In het buitenland gevestigde lichamen zijn in Nederland belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting ter zake van onder meer de werkzaamheden die worden verricht als bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam. In dit kader wordt het begrip bestuurder over het algemeen formeel uitgelegd. Dit betekent dat een in het buitenland gevestigd lichaam thans alleen ter zake van de beloning voor werkzaamheden verricht als bestuurder van een in Nederland gevestigd lichaam in de Nederlandse belastingheffing kan worden betrokken voor zover het als statutaire bestuurder kwalificeert. Inmiddels is gebleken dat hierop in de praktijk wordt ingespeeld, met name in relatie tot België. In toenemende mate worden door in dat land gevestigde vennootschappen, veelal zogenoemde Belgische management-BVBA’s (besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid), bestuurswerkzaamheden en managementdiensten verricht voor in Nederland gevestigde vennootschappen zonder dat sprake is van formeel bestuurderschap. De managementvergoeding is hierbij veelal veel hoger dan de vergoeding voor de (resterende) werkzaamheden van de formele bestuurder (waarover Nederland wel kan heffen). Daarom wordt voorgesteld om de buitenlandse vennootschapsbelastingplicht met betrekking tot bestuurdersbeloningen uit te breiden. Met de wijziging wordt de mogelijkheid gecreëerd om behalve de beloning voor het formele bestuurderschap, ook de beloning voor de door een in het buitenland gevestigd lichaam verrichte materiële bestuurswerkzaamheden of managementdiensten voor een in Nederland gevestigd lichaam in de Nederlandse heffing van vennootschapsbelasting te betrekken.
De genoemde uitbreiding heeft in verdragssituaties uiteraard alleen effect in relatie tot landen waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten dat de heffingsbevoegdheid over vergoedingen voor dergelijke materiële bestuurswerkzaamheden toewijst aan de staat waarin het lichaam waarvoor de werkzaamheden worden verricht is gevestigd (in casu Nederland). De verruiming heeft dan ook met name betekenis in de relatie met België, aangezien in het belastingverdrag met België een specifieke bestuurdersbepaling met een ruime reikwijdte is opgenomen.24 Met de voorgestelde uitbreiding wordt aldus invulling gegeven aan de heffingsbevoegdheid die aan Nederland wordt verleend ingevolge het belastingverdrag met België. Daarnaast heeft de voorgestelde uitbreiding uiteraard betekenis in niet-verdragssituaties.