Base description which applies to whole site

7.3. Aftrekbaarheid buitenlandse boeten

In de inkomstenbelasting en voor de vennootschapsbelasting is geregeld dat geldboeten opgelegd door, onder meer, de Nederlandse strafrechter, de Nederlandse overheid of een instelling van de Europese Unie (EU) van aftrek zijn uitgesloten. Voor boeten betaald aan een buitenlandse overheid geldt deze aftrekbeperking niet. Zoals eerder aangegeven in antwoord op Kamervragen34 en in een brief van 25 april 201435 is het kabinet van mening dat het onderscheid in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse boeten in het huidige tijdsgewricht niet langer wenselijk is.

De aftrekbaarheid voor de Nederlandse belastingheffing van boeten, ook van boeten die zijn opgelegd naar aanleiding van een inbreuk op de rechtsorde in het buitenland, druist in tegen het rechtsgevoel van veel burgers. Er zijn geen zwaarwegende principiële redenen waarom een onderscheid zou moeten worden gehandhaafd tussen de fiscale behandeling van een boete die in Nederland is opgelegd en een boete die in het buitenland is opgelegd. De schade voor een ondernemer als gevolg van een in het buitenland opgelegde boete, zou niet moeten worden verminderd door middel van een belastingaftrek in Nederland. In de hiervoor genoemde brief is daarom aangekondigd ook buitenlandse geldboeten van aftrek te zullen uitsluiten. Aan dit voornemen wordt in dit wetsvoorstel uitvoering gegeven. Om te voorkomen dat buitenlandse boeten als eindheffingsbestanddeel kunnen worden aangewezen en derhalve bij de werknemer niet tot belastingheffing zouden leiden, wordt op dit punt de loonbelasting eveneens aangepast.

Licence