Vastgestelde begroting (1) | Realisatie | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet | 155.131 | 171.497 | 16.366 | 160.526 |
waarvan omzet moederdepartement | 130.431 | 150.521 | 20.090 | 140.818 |
waarvan omzet overige departementen | 831 | 353 | ‒ 478 | 168 |
waarvan omzet derden | 23.869 | 20.623 | ‒ 3.246 | 19.540 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 2.229 | 2.229 | 5 |
Bijzondere baten | 13.116 | 21.431 | 8.315 | 14.022 |
Totale Baten | 168.247 | 195.158 | 26.911 | 174.553 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 168.014 | 184.219 | 16.205 | 174.425 |
- Personele kosten | 127.234 | 140.924 | 13.690 | 127.431 |
waarvan eigen personeel | 120.861 | 125.764 | 4.903 | 112.320 |
waarvan inhuur externen | 6.154 | 15.079 | 8.925 | 14.939 |
waarvan overige personele kosten | 219 | 81 | ‒ 138 | 172 |
- Materiële kosten | 40.780 | 43.296 | 2.516 | 46.994 |
waarvan apparaat ICT | 221 | ‒ | ‒ 221 | 33 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 19.779 | 18.615 | ‒ 1.164 | 21.508 |
waarvan overige materiële kosten | 20.780 | 24.681 | 3.901 | 25.453 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 123 | 77 | ‒ 46 | 64 |
- Materieel | 123 | 77 | ‒ 46 | 64 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 123 | 77 | ‒ 46 | 64 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 110 | 96 | ‒ 14 | 1.269 |
waarvan dotaties voorzieningen | 110 | 65 | ‒ 45 | 1.269 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 31 | 31 | 0 |
Totaal Lasten | 168.247 | 184.392 | 16.145 | 175.759 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 10.766 | ‒ 1.206 | ||
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | ||
Saldo van Baten en Lasten | 10.766 | ‒ 1.206 |
Baten
Omzet Moederdepartement
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Artikel 24 Handhaving en Toezicht | 130.431 | 150.521 | 20.090 | 140.818 |
Totaal | 130.431 | 150.521 | 20.090 | 140.818 |
De omzet IenW betreft de omzet uit hoofde van activiteiten die de ILT verricht voor het moederdepartement. De omzet IenW is grotendeels een vergoeding voor het hoofdproduct Handhaving.
De hier gepresenteerde waarde voor omzet moederdepartement wijkt af van de waarde zoals opgenomen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2021. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2021 (€ 13,1 miljoen).
Voor de verslaggevingsjaren 2020 en 2021 wordt de huidige wijze van vastlegging gebruikt om de koppeling tussen de ontvangen bijdragen van de opdrachtgever (IenW) aan de opdrachtnemers (agentschappen) aan te tonen (uitzondering op artikel 14 regeling Agentschappen).
De agentschapsbijdrage 2021 wijkt af van de ontwerpbegroting door diverse mutaties die tijdens de verschillende begrotingsmomenten zijn doorgevoerd (€ 20 miljoen). Dit voor de bijdragen voor de versterking van het toezicht op de luchtvaart (NLVP, Drones, Cybersecurity en Slothandhaving) van € 10,3 miljoen, de bijdragen voor intensivering van het toezicht op milieu en leefbaarheid (€ 1,2 miljoen), de bijdragen voor intensiveringen op het gebied van openbaar vervoer en spoor (€ 2,5 miljoen), de compensatie voor loon- en prijsbijstelling (€ 3,2 miljoen), een hogere bijdragen aan KIWA (€ 1,0 miljoen), compensatie voor de lagere opbrengsten vergunningverlening (€ 1,5 miljoen) en enkele technische mutaties van € 0,3 miljoen.
Omzet overige departementen
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Ministerie van BZK | 831 | 353 | ‒ 478 | 168 |
Totaal | 831 | 353 | ‒ 478 | 168 |
De omzet overige departementen betreft € 0,4 miljoen.
Omzet derden
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Opbrengsten vergunningverlening | 9.065 | 7.298 | ‒ 1.767 | 6.805 |
Opbrengsten woningcorporaties | 14.304 | 13.251 | ‒ 1053 | 11.751 |
Overige opbrengsten | 500 | 74 | ‒ 426 | 984 |
Totaal omzet derden | 23.869 | 20.623 | ‒ 3.246 | 19.540 |
Opbrengsten vergunningverlening
De omzet van derden heeft betrekking op de aan afnemers van producten op het gebied van vergunningverlening in rekening gebrachte tarieven. Met name minder vliegbeweging door corona zorgen voor lagere opbrengsten NSA toezicht van € 1,0 miljoen.
Opbrengsten Woningcorporaties
Dit betreft de opbrengst voor het toezicht op de woningcorporaties verantwoord voor zover deze uit de heffing op de wooncorporaties is gefinancierd. De heffing 2021 bedraagt € 14,8 miljoen. Daarnaast is rekening gehouden met de verwerking van het resultaat Aw van € 1,5 miljoen. Per saldo dus een stand van € 13,3 miljoen.
Overige opbrengsten
De overige opbrengsten bedragen € 0,1 miljoen.
Rentebaten
Er zijn geen rentebaten omdat er geen lening zijn.
Vrijval voorzieningen
Op de voorzieningen is € 2,2 miljoen vrijgevallen.
Bijzondere baten
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Artikel 97 algemeen departement | 13.116 | 13.404 | 288 | 13.118 |
Vrijval gereserveerde bedragen | 0 | 7.580 | 7580 | 0 |
Diversen | 0 | 447 | 447 | 903 |
Totaal bijzondere baten | 13.116 | 21.431 | 8.315 | 14.021 |
De hier gepresenteerde waarde voor bijzondere baten wijkt af van de waarde zoals opgenomen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2021. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de rijksbegrotingsvoorschriften. In lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften is het art 97 deel (niet kostendekkende deel vergunningen) van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten in de stand vastgestelde begroting 2021 (€ 13,1 miljoen).
De vrijval gereserveerde bedragen bestaat uit de gereserveerde balansbedragen uit 2020, waaronder Project vergunningverlening Afsluitdijk, Boordcomputer taxi (BCT), Merkbaar Meer, Anders omgaan met Data (AOMD) en ERRU.
Lasten
De apparaatskosten betreffen de personele en materiële kosten over 2021.
Personele kosten
Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
Aantal FTE | 1.262 | 1.258 | ‒ 4 | 1.249 |
Eigen personele kosten (x € 1.000) | 120.861 | 125.764 | 4.903 | 112.320 |
Inhuur (x € 1.000) | 6.154 | 15.079 | 8.925 | 14.939 |
Overige personele kosten | 219 | 81 | ‒ 138 | 172 |
Totale Kosten | 127.234 | 140.924 | 13.690 | 127.431 |
De kosten van inhuur zijn € 8,9 miljoen hoger dan begroot. Dit komt door de inhuur vanwege onderbezetting, voor de uitbreiding capaciteit ILT en de voortdurende verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsvoering (o.a. informatievoorziening) en de dienstverlening. De overige personele kosten zijn lager dan initiële begroting wegens Corona minder sociale activiteiten ILT organisatie dan geraamd met € 0,1 miljoen.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn per saldo hoger dan begroot: € 3,9 miljoen hogere overige materiele uitgaven, maar € 1,1 miljoen lagere uitgaven voor de kosten SSO. Er zijn door de SSO meer kosten in rekening gebracht voor ICT en iets minder kosten voor huisvesting en facilitaire diensten. Waardoor het apparaat ICT € 0,2 miljoen lager uitvalt. Daarnaast worden de kosten van de Shuttle vervoerskaarten wel in de DVO opgenomen, maar worden in de realisatie niet als SSO-kosten verwerkt. Per saldo leidt dit tot € 1,1 miljoen lagere kosten. De hogere overige materiële uitgaven betreffen met name de compensatie voor Kiwa ad € 1,0 miljoen en kosten voor beheer Inspectieview ad € 1,2 miljoen.
Rentelasten
De inspectie heeft geen lopende leningen en daardoor ook geen rentelasten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot, doordat in de oorspronkelijke raming uit is gegaan van meer investeringen in vaste activa voor ILT Toezicht.
Dotaties voorzieningen
Voor dubieuze debiteuren is dotatie gedaan.
Overige lasten
In verantwoording 2020 is uitgegaan van overhead doorbelasting naar Paris MOU. In 2021 is overeengekomen dat een deel van deze kosten ten laste van de ILT moeten komen. Deze lasten zijn als bijzondere lasten verantwoord in 2021
Saldo van baten en lasten
De ILT heeft over 2021 een positief resultaat behaald van € 10,8 miljoen.
Balans
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 1.006 | 138 |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Materiële vaste activa | 1.006 | 138 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 0 | 0 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 1.006 | 138 |
Vlottende activa | 38.189 | 51.299 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 2.080 | 1.518 |
Overige vorderingen en overlopende activa | ‒ 1 | 935 |
Liquide middelen | 36.110 | 48.846 |
Totaal activa: | 39.196 | 51.437 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 10.766 | ‒ 699 |
Exploitatiereserve | 0 | 507 |
Onverdeeld resultaat | 10.766 | ‒ 1.206 |
Voorzieningen | 3.307 | 6.411 |
Langlopende schulden | 0 | 0 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Kortlopende schulden | 25.123 | 45.725 |
Crediteuren | ‒ 1.104 | 343 |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Overige schulden en overlopende passiva | 26.227 | 45.382 |
Totaal passiva | 39.196 | 51.437 |
Activa
Materiële vaste activa
Een belangrijk deel van deze post betreft het huidige wagenpark van de inspectie. Er zijn 14 voertuigen afgevoerd in 2021. Er hebben geen vervangings- of uitbreidingsinvesteringen in het wagenpark plaatsgevonden. De ILT heeft sinds 2016 een dienstverleningsafspraak met RWS voor het wagenparkbeheer van de ILT. Hiermee sluit de ILT ook aan bij het leasecontract van RWS met Leaseplan. Bij vervanging van het wagenpark worden voertuigen geleased. Van activeren is dan geen sprake meer. Onder inventaris en installaties vallen met name kantoormeubilair. Dit meubilair is volledig afgeschreven. Onder overige materiële vaste activa is inspectie-specifieke apparatuur opgenomen zoals meetapparatuur en drones in het kader van toezicht op het toekomstige totaalverbod op varend ontgassen. Deze zijn opgenomen tegen historische verkrijgingsprijs en worden lineair afgeschreven in 5 jaar.
Debiteuren
De debiteurenstand is gestegen tot een hoogte van € 2,1 miljoen, dit komt door de LOD’s stand van € 1,3 miljoen.
Overige vorderingen en overlopende activa
Het negatieve saldo wordt verklaard door een te hoge tegenboeking voor de oorspronkelijke raming werkzaamheden EASA. Eerst wordt de oorspronkelijke raming vastgelegd, als de daadwerkelijke cijfers bekend zijn, wordt de oorspronkelijke raming teruggedraaid (tegen geboekt).
Liquide middelen
De ILT heeft een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. Ondanks de ruim € 36,1 miljoen die per 31 december op de rekening-courant staat, is er geen deposito geplaatst bij de Rijkshoofdboekhouding. Dit vanwege het ontbreken van een rentevergoeding (0%) voor korte en middellange deposito-looptijden. Het saldo op de rekening-courant staat ter vrije beschikking.
Passiva
Eigen vermogen
realisatie 2016 | realisatie 2017 | realisatie 2018 | realisatie 2019 | realisatie 2020 | Begroot 2021 | realisatie 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Eigen vermorgen per 1/1 | 9.128 | 12.230 | 2.595 | 202 | 507 | ‒ 699 | ‒ 699 |
2. Saldo van Baten en Lasten | 4.791 | ‒ 4.869 | ‒ 3.493 | 305 | ‒ 1206 | 0 | 10.766 |
3a. Uitkering aan moederdepartement | ‒ 1.689 | ‒ 4.765 | ‒ | ||||
3b. Bijdrage van moederdepartement | 1.100 | 699 | 699 | ||||
3c. Overige mutaties | ‒ | ||||||
3. Totaal directe mutaties in EV | ‒ 1.689 | ‒ 4.765 | 1.100 | ‒ | ‒ | 699 | 699 |
Het Eigen Vermogen van een baten-lastenagentschap is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. Het Eigen Vermogen per 31 december 2021 bedraagt € 10,8 miljoen positief en dit is 6,6 % van die gemiddelde jaaromzet. Overeenkomstig de regeling agentschappen dient een eventueel surplus aan Eigen Vermogen uiterlijk bij de eerste suppletoire begroting te zijn uitgekeerd/verrekend aan/met de eigenaar. Voor de ILT wordt dit betrokken bij de afwikkeling van de agentschapsstatus.
Voorzieningen
Voorziening SBF/FLO | Reorganisatievoorziening | Voorziening claims derden | Voorziening dubieuze debiteuren | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Stand per 31/12/2020 | 4.611 | 1.474 | 183 | 143 | 6.411 |
Mutaties 2021 | |||||
Dotatie 2021 | 0 | 0 | 0 | 65 | 65 |
Onttrekking 2021 | 141 | 670 | 128 | 74 | 1013 |
Vrijval 2021 | 1.839 | 262 | 55 | 0 | 2.155 |
Totaal mutaties 2021 | 1.980 | 932 | 183 | 139 | 3.233 |
Stand per 31/12/2021 | 2.631 | 542 | 0 | 135 | 3.307 |
Voorziening SBF/FLO
Voor werknemers die werkzaam zijn in een zogenoemde substantieel bezwarende functie is, op basis van de SBF/FLO-regeling, in het verleden een voorziening getroffen omdat deze werknemers recht hebben om vervroegd uit te treden. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. Deze contante waarde is berekend met behulp van de 10 jaar depositorente bij de Rijkshoofdboekhouding. De rente is in 2020 naar 0% gedaald en dit rentepercentage is ook voor 2021 geldend.
In 2021 is er voor een aantal rechthebbenden een correctie doorgevoerd op hun rechten en heeft er een onttrekking plaatsgevonden van € 0,1 miljoen. De actualisatie van de voorziening betekent een vrijval van € 1,8 miljoen.
Reorganisatievoorziening ILT «van Werk naar werk» (VWNW)
Met ingang van 1 januari 2020 is de TWO tijdelijk werkorganisatie formeel in de DWO definitieve werkorganisatie geformaliseerd. Afhankelijk van individuele keuzes van de VWNW-kandidaten kunnen de rechten over meerdere jaren doorlopen. Voor een aantal kandidaten lopen de verplichtingen nog door in 2022 en 2023.
Actualisatie van deze voorziening, rekening houdend met ontwikkelingen in onze interne organisatie levert een onttrekking op van € 0,7 miljoen. De actualisatie van de voorziening betekent een vrijval van € 0,3 miljoen.
Voorziening claims derden
De claim van € 0,2 miljoen voor de medewerker is afgewikkeld, € 0,1 miljoen is betaald en daardoor kan het resterende bedrag € 0,1 miljoen vrijvallen.
Crediteuren
Het negatieve saldo wordt veroorzaakt door een nog terug te ontvangen bedrag van factuur DVO Huisvesting (€ 1,1 miljoen). Daarnaast zijn er per saldo creditfacturen die nog verrekend moeten worden.
Overige schulden en overlopende passiva
Hieronder vallen vele verschillende schuldposities van de inspectie. Belangrijkste daarbij zijn de verplichtingen aan het personeel (€ 9,6 miljoen) en de nog te betalen EVOA-borgstellingen (€ 9,8 miljoen). Verder staan onder de overige schulden de rekening-courant verplichtingen vermeld van de Inspectieraad, van ParisMOU en van de SBR Wonen. Onder de vooruitontvangen bedragen zijn het resultaat Aw (€ 1,5 miljoen) en nog af te dragen LOD’s (€ 1,1 miljoen) verantwoord.
De nog te betalen projectsteun wijkenaanpak voor de 40 aandachtswijken (Vogelaarswijken) is inmiddels afgewikkeld.
Verhouding vorderingen en schulden moederdepartement
De verhoudingen vorderingen en schulden ten opzichte van het moederdepartement, overige departementen en agentschappen en derden zijn als volgt:
Moederdepartement | Overige departementen en agentschappen | Overige derden | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Debiteuren | 79 | 127 | 1.874 | 2.080 |
Nog te ontvangen bedragen | 0 | 0 | ‒ 1 | ‒ 1 |
Liquide middelen | 0 | 36.110 | 0 | 36.110 |
Crediteuren | ‒ 1.073 | 0 | ‒ 32 | ‒ 1.104 |
Nog te betalen bedragen | 0 | 0 | 26.227 | 26.227 |
Kasstroomoverzicht
(1) Vastgestelde begroting1 | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + stand depositorekeningen | 39.825 | 48.846 | 9.021 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 163.613 | 195.609 | 31.996 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | 163.413 | 208.098 | 44.685 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 200 | ‒ 12.490 | ‒ 12.690 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 200 | ‒ 945 | ‒ 745 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 200 | ‒ 945 | ‒ 745 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 699 | 699 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 699 | 699 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2021 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €. | 39.825 | 36.110 | ‒ 3.715 |
1. Rekening-courant RHB per 1 januari 2021
De rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding stond per 1 januari 2022 op € 48,8 miljoen.
2. Operationele kasstroom
De operationele kasstroom geeft de kasstromen weer die voortvloeien uit de bedrijfsvoering. Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.
De negatieve operationele kasstroom over 2021 is vooral een gevolg van de hogere uitgaven. De vooruit ontvangen bedragen waren al in 2020 ontvangen en de uitgaven van de kosten die betrekking hadden op deze baten zijn in 2021 betaald.
3. Totaal investeringskasstroom
Bij de materiële vaste activa is inspectie-specifieke apparatuur opgenomen zoals meetapparatuur en drones in het kader van toezicht op het toekomstige totaalverbod op varend ontgassen.
4. Totaal financieringskasstroom
Er is in 2021 geen financieringskasstroom.
5. Rekening-courant RHB per 31 december 2021
Per 31 december 2021 staat er € 36,1 miljoen op de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding. Het positieve saldo wordt verklaard doordat er tegenover de liquide middelen schuldposities zijn in de vorm van voorzieningen, eigen vermogen, transitorische posten en overige posten met een structureel karakter (ontvangen waarborgsommen, reservering vakantiegeld). Gezien de nulstand van de rente op deposito’s zijn er geen middelen vastgezet op korte of middellange deposito’s. Het saldo op de rekening-courant is daarmee ter vrije beschikking.
Doelmatigheidsindicatoren
Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 |
1. Kostprijzen per productgroep (x € 1.000) | |||||
- Handhaving | 129.094 | 126.020 | 144.444 | 149.438 | 139.645 |
- Vergunningverlening | 26.860 | 30.849 | 31.315 | 32.392 | 28.602 |
2. Tarieven/uur (x € 1) | |||||
- Handhaving | 144 | 133 | 135 | 139 | 142 |
- Vergunningverlening | 142 | 145 | 140 | 136 | 131 |
3. Omzet per productgroep (x € 1.000) | |||||
- Handhaving | 125.386 | 131.945 | 161.434 | 181.754 | 139.645 |
- Vergunningverlening | 13.239 | 12.718 | 13.119 | 13.404 | 15.034 |
4. FTE-totaal(excl. externe inhuur) | 1.103 | 1.071 | 1.249 | 1.258 | 1.262 |
5. Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 2,29% | 0,19% | ‒ 0,69% | 5,86% | 0,00% |
6. Kwaliteitsindicator 1: doorlooptijd vergunningen | n.b. | 90% | 96% | 91% | 95% |
7. Kwaliteitsindicator 2: wachttijden informatiecentrum | 27 sec. | 36 sec. | 30 sec. | 30 sec. | 80% < 35 sec. |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||
8. Kwaliteit Handhaving: | |||||
Klachten (bezwaar en beroep)1 | 787 | 45 | 577 | 779 | 1.000 |
Gegrond verklaard % | n.b. | n.b. | 0% |
Toelichting
Ad 1, 2 en 3: De kostprijzen per productgroep zijn voor handhaving/vergunningverlening gestegen ten opzichte van 2020. Het verschil tussen de omzet vergunningverlening en de kosten voor vergunningverlening wordt verklaard doordat de ILT (overwegend) niet-kostendekkende tarieven in rekening brengt. Daarnaast worden er niet-tarifeerbare producten afgegeven.
Ad 4: De bezetting van de ILT per ultimo 2021 ligt hoger dan 2020.
Ad 6: Een belangrijke indicator voor de klantwaarden is de doorlooptijd vergunningverlening. Voor 2021 is een ambitieuze doelstelling gesteld van 95%. De ambitieuze norm van 95% is in 2021 nog niet gehaald. Met de overgang naar het nieuwe ICT systeem Leef is sprake van een groeipad en zijn nog wat verbeteringen nodig binnen de processen.
Ad 7: De doelstelling qua wachttijden bij het Klantcontact Centrum zijn gerealiseerd.
Ad 8: Van de 779 ontvangen klachten (bezwaar en beroep) zijn er 28 klachten en 751 bezwaar en beroep, daarvan heeft 263 betrekking op Kiwa.