Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met uitzondering van de agentschappen Inspectie Leefomgeving en Transport, Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Rijkswaterstaat. Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel, inhuur externen en ICT, bijdragen aan rijksbrede SSO's en overige materiële voor het kerndepartement.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
Verplichtingen | 371.490 | 281.510 | 329.738 | 331.427 | 348.191 | 327.912 | 20.279 | 1 |
Uitgaven | 334.417 | 298.856 | 317.541 | 335.910 | 342.540 | 335.315 | 7.225 | |
1 Personele uitgaven | 228.170 | 220.973 | 236.880 | 262.284 | 272.011 | 244.156 | 27.855 | |
- waarvan eigen personeel | 198.489 | 193.030 | 204.931 | 224.847 | 233.600 | 218.170 | 15.430 | 2 |
- waarvan externe inhuur | 21.853 | 20.999 | 25.722 | 31.740 | 34.555 | 19.210 | 15.345 | 3 |
- waarvan overige personele uitgaven | 7.828 | 6.944 | 6.227 | 5.697 | 3.856 | 6.776 | ‒ 2.920 | |
2 Materiele uitgaven | 106.247 | 77.883 | 80.661 | 73.626 | 70.529 | 91.159 | ‒ 20.630 | |
- waarvan ICT | 21.817 | 20.308 | 21.495 | 25.614 | 25.753 | 24.845 | 908 | |
- waarvan bijdrage aan SSO's | 66.555 | 48.798 | 50.308 | 38.224 | 35.526 | 42.952 | ‒ 7.426 | 4 |
- waarvan overige materiële uitgaven | 17.875 | 8.777 | 8.858 | 9.788 | 9.250 | 23.362 | ‒ 14.112 | 5 |
Ontvangsten | 18.224 | 14.667 | 21.274 | 12.754 | 16.781 | 8.297 | 8.484 | 6 |
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hogere verplichtingen worden overwegend verklaard door de hogere uitgaven die hierna nader worden toegelicht en eerder aangegane verplichtingen vanuit later jaren.
2. De hogere personele uitgaven van € 15,4 miljoen betreft voornamelijk de uitgekeerde loon-en prijsbijstelling (€ 3,6 miljoen), de inzet voor extra onderzoeksopdrachten en Rekenmeesterfunctie voor LNV en EZ door PBL en verrekening van teruggekeerde medewerkers van BZK i.h.k.v. de Omgevingswet (€ 4,6 miljoen), overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds voor inzet in het kader van Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) en Wegen en Verkeersveiligheid (€ 1,8 miljoen), extra inzet t.b.v. Duurzame Mobiliteit (DUMO € 3 miljoen), extra Juridisch- en bestuurlijke ondersteuning o.a. voor WOB en ondersteuning topambtenaren € 2,0 miljoen), extra inzet voor Bodem Ondergrond en Wadden (€ 0,8 miljoen), generieke taken voor IenW op het gebied van Omgevingswet en NOVI (€ 0,6 miljoen), toezicht op de bouw van de nieuwe nucleaire installatie (Pallas € 0,6 miljoen), extra inzet/middelen nodig voor de doorontwikkeling van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL)en de toegenomen voorzitterskosten van de commissie (€ 1,3 miljoen), een verplichte bijdrage aan de Europese uitvoerende secretariaten (€ 0,5 miljoen), versterking van de strategisch inhoudelijke inzet bij het team rivieren, voor programma IJsselmeergebied en voor internationaal (€ 0,5 miljoen), diverse lagere uitgaven dan voorzien (-/- € 0,3 miljoen) en als gevolg van de krappe arbeidsmarkt is een deel van de inzet gevuld met externe inhuur en heeft daarvoor een herschikking plaatsgevonden (-/- € 3,5 miljoen).
3. De extra uitgaven externe inhuur betreft het in het kader van COVID-19 door het Kabinet beschikbaar gestelde bedrag, t.b.v. de regeling voor het beschikbaar stellen van gratis testen via de reisbranche en OpenHouse (€ 2,5 miljoen), extra inhuur voor inzet op vacature ruimte a.g.v. de krappe arbeidsmarkt (€ 3,5 miljoen), extra inzet t.b.v. Open Overheid, Informatiehuishouding en POK (€ 1,3 miljoen), het project Opvolging Bedrijfsvoeringsysteem SAP (OBS € 1,0 miljoen), noodzakelijke inhuur voor diverse ICT projecten waaronder DIGI-toegankelijkheid (€ 1,0 miljoen), Overboeking vanuit opdrachtenbudget van het Mobiliteitsfonds en Deltafonds t.b.v. de Digitale transport Strategie en Cybersecurity Waterveiligheid (€ 1,4 miljoen), Bijdragen van Defensie, LNV en BZK in het kader van Luchtruimherziening, Regiobeleid en Aardgasvrije wijken (€ 1,3 miljoen), extra inhuur noodzakelijk ten behoeve van inkoop (€ 1,2 miljoen), inzet voor de Program Management Office luchtvaart (€ 1,2 miljoen) en inzet voor het project Vrachtwagenheffing (€ 1,0 miljoen).
4. De lagere bijdrage aan SSO’s van € 7,4 miljoen wordt overwegend veroorzaakt door de overdracht van facilitaire dienstverlening naar BZK (-/- € 10,7 miljoen), er is minder uitgegeven voor aanpassingen aan het gebouw en maatwerk voor facilitair- en gebouwendienst (-/- € 2 miljoen) ,extra bijdragen aan SSC-ICT voor transitiekosten en kantoorautoma-tisering (€ 1,4 miljoen), diverse herschikkingen vanuit het materiele budget o.a. van kantoorautomatisering (€ 1,5 miljoen), diverse overboekingen voornamelijk met BZK i.h.k.v. de Omgevingswet (€ 0,2 miljoen), uitgekeerde prijsbijstelling (€ 0,2 miljoen) en bijdragen RWS voor kosten FM Haaglanden, Standaard Platform en bedrijfsgeneeskundige zorg (€ 1,6 miljoen).
5. De lagere reguliere materiële uitgaven van € 14,1 miljoen zijn voor een groot deel het gevolg van een overboeking van budget naar de agentschappen RWS, KNMI en ILT ter compensatie van gemaakte kosten in het kader van de Participatiewet (€ 6,4 miljoen), diverse herschikkingen naar Rijksbrede SSO o.a. voor kantoorautomati-sering (€ 1,5 miljoen), verboekingen naar BZK t.b.v. Bureau ICT Toetsing (BIT), de Transitie Digi inkoop, project HRM in het inkoopdomein en de bijdrage voor de Vernietiging Gevaarlijk Vuurwerk (€ 2,4 miljoen), het lager uitvallen van de factuur van Logius lager dan was geraamd, minder uitgaven voor Open Overheid dan gepland en er was sprake van overlopende facturen naar 2022 (€ 2,3 miljoen), lagere kosten voor integrale beveiliging dan voorzien (€ 0,4 miljoen) en diverse mee- en tegenvallers (€ 1,5 miljoen).
6. De hogere ontvangsten van € 8,5 miljoen betreft voornamelijk extra ontvangsten Standaard Platform (€ 1,7 miljoen), ontvangsten ICT m.b.t. verrekening van licenties en een bijdrage van BZ voor een technische migratie (€ 1,1 miljoen), overlopende ontvangsten uit 2020 van o.a. ILT en RWS voor interne dienstverlening (€ 5,2 miljoen), minder contracten zijn afgesloten voor interne dienstverlening, hiertegenover staan ook minder personele uitgaven (-/- € 1,1 miljoen), door PBL gegenereerde contractonderzoekopdrachten voornamelijk uit de Europese Commissie (€ 0,3 miljoen), bijdrage BZ voor ontwikkeling bedrijfsvoeringsysteem Sap (€ 1 miljoen) en diverse ontvangsten uit detacheringen (€ 0,2 miljoen).
1 Personele uitgaven
Dit betreft de verantwoording van alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en postactieven voor het kerndepartement.
2 Materiële uitgaven
Dit betreft de verantwoording van de materiele uitgaven van het kerndepartement waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces. Hieronder valt ook de bijdragen aan Shared Service Organisaties (o.a. P-Direkt, FM-Haaglanden en het Rijksvastgoedbedrijf) en ICT uitgaven voor onderhoud en licenties.
Realisatie | Begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | |
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 2.236.560 | 2.194.882 | 2.225.359 | 2.383.472 | 1.907.990 | 2.427.337 | ‒ 519.347 |
Kerndepartement | 334.417 | 298.856 | 317.541 | 335.910 | 342.540 | 335.315 | 7.225 |
Totaal apparaatskosten batenlastendiensten | 1.246.112 | 1.291.899 | 1.377.691 | 1.493.562 | 1.565.450 | 1.500.022 | 65.428 |
ILT | 152.664 | 152.109 | 153.196 | 174.425 | 184.219 | 168.014 | 16.205 |
KNMI | 55.816 | 57.113 | 62.218 | 65.615 | 72.509 | 72.129 | 380 |
RWS | 1.031.132 | 1.082.677 | 1.162.277 | 1.253.522 | 1.308.722 | 1.259.879 | 48.843 |
NEa1 | 6.500 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's2 | 656.031 | 604.127 | 530.127 | 554.000 | 0 | 592.000 | 0 |
ProRail | 472.000 | 599.000 | 525.000 | 554.000 | n.n.b.3 | 592.000 | 0 |
Kadaster4 | 179.000 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
StAB | 5.031 | 5.127 | 5.127 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Bij de herverkaveling naar aanleiding van Rutte III is de Nea in 2018 overgeheveld naar EZK (TK 2017–2018, 34 775 XII, nr. 62).
De realisatiecijfers over het jaar 2021 waren bij het opstellen van het jaarverslag niet volledig beschikbaar om op te nemen in deze tabel.
Apparaatskosten agentschappen en ZBO’s en RWT’s
IenW is verantwoordelijk voor vier agentschappen: de Inspectie Leefomgeving en Transport, het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, de Nederlandse Emissieautoriteit en Rijkswaterstaat. De apparaatskosten en ontvangsten worden verder uitgesplitst en toegelicht in de agentschapsparagrafen. IenW verstrekt bijdragen aan drie begrotingsgefinancierde ZBO’s en RWT’s: ProRail, en Kadaster. Zie voor meer informatie over de ZBO’s en RWT’s van IenW de bijlage ZBO’s en RWT’s van dit Jaarverslag (Bijlage 1). De apparaatskosten van de Staf van de Deltacommissaris worden in lijn met de Waterwet op het Deltafonds begroot en verantwoord (zie artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven van het Jaarverslag van het Deltafonds).