Base description which applies to whole site

34. Sanctietoepassing

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.625 miljoen

Art. 34 Sanctietoepassing 20,5%

Art. 34 Sanctietoepassing 20,5%

Algemene doelstelling

Het borgen van de veiligheid van de Nederlandse samenleving door de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en maatregelen en het beperken van de recidive, het voorkomen van slachtofferschap door middel van het bevorderen van het nemen van preventieve maatregelen door burgers en bedrijven en het versterken van de positie van slachtoffers.

Tenuitvoerlegging van sancties en strafrechtelijke maatregelen

Rol en verantwoordelijkheid

  • De Minister heeft een uitvoerende rol bij tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

  • Ten aanzien van de forensische zorg heeft de Minister een regisserende rol. Hij is verantwoordelijk voor de tijdige beschikbaarheid van de juiste, kwalitatief hoogwaardige zorg, waar nodig in combinatie met afdoende beveiliging.

  • De uitvoering van toezicht in het strafrechtelijk kader, advisering aan het OM en de rechter over justitiabelen en taakstraffen is opgedragen aan drie erkende reclasseringsorganisaties. Ook hier heeft de Minister een regisserende rol. De taken van de reclasseringsorganisaties dragen bij aan het terugdringen van recidive.

Preventie en Kansspelen

De Minister stimuleert preventie door het beschikbaar stellen van integriteitsinstrumenten zoals de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en het toezicht op rechtspersonen. De Minister kent een regisserende rol voor de kansspelen. De Minister wil ervoor zorgen dat Nederlandse burgers op een veilige en verantwoorde manier kunnen deelnemen aan kansspelen.

Slachtofferzorg

De Minister kent een financierende rol op het gebied van slachtofferzorg. De Minister draagt beleidsverantwoordelijkheid voor de zorg – in brede zin – aan slachtoffers en nabestaanden die getroffen zijn door een strafbaar feit en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het slachtofferbeleid.

Masterplan Dienst Justitiële Inrichtingen

Beleidsconclusies

De implementatie van het Masterplan DJI ligt op koers. De doelstelling van het Van Werk Naar Werk-beleid voor 2013 en 2014 is gehaald. Een uitstroom van 37% van het totaal aantal van 3.370 fte, waarmee de personeelsbezetting zal moeten dalen, is gerealiseerd. Waar eind 2012 nog 16.212 fte werkzaam was bij DJI, is dit aantal per 1 januari 2015 gedaald tot 14.908 fte; een afname van 1.304 fte. Een groot aantal DJI-medewerkers is mobiel geworden en heeft een andere baan gevonden, binnen of buiten DJI. Het totaal aantal interne tijdelijke en structurele verplaatsingen in 2014 bedraagt 1.193.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Minister van Veiligheid en Justitie hebben op 26 juni 2014 een akkoord met de vakorganisaties gesloten over de SBF-(substantieel bezwarende functies)-regeling. Deze akkoorden bevatten onder andere een compensatie voor de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd en een compensatie in verband met de problematiek van de SBF-verlofmedewerker, die voor 1 juli 2012 met SBF-verlof is gegaan.

Door alle mobiliteitsbewegingen, zowel intern als extern, ontstaat er binnen DJI personele frictie op functie-, lokaal, en regionaal niveau. De DJI-mobiliteitsorganisatie speelt hier zo goed mogelijk op in door in een vroegtijdig stadium de behoefte aan personele bezetting via regionale en landelijke afstemming in te vullen. De detentiecapaciteit wordt zo efficiënt mogelijk ingezet door het concentreren van leegstand, dit in relatie tot de personele bezetting. De sluitingen van de locaties opgenomen in het Masterplan zijn volgens planning uitgevoerd.

Elektronische detentie

Het wetsvoorstel Elektronische detentie is in september 2014 verworpen door de Eerste Kamer. In de brief aan de Tweede Kamer van 21 november 201464 zijn de voornemens uiteengezet om de detentiefasering aan te passen. In deze brief is een vormgeving geschetst waarmee een volwaardig stelsel van detentiefasering tot stand komt, waarin de gedetineerde het eerste deel van zijn vrijheidsstraf te allen tijde intramuraal ondergaat en, als hij aan de voorwaarden voldoet, ook in aanmerking komt voor externe vrijheden in de vorm van re-integratieverlof, deelname aan een penitentiair programma en als sluitstuk voorwaardelijke invrijheidstelling. In dit systeem van detentiefasering is sprake van een balans tussen het waarborgen van de veiligheid van de maatschappij en het stapsgewijs voorbereiden van de gedetineerde op diens terugkeer in de maatschappij. Er is geen sprake meer van vrijblijvendheid: interne en externe vrijheden moeten worden verdiend op basis van goed gedrag. Deze brief is behandeld tijdens een Algemeen Overleg op 22 januari 2015. Dit overleg gaf geen aanleiding om de voornemens aan te passen. De uitvoering van de voornemens wordt daarom inmiddels voorbereid.

Langdurig toezicht gewelds- en zedendelinquenten

Het wetsvoorstel Langdurig toezicht is in september 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel is nu aanhangig bij de Eerste Kamer.65 Met dit wetsvoorstel is het mogelijk zedendelinquenten en zware geweldsdelinquenten na afloop van hun vrijheidsstraf of terbeschikkingstelling langdurig (en indien noodzakelijk levenslang) onder toezicht te houden. Hierdoor kan terugvalgedrag en dreigende recidive tijdig worden gesignaleerd, zodat met direct ingrijpen nieuwe slachtoffers worden voorkomen. Naar verwachting treedt de wet op 1 juli 2015 in werking.

Wetsvoorstel forensische zorg

De middelen voor forensische zorg worden door middel van de inkoop van zorg ingezet door DJI. De uitvoering van forensische zorg ligt bij (private) zorginstellingen. De Wet Forensische Zorg (WFZ) is door de Eerste Kamer in behandeling genomen66, maar er heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. De WFZ formaliseert het inkoopstelsel voor de forensische zorg. Tot het inwerking treden van de WFZ functioneert het stelsel van forensische zorg op basis van het interim-besluit forensische zorg.

Kansspelbeleid

In het Regeerakkoord is opgenomen dat het kansspelbeleid wordt gemoderniseerd. Het moderniseren van het kansspelbeleid heeft als uitgangspunt de Nederlandse burger op een veilige en verantwoorde manier te laten deelnemen aan kansspelen, waarbij kansspelverslaving wordt voorkomen, de consument wordt beschermd en fraude en witwassen wordt tegengegaan. In juli 2014 is de Tweede Kamer het wetsvoorstel Kansspelen op afstand toegezonden67, alsmede een brief over de herijking van het loterijstelsel en een visie op de toekomst van casinomarkt. Er is sprake van een samenhangend pakket van maatregelen. Omdat parlementaire behandeling nog niet heeft plaatsgevonden zijn de verschillende trajecten minder ver gevorderd dan oorspronkelijk was voorzien. Het wetsvoorstel Kansspelen op afstand zal naar verwachting medio 2015 plenair in de Tweede Kamer behandeld worden.

Programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB)

Het Programma USB68 is opgezet om de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen te verbeteren. Doelstellingen van het programma zijn: het sneller starten van straffen, het zekerder ten uitvoerleggen van straffen (om uitval te voorkomen) en het goed informeren van alle relevante partners binnen en buiten de strafrechtketen. Versterking van de regie op de uitvoeringsketen is daarvoor noodzakelijk.

Concreet betekent dat in 2014 de volgende stappen zijn genomen:

  • Het wetsvoorstel Herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen is in november 2014 ingediend bij de Tweede Kamer.69 Met de voorgestelde wijzigingen gaat onder meer de formele verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen over van het Openbaar Ministerie naar de Minister van Veiligheid en Justitie. De oorspronkelijke planning voor het wetsvoorstel is bijgesteld door vertraging in de besluitvorming over de uitwerking van enkele aspecten van de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling voor de tenuitvoerlegging en de gebleken omvang van het wetgevingstraject. Naar verwachting zal de wet nu op 1 januari 2016 in werking treden.

  • Op basis van de WODC-monitor zijn streefnormen voor het presteren van verschillende sanctiestromen vastgesteld, onder meer gericht op het terugdringen van uitval in de executieketen en het sneller starten van (rechterlijke) beslissingen. Op basis van het verkregen inzicht is een aantal verbetermaatregelen geïnitieerd, onder andere ten aanzien van voorwaardelijke veroordelingen met bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht.

Slachtofferbeleid

Op 14 november 2014 is het wetsvoorstel wijziging van het wetboek van strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven ter uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden aan de Tweede Kamer toegezonden. 70

Wetsvoorstel Eigen bijdrage veroordeelden

Het wetsvoorstel Eigen bijdrage strafvordering en slachtofferzorg en het wetsvoorstel Eigen bijdrage verblijf zijn in het najaar van 2014 aan de Tweede Kamer aangeboden.71 De Kamer heeft een rondetafelgesprek gehouden eind december. Naar verwachting zal het parlementaire proces in de loop van 2015 afgerond kunnen worden.

Kengetallen recidive

Tabel 34.1 Kengetal Vermindering algemene recidive ex-gedetineerden na twee jaar

Realisatie

             
 

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Percentage tweejaarsrecidive

54%

52%

51%

50%

49%

48%

47%

Bron: Terugval in recidive, WODC (Eerste Kamer, 33 745, nr. F)

Tabel 34.2 Kengetal Vermindering algemene recidive ex-reclassenten na twee jaar

Realisatie

             
 

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Percentage tweejaarsrecidive

36%

36%

36%

36%

34%

34%

34%

Bron: Terugval in recidive, WODC

Tabel 34.3 Kengetal Vermindering algemene recidive ex-terbeschikkinggestelden na twee jaar

Realisatie

         
 

2000–2004

2001–2005

2002–2006

2003–2007

2004–2008

2005–2009

2006–2010

Percentage tweejaarsrecidive

26,6%

23,5%

23%

22,6%

22,8%

20,2%

20,7%

Bron: WODC, Recidive na forensische zorg.

De vaste uitstroomcohorten van vijf jaar (bijvoorbeeld 1999–2003, 2004–2008), zijn vervangen door rollende uitstroomcohorten die telkens met één jaar opschuiven (bijvoorbeeld 2000–2004, 2001–2005, 2002–2006), overeenkomstig de berekening bij andere forensische zorg titels waar naar verwachting steeds meer mee zal worden gewerkt.

Toelichting

Een groot deel van de criminaliteit in ons land is herhalingscriminaliteit en wordt gepleegd door recidivisten. Het kabinet wil de kans dat daders of verdachten terugvallen in crimineel gedrag terugdringen. De resultaten van de metingen van het WODC wijzen uit dat in alle onderzochte sectoren, waaronder ex-reclassenten en ex-gedetineerden, in de periode 2002–2010 een daling van de prevalentie van strafrechtelijke recidive waar te nemen is. Voor ex-gedetineerden heeft het WODC tevens verdiepend onderzoek uitgevoerd, waaruit blijkt dat, naast andere factoren, de dadergerichte aanpak binnen het gevoerde kabinetsbeleid een belangrijke rol heeft gespeeld bij de afname van recidive. In het laatste cohort van de voormalig tbs-gestelden (2006–2010) is een lichte stijging zichtbaar. Het is momenteel niet duidelijk of het een trendbreuk betreft of een lichte eenmalige stijging, zoals in het cohort 2004–2008.

Kengetallen kansspelverslaving

Tabel 34.4 Kengetal risico- en probleemspelers bij kansspelverslaving
   

Realisatie

Streefwaarde

 

2005

2011

2017

Risicospelers

55.000

92.000

55.000

Probleemspelers

28.700

20.300

20.300

Bron: WODC-onderzoek «Gokken in kaart», 2011.

Toelichting

In 2005 is een eerste meting gehouden. Iedere zes jaar wordt het aantal kansspelverslaafden gemeten. Over 2014 zijn daarom geen nieuwe gegevens bekend. De eerstvolgende reguliere meting vindt plaats in 2017. In de tabel wordt zowel het aantal risicospelers (spelers die regelmatig spelen, met verhoogd risico op verslaving) als het aantal probleemspelers (reeds verslaafde spelers) in beeld gebracht. De tabel betreft cijfers genomen uit een bandbreedte en betreft een schatting. Vanwege de onzekerheid in de schattingen zijn de verschillen tussen 2005 en 2011 niet statistisch significant.

Kengetallen slachtofferzorg

Tabel 34.5 Kengetal financiële tegemoetkomingen door SGM
         

Realisatie

Streefwaarde

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

Aantal uitkeringen uit SGM

5.266

4.025

5.357

4.673

4.145

5.500

Bron: Jaarverslagen SGM (2010–2014).

Tabel 34.6 Kengetal aantal slachtofferdadersgesprekken door Slachtoffer in Beeld
         

Realisatie

Streefwaarde

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

Aantal slachtofferdadersgesprekken

1.077

1.211

1.284

1.782

1.640

1.400

Bron: Jaarverslagen Slachtoffer in Beeld (2010–2013), voor 2014 zijn er voorlopige cijfers opgenomen.

Tabel 34.7 Kengetal aantal slachtoffers dat ondersteuning ontvangt van SHN
     

Realisatie

Streefwaarde

 

2012

2013

2014

2014

Juridische ondersteuning

43.750

23.433

25.624

44.000

Algemene ondersteuning

64.502

63.066

76.657

65.000

Bron: Jaaropgave Slachtofferhulp Nederland (2010–2013), voor 2014 zijn voorlopige cijfers opgenomen.

In toenemende mate is de dienstverlening van SHN door de jaren van vormen van emotionele ondersteuning naar de meer juridische vormen van dienstverlening en van praktische naar meer algemene ondersteuning verschoven.

Toelichting

In 2014 zijn er door het Schadefonds Geweldsmisdrijven minder uitkeringen verstrekt dan vooraf geraamd, omdat minder slachtoffers zich gemeld hebben voor een tegemoetkoming. Er is geen wetenschappelijk onderzoek waaruit enig causaal verband blijkt tussen het aantal uitkeringen en het aantal slachtoffers. Het aantal trajecten dat in 2014 moest leiden tot slachtofferdadergesprekken heeft een lichte daling gekend ten opzichte van 2013 maar is nog significant hoger ten opzichte van de jaren daarvoor. Met name door een groeiende aandacht voor herstelbemiddeling en een investering van voorlichting op de dienstverlening door de stichting Slachtoffer in Beeld is deze groei tot stand gekomen.

Het lagere aantal juridische diensten bij Slachtofferhulp Nederland ten opzichte van voorgaande jaren wordt vooral veroorzaakt door het feit dat de routinematige controle van alle voegingen is vervangen door een steekproefsgewijze controle van voegingen. Het kader voor controle voegingen in 2012 was 23.000, voor 2013 was dat 1.200 en voor 2014 was dit 376. De daarbij vrijkomende menskracht is ingezet voor de stijging van het aantal voegingen, het aantal SSV/spreekrecht en het Bijstaan op zitting/Begeleiden strafproces.

Gewelddadige vermogenscriminaliteit

Tabel 34.8 Prestatie-indicatoren gewelddadige vermogenscriminaliteit
         

Realisatie

Streefwaarde

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

Aantal overvallen

 

2.272

1.982

1.633

1.267

1.900

Oplossingspercentage overvallen

 

30%

31,4%

34,2%

36%

40%

Percentage overvallen waarin dader wordt veroordeeld

 

24%

26%

32%

31%

40%

Percentage overvallers dat binnen 2 jaar recidiveert

 

n.v.t.

40%

Verdachtenratio overvallen

 

66

71

93

115

44

Aantal straatroven

 

8.323

7.977

7.002

5.429

6.557

Verdachtenratio straatroven

 

36

40

45

47

35

Percentage bedrijven dat preventieve maatregelen neemt

 

n.v.t.

85%

Bron: Jaarverslag nationale politie

Toelichting

In 2014 is het aantal overvallen, straatroven en woninginbraken aanzienlijk gedaald en zijn de verdachtenratio’s fors gestegen. Zo laten de overvallen een daling zien van 22% ten opzichte van 2013 en komen hiermee uit op 1.267. De doelstelling van maximaal 1.900 overvallen in 2014 is dan ook ruimschoots gehaald. Het aantal geregistreerde straatroven in 2014 was 5.429 en is gedaald met 22% ten opzichte van 2013. Daarmee is de doelstelling van maximaal 6.557 straatroven in 2014 gehaald. Voorts zijn de verdachtenratio’s in 2014 als volgt; HIC totaal: 48, geweld: 76, woninginbraken: 11,9 straatroof: 47 en overvallen: 115. Daarmee is het in de Landelijke prioriteiten politie 2011–2014 gestelde einddoel, dat in 2014 de verdachtenratio van alle High Impact Crimes tezamen met 25% moet zijn gestegen ten opzichte van 2009 – dus van 30 naar minimaal 37,5 –, eveneens gehaald. Daarnaast is de strafratio voor overvallen bijna verdubbeld, van 16% in 2009 naar 31% in 2014.

Om de effectiviteit van de aanpak gerelateerd aan de prestatie-indicator: «Percentage overvallers dat binnen 2 jaar recidiveert» goed te kunnen meten heeft het Programma Gewelddadige Vermogenscriminaliteit besloten om tussentijds een dossieronderzoek uit te voeren. Hierbij zijn over de jaren 2012 en 2013 183 dossiers (van ex-gedetineerden die onder verscherpt toezicht staan) bij Reclassering Nederland onderzocht.

Het percentage bedrijven dat preventieve maatregelen heeft getroffen valt niet meer te meten volgens de Monitor Criminaliteit Bedrijven, aangezien deze monitor niet meer bestaat. Op dit moment wordt bezien of en zo ja op welke wijze kwantitatief inzicht kan worden verkregen in de vraag of er meer preventieve maatregelen zijn getroffen door bedrijven. Hierbij kan opgemerkt worden dat met het bedrijfsleven tal van acties zijn en worden getroffen om het nemen van preventieve maatregelen te stimuleren. Hierbij valt te denken aan extra trajecten in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernomen (KVO), pre-KVO-trajecten, de Veiligheid Kleine Bedrijven-regeling en de aanpak die zich richt op een aantal specifieke branches en prioritaire sectoren van het bedrijfsleven.

Tabel 34.9 Prestatie-indicator verdachtenratio geweld
         

Realisatie

Streefwaarde

   

2011

2012

2013

2014

2014

Verdachtenratio geweld

 

55

64

68

76

57,5

Bron: Jaarverslag nationale politie

Toelichting

Het aantal door de politie geregistreerde geweldsdelicten vertoont sedert een aantal jaren een dalende trend, van 103.394 in 2011 naar 88.343 in 2014. De verdachtenratio is toegenomen van 64 in 2012 naar 68 in 2013 en 76 in 2014.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 34.10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 34 (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2014

Verplichtingen

2.561.345

2.585.861

2.271.998

313.863

           

Programma-uitgaven

2.536.821

2.583.351

2.271.998

311.353

34.2

Preventieve maatregelen

       
 

Bijdrage agentschappen

       
 

Dienst Justis

17.054

15.766

15.871

– 105

 

Bijdrage ZBO's/RWT's

       
 

Overig preventieve maatregelen

0

1.300

0

1.300

 

Bijdrage (inter)nationale organisaties, medeoverheden

       
 

Overig preventieve maatregelen

0

4.170

0

4.170

 

Subsidies

       
 

Preventie bedrijfsleven

6.926

6.660

6.527

133

 

Subsidies Integriteit

1.356

836

1.240

– 404

 

Centrum voor Criminaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV)

5.925

5.253

1.995

3.258

 

Overig preventieve maatregelen

6.332

2.227

4.579

– 2.352

 

Opdrachten

       
 

Kansspelbeleid

0

589

1.085

– 496

 

Overig preventieve maatregelen

0

2.644

940

1.704

 

Garanties

       
 

Faillissementscuratoren

0

929

700

229

           

34.3

Tenuitvoerlegging strafrechtelijk sancties en vreemdelingenbewaring

       
 

Bijdrage agentschappen

       
 

DJI-gevangeniswezen regulier

1.249.866

1.227.508

1.097.268

130.240

 

DJI-Forensische zorg

723.202

791.133

715.590

75.543

 

DJI-Vreemdelingenbewaring en uitzetcentra

126.845

135.915

104.594

31.321

 

CJIB

109.157

95.009

21.695

73.314

 

Bijdrage ZBO's/RWT's

       
 

Reclassering Nederland

135.235

139.350

129.123

10.227

 

Leger des Heils

20.836

21.039

21.646

– 607

 

Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland (SVG)

71.631

65.515

64.579

936

 

CAK

0

2.044

0

2.044

 

Bijdrage (inter)nationale organisaties, medeoverheden

       
 

Overige tenuitvoerlegging strafrechtelijk sancties en vreemdelingenbewaring

0

3.444

0

3.444

 

Subsidies

       
 

24-uursnazorg gedetineerden

11.696

0

0

0

 

Overige tenuitvoerlegging strafrechtelijk sancties en vreemdelingenbewaring

0

1.322

0

1.322

 

Opdrachten

       
 

Forensische zorg

531

147

5.866

– 5.719

 

Vrijwilligerswerk gedetineerden

0

3.175

0

3.175

 

Overig sanctietoepassing

5.060

4.358

28.150

– 23.792

           

34.4

Slachtofferzorg

       
 

Bijdrage ZBO's/RWT's

       
 

Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM)1

18.536

6.332

5.311

1.021

 

Slachtofferhulp Nederland (SHN)

25.293

27.634

23.196

4.438

 

Bijdrage (inter)nationale organisaties, medeoverheden

       
 

Overige slachtofferzorg

0

837

0

837

 

Subsidies

       
 

Stichting Slachtoffer in Beeld en onderzoeken (SiB)

1.340

1.250

599

651

 

Overige slachtofferzorg

0

223

0

223

           
 

Opdrachten

       
 

Slachtofferzorg

0

331

5.700

– 5.369

 

Uitkeringen Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM)

0

16.411

15.744

667

           

Ontvangsten

98.054

80.644

0

80.644

1

In 2013 waren met betrekking tot SGM de bureaukosten en de schade-uitkeringen verantwoord vanuit één begrotingsartikelonderdeel. Bij de begroting 2014 is besloten om de bureaukosten bij het SGM en de schade-uitkeringen separaat inzichtelijk te maken in de begroting.

34.2 Preventieve maatregelen

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Justis

De Dienst Justis toetst of personen antecedenten hebben die het uitoefenen van bepaald werk in de weg staat. Daarnaast toetst Justis of partijen die bepaalde verklaringen, vergunningen en subsidies aanvragen, aan integriteitseisen voldoen. Deze screening van betrouwbaarheid vermindert veiligheidsrisico’s en draagt zo bij aan een integere en veiligere samenleving.

Bijdrage aan ZBO's/RWT’s en bijdrage aan (inter)nationale organisaties, medeoverheden

Overig preventieve maatregelen

Het betreft een bijdrage aan diverse instanties in het kader van preventieve maatregelen. Oorspronkelijk stond een deel van deze middelen geraamd op de subsidies overige preventieve maatregelen en de opdrachten overige preventieve maatregelen. Gedurende het jaar is in de uitvoering besloten een deel van de middelen voor preventiedoeleinden niet middels een subsidie in te zetten maar via een bijdrage aan ZBO’s/RWT’s of medeoverheden.

Subsidies

Preventie bedrijfsleven

Overheid, burgers en bedrijven hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid en de veiligheid van de samenleving. Des te groter de verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven, hoe kleiner het risico op ontwrichting, overlast en criminaliteit. Met behulp van subsidies zijn ondernemers gestimuleerd preventieve maatregelen te treffen, niet alleen tegen veelvoorkomende vormen van criminaliteit zoals inbraak en diefstal, maar ook tegen georganiseerde criminaliteit, cybercrime en financieel-economische criminaliteit.

Subsidies Integriteit

Met het subsidiëren van de ontwikkeling van integriteitsinstrumenten zijn vrijwilligersorganisaties en kerkelijke instanties gestimuleerd om uniforme gedragscodes op te stellen voor vrijwilligers die met kinderen omgaan. Het integriteitsbeleid heeft tot doel het risico op misbruik van kwetsbare groepen te beperken.

Centrum voor Criminaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV)

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) heeft kennis en samenhangende instrumenten (door)ontwikkeld en geïmplementeerd om de maatschappelijke veiligheid te vergroten. Bij de eerste suppletoire begroting is € 3,3 mln. subsidiebudget CCV overgeboekt van artikel 33.2 naar artikel 34.2.

Overig preventieve maatregelen

Het betreft hier diverse subsidies in het kader van preventieve maatregelen.

Opdrachten

Kansspelbeleid

Het betreft hier de uitgaven aan opdrachten voor het moderniseren van het kansspelbeleid. Het moderniseren van het kansspelbeleid heeft als uitgangspunt de Nederlandse burger op een veilige en verantwoorde manier te laten deelnemen aan kansspelen, waarbij kasspelverslaving wordt voorkomen, de consument wordt beschermd en fraude en witwassen wordt tegengegaan.

Overig preventieve maatregelen

Het betreft hier diverse opdrachten in het kader van het preventiebeleid

Garanties

Faillissementscuratoren

De Garantieregeling Faillissementscuratoren is voor faillissementen waarin sprake lijkt te zijn van kennelijk onbehoorlijk bestuur, maar in de boedel onvoldoende middelen aanwezig zijn om onderzoek te doen of een procedure te starten om onrechtmatig aan de boedel onttrokken gelden en goederen terug te halen. Als aan bepaalde eisen wordt voldaan, staat het Ministerie van Veiligheid en Justitie garant voor de kosten van het onderzoek of de procedure. Bij succes hoeft de garantie niet te worden ingeroepen, is onrechtmatig aan de boedel onttrokken middelen teruggehaald en zien schuldeisers in het geval van een faillissement mogelijk meer terug van hun vordering dan eerst het geval was. Zaken waarin dit niet lukt leiden tot het betalen van het garant gestelde bedrag door het ministerie. Voor 2014 is een bedrag van € 1,3 mln. aan garanties uitgekeerd.

34.3 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en vreemdelingenbewaring

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

DJI levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan hun zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen. In het kader hiervan heeft DJI onder meer de volgende taken:

  • Flexibel capaciteitsbeheer om ervoor te zorgen dat er op een efficiënte wijze voldoende celcapaciteit voorhanden is.

  • Persoonsgerichte aanpak die er zoveel mogelijk op gericht is gedetineerden met succes terug te leiden naar de vrije maatschappij. Hiermee levert DJI een bijdrage aan de beperking van de recidive.

  • Bij vreemdelingen, die binnenkort Nederland moeten verlaten, zorgt DJI dat samenwerkingspartners alle ruimte krijgen om de uitzetting zo goed mogelijk voor te bereiden.

De uitvoering van het Masterplan DJI76 heeft tot gevolg dat een aanzienlijk aantal justitiële inrichtingen wordt gesloten. Dit brengt onder andere frictiekosten ten aanzien van het vastgoed met zich mee. De in 2014 benodigde middelen (€ 158,6 mln.) voor frictiekosten huisvesting zijn vanuit de aanvullende post bij eerste suppletoire begroting 2014 aan de bijdrage aan DJI toegevoegd. Tevens is bij eerste suppletoire begroting 2014 de niet benutte financiering en/of exploitatieresultaat 2013 bij de organisaties CJIB, Justis, DJI en Jeugdbescherming en -reclassering aan de begroting van DJI toegevoegd (€ 36,7 mln.). Verder zijn optredende uitgavenmeevallers ingezet om een tekort bij DJI (€ 11,8 mln.) te dekken, veroorzaakt door tegenvallers op het gebied van GHB-cellen, arrondissementale vervoerstromen en ICT.

De overige mutaties betreffen een hogere bijdrage aan de Forensische Zorg vanwege loonbijstelling voor de Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (OVA) (€ 12,3 mln.), voor zorginkoop ten behoeve van gedragsbeïnvloedende maatregelen en terugkeeractiviteiten (€ 6,7 mln.) en een terugontvangen bijdrage van OCW in verband met de neerwaartse ontwikkeling van de justitiële jeugdcapaciteit en daarmee ook de capaciteit van de aan de JJI’s verbonden scholen.

Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)

Het CJIB is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie die alleen voor of in opdracht van de overheid werkt, met aangewezen taken binnen de justitieketen voor het ten uitvoerleggen en coördineren van opgelegde (Europese) financiële straffen, sancties, transacties, strafbeschikkingen, maatregelen en confiscatiebeslissingen. Het verschil tussen de begrote en gerealiseerde kasuitgaven wordt met name verklaard doordat in 2014 € 58 mln. aan administratiekostenvergoeding ontvangsten op de VenJ-begroting zijn verantwoord. Deze worden via de uitgaven gebruikt voor de financiering van het CJIB. Deze budgettair neutrale mutatie was nog niet opgenomen in de ontwerpbegroting 2014. Daarnaast heeft financiering (€ 15 mln.) plaatsgevonden aan het CJIB ten behoeve van de uitvoering van het programma Uitvoering Strafrechtelijke Beslissingen (USB) en aan projecten als routeren jeugdreclassering, voorwaardelijke invrijheidsstelling, routeren toezicht en het Programma Afpakken («Pluk-ze wetgeving»).

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Reclasseringsorganisaties

Er zijn drie erkende reclasseringsorganisaties: Reclassering Nederland, de Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) met elf regionale instellingen voor verslavingsreclassering en het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering. In 2014 werkten de drie organisaties nauw met elkaar samen, zij het dat ze elk hun eigen aandachtsgebied hadden:

  • De SVG richt zich vooral op cliënten met verslavingsproblematiek.

  • Het Leger des Heils heeft als doelgroep met name de dak- en thuisloze cliënten binnen de Reclassering.

  • Reclassering Nederland kent geen specifieke doelgroep, maar bedient alle andere cliënten.

Deze reclasseringsorganisaties zijn belangrijke actoren binnen de strafrechtsketen, met als kerntaken advies, toezicht, werkstraffen en gedragsinterventies. Deze taken zijn rechtstreeks verbonden aan de specifieke behoeften van de partners in de strafrechtsketen (OM, zittende magistratuur en DJI). Het verminderen van recidive en het voorkomen van slachtoffers staat hierbij centraal. De drie reclasseringsorganisaties ontvingen voor hun werkzaamheden ook in 2014 afzonderlijk een bijdrage in de vorm van een subsidie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

In 2014 werd om verschillende redenen € 10,2 mln. meer bijdrage verstrekt aan Reclassering Nederland dan oorspronkelijk was begroot. Dit verschil wordt onder andere verklaard doordat er meer inzet van de reclassering nodig was in de Veiligheidshuizen en bij deelname aan ZSM dan was ingeschat. Dit leidde tot een aanvullende bijdrage aan Reclassering Nederland van respectievelijk € 1 mln. en € 2,5 mln. Daarnaast was er meer vraag naar reclasseringsproducten. Eind 2013 speelde dit al, mede daardoor heeft in 2014 een nabetaling plaatsgevonden van € 1 mln. Tevens heeft de verhoogde vraag geleid tot hogere bijdrage voor productie van werkstraffen. Ook heeft het aantal trajecten waarin het ingezette beleid om de toepassing van elektronische controlemiddelen te intensiveren geleid tot een sterkere groei van de vraag dan verwacht. Gezamenlijk met de gevolgen van de implementatie van het adolescentenstrafrecht hebben deze twee ontwikkelingen geleid tot een hogere uitgaven van ca. € 2,4 mln.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties, medeoverheden

Overige tenuitvoerlegging strafrechtelijk sancties en vreemdelingenbewaring

Dit betreft diverse kleinere bijdrage aan medeoverheden in het kader van tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties.

Subsidies

24-uursnazorg gedetineerden

Vanaf 1 januari 2014 is deze zorg door DJI ingekocht en zijn de beschikbare budgetten voor dit doeleinde opgenomen in de bijdrage aan DJI.

Overige tenuitvoerlegging strafrechtelijk sancties en vreemdelingenbewaring

Dit betreft diverse kleinere subsidies aan medeoverheden in het kader van tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties.

Opdrachten

Forensische zorg

Er is € 5,7 mln. minder uitgegeven dan geraamd. Deze lagere uitgaven worden voornamelijk verklaard doordat de Wet Verplichte GGZ nog niet in werking is getreden.

Vrijwilligerswerk gedetineerden

Dit betreft de middelen voor vrijwilligerswerk bij gedetineerden om zo de kansen op een duurzame resocialisatie en het terugdringen van recidive te vergroten.

Overig sanctietoepassing

Op dit artikel zijn middelen gereserveerd met als doel de ketenregie in de executieketen te verbeteren. Gedurende het begrotingsjaar is bezien op welke wijze deze middelen het meest efficiënt ingezet kunnen worden om dit doel te bereiken. Het verschil tussen realisatie en begroting wordt om deze reden dan grotendeels verklaard door budgetherschikkingen binnen de VenJ-begroting. In het kader van het programma USB is circa € 13 mln. aan diverse onderdelen van VenJ ter beschikking gesteld. Uit deze budgetten is € 3 mln. beschikbaar gesteld aan DJI voor de financiering van nazorg en ISD (inrichting stelselmatige daders) en zijn extra opdrachten aan de reclassering verstrekt (o.a. werkstraffen) van circa € 3 mln. De overige mutaties (onder andere justitiële voorwaarden, voorwaardelijke invrijheidsstelling en routeren taakstraffen) zijn relatief kleine mutaties die optellen tot circa € 7 mln.

34.4 Slachtofferzorg

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM)

De commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven krijgt jaarlijks de beschikking over een budget vanuit VenJ voor bureaukosten. Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële tegemoetkoming aan slachtoffers met ernstig psychisch of fysiek letsel wanneer zij hun schade niet op andere wijze vergoed krijgen. In 2014 heeft het Schadefonds Geweldsmisdrijven bij Najaarsnota additionele middelen verkregen voor de uitvoering van de tijdelijke regeling Uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen en de regeling Civiele vordering tot schadevergoeding (€ 1 mln.). Deze financiering wordt gedragen door de Ministeries van VenJ, VWS en Jeugdzorg Nederland.

Slachtofferhulp Nederland (SHN)

Slachtofferhulp Nederland biedt gratis juridische, praktische en emotionele ondersteuning aan slachtoffers, getuigen of nabestaanden na een misdrijf, verkeersongeluk of calamiteit. Medio 2014 heeft SHN additionele middelen (€ 3,3 mln.) verkregen voor het borgen van de dienstverlening aan slachtoffers bij ZSM-zaken. Naar verwachting zal Slachtofferhulp Nederland uiteindelijk via de ZSM-locaties met deze middelen meer dan 100.000 slachtoffers per jaar actief kunnen benaderen en hen waar nodig – naast de juridische dienstverlening – psychosociale en/of praktische hulp bieden.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties, medeoverheden

Overige slachtofferzorg

De mutatie betreft een herschikking van middelen die oorspronkelijk geraamd zijn op opdrachten slachtofferzorg, maar gedurende het jaar zijn uitgegeven als een bijdrage aan medeoverheden.

Subsidies

Stichting Slachtoffer in Beeld en onderzoeken (SiB)

Slachtoffer in Beeld brengt slachtoffers en daders op vrijwillige basis met elkaar in contact, begeleid door een professionele bemiddelaar. Naast slachtofferdadergesprekken faciliteert Slachtoffer in Beeld ook briefwisselingen en bemiddelingen. Slachtoffer in Beeld is een zusterorganisatie van Slachtofferhulp Nederland.

Overige slachtofferzorg

De mutatie betreft een herschikking van middelen die oorspronkelijk geraamd zijn op opdrachten slachtofferzorg, maar gedurende het jaar zijn uitgegeven als een subsidie.

Opdrachten

Slachtofferzorg

De uitgaven voor opdrachten slachtofferzorg zijn € 5,5 mln. lager dan begroot. Deze middelen zijn echter wel uitgegeven aan het beleidsterrein slachtofferzorg. Conform de uitgangspunten van Verantwoord Begroten worden subsidies en bijdragen aan medeoverheden separaat gepresenteerd in de tabel budgettaire gevolgen van beleid. Gedurende het jaar 2014 is besloten een deel van de middelen voor slachtofferzorg die oorspronkelijk geraamd worden voor opdrachten in te zetten via subsidies of bijdragen aan medeoverheden met als doel slachtofferzorg.

Uitkeringen Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM)

Onder deze post worden de financiële uitkeringen voor slachtoffers met ernstig psychisch of fysiek letsel geraamd, indien deze schade niet op andere wijze wordt vergoed. Deze uitkering wordt verstrekt via het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

Ontvangsten

De ontvangsten op artikel 34 vallen € 80,6 mln. hoger uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit is voor € 58 mln. te verklaren doordat in 2014 € 58 mln. administratiekostenvergoeding ontvangsten op de VenJ-begroting zijn verantwoord. Deze worden via de uitgaven gebruikt voor de financiering van het CJIB. Deze budgettair neutrale mutatie was nog niet opgenomen in de ontwerpbegroting 2014.

Het overige deel betreft eindafrekeningen met agentschappen uit voorgaande jaren op basis van financieringsafspraken.

64

Tweede Kamer, 24 587, nr. 608.

65

Eerste Kamer, 33 816, nr. A.

66

Eerste Kamer, 32 398 nr. D.

67

Tweede Kamer, 33 996, nr. 2.

68

Tweede Kamer, 29 279 nr. 147.

69

Tweede Kamer, 34 086 nr. 2.

70

Tweede Kamer, 34 082, nr. 2.

71

Tweede Kamer, 34 067, nr. 2 en Tweede Kamer, 34 068, nr. 2.

76

Tweede Kamer, 24 587, nr. 535.

Licence