwaardige en veilige producten. De overheid heeft hier een bijzondere verantwoordelijkheid in het borgen van de toegang tot werkzame en betaalbare genees- en hulpmiddelen, voor nu en voor morgen. Hiervoor schept het voorwaarden voor de beschikbaarheid en leveringszekerheid, de toegankelijkheid, de veiligheid, de kwaliteit en de betaalbaarheid van medische producten die aan de eisen van de tijd voldoen en doelmatig worden gebruikt.

Het beleidsterrein kent diverse raakvlakken met de ‘markt’ – met innovatie en wereldwijd opererende bedrijven en productie- en leveringsketens. Belangrijke aandachtsgebieden voor de komende periode hierbij zijn:

a) Geneesmiddelenbeleid met speciale aandacht voor het creëren van de toekomstbestendig beleid voor dure geneesmiddelen, waarbij betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid gewaarborgd worden. In IZA hebben partijen afgesproken het pakketbeheer van dure geneesmiddelen merkbaar te verbeteren.

b) Beschikbaarheid van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en lichaamsmateriaal: Productie en toeleveringsketen weerbaar maken en tekorten ondervangen.

c) Programma Medische Isotopen (PMI). De doelstelling van het programma is het borgen van de voorzieningszekerheid van medische isotopen en het versterken van de nucleaire kennisinfrastructuur waarin nieuwe (kanker-) therapieën tot ontwikkeling kunnen komen.

Tabel 7 SEA: Geneesmiddelen en medische technologie

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage – Geneesmiddelen NL in 2030

EP

2024

FBZ

Evaluatie geneesmiddelenvisie

EP

2023

FBZ

Mid-term review IZA - Dure geneesmiddelen

ED

2024

FBZ

Leveringszekerheid

ED

2024

FBZ

Programma Medische Isotopen

ED

2027

FBZ

aCBG

EP

2028

Agents.

Thema 5: JeugdKinderen hebben het recht veilig en zo gezond mogelijk op te groeien. Alleen op die manier kunnen ze hun talenten ontwikkelen en optimaal meedoen in de samenleving. Voor de realisatie hiervan heeft de Rijksoverheid verantwoordelijkheid voor het stelsel van preventie en jeugdhulp, zoals dit in de Jeugdwet is vastgelegd. Op grond van de Jeugdwet zijn gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor het leveren van de voorzieningen op dit gebied.

De Jeugdwet in de huidige vorm kan de eerdere beloften van de decentralisatie onvoldoende waarmaken. In de kern waren dit passende hulp, dichtbij huis, brede triage, integraal in de context van het gezin, efficiënter en met minder kosten. Met de Hervormingsagenda Jeugd wordt gewerkt aan betere en tijdige zorg en ondersteuning op de juiste plek en een beter beheersbaar (en daarmee duurzaam) jeugdhulpstelsel. Bij de uitwerking van de noodzakelijke hervormingen worden vijf leidende principe gehanteerd.

1. Passende zorg is beschikbaar voor de meest kwetsbare kinderen en jongeren.

2. Versterken veerkracht van kinderen en gezinnen in hun normale dagelijkse leven.

3. Minder marktwerking, meer samenwerking en betere inkoop van zorg.

4. Verbetering kwaliteit en effectiviteit van jeugdzorg.

5. Jeugdzorg als effectieve samenwerkingspartner

Naast inhoudelijke verbeteringen zijn ook dringend verbeteringen nodig in de randvoorwaarden voor een goed functionerend jeugdstelsel. Zo is het belangrijk om het inzicht in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid te vergroten door te komen tot betere kwaliteit en beschikbaarheid van data en een betere landelijke integrale monitoring. Dit met het doel het functioneren van het jeugdstelsel over de jaren heen beter in beeld te brengen op de doelen kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid en beter zicht te krijgen op de effecten van landelijk, regionaal en gemeentelijk beleid. Hiermee kunnen we op basis van feiten keuzes maken, kunnen we van onszelf en elkaar leren, beter bijsturen waar nodig en het stelsel beter beheersbaar maken.

De maatregelen om hiertoe en de inhoudelijke thema’s te komen, zijn in het kader van de Hervormingsagenda Jeugd in overleg met betrokken partijen nader uitgewerkt.

Tabel 8 SEA: Jeugd

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage

EP evaluatie

2028

5

Ex durante adviezen Commissie van deskundigen

ED evaluatie

2025

5

Monitor Hervormingsagenda

ED evaluatie

2024-2026

5

Jeugdmonitor

ED monitor

jaarlijks

5

Beleidsinformatie Jeugd

ED monitor

jaarlijks

5

Thema 6: Maatschappelijke ondersteuning

De burger participeert vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht in de samenleving. Daar waar dat niet lukt bieden gemeenten en veldpartijen ondersteuning met als doel de burger zoveel en zolang mogelijk te laten deelnemen aan de samenleving. Gemeenten dragen sinds de hervorming van de langdurige zorg in 2015 de verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het Rijk is verantwoordelijk voor een goed functionerend stelsel. Het is de taak van de Rijksoverheid om gemeenten en veldpartijen in een positie te brengen om tot meer effectieve en efficiënte ondersteuning te komen. De Rijksoverheid draagt hierbij zorg voor de financiering van de Wmo 2015 en voert hierop regie door het vaststellen van de wettelijke kaders, houden van toezicht, monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015.

In 2018 is een eerste evaluatie uitgevoerd naar de werking van de Wmo 2015 in de de praktijk. De afgelopen periode is met alle partijen gewerkt aan het verder oppakken en doorvoeren van de adviezen in de praktijk. Als één overheid wordt belang gehecht aan een zekere mate van rust in het stelsel, omdat de decentralisatie niet «af» is. Er wordt door gemeenten hard gewerkt aan onder andere de lokale uitvoering, de inkoop van ondersteuning en zorg voor (kwetsbare) inwoners, het maken van afspraken met huisartsen, zorgkantoren en zorgverzekeraars, het aanbieden van laagdrempelige voorzieningen in de wijk en het bieden van mantelzorgondersteuning. Alles om ervoor te zorgen dat hun inwoners zelfredzaam zijn en kunnen participeren.

Belangrijke aandachtsgebieden voor de toekomst en bijbehorende monitorings- en onderzoeksinspanning zijn:

1) Effectieve uitvoering: Om passende ondersteuning vanuit de Wmo doelmatig in te kunnen zetten, is het van belang om zowel inzicht te hebben in de algemene, relevante kennis die beschikbaar is, als in kennis over werkzame elementen en de effectiviteit van aanpakken in het sociaal domein zoals ook tussen de verschillende regio’s.

2) Samenwerking: Mensen die in hun eigen leefomgeving ondersteuning, hulp en zorg nodig hebben ervaren met enige regelmaat een gebrek aan coördinatie of afstemmingsproblemen tussen betrokken professionals uit verschillende domeinen. In de evaluaties van Eén tegen eenzaamheid en het Nationaal Actieplan Dakloosheid wordt daarom nadrukkelijk ingegaan hoe passende ondersteuning ‘over de domeinen heen’ vereenvoudigd kan worden vanuit het zorgdomein, het brede sociaal domein en eventuele aanpalende leefgebieden. Deze leerlessen zijn ook belangrijk om voor de aanpak van andere brede maatschappelijk vraagstukken zoals samenwerking in de wijk, ggz en uitvoering van de Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams).

3) Werkend Wmo-stelsel: Sinds 2019 geldt er een maximumtarief voor de eigen bijdrage voor huishoudens die gebruikmaken van Wmo-voorzieningen; dit is het zogeheten abonnementstarief. Het abonnementstarief in de Wmo is ingevoerd met als doel de stapeling van eigen betalingen voor zorg en ondersteuning te beperken. Jaarlijks wordt in de Monitor abonnementstarief Wmo gerapporteerd over de (financiële) effecten van de invoering van het abonnementstarief en duiding gegeven aan de gesignaleerde ontwikkelingen. Met de invoering van de inkomensafhankelijke bijdrage per 1 januari 2026 wordt de hoogte van de eigen bijdrage bij alle maatwerkvoorzieningen afhankelijk van het inkomen.

4) Kwaliteit & Sturing: Een belangrijke maatschappelijke vraag is of de Wmo in de huidige vorm toekomstbestendig is. Daarom is met gemeenten afgesproken een gezamenlijke analyse uit te voeren naar de ontwikkelingen (5 ‒ 20 jaar) op vraag en aanbod in de Wmo die op basis van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen zijn te verwachten. Het doel hiervan is om een gezamenlijk beeld te krijgen van de opgave in de Wmo en daarnaast te bevorderen dat VNG en Rijk gezamenlijk en proactief kunnen sturen op de fundamentele vraagstukken voor de lange termijn.

Geconstateerd is dat niet altijd kan worden beschikt over informatie die nodig is om een zo objectief mogelijk beeld te vormen van de huidige uitvoeringspraktijk van de Wmo en te sturen op de maatschappelijke opgaven. Dit maakt een zinvol gesprek met gemeenten over opgaves, mede in relatie tot beschikbare middelen, soms ingewikkeld. In opdracht van VWS heeft het RIVM overzicht gecreëerd in het grote aantal monitors en onderzoeksrapporten dat indicatoren meet die betrekking hebben op de Wmo, onderverdeeld in een aantal relevante beleidsonderwerpen en thema’s. Als één overheid en met betrokkenheid van aanbieders, cliënten en overige stakeholders zullen indicatoren in kaart worden gebracht welke van belang zijn om structureel te monitoren om zo tot een gemeenschappelijk beeld te komen.

Tabel 9 SEA: Maatschappelijke ondersteuning

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage maatschappelijke onderst.

EP evaluatie

2026

3

Doelmatigheid Wmo

ED evaluatie

2023/2024

3

Professionalisering sociaal werk

EP evaluatie

2026

3

Eén tegen eenzaamheid

EP evaluatie

2025

3

Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis

EP evaluatie

2024-2026

3

Houdbaarheidsonderzoek Wmo

EP evaluatie

2024

3

Samenbrengen stuurinformatie Wmo

EA onderzoek

2025

3

Evaluatie stimulering sociaal werk

EP evaluatie

2026-2027

3

Monitor Wmo

ED monitor

2024

3

Rapportage clientervaringsonderzoek

ED onderzoek

Continu

3

Monitor gemeentelijk sociaal domein

ED monitor

Continu

3

Thema 7: Ouderenzorg en palliatieve zorg

OuderenzorgDe samenleving vergrijst in rap tempo. In 2040 zijn er twee keer zoveel 65-plussers als in 2020. Daarmee stijgen zorgvraag en zorguitgaven. Ook de arbeidsmarkttekorten stijgen, terwijl het mantelzorgpotentieel daalt. Tevens is er een tekort aan geschikte woonplekken voor ouderen. De minister voor LZS heeft begin juli 2022 een beleidsprogramma WOZO aan de Tweede Kamer aangeboden. Ouderen zijn van grote waarde in onze samenleving. De meeste ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dit vergroot de levenskwaliteit. Het is aan de samenleving om hieraan een bijdrage te leveren.

WOZO zet in op een gemeenschappelijk lange termijn perspectief voor de ouderenzorg met een expliciete norm: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. Het programma draagt bij aan het op gang brengen van een brede maatschappelijke beweging en aan de transitie in wonen, ondersteuning en zorg voor ouderen. Langs de volgende vijf actielijnen wordt gewerkt aan de randvoorwaarden:

1.         Samen vitaal ouder worden2.         Sterke basiszorg voor ouderen3.         Passende Wlz-zorg4.         Wonen en zorg voor ouderen5.         Arbeidsmarkt en Innovatie

Palliatieve zorgPalliatieve zorg is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven, voor mensen van alle leeftijden die ongeneeslijk ziek zijn, of voor wie het levenseinde door kwetsbaarheid in zicht komt. Door proactieve zorgplanning, het voeren van gesprekken met patiënten en naasten over de wensen in de laatste levensfase en het vastleggen en delen van informatie met andere betrokken zorgverleners, ontstaat passende palliatieve zorg. Als de laatste levensfase vroegtijdig wordt gesignaleerd en palliatieve zorg wordt ingezet, ontstaan er minder klachten en problemen. Bovendien leidt het tot minder onnodige zorg, bijvoorbeeld minder ongeplande ziekenhuisopnames en kunnen mensen vaker sterven op de plek van voorkeur. Door de toenemende (dubbele) vergrijzing, de vooruitgang in de medische wetenschap en een toename van het aantal mensen met een chronische ziekte zullen in de komende jaren steeds meer mensen palliatieve zorg nodig hebben. Met behulp van de coalitieakkoordmiddelen, in totaal een extra impuls van € 150 miljoen voor de komende jaren, wordt ingezet op de verbetering van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de palliatieve zorg en geestelijke verzorging thuis. In de Verzamelbrief Wet Langdurige Zorg van 6 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22 34 104, nr. 359), staat de uitwerking beschreven van de wijze waarop de middelen worden ingezet. In 2024 zal een begin worden gemaakt met een lange termijn visie voor de palliatieve zorg.

Kerncijfers palliatieve zorgDe kerncijfers palliatieve zorg worden gepubliceerd op www.palliaweb.nl en maken beschikbare data uit betrouwbare bronnen beschikbaar voor zorgprofessionals, voorbeelden zijn Staatvenz Palliatieve zorg en de NZa monitor palliatieve zorg.

Tabel 10 SEA: Ouderenzorg en palliatieve zorg

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage – ouderenzorg

EP evaluatie

2028

3

Monitor Langdurige zorg

ED monitor

periodiek

3

Kerncijfers Langdurige Zorg

ED monitor

periodiek

3

Monitor WOZO

ED monitor

2025

3

Monitor Nationale Dementiestrategie

ED monitor

Periodiek

3

Waardigheid en trots op locatie

EP evaluatie

2024

3

Academische werkplaatsen ouderen, gehandicapten

EP evaluatie

2027

3

Evaluatie NPPZ II

ED, EP evaluatie

2024, 2026

3

Evaluatie Regeling ptzgv thuis

EP evaluatie

2026

3

Evaluatie ZonMw programma Palliantie II

EP evaluatie

2026

3

Thema 8: Gehandicaptenzorg

In Nederland leven circa 2 miljoen mensen met een beperking. Minder dan 10% van deze groep woont in een zorginstelling. De overige 90% woont en leeft, met meer of minder ondersteuning, thuis. Dit is een zeer diverse groep mensen met verschillende leeftijden en achtergronden, zowel jeugdigen als volwassenen.

We werken naar een inclusieve samenleving waar iedereen naar wens en vermogen mee kan blijven doen. De basis hiervoor is de bekrachtiging van het VN-verdrag door de Nederlandse overheid in 2016. Het slechten van drempels en het nastreven van een inclusieve samenleving blijft nodig en dit maatschappelijke vraagstuk overstijgt de zorg. Het vraagt een inspanning vanuit alle onderdelen van de samenleving. Het is nodig om te waarborgen dat mensen de mogelijkheid hebben om mee te doen en hun positie te versterken.

De toenemende complexiteit die we in het dagelijkse leven tegenkomen, zien we ook terug in de zorg voor mensen met een beperking. Als we kijken naar de inhoud van de zorg en ondersteuning dan zien we (in ieder geval in de langdurige zorg) dat het ingewikkelder is om in alle gevallen een passend antwoord te hebben op de zorgvragen van mensen met meer beperkingen. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met demografische ontwikkelingen, zoals de stijgende levensverwachting. Daarnaast neemt de problematiek toe rond zorg voor mensen met een beperking en gedragsproblematiek. Er is dan ook een andere inzet van expertise, vakmanschap en vormen van samenwerking nodig dan voorheen, zoals tussen de GHZ en de GGZ.

Tegelijkertijd zien we voorbeelden ontstaan waar sociale en technologische vernieuwingen dit doorbreken en tot nieuwe inzichten leiden hoe het anders en beter kan. Het is van belang om deze vernieuwingen beter te faciliteren, samenwerking te stimuleren en implementatie te versnellen. Op die manier blijft het niet slechts bij voorbeelden en realiseren we sneller het potentieel aan mogelijkheden in deze sector. Dit is tevens gewenst omdat de druk op de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde medewerkers ook in de gehandicaptenzorg toeneemt.

De Toekomstagenda zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking heeft de volgende thema’s geprioriteerd die komende periode extra aandacht behoeven om de beweging naar een toekomstbestendige gehandicaptenzorg te verstevigen. Periodiek zal de voortgang op de onderstaande acties en doelen vanaf 2024 worden gemonitord.

1)        Complexe zorg

2)        Mensen met een licht verstandelijke beperking

3)        Verbeterde inzet van de cliëntondersteuning

4)        Meer duurzame toepassing van innovatie & technologie

5)        Arbeidsmarkt: boeien, binden en benutten

6)        Levenslang, levensbreed Wmo

Tabel 11 SEA: Gehandicaptenzorg

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Periodieke rapportage – ghz

EP evaluatie

2026

3

Monitor ZZP Gehandicaptenzorg (CBS)

ED monitor

jaarlijks

3

Toekomstagenda gehandicaptenzorg

ED evaluatie

2024-2026

3

Subsidie gespecialiseerde cliëntondersteuning

EP evaluatie

2026

3

Thema 9: Arbeidsmarkt en opleidingen zorgHet is van belang dat zorgprofessionals nu en in de toekomst graag in de sector zorg en welzijn gaan werken en daar ook blijven werken. Dit vraagt om een brede, intensieve en continue aanpak gericht op aantrekkelijk werken in de zorg. Dit betekent ook dat zorgopleidingen toekomstbestendig moeten blijven.

Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg & welzijnHet programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg & welzijn (TAZ) geeft een belangrijke aanzet voor een transitie naar passende en arbeidsbesparende zorg die gerealiseerd moet worden. Het is in de eerste plaats voor werkgevers in zorg en welzijn om uitdagingen het hoofd te bieden. Daarbij mogen ze rekenen op ondersteuning van relevante partijen zoals beroepsverenigingen, brancheorganisaties en het ministerie van VWS.

Opleiden in een veranderend zorglandschapHet zorglandschap verandert. De bevolking vergrijst en er is steeds vaker sprake van multiproblematiek, waardoor de zorgvraag de komende jaren zal stijgen. De zorgprofessional is gemotiveerd en goed opgeleid, maar staat tegelijkertijd ook bloot aan een steeds verder stijgende werkdruk. Daarnaast is er een beweging ingezet op meer preventie en een verdere versteviging van de eerstelijnszorg en het sociale domein. Transformatie naar meer passende zorg onderschrijft ook de noodzaak om na te denken over passende en toekomstbestendige opleiding, waarbij thema’s als duurzame inzetbaarheid, generalisme, netwerkzorg en interprofessioneel samenwerken een steeds prominenterer rol zullen gaan innemen. Binnen verschillende gremia - betrokken bij medische (vervolg)opleidingen – wordt op dit moment gesproken over hoe hier verder vorm, inhoud en richting aan te gaan geven in de toekomst.

Tabel 12 SEA: Arbeidsmarkt en opleidingen zorg

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Arbeidsmarkt

   

Periodieke rapportage arbeidsmarkt

EP evaluatie

2025

4

Monitoring en evaluatie TAZ

ED evaluatie

2024

4

Arbeidsmarkt & ontzorgen zorgprofessionals IZA

ED evaluatie

2024

4

    

Opleidingen

   

Evaluatie subsidieregeling Opleidingsmodule Basis Acute Zorg

EP evaluatie

2024

4

Evaluatie subsidieregeling oleidingen in een Jeugd ggz-instelling

EP evaluatie

2024

4

Evaluatie subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practicioner en opleiding tot physician assistant

EP evaluatie

2026

4

Evaluatie subsidieregeling stageplaatsen zorg II

EP evaluatie

2025

4

Evaluatie subsidieregeling opleidingsactiviteiten AIGT

EP evaluatie

2026

4

Evaluatie subsidieregeling vaccinatie stageplaatsen zorg

EP evaluatie

2026

4

Tabel 13 Overige VWS-brede evaluaties

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Pgb 2.0 systeem

EP evaluatie

2026

diverse

Verduurzaming zorg en welzijn

ED evaluatie

2025

1-11

Pandemische paarheid

ED evaluatie

2024

1

Standaardisatie gegevensuitwisseling

ED evaluatie

2026

4

NZa

EP evaluatie

2028

4

Zorginstituut

EP evaluatie

2025

4

CIZ

EP evaluatie

2026

3

CAK

EP evaluatie

2024

4

3

Kamerbrief over uitleg beleidskeuzes en werkwijze onderbouwing voorstellen vanaf november 2021.

Licence