Base description which applies to whole site

9. Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (COVID-19)

Voorgesteld wordt om met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020 de vanaf die datum toegepaste fiscale behandeling te codificeren van de Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA). Deze regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vormde een vangnet voor flexwerkers die door de coronacrisis in de maand april 2020 ten opzichte van de maand februari 2020 substantieel inkomensverlies hebben geleden, maar over de maand april 2020 geen aanspraak konden maken op een socialezekerheidsuitkering, en onvoldoende middelen van bestaan hadden om rond te komen. De TOFA bood daarom een tegemoetkoming als bijdrage in de kosten voor het levensonderhoud. De tegemoetkoming bedroeg € 550 bruto per maand en werd door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) verstrekt over de maanden maart, april en mei 2020. De tegemoetkoming is onderdeel van het verzamelinkomen en kan daarom gevolgen hebben voor de hoogte van de inkomensafhankelijke toeslagen zoals de zorgtoeslag, de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag.

De TOFA is tot stand gekomen onder de randvoorwaarden dat deze eenvoudig, robuust en generiek uitvoerbaar moest zijn en het UWV de regeling geautomatiseerd kon uitvoeren. Wat betreft de fiscale behandeling was daarom – vooruitlopend op de onderhavige wettelijke codificatie – bepaald dat de tegemoetkoming zou worden behandeld als loon uit vroegere dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964), dat het UWV als inhoudingsplichtige zou optreden en dat daarbij in beginsel standaard de loonheffingskorting zou worden toegepast. Dat laatste kan ertoe leiden dat de algemene heffingskorting bij twee inhoudingsplichtigen tegelijkertijd is toegepast en dat daardoor moet worden bijbetaald op de aanslag inkomstenbelasting. Als de tegemoetkoming tot gevolg heeft dat er bijbetaald zal moeten worden, dienen ook gerechtigden die nog niet om andere redenen een aangifte inkomstenbelasting indienen hiertoe een aangifte inkomstenbelasting in te dienen. Zonder het in de loonbelasting betrekken van de tegemoetkoming zou de additionele heffing bij de aanslag inkomstenbelasting overigens in veel meer gevallen aan de orde zijn en ook hoger zijn.

Het UWV heeft zoals gezegd al op de inwerkingtreding van deze bepaling geanticipeerd. Het anticiperen op aanstaande wetgeving is slechts mogelijk als dit noodzakelijk is om onbillijkheden of uitvoeringstechnische problemen te voorkomen en indien daarbij een zorgvuldige belangenafweging wordt gemaakt. Daar is in dit geval sprake van. Het anticiperen is niet benadelend en de coronacrisis noopte tot maatregelen op korte termijn. Verkenning van verschillende opties heeft opgeleverd dat bovenstaande aanpassingen de enige manier waren om binnen de benodigde termijn tot een uitvoerbare regeling te komen.18

Licence