De endogene toename van de ontvangsten volgt uit de economische indicatoren zoals deze geraamd zijn in de Macro Economische Verkenning 2015. Voor 2015 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een waardeontwikkeling van het bbp van 2,6 procent. De endogene groei van de totale belasting- en premieontvangsten bedraagt in 2015 naar verwachting 1,5 procent. Daarmee is de groei van de inkomsten in 2015 substantieel, maar blijft nog wel achter bij de waardeontwikkeling van het bbp. Zoals eerder in hoofdstuk 3 uitgebreid is toegelicht, is de ontwikkeling van de belasting- en premieontvangsten gerelateerd aan de samenstelling van de economische groei: elke belastingsoort kent immers een eigen grondslag. De verschillende belastinggrondslagen zijn elk op een andere wijze gerelateerd aan de onderdelen van het bbp, waardoor de ontwikkeling als gevolg van de economische groei per belastingsoort kan verschillen.
De endogene groei van de inkomsten uit de indirecte belastingen in 2015 bedraagt 1,7 procent. Deze ontwikkeling hangt voor een groot deel af van de btw-ontvangsten, verreweg de grootste post bij de indirecte belastingen. Deze btw-ontvangsten worden vooral bepaald door de consumptieve bestedingen, investeringen in woningen en overheidsinvesteringen. De waardeontwikkeling van de particuliere consumptie blijft in 2015 licht achter bij de totale economische groei. Binnen de particuliere consumptie neemt het aandeel van duurzame goederen toe, wat leidt tot hogere ontvangsten omdat deze goederen belast worden tegen het algemene btw-tarief. De investeringen in woningen groeien met 4,7 procent, terwijl de overheidsinvesteringen afnemen met 1,4 procent. Per saldo komt de ontwikkeling van de btw-ontvangsten naar verwachting uit op 2,5 procent in 2015. Voor 2015 wordt een ontwikkeling van 3,9 procent van de ontvangsten uit de overdrachtsbelasting verwacht. Dat is het gevolg van hogere verkoopprijzen van (tweedehands) woningen en vooral meer transacties in 2015 ten opzichte van het jaar daarvoor. De bpm-ontvangsten komen in 2015 naar verwachting 0,5 procent procent lager uit dan in 2014. De bpm-ontvangsten hangen af van het aantal autoverkopen en het aandeel van kleinere en/of zuinige auto’s daarin. De ontvangsten uit de motorrijtuigenbelasting – waarvoor het gewicht van de in Nederland geregistreerde auto’s de grondslag vormt – nemen naar verwachting met 0,3 procent af in 2015. Tot slot kennen de ontvangsten uit de accijnzen in 2015 een ontwikkeling van – 0,5 procent.
De endogene ontwikkeling van de directe belastingen bedraagt 1,6 procent in 2015. De qua omvang belangrijkste post daarbinnen betreft de loon- en inkomensheffing.2 Voor de ontwikkeling daarvan zijn vooral macro-economische indicatoren als de loonontwikkeling, de werkgelegenheid en de ontwikkeling van winsten van zelfstandigen van belang. De grondslag van de loon- en inkomensheffing wordt daarnaast onder meer beïnvloed door de omvang van de hypotheekrenteaftrek en pensioenpremies.
De ontvangsten uit de loonheffing groeien in 2015 met 0,4 procent vooral als gevolg van een positieve loonontwikkeling (1,9 procent). De ontvangsten uit de inkomensheffing nemen in 2015 toe door een de verbeterde winstgevendheid van IB-ondernemers (dat zijn ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting. De vpb-ontvangsten komen 2,2 procent hoger uit door een verdere verbetering van de winstgevendheid van bedrijven in 2015. In relatie met de hogere winsten nemen de ontvangsten uit de dividendbelasting met 5,8 procent toe.