In dit wetsvoorstel wordt een maatregel voorgesteld in de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de Vpb, waarmee de samenloop met de in 2022 aangepaste verliesverrekeningsregels wordt geregeld.
Met ingang van 1 januari 2022 is een beperking van de verliesverrekening in de Vpb geïntroduceerd. Deze maatregel houdt in dat verliezen in de Vpb tot een bedrag van € 1 miljoen jaarlijks volledig verrekenbaar zijn met de belastbare winst, maar boven dat bedrag van € 1 miljoen is het verlies slechts verrekenbaar met 50% van de resterende belastbare winst. Deze maatregel beperkt de mogelijkheid om verliezen te verrekenen met als doel te voorkomen dat ondernemingen met winstgevende activiteiten in Nederland jaren achtereen geen Vpb betalen.
Een belastingplichtige mag de zogenoemde kwijtscheldingswinstvrijstelling toepassen op winsten die ontstaan als een schuldeiser afziet van het innen van een niet voor verwezenlijking vatbaar recht. De vrijstelling is in beginsel slechts van toepassing voor het deel van de kwijtscheldingswinst dat hoger is dan de som van het overigens geleden verlies en de te verrekenen verliezen uit het verleden. Als gevolg van de beperking van de verliesverrekening is er bij de aanwezigheid van te verrekenen verliezen van meer dan € 1 miljoen en een belastbare winst (inclusief kwijtscheldingswinst) in het kwijtscheldingsjaar van meer dan € 1 miljoen, altijd Vpb verschuldigd. Deze uitwerking lijkt strijdig met de doelstelling van de op 1 januari 2021 in werking getreden Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), omdat er na het bereiken van een akkoord alsnog een belastingschuld kan ontstaan. Deze belastingschuld zal veelal een hindernis zijn voor een WHOA-akkoord en het is denkbaar dat levensvatbare ondernemingen dientengevolge alsnog failliet kunnen gaan.
In de praktijk is herhaaldelijk gewezen op de ongewenste uitkomst van de samenloop van de nieuwe verliesverrekeningsregels en de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Ook in de Tweede Kamer is hier aandacht voor gevraagd bij de behandeling van de Fiscale verzamelwet 2024 (FVW 2024).91
Daarom wordt thans – zoals aangekondigd bij brief van 31 mei 202492 – voorgesteld de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vennootschapsbelasting aan te passen. De bedoeling van de voorgestelde maatregel is – conform de uitvoeringspraktijk tot en met 2021 – het voorkomen dat in financiële moeilijkheden verkerende belastingplichtigen Vpb worden verschuldigd die verband houdt met het prijsgeven van vorderingen door hun schuldeisers. Met deze voorgestelde maatregel wordt voor situaties met te verrekenen verliezen van meer dan € 1 miljoen de kwijtscheldingswinst volledig vrijgesteld voor zover de kwijtscheldingswinst de overigens in het jaar geleden verliezen overtreft. Deze voorgestelde maatregel heeft daarom alleen gevolgen voor een beperkte groep vennootschapsbelastingplichtigen, waardoor de doorwerking naar andere wettelijke bepalingen beperkt blijft. Voor situaties met te verrekenen verliezen tot een maximum van € 1 miljoen blijft het huidige systeem gelden. Daarmee blijft de behandeling van kwijtscheldingswinst in de Vpb bij deze maatregel gedeeltelijk gelijk aan de behandeling van kwijtscheldingswinst in de inkomstenbelasting.
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie
Het doel van deze maatregel is om te voorkomen dat Vpb, als gevolg van de samenloop van de kwijtscheldingswinstvrijstelling met de in 2022 aangepaste verliesverrekeningsregels, een mogelijke doorstart bij belastingplichtigen die in financiële moeilijkheden verkeren in de weg staat. Het gaat in het bijzonder om belastingplichtigen met te verrekenen verliezen van meer dan € 1 miljoen en een belastbare winst (inclusief kwijtscheldingswinst) in het kwijtscheldingsjaar van meer dan € 1 miljoen. Deze maatregel is doeltreffend, omdat als gevolg van de maatregel geen vennootschapsbelasting verschuldigd zal zijn in dergelijke gevallen. Het kabinet acht de maatregel ook doelmatig, omdat deze specifiek is toegespitst op de belastingplichtigen die het betreft. Omdat de maatregel alleen gevolgen heeft voor een beperkte groep vennootschapsbelastingplichtigen, blijft de doorwerking naar andere wettelijke bepalingen beperkt. In een evaluatie van deze maatregel is niet voorzien, omdat het een kleine wijziging betreft die per definitie doeltreffend is. Wel zal de Belastingdienst de signalen van belastingplichtigen blijven monitoren.
Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Douane en Toeslagen
De voorgestelde aanpassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de Vpb is door de Belastingdienst beoordeeld met de uitvoeringstoets. Voor alle maatregelen geldt dat de Belastingdienst die uitvoerbaar acht per de voorgestelde data van inwerkingtreding. De gevolgen voor de uitvoering zijn beschreven in de uitvoeringstoets die als bijlage is bijgevoegd. De in dit wetsvoorstel voorgestelde maatregelen leiden tot uitvoeringskosten voor automatisering bij de Belastingdienst. Deze kosten zijn ook opgenomen in de uitvoeringstoets in de bijlage.