Het BKZ wordt geïndexeerd op geraamde inflatieontwikkeling. Ten opzichte van de raming uit de Miljoenennota 2017 is deze raming bij het Centraal Economisch Plan (CEP) 2017 naar boven bijgesteld. Het BKZ is hierdoor verhoogd met 604 miljoen euro.
1 | Uitgavenkader bij Miljoenennota 2017 | 69.951 |
2 | Aanpassing uitgavenplafond als gevolg van inflatieontwikkeling | 604 |
3 | Statistische correctie | 50 |
4 | Overboekingen met BKZ en SZA | – 55 |
5 | Uitgavenkader bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2017 (= 1 t/m 4) | 70.550 |
6 | Uitgaven bij Miljoenennota 2017 | 68.544 |
7 | Loon- en prijsbijstelling | 25 |
8 | Statistische correctie eigen bijdrage Wmo (regel 3) | 50 |
9 | Overboekingen tussen BKZ en RBG-eng (regel 4) | – 55 |
10 | Actualisering uitgaven curatieve zorg (Voorjaarsnota) | – 147 |
11 | Actualisering uitgaven langdurige zorg (Voorjaarsnota) | 60 |
12 | Flankerend beleid zorgakkoorden 2018 | 65 |
13 | Uitvoeringsproblematiek Wlz-recht volledig pakket | 176 |
14 | Kwaliteitskader verpleeghuiszorg (incidenteel) | 100 |
15 | Kwaliteitskader verpleeghuiszorg (structureel) | 100 |
16 | Actualisering ontvangsten langdurige zorg | – 32 |
17 | Actualisering uitgaven curatieve zorg (Financieel Jaarverslag van het Rijk) | – 737 |
18 | Actualisering uitgaven langdurige zorg (Financieel Jaarverslag van het Rijk) | – 87 |
19 | Overige mutaties | – 76 |
20 | Uitgaven bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2017 (= 6 t/m 19) | 67.986 |
21 | Over/onderschrijding bij Miljoenennota 2017 (= 6–1) | – 1.407 |
22 | Over/onderschrijding bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2017 (= 20–5) | – 2.563 |
Het vorige kabinet heeft in het najaar van 2016 besloten om vanaf 2017 eenverdienerhuishoudens waarin een van de partners chronisch ziek is, financieel tegemoet te komen. Dat gebeurt door de maximale eigen bijdrage voor ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) landelijk aan te passen. Gemeenten hebben daardoor minder inkomsten, maar krijgen daarvoor compensatie van 50 miljoen euro.
Er waren in 2017 verschillende overboekingen tussen het BKZ en het RBG-eng. Er is bijvoorbeeld 12 miljoen euro overgeheveld voor de arbeidsmarktagenda en 7 miljoen euro voor de implementatie van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.
Op basis van CEP 2017 is de raming van loon- en prijsontwikkeling in de zorg bijgesteld. Ten opzichte van MEV 2016 komt de loon- en prijsontwikkeling in 2017 25 miljoen euro hoger uit.
Op basis van de voorlopige realisatiecijfers over 2016 van het Zorginstituut Nederland is de raming van de uitgaven onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor 2017 bij Voorjaarsnota 2017 geactualiseerd. Bij de grensoverschrijdende zorg is een onderschrijding van 106 miljoen euro. Dat komt doordat het grensoverschrijdend zorggebruik in de afgelopen jaren nauwelijks is gegroeid, terwijl in de begrotingsramingen wel van groei is uitgegaan. Bij de hulpmiddelen is er een meevaller van 60 miljoen, door lagere uitgaven aan hoortoestellen, verzorgingsmiddelen en diabetesmateriaal.
Op basis van voorlopige realisatiecijfers 2016 is de raming van de uitgaven onder de Wet langdurige zorg (Wlz) voor 2017 bij Voorjaarsnota 2017 geactualiseerd. Bij de Wlz-uitgaven buiten de contracteerruimte was in 2016 per saldo sprake van een tegenvaller. Deze tegenvaller van 50 miljoen werkte door naar 2017 en is vooral het gevolg van hogere nacalculeerbare kapitaallasten.
Om hoofdlijnenakkoorden en bestuurlijke afspraken voor 2018 met een aantal sectoren binnen de Zvw tot stand te brengen heeft het vorige kabinet middelen vrijgemaakt voor een aantal gerichte intensiveringen, zoals het versterken van het eerstelijns verblijf.
Nu de langdurige zorg hervormd is, stelt het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) bij de Wlz-indicatiestelling alleen nog vast of iemand wel of geen toegang krijgt tot de Wlz. Het beziet niet langer of specifieke zorgfuncties noodzakelijk zijn. Dit beginsel past het CIZ sinds 1 januari 2017 volledig toe. Wie toegang krijgt tot de Wlz heeft aanspraak op een volledig zorgprofiel. Hierdoor krijgen bepaalde groepen Wlz-cliënten aanspraak op meer zorg dan voorheen, bijvoorbeeld op dagbesteding, vervoer en huishoudelijke hulp. De uitgaven aan de Wlz zijn hierdoor hoger uitgevallen.
Met ingang van 13 januari 2017 is het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg van kracht. Bij Voorjaarsnota 2017 heeft het vorige kabinet besloten om vanaf 2017 structureel 100 miljoen euro beschikbaar te stellen voor het verbeteren van de kwaliteit in de verpleeghuizen op basis van het nieuwe Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Daarnaast heeft het vorige kabinet in 2017 incidenteel 100 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de verpleeghuislocaties waar betere kwaliteit van de zorg het hardste nodig is.
De ontvangsten aan eigen bijdragen in de Wlz zijn in 2017 hoger uitgevallen. De hogere ontvangsten zijn in lijn met het toegenomen zorggebruik in de Wlz, gecorrigeerd voor de verschillende leveringsvormen waaruit een cliënt kan kiezen.
Op basis van de voorlopige realisatiecijfers over 2017 van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven onder de Zvw voor 2017 geactualiseerd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van de Zvw-uitgaven van 737 miljoen euro. Hiervan was al 700 miljoen gemeld bij de Najaarsnota 2017.
Bij de Zvw-sector genees- en hulpmiddelen is sprake van een onderschrijding van 354 miljoen euro. Deze onderschrijding wordt onder andere verklaard door de lagere koers van het Britse pond, de effecten van de financiële arrangementen en de scherpere inkoop van zorgverzekeraars bij de hulpmiddelen (vooral bij hoortoestellen en verzorgingsmiddelen). De onderschrijding bij de geestelijke gezondheidszorg (ggz) van 307 miljoen euro ligt in het verlengde van de onderschrijding uit eerdere jaren. Dit hangt onder meer samen met substitutie naar de praktijkondersteuner van de huisarts (POH)-ggz voor psychische klachten, een verschuiving van gespecialiseerde ggz naar de basis-ggz en de scherpe inkoop van zorgverzekeraars. Bij de tweedelijnszorg vallen de uitgaven 218 miljoen euro hoger uit dan geraamd. Bij de medisch-specialistische zorg gaat het om voorlopige realisatiecijfers, voor 37% gebaseerd op bijschatting door verzekeraars van feitelijke declaraties. Bij de sectoren eerstelijnszorg en wijkverpleging is er een onderschrijding van respectievelijk 164 miljoen euro en 102 miljoen euro. De belangrijkste oorzaak voor de onderschrijding in de eerstelijnszorg zijn de lagere uitgaven voor huisartsen. Deze onderschrijding is in lijn met voorgaande jaren. Er is elk jaar sprake van een substantiële groei van de uitgaven, maar het uitgavenniveau is lager dan het beschikbare kader. Daarnaast is er een onderschrijding in de uitgaven voor geboortezorg van ongeveer 20 miljoen euro. Deze onderschrijding hangt samen met een daling in het aantal geboorten in 2017. De onderschrijding op de uitgaven wijkverpleging heeft, volgens signalen uit het veld, te maken met een tekort aan wijkverpleegkundigen en scherpe contractering door zorgverzekeraars.
Op basis van voorlopige realisatiecijfers over 2017 zijn de uitgaven onder de Wlz voor 2017 geactualiseerd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van 87 miljoen euro. Deze onderschrijding is vooral het gevolg van het verschil tussen het moment waarop de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de afspraken over te leveren zorg ontvangt en de verwerking ervan in de budgetten van de Wlz-instelling. Hierdoor kan de financiering binnen een jaargrens afwijken van de beschikbaar gestelde budgetten in dat jaar. Zo ontstaan zogeheten financieringsachterstanden of -voorsprongen. In 2017 bedroeg deze financieringsmutatie – 118 miljoen euro.
De post «Overige mutaties» is het saldo van diverse kleinere mutaties, waaronder vrijval van een deel van de gereserveerde middelen voor voorwaardelijke toelating (– 40 miljoen euro).