Introductie Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
Het KNMI adviseert en waarschuwt de samenleving om risico’s met atmosferische of seismologische oorsprong terug te dringen. Het KNMI ontwikkelt daartoe hoogwaardige kennis, verricht waarnemingen, en zet die om in producten en diensten die de veiligheidsrisico’s verminderen, bijdragen aan een duurzame samenleving en economische mogelijkheden bevorderen.
Het KNMI richt zich op de publieke taken. Per 1 januari 2016 is de Wet taken Meteorologie en Seismologie (WtMS) in werking getreden.
Producten en diensten
Om de bovengenoemde algemene beleidsdoelstelling te bereiken levert het KNMI voortdurend informatie, kennis en data op het gebied van meteorologie en seismologie. Deze worden permanent bijgehouden volgens de modernste inzichten van wetenschap en techniek. Informatie, kennis en data moeten ook effectief op de plaatsen terechtkomen waar ze daadwerkelijk nodig zijn: bij burgers, brandweer, politie, water- en wegbeheerders, luchtvaartautoriteiten, bedrijven, beleidsmakers en rampenbestrijders. Daarbij spelen ook de particuliere weerbureaus en de media een belangrijke rol. Het KNMI heeft zijn producten en diensten ingedeeld in de productgroepen Meteorologie en Seismologie. Daarnaast wordt Aardobservatie als product onderscheiden. Meetbare gegevens voor deze productgroepen zijn opgenomen in het beleidsartikel 23.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet | 87.491 | 95.564 | 8.073 | 88.483 |
waarvan omzet moederdepartement | 53.953 | 63.582 | 9.629 | 57.356 |
waarvan omzet overige departementen | 3.005 | 3.327 | 322 | 3.093 |
waarvan omzet derden | 30.533 | 28.655 | ‒ 1.878 | 28.034 |
Rentebaten | 0 | 4 | 4 | 2 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 4 |
Bijzondere baten | 4.584 | 0 | ‒ 4.584 | 0 |
Totale Baten | 92.075 | 95.568 | 3.493 | 88.489 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 72.129 | 72.509 | 380 | 65.615 |
- Personele kosten | 40.879 | 43.405 | 2.526 | 39.589 |
waarvan eigen personeel | 37.034 | 37.678 | 644 | 34.885 |
waarvan inhuur externen | 3.679 | 5.673 | 1.994 | 4.551 |
waarvan overige personele kosten | 166 | 54 | ‒ 112 | 152 |
- Materiële kosten | 31.250 | 29.104 | ‒ 2.146 | 26.027 |
waarvan apparaat ICT | 5.465 | 4.661 | ‒ 804 | 4.661 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 4.439 | 4.769 | 330 | 4.764 |
waarvan overige materiële kosten | 21.346 | 19.675 | ‒ 1.671 | 16.602 |
Rentelasten | 0 | 15 | 15 | 17 |
Afschrijvingskosten | 3.201 | 2.609 | ‒ 592 | 2.882 |
- Materieel | 2.816 | 2.364 | ‒ 453 | 2.413 |
waarvan apparaat ICT | 1.051 | 904 | ‒ 147 | 902 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 1.765 | 1.459 | ‒ 306 | 1.511 |
- Immaterieel | 385 | 245 | ‒ 140 | 469 |
Overige lasten | 16.720 | 20.741 | 4.021 | 19.615 |
waarvan Aardobservatie | 16.720 | 20.683 | 3.963 | 19.614 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 59 | 59 | 1 |
Totaal Lasten | 92.050 | 95.875 | 3.825 | 88.129 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 25 | ‒ 307 | ‒ 332 | 360 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 25 | 25 | 0 | 27 |
Saldo van Baten en Lasten | 0 | ‒ 332 | ‒ 332 | 333 |
Baten
Omzet moederdepartement
Voor de verslaggevingsjaren 2020 en 2021 kan de huidige wijze van vastlegging worden gebruikt om de koppeling tussen de ontvangen bijdragen van de opdrachtgever (IenW) aan de opdrachtnemers (agentschappen) aan te tonen (uitzondering op art 14 regeling Agentschappen).
De bijdrage van het moederdepartement dient ter dekking van de taken onder de Wet Meteorologie en Seismologie. Daarnaast stelt het moederdepartement aanvullende middelen beschikbaar voor het uitvoeren van aanvullende maatwerk opdrachten.
Productgroep | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil |
---|---|---|---|
Meteorologie | 40.355 | 41.306 | 951 |
Seismologie | 1.462 | 1.594 | 132 |
Aardobservatie | 16.720 | 20.683 | 3.963 |
Totaal | 58.537 | 63.582 | 5.046 |
Waarvan omzet moederdepartement | 53.953 | ||
Waarvan bijzondere baten | 4.584 |
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Artikel 11 Integraal Waterbeleid | 386 | 1.626 | 1.240 | 612 |
Artikel 16 Openbaar vervoer en Spoor | 46 | 14 | ‒ 32 | 46 |
Artikel 17 Luchtvaart | 14 | 47 | 33 | 14 |
Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 20 Lucht en Geluid | 0 | 10 | 10 | 0 |
Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie | 50.822 | 57.533 | 6.711 | 56.180 |
Nog uit te voeren werkzaamheden | 0 | 1.044 | 1.044 | ‒ 2.723 |
Bijdrage RWS | 2.390 | 2.450 | 60 | 2.390 |
ANVS | 218 | 223 | 5 | 218 |
Overig IenW | 77 | 635 | 558 | 618 |
* Waarvan nog uit te voeren werkzaamheden | ‒ 500 | |||
* Waarvan gefactureerde omzet | 577 | |||
Totaal | 53.953 | 63.582 | 9.629 | 57.356 |
Waarvan programma | 16.720 | 20.683 | 3.963 | 19.614 |
Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten | 63.582 | 57.356 |
Toelichting
• Artikel 11 Integraal Waterbeleid: De hogere baten zijn vooral het gevolg van extra maatwerk zeespiegelstijging (€ 1,0 miljoen) en kennisontwikkeling wind/waterstand (€ 0,3 miljoen).
• Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie: Baten zijn hoger met name doordat de baten voor IT-Migratie en I-strategie waren begroot onder bijzondere baten, maar hier zijn opgenomen (€ 4,6 miljoen). Daarnaast een stijging door toevoegen loon en prijsbijstelling (€ 1,2 miljoen), Hybride werken (€ 0,4 miljoen), KNMI Global (€ 0,2 miljoen) en diverse kleine posten (€ 0,3 miljoen).
• De hogere realisatie van de nog uit te voeren werkzaamheden wordt vooral veroorzaakt door € 3,6 miljoen uit middelen van de balans voor aardobservatie. Aan de andere kant lagere realisatie voor Early Warning Center (€ 0,5 miljoen), Masterplan (€ 0,4 miljoen), I-strategie (€ 0,4 miljoen), Zeespiegelstijging (€ 0,6 miljoen), KNMI Global (€ 0,2 miljoen) en een aantal kleinere projecten (€ 0,5 miljoen). De begrote -/- € 0,5 miljoen voor IT-Migratie is niet gerealiseerd omdat de kosten in 2020 lager zijn uitgevallen.
• De overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement bestaan voornamelijk uit gefactureerde bedragen aan RWS (€ 0,3 miljoen) en Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (€ 0,1 miljoen) en ILT (€ 0,1 miljoen).
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere departementen (dan IenW) ontvangen vergoedingen voor opdrachten die door KNMI voor die andere departementen zijn uitgevoerd.
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
VWS | 57 | 87 | 30 | 90 |
Defensie | 1.383 | 1.307 | ‒ 76 | 1.307 |
EZK | 1.439 | 1.852 | 414 | 1.641 |
Buitenlandse zaken | 0 | 2 | 2 | 26 |
Overig | 126 | 78 | ‒ 48 | 29 |
Totaal | 3.005 | 3.327 | 322 | 3.093 |
Toelichting
De toename EZK (€ 0,4 miljoen) komt vooral door uitvoeren van additionele werkzaamheden zoals bijvoorbeeld op het gebied van infrasound generation.
Omzet derden
De omzet derden heeft betrekking op vergoedingen voor activiteiten die door het KNMI voor derden partijen, niet zijnde ministeries, zijn uitgevoerd.
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Luchtvaart | 14.272 | 13.571 | ‒ 701 | 12.379 |
Projecten extern gefinancierd | 13.773 | 13.354 | ‒ 419 | 13.235 |
Dataverstrekkingen en licenties | 650 | 432 | ‒ 218 | 710 |
Overig | 1.838 | 1.298 | ‒ 540 | 1.710 |
Totaal | 30.533 | 28.654 | ‒ 1.878 | 28.034 |
Toelichting
In 2021 is € 1,9 miljoen minder omzet gerealiseerd dan oorspronkelijk begroot. Dit is o.a. het gevolg van een verlaging van het luchtvaartcontract a.g.v. Corona (€ -0,7 miljoen). Corona effecten zijn ook merkbaar bij extern gefinancierde projecten (€ -0,4 miljoen) en onder overig (€ -0,5 miljoen). Bij licenties komt dit doordat er in 2021 meer is afgedragen aan ECMWF (€ -0,3 miljoen).
Overige Baten
Rentebaten
De rentebaten in 2021 € 4.000 (2020: € 2.000) bestaan uit ontvangen rente over het tegoed van Eurocontrol. Er is geen rente ontvangen over het saldo op de rekening courant (rentepercentage 0%).
Vrijval voorzieningen
In 2021 er geen vrijval van de voorziening onderhanden werk geweest (2020: € 0). Er zijn geen dubieuze debiteuren en er is geen voorziening dubieuze debiteuren getroffen (2020: € 0).
Bijzondere baten
In de begroting is in lijn met de rijksbegrotingsvoorschriften een aandeel van de omzet moederdepartement opgenomen onder de post bijzondere baten. Tot nader order worden hierop in 2021 geen bijzondere baten verantwoord (2020: € 0 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
Personeel | 40.879 | 43.405 | 2.526 | 39.589 |
Specificatie | ||||
Eigen Personeelskosten | 37.034 | 37.679 | 644 | 34.885 |
Waarvan loonkosten | 36.383 | 32.778 | ||
Waarvan overige personeelskosten | 1.296 | 2.107 | ||
Inhuur | 3.679 | 5.673 | 1.994 | 4.551 |
Overige personele kosten | 166 | 54 | ‒ 112 | 152 |
Gemiddeld aantal fte | 400,0 | 402,1 | 2,1 | 370,2 |
Mutatie fte t.o.v. voorgaand jaar | 8,6% | 3,7% | ||
Loonsom per medewerker | 90,5 | 88,5 | ||
Mutatie salariskosten per medewerker | 2,2% | 3,9% |
Toelichting
De gemiddelde bezetting in 2021 bedraagt 402,1 fte (2020: 370,2 fte), dit is 2,1 fte meer dan begroot voor 2021. De eigen personeelskosten zijn hoger dan begroot (€ 0,6 miljoen). Dit komt voornamelijk door ophoging reservering verlofuren a.g.v. Corona en loonprijsbijstelling in 2021. De inhuur is ruim gestegen ten opzichte van begroot (€ 2,0 miljoen /54,2%).
De inhuur bedraagt 13,1% van de totale personeelskosten. De overschrijding wordt vooral verklaard door inhuur voor verbetering informatievoorziening en modernisering van de waarneeminfrastructuur (€ 3,6 miljoen). Daarnaast is wederom veel ingehuurd, maar minder dan in 2020, doordat het invullen van vacatures lastig is gebleken.
Van de medewerkers binnen het KNMI is 14,5% per 31-12-2021 in tijdelijke dienst. In 2020 was dit 11,4%. Het voortschrijdend jaargemiddelde van verzuim (3,8%) is in 2021 onder de Verbaan norm (4,0% ) en lager dan in 2020 (4,2%).
Materiële kosten
Omschrijving | Begroot 2021 | Realisatie 2021 | Verschil | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Materieel | 31.250 | 29.104 | ‒ 2.146 | 26.027 |
Bureau, voorlichting en huisvesting | 1.394 | 1.985 | ||
Onderhoud en exploitatie | 3.440 | 2.271 | ||
Contributie Bijdragen | 907 | 652 | ||
Huur en lease | 5.000 | 4.971 | ||
Overige kosten | 2.046 | 1.679 | ||
Uitbesteding | 16.317 | 14.469 |
Toelichting
Bureau voorlichting en huisvesting is € 0,6 miljoen lager dan gerealiseerd in 2020. Voornamelijk veroorzaakt door een afname van de kosten voor datacommunicatie (€ 0,9 miljoen). Onderhoud en exploitatie is € 1,2 miljoen hoger door o.a. toename Rijksbrede SSO bijdrage Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering (€ 0,5 miljoen), onderhoud en exploitatie software (€ 0,5 miljoen) en een toename van de nutsvoorzieningen (€ 0,3 miljoen). De contributies (EUMETSAT) zijn € 0,3 miljoen hoger dan in 2020. De toename van de overige kosten komt voornamelijk door een overschrijding op de inhuur. Daarnaast een stijging van de kosten van uitbesteding (€ 1,9 miljoen) voornamelijk te wijten aan kosten Campus door lopende migratie naar cloud en dubbele runkosten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn in 2021 (net zoals in 2020) lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. Dit komt met name door het uitblijven van investering en door het later in gebruik nemen van de activa.
Rentelasten
De rentelasten in 2021 zijn laag (€ 0,015 miljoen) door lage rente (0,0% ‒ 0,5%) op de bestaande leningen (2020: € 0,017 miljoen).
Overige lasten
EUMETSAT past jaarlijks haar (meerjaren)budgetten aan op basis van de nieuwste inzichten. Het KNMI past de begroting hier indien nodig op aan, maar verschillen blijven er altijd. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting zijn een aantal projecten van EUMETSAT in voorgaande jaren vertraagd, waardoor er in 2021 door een inhaalslag aanzienlijk meer kosten zijn gemaakt (€ 4,0 miljoen). De bijzondere lasten (€ 0,1 miljoen) betreft een afboeking van gemaakte kosten voor een SAS Consultant.
Saldo van baten en lasten
Het resultaat over 2020 is € 0,3 miljoen negatief. Het verwachte resultaat in de begroting 2021 was begroot nihil. Het resultaat zal ten laste van het eigen vermogen worden gebracht.
De directie van het KNMI zal er tussentijds op toezien dat de begroting 2022 zal worden gevolgd en derhalve het gerealiseerde resultaat gedurende het jaar kritisch blijven volgen opdat er tijdig door het KNMI kan worden bijgestuurd.
Balans
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 8.695 | 10.158 |
Immateriële vaste activa | 259 | 464 |
* Software licenties | 259 | 406 |
* In ontwikkeling | 0 | 58 |
Materiële vaste activa | 8.436 | 9.694 |
* Grond en gebouwen | 2.549 | 3.020 |
* Installaties en inventaris | 900 | 1.480 |
* Projecten in uitvoering | 617 | 464 |
* Overige materiële vaste activa | 4.370 | 4.730 |
Vlottende activa | 26.589 | 28.798 |
* Voorraden en onderhanden projecten | 3.941 | 4.557 |
* Debiteuren | 2.868 | 4.719 |
* Overige vorderingen en overlopende activa | 12.830 | 8.983 |
* Liquide middelen | 6.950 | 10.539 |
Totaal activa | 35.284 | 38.956 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 815 | 498 |
* Exploitatiereserve | 1.147 | 165 |
* Onverdeeld resultaat | ‒ 332 | 333 |
Voorzieningen | 160 | 221 |
Langlopende schulden | 5.535 | 6.674 |
* Lening bij Min. van Financiën | 5.535 | 6.674 |
Kortlopende schulden | 28.774 | 31.563 |
* Crediteuren | 407 | 234 |
* Schulden bij het Rijk | 2.770 | ‒ 2 |
* Belastingen en premies sociale lasten | 221 | 108 |
* Kortlopende deel leningen bij het Ministerie van Financien | 2.243 | 2.059 |
* Overige schulden en overlopende passiva | 23.133 | 29.164 |
Totaal passiva | 35.284 | 38.956 |
Ontwikkeling eigen vermogen
In de tabel hieronder is de ontwikkeling van het eigen vermogen weergegeven.
realisatie 2016 | realisatie 2017 | realisatie 2018 | realisatie 2019 | realisatie 2020 | Begroot 2021 | realisatie 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Eigen vermorgen per 1/1 | 2.123 | 2.256 | 22 | 343 | ‒ 135 | 343 | 498 |
2. Saldo van Baten en Lasten | 133 | ‒ 2.234 | 21 | ‒ 778 | 333 | 0 | ‒ 332 |
3a. Uitkering aan moederdepartement | |||||||
3b. Bijdrage van moederdepartement | |||||||
3c. Overige mutaties | |||||||
3. Totaal directe mutaties in EV | 300 | 300 | 300 | 300 | 650 | ||
4. Eigen vermogen per 31/12 | 2.256 | 22 | 343 | ‒ 135 | 497 | 643 | 815 |
% gemiddelde omzet laatste 3 jaar | 3,4% | 0,0% | 0,4% | ‒ 0,2% | 0,6% | 0,0% | 0,9% |
In onderstaande tabel staat hoe het eigen vermogen eind 2021 is opgebouwd.
31-12-2021 | |
---|---|
Saldo Eigen vermogen 31/12/2020 | 343 |
Bij: Onverdeeld resultaat 2020 | ‒ 778 |
Saldo Eigen vermogen 31/12/2021 | 498 |
Bij: Eenmalige uitekering van moederdepartement | 650 |
Bij: Onverdeeld resultaat 2021 | ‒ 332 |
Saldo Eigen vermogen per 31/12/2021 | 815 |
Het KNMI heeft in 2017 een toekomstplan opgesteld. Op basis van deze plannen ontwikkelt het KNMI zich tot een instituut met een gezonde bedrijfsvoering met een adequate technische infrastructuur om te voorzien in een dienstverlening die aansluit op de ontwikkelingen in de samenleving. Onderdeel van de gemaakte afspraken hierover is het behoedzaam opbouwen van een eigen vermogen. Hiertoe heeft in 2021 vanuit het moederdepartement een vermogensmutatie plaatsgevonden (€ 0,3 miljoen).
De andere storting vanuit het moederdepartement (€ 0,4 miljoen) betreft een eenmalige storting ter compensatie van een noodzakelijke ophoging van de reservering verlofdagen als gevolg van Corona.
Het KNMI heeft in 2021 een negatief resultaat gerealiseerd van € 0,3 miljoen. Dit resultaat is onttrokken aan het eigen vermogen waarmee de stand eind december 2021 op € 0,8 miljoen positief uitkomt.
Specificatie voorzieningen
x € 1.000 | Wachtgeld | Totaal |
---|---|---|
Saldo per 1 jan 2021 | 221 | 221 |
Mutaties 2021 | ||
Dotatie 2021 | ||
Onttrekking 2021 | 61 | 61 |
Vrijval 2021 | ||
Totaal mutaties 2021 | 61 | 61 |
Saldo per 31 dec 2021 | 160 | 160 |
In 2015 is er een wachtgeldvoorziening gevormd voor een wettelijke en juridische verplichting aan één voormalige medewerker en een reorganisatievoorziening voor een Van-werk-naar-werk kandidaat.
Specificatie vlottende activa en kortlopende schulden
Moederdepartement | Overige departementen en agentschappen | Overige derden | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Debiteuren | 11 | 77 | 2.780 | 2.868 |
Nog te ontvangen bedragen | ‒ | 45 | 12.785 | 12.830 |
Crediteuren en overheden | 207 | 2.563 | 407 | 3.177 |
Belastigen en premies sociale lasten | 221 | 221 | ||
Kortlopende deelleningen bij het Rijk | 2.243 | 2.243 | ||
Nog te betalen bedragen | 9.037 | 812 | 13.284 | 23.133 |
Toelichting
Debiteuren
De openstaande post debiteuren derden betreft diverse openstaande posten. De opvallendste zijn licenties (€ 0,6 miljoen), Netherlands Space office (€ 0,5 miljoen), EUMETSAT (€ 0,4 miljoen), Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt e.V. (€ 0,3 miljoen) en Nederlandse Aardolie Maatschappij (€ 0,3 miljoen).
Transitorische activa (Nog te ontvangen)
De post Vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen derden bestaat voornamelijk uit vorderingen Luchtvaart (€ 12,2 miljoen). Als gevolg van de Corona-problematiek ligt het niet de verwachting dat de volledige vordering Luchtvaart binnen een jaar wordt ontvangen. IenW staat garant voor de betreffende ontvangst.
Crediteuren
De positie Crediteuren per 31 december 2021 is ten opzichte van de positie per 31 december 2020 gestegen met € 2,9 miljoen en bestaat voor het grootste deel uit openstaande facturen van SSC-Campus / RIVM (€ 2,6 miljoen).
Belastingen en sociale premies
Dit betreft af te dragen Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) voor € 0,22 miljoen (2020: € 0,11 miljoen).
Kortlopende deelleningen bij het Rijk
Nog te betalen Ministerie van Financiën betreft het kortlopende deel van de lening bij het ministerie van Financiën (€ 2,2 miljoen). Aflossing zal in 2022 plaatsvinden.
Transitorische passiva (Nog te betalen)
Moederdepartement
De vooruit ontvangen / nog te betalen bedragen moederdepartement hebben betrekking op de bijdragen voor aardobservatie (€ 0,5 miljoen), Space Weather Services (€ 0,1 miljoen), Caribisch Nederland (€ 0,3 miljoen), KNMI Global (€ 0,2 miljoen) en POK (€ 0,2 miljoen). Daarnaast bijdragen voor projecten zoals EWC ( € 4,0 miljoen), I-strategie (€ 1,6 miljoen), Extra Maatwerk Zeespiegelstijging (€ 0,7 miljoen) en Masterplan (€ 0,6 miljoen), BES Meteo Seismo (€ 0,2 miljoen) en diverse kleinere bijdragen (€ 0,4 miljoen). Deze bedragen zullen in de komende jaren worden uitgegeven.
Overige departementen
De vooruit ontvangen bedragen overige departementen en agentschappen hebben betrekking op de bijdragen voor projecten (€ 0,8 miljoen). Met name EZK – Seismologie (€ 0,6 miljoen) en EWC (€ 0,1 miljoen).
Overige derden
De vooruit ontvangen bedragen overige derden bestaat uit een bijdrage voor projecten (€ 1,6 miljoen). De grootste betreft een bijdrage voor Ruisdael Observatory ( € 1,6 miljoen).
De nog te betalen post (€ 8,0 miljoen) betreft de nog niet in 2021 ontvangen facturen betreffende SSC-Campus voor de dienstverlening in het vierde kwartaal (€ 2,3 miljoen), RWS MP de Bilt (€ 0,4 miljoen), MDC (€ 0,8 miljoen), Surf (€ 0,2 miljoen) en overige (vooral inhuur en uitbesteding (subsidie)projecten) (€ 3,9 miljoen).
Te betalen vakantiedagen (€ 3,1 miljoen) betreft de reservering voor niet opgenomen vakantiedagen voor eigen personeel.
Vooruitontvangen overig (€ 0,5 miljoen) waarvan (€ 0,3 miljoen) afkomstig is van Hirlam.
Kasstroomoverzicht
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + stand depositorekeningen | 5.430 | 10.539 | 5.109 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 5.702 | 3.224 | ‒ 2.478 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 4.058 | ‒ 5.362 | ‒ 1.304 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 1.644 | ‒ 2.138 | ‒ 3.782 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 2.500 | ‒ 1.203 | 1.297 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 58 | 58 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 2.500 | ‒ 1.145 | 1.355 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 300 | 650 | 350 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 2.528 | ‒ 2.033 | 495 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 2.500 | 1.077 | ‒ 1.423 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 272 | ‒ 306 | ‒ 578 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2021 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €. | 4.846 | 6.950 | 2.105 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Totaal ontvangsten operationele kasstroom bestaat uit afschrijvingskosten (€ 2,6 miljoen) en een afname van de voorraden (€ 0,6 miljoen). Het verschil ten opzichte van de begroting bestaat voornamelijk uit inhaal betalingen van Eurocontrol (€ 2,0 miljoen) welke niet zijn gerealiseerd.
Totaal uitgaven operationele kasstroom bestaan uit het saldo van baten en lasten (€ 0,3 miljoen) en een toename van de vorderingen (€ 2,0 miljoen), afname voorzieningen en afname van schulden voor in totaal (€ 3,0 miljoen).
Investeringskasstroom
De investeringen in 2021 hebben betrekking op investeringen in MOS-Migratie reken/opslag-capaciteit- Klimaatscenario (€ 0,3 miljoen), Scanning doppler wind lidar (€ 0,2 miljoen), 15 Surface Stations (incl. randapparatuur) (€ 0,1 miljoen), Argo floats (€ 0,1 miljoen) en diverse (vervangings-)investeringen van vooral waarneemapparatuur (€ 0,5 miljoen).
Financieringskasstroom
Ten behoeve van het behoedzaam opbouwen van het eigen vermogen is een directe vermogensmutatie gedaan vanuit het moederdepartement (€ 0,3 miljoen). Tussen eigenaar en opdrachtgever is afgesproken dat deze storting jaarlijks plaatsvindt tot het jaar 2023. De andere storting vanuit het moederdepartement (€ 0,4 miljoen) betreft 13 een eenmalige storting ter compensatie van een noodzakelijke ophoging van de reservering verlofdagen als gevolg van Corona.
In 2021 € 2,0 miljoen afgelost (2020: € 1,8 miljoen) en loopt hiermee, net zoals vorig jaar, achter op de begroting. In 2021 is er voor € 1,1 miljoen een beroep op de leenfaciliteit ter financiering van de investeringen in activa in 2021 gedaanIn 2021 is er voor € 1,1 miljoen een beroep op de leenfaciliteit ter financiering van de investeringen in activa in 2021 gedaan.
Doelmatigheidsindicatoren
Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2021 | Realisatie | Begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | |
Kostprijs per product | |||||
- percentage overhead | 106 | 100 | 97 | 97 | 98 |
- fte's indirect | 99 | 95 | 111 | 104 | 104 |
Tarieven/uur | 105 | 107 | 116 | 111 | 111 |
Omzet per productgroep (PxQ) | |||||
- meteorologie | 56.831 | 61.975 | 66.721 | 70.879 | 72.455 |
- seismologie | 3.158 | 3.048 | 2.148 | 4.002 | 2.901 |
- aardobservatie | 23.145 | 20.927 | 19.614 | 20.683 | 16.720 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 373 | 357 | 370 | 402 | 400 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0% | ‒ 1% | 0% | 0% | 0% |
Algemene weersverwachtingen en adviezen | |||||
Afwijking min temperatuur (ºC) | 0,17 | 0,31 | 0,03 | ||
Afwijking max temperatuur (ºC) | ‒ 0,34 | ‒ 0,41 | ‒ 0,3 | ||
Gem afwijking wind snelheid (m/s) | ‒ 0,1 | 0,13 | ‒ 0,03 | ||
Maritieme verwachtingen | |||||
Tijdigheid marifoonbericht (%) | 99,8 | 99,5 | 99,5 |
Toelichting
Kostprijs per product
Het percentage overhead is gedaald ten opzichte van 2020 (5%) door een sterkere stijging van de totale kosten (9,7%) ten opzichte van de overheadkosten die ook zijn gedaald (8,4%).
De stijging van het aantal fte’s indirect wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal fte’s. De totale gemiddelde bezetting is gestegen met 31,9 fte, een navenant evenredig deel daarvan heeft betrekking op indirecte fte’s.
Tarieven/uur
De tarieven per uur zijn gedaald met 0,9%. Er is sprake van een stijging van de loonkosten per fte (2,7%) maar door een stijging van het aantal productieve uren per fte is uiteindelijk het tarief per uur daalt. De stijging van de loonkosten wordt veroorzaakt een stijging van de bruto salarissen (1,9%) en pensioenpremies (5,5%). Daarnaast ook een stijging van de toelagen (0,2%).
FTE per 31 december (gemiddelde)
Het aantal fte’s (gemiddelde) is nagenoeg gelijk aan de begroting.