Algemeen
Voor u ligt het Jaarverslag 2021 van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting. In dit Jaarverslag 2021 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven, ontvangsten en aangegane verplichtingen ten opzichte van de begroting 2021.
Opbouw
Het Jaarverslag IenW 2021 bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Een algemeen deel: hierin is naast deze leeswijzer de officiële aanbieding van het Jaarverslag aan de Staten-Generaal en het verzoek tot dechargeverlening opgenomen.
2. Het beleidsverslag 2021 van IenW: hierin wordt ingegaan op de resultaten die in 2021 zijn geboekt. Het beleidsverslag bestaat uit vier onderdelen: het verslag over de beleidsprioriteiten, de beleidsartikelen, de niet-beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringparagraaf.
3. De Jaarrekening 2021 van IenW: deze bestaat uit de departementale verantwoordingstaat van IenW en de samenvattende verantwoordingsstaten van de agentschappen Rijkswaterstaat (RWS), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI). Tevens bevat dit deel de departementale saldibalans van IenW, de balansen van de agentschappen en de opgave van Topinkomens.
4. De bijlagen bestaan uit:
1. Het overzicht inzake het toezicht op de zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) en de rechtspersonen met een wettelijke taak (rwt’s).
2. Het overzicht van afgerond evaluatie- en overig onderzoek.
3. Het overzicht van niet-financiële informatie over inschakeling van externe adviseurs en tijdelijk personeel (externe inhuur).
4. Financiële wendbaarheid uitvoeringsorganisaties (focusonderwerp).
5. De rapportage correspondentie.
6. De lijst van afkortingen.
Naast dit Jaarverslag, Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting, kent IenW ook de Jaarverslagen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds, respectievelijk Hoofdstuk A en J van de Rijksbegroting. In deze fondsen worden de concrete investeringsprojecten en programma’s geraamd en verantwoord.
Normering Jaarverslag
De financiële informatie in het beleidsverslag (onderdeel B) wordt gepresenteerd door middel van de tabellen ‘Budgettaire gevolgen van beleid’. Verschillen tussen de vastgestelde begroting en de realisatie worden conform de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2022 op het niveau van de financiële instrumenten en de totale verplichtingen toegelicht volgens onderstaande uniforme ondergrenzen.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Afronding budgettaire tabellen en verantwoordingsstaat
De verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de verantwoordingsstaat zijn in lijn met de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften naar boven afgerond. Om aansluiting te hebben tussen de budgettaire tabellen en de verantwoordingsstaat, zijn de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in budgettaire tabellen waar relevant tevens naar boven afgerond. Met deze werkwijze komen de cijfers in de verantwoordingsstaat overeen met de cijfers zoals opgenomen in de budgettaire tabellen.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2022 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.
Stand vastgestelde begroting
In het voorliggende jaarverslag wordt, op aanwijzing van het Ministerie van Finaciën, de stand vastgestelde begroting exclusief de incidentele begrotingen die tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting gepresenteerd. Als gevolg hiervan wijkt bij de artikelen 16, 17, 19 en 22 de gepresenteerde stand vastgestelde begroting af van de gepresenteerde stand zoals opgenomen in de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, incidentele begroting(en) en de slotwet.
Indicatoren en kengetallen
Het jaarverslag is opgesteld conform de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (RBV). De RBV stelt dat er op 15 maart een door de Auditdienst Rijk goedgekeurd jaarverslag aan de minister van Financiën wordt aangeboden en dat wijzigingen door vakministers, in uitzonderlijke gevallen, tot 25 maart verwerkt kunnen worden.
Voor enkele indicatoren en kengetallen in de jaarverslagen van IenW zijn op deze momenten de realisatiegegevens nog niet beschikbaar en kunnen derhalve niet worden toegevoegd aan het jaarverslag. Hierdoor komt het voor dat er realisatiegegevens van indicatoren en kengetallen bekend worden ná het opstellen van het jaarverslag maar vóór publicatie van het jaarverslag. Deze gegevens worden, zoals in het jaarverslag aangegeven, bij de eerstvolgende begroting aan uw Kamer aangeboden.
Groeiparagraaf
Doorwerking wijzigingen Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2022
Voor het opstellen van het departementaal jaarverslag gelden de Rijksbegrotingsvoorschriften van de Minister van Financiën. In de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2022 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die doorwerken in dit jaarverslag op het gebied van:
1. Nationaal Groeifonds-bijlage
2. Openbaarheidsparagraaf
3. Focusonderwerp: bekostigingssystemen
4. Saldibalans: presentatie saldo voorgaand jaar
5. Wet Normering Topinkomens (WNT)
1. Nationaal Groeifonds-bijlage
Voorschrift vanuit de minister van Financiën is dat indien er in het jaar 2021 vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) budgetten ter beschikking zijn gesteld, het betreffende departement een afzonderlijke NGF-bijlage opneemt bij het jaarverslag. IenW heeft in het jaar 2021 geen middelen uit het NGF ontvangen, derhalve is er geen NGF-bijlage opgenomen in het jaarverslag van IenW.
2. Openbaarheidsparagraaf
In het beleidsverslag is als afzonderlijk onderdeel de openbaarheidsparagraaf opgenomen. Dit komt voort uit de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ waarin het kabinet onder andere maatregelen heeft aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Verder schrijft artikel 3.5 van de Wet open overheid voor dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de Wet open overheid (Woo) en in de jaarlijkse verantwoording verslag doet van de uitvoering ervan: de openbaarheidsparagraaf.
3. Focusonderwerp
Voor de verantwoording 2021 heeft de Tweede Kamer de financiële wendbaarheid van uitvoeringsorganisaties als focusonderwerp aangewezen. De Minister van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd op welke wijze gevolg wordt gegeven aan dit onderwerp (Kamerstukken II 2019/20, 31 865, nr. 174). In de departementale jaarverslagen wordt op basis van een hiertoe door de minister van Financiën voorgeschreven format in een eenmalige bijlage inzicht gegeven in deze informatie. Dit inzicht is opgenomen in bijlage 4 bij dit jaarverslag.
4. Saldibalans: presentatie saldo voorgaand jaar
Voor de begrotingsfondsen is door de minister van Financiën een uniforme werkwijze voor de presentatie van het verrekenen van het saldo van het voorgaande verslagjaar in de saldibalans voorgeschreven. Een batig saldo wordt gepresenteerd als saldo begrotingsfonds onder de ontvangsten als 2a, een nadelig saldo wordt verantwoord als onder de uitgaven op regel 1a. Het cumulatief saldo van het begrotingsfonds van het huidige jaar wordt verwerkt via de Rekening-courant RHB onder balanspost 4/4a.
5. Wet Normering Topinkomens (WNT)
Normen ingevolge de Wet Normering Topinkomens zijn aangepast.
Jaarrekening Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
De ILT is per 1 januari 2022 omgevormd van agentschap met batenlastenstelsel naar regulier dienstonderdeel met een geïntegreerde verplichtingenkasadministratie. Dat impliceert dat in het voorliggende jaarverslag de laatste agentschapsparagraaf voor de ILT is opgenomen.
Verantwoording over beleid
In het Wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek van 26 oktober 2021 is door de minister van IenW toegezegd om in gesprek met de rapporteur dhr. De Groot te onderzoeken op welke manier een aantal beleidsdoelstellingen, die in de begroting van IenW zijn geformuleerd, kunnen worden gekoppeld aan hele specifieke indicatoren, waardoor de Kamer meer inzicht krijgt in de gerealiseerde prestaties.
In het voorjaar 2022 is door vertegenwoordigers vanuit IenW en de rapporteur gestart met het komen tot verbetervoorstellen voor de verantwoording van het beleid via de begrotingscyclus. De eerste resultaten van de verbetervoorstellen zijn naar verwachting zichtbaar in de begroting over het jaar 2023.
Motie Schouw c.s.
In juni 2011 is de motie-Schouw (Kamerstukken II 2011–2012, 21 501-20, nr. 537) aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. Voor IenW heeft de Raad in 2021 geen specifieke aanbevelingen gedaan.