Omschrijving | Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 185.119 | 193.645 | 8.526 | 151.351 |
Omzet overige departementen | 108.524 | 110.780 | 2.256 | 98.888 |
Omzet derden | 110.630 | 101.221 | ‒ 9.409 | 94.017 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 226 | 226 | 721 |
Bijzondere baten | 17.070 | 42.515 | 25.445 | 25.202 |
Totaal baten | 421.343 | 448.387 | 27.044 | 370.179 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 412.566 | 413.528 | 962 | 399.236 |
- Personele kosten | 224.212 | 256.047 | 31.835 | 247.062 |
Waarvan eigen personeel | 189.745 | 228.505 | 38.760 | 217.355 |
Waarvan inhuur externen | 22.244 | 20.209 | ‒ 2.035 | 22.003 |
Waarvan overige personele kosten | 12.223 | 7.333 | ‒ 4.890 | 7.704 |
- Materiële kosten | 188.354 | 157.481 | ‒ 30.873 | 152.174 |
Waarvan apparaat ICT | 2.140 | 1.491 | ‒ 649 | 4.558 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 51.533 | 52.509 | 976 | 50.118 |
Waarvan overige materiële kosten | 134.681 | 103.481 | ‒ 31.200 | 97.498 |
Afschrijvingskosten | 11.979 | 11.737 | ‒ 242 | 13.124 |
- Materieel | 2.025 | 1.561 | ‒ 464 | 2.191 |
Waarvan apparaat ICT | 98 | 115 | 17 | 102 |
Waarvan overige | 1.927 | 1.446 | ‒ 481 | 2.089 |
- Immaterieel | 9.954 | 10.176 | 222 | 10.933 |
Rentelasten | 98 | 16 | ‒ 82 | 21 |
Overige kosten | 500 | 9.404 | 8.904 | 10.563 |
- Dotaties voorzieningen | 500 | 38 | ‒ 462 | 946 |
- Bijzondere lasten | 0 | 9.366 | 9.366 | 9.617 |
Totaal lasten | 425.143 | 434.685 | 9.542 | 422.944 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 3.800 | 13.702 | 17.502 | ‒ 52.765 |
Foutherstel: de ter vergelijking opgenomen cijfers over boekjaar 2020 zijn voor de post «Personele kosten, waarvan eigen personeel» verhoogd met € 4,4 mln. waardoor het saldo van baten en lasten met hetzelfde bedrag is gewijzigd.
Stelselwijziging
Niet van toepassing voor 2021.
Foutherstel
Bij het samenstellen van de jaarrekening 2021 is gebleken dat als gevolg van een misverstand bij de berekening van de waarde van de uitstaande verlofdagen, onderdeel van de balanspost «Overige schulden en overlopende passiva», geen rekening is gehouden met de premie ABP. Hierdoor is in de jaarrekening 2020 (en eerdere jaarrekeningen) de schuld uit hoofde van openstaande verlofdagen te laag weergegeven.
Om bovenstaande reden zijn de ter vergelijking opgenomen cijfers in deze jaarrekening gecorrigeerd. Dit leidt ertoe dat de in deze jaarverantwoording ter vergelijking opgenomen cijfers over 2020 betreffende de post «Overige schulden en overlopende passiva» (balans) en «Personele kosten» (staat van baten en lasten) zijn verhoogd met € 4,4 mln. en dat het resultaat over 2020 en de post «Onverdeeld resultaat», onderdeel van het eigen vermogen, zijn verlaagd met datzelfde bedrag.
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
Sinds 2021 hanteert de NVWA een integrale kostprijs, waarin een opslag voor bedrijfsvoering-kosten is opgenomen. In 2020 had de NVWA nog geen integrale kostprijs wat zorgde voor een substantieel verlies. De significante stijging van de omzet van LNV ten opzichte van 2020 hangt voor een groot deel samen de invoering van deze integrale kostprijs.
Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2021 is de omzet € 8,5 mln. hoger als gevolg van aanvullende opdrachten van LNV. De omzetcategorie «Overig» omvat werkzaamheden voor LNV die worden uitbesteed aan derden. In de oorspronkelijke begroting 2021 is dit niet goed opgenomen. Ten opzichte van 2020 is er voor de omzetcategorie «Overig» sprake van een stijging van € 5,5 mln., omdat de WOT-subsidiegelden (Wettelijke Onderzoekstaken) voor WFSR vanaf 2021 via de NVWA lopen.
Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil realisatie en begroting | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
Handhaven | 165.126 | 157.192 | ‒ 7.934 | 129.064 |
Keuren certificering op afstand | 907 | 407 | ‒ 500 | 630 |
Keuren import | 426 | 2.638 | 2.212 | 1.740 |
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten | 18.660 | 22.592 | 3.932 | 14.378 |
Overig | 0 | 10.816 | 10.816 | 5.539 |
Omzet moederdepartement | 185.119 | 193.645 | 8.526 | 151.351 |
Omzet overige departementen
De omzet van de overige departementen is toegenomen ten opzichte 2020 door het hanteren van de integrale kostprijs en ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2021 als gevolg van extra toegewezen werkzaamheden door VWS. Daarnaast is de inzet voor het Diergezondheidfonds weer genormaliseerd, na de piek in 2020 vanwege het ruimen van nertsen (COVID-19) en vogels (vogelpest). De omzetcategorie «Overig» omvat werkzaamheden voor VWS die worden uitbesteed aan derden. In de oorspronkelijke begroting 2021 is dit niet goed opgenomen.
Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil realisatie en begroting | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
Handhaven | 105.811 | 86.137 | ‒ 19.674 | 75.162 |
Keuren certificering op afstand | 119 | 103 | ‒ 16 | 0 |
Keuren import | 1.096 | 914 | ‒ 182 | 822 |
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten | 1.498 | 897 | ‒ 601 | 860 |
Overig | 0 | 22.729 | 22.729 | 22.044 |
Omzet overige departementen | 108.524 | 110.780 | 2.256 | 98.888 |
Omzet Derden
De omzet uit retributies is hoger dan in 2020 door Brexit-werkzaamheden. De stijging is echter minder groot dan verwacht in de oorspronkelijke begroting 2021, doordat een deel van de Brexit-maatregelen is uitgesteld tot een later moment.
Bijzondere baten
In totaal is € 34,2 mln. ontvangen in verband met tariefdemping gerelateerd aan niet kostendekkende tarieven. Dit bedrag is substantieel hoger dan in 2020 doordat sinds 2021 een integrale kostprijs wordt gehanteerd. Daarnaast wordt vanaf 2020 de ontvangen BTW compensatie (€ 7,4 mln.) voor facturen van KDS (keuringsassistenten) en de practitioners (zelfstandige dierenartsen) verantwoord onder bijzondere baten en de geboekte BTW onder bijzondere lasten. Tot slot is de bijzondere waardevermindering toegepast in 2020 voor twee Basisvoorzieningen teruggedraaid, omdat in de loop van 2021 duidelijk is geworden dat beide Basisvoorzieningen toch langer in gebruik zullen blijven (€ 0,9 mln.).
Toelichting op de lasten
De totale personele kosten zijn hoger (€ 9,0 mln.) dan in 2020 en hoger dan de oorspronkelijke begroting 2021 (€ 31,8 mln.) door een toename van het personeelsbestand als gevolg van aanvullende werkzaamheden. De overige personele kosten zijn gedaald (€ 4,9 mln. ten opzichte van de oorspronkelijke begroting) als gevolg van minder reisbewegingen door de COVID-19 pandemie. Er is bij de NVWA geen sprake van functionarissen (eigen personeel of externe inhuur) die vallen onder de WNT (Wet Normering Topinkomens) informatieplicht.
De materiële kosten zijn hoger (€ 5,3 mln.) dan in 2020 en significant lager (€ 30,9 mln.) dan de oorspronkelijke begroting 2021. Het verschil tussen realisatie 2021 en het oorspronkelijke budget 2021 wordt verklaard doordat de kosten verantwoord onder bijzondere laten waren begroot als onderdeel van de materiële kosten (€ 9,4 mln.), door een overschatting van de inzet van practitioners in de begroting (€ 12,6 mln.) en door een lagere realisatie van uitbesteed werk (€ 8,9 mln.). De stijging ten opzichte van 2020 is ontstaan door een combinatie van mutaties. De belangrijkste mutaties zijn het wegvallen van de kosten (€ 2,6 mln.) voor het gebruik van de applicatie voor het elektronisch berichtenverkeer met bedrijven (overstap naar applicatie van Douane), hogere kosten voor DICTU (€ 1,2 mln.), toename van de subsidieverstrekking (€ 5,5 mln.) aan WFSR (i.v.m. Wettelijke Onderzoekstaken), wijziging van de boekhoudkundige verwerking van de afname van certificaten door de NVWA van e-CertNL (€ 2,9 mln.) (in het verleden werden deze kosten gecorrigeerd in de opbrengsten) en een daling van de inhuur practitioners (€ 1,7 mln.) door minder Brexit werkzaamheden.
Tot slot zijn de overige kosten lager (€ 1,2 mln.) dan in 2020 en hoger (€ 8,9 mln.) dan de oorspronkelijke begroting 2021. De daling ten opzichte van 2020 wordt veroorzaakt door een lagere dotatie van de voorziening schadeclaims (€ 0,9 mln.) en mutaties in de bijzondere lasten. In de oorspronkelijke begroting 2021 waren de bijzondere lasten (in 2021 in totaal € 9,4 mln.) niet opgenomen.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten is € 13,7 mln. positief (ten opzichte van een negatief resultaat in 2020 van € 52,8 mln.). Het positieve resultaat van € 13,7 mln. wordt voornamelijk veroorzaakt door een substantiële stijging van de baten (€ 78,2 mln. stijging ten opzichte van 2020 en € 27,0 mln. stijging ten opzicht van de oorspronkelijke begroting 2021). De baten zijn gestegen door het invoeren van een integrale kostprijs en door aanvullende opdrachten van de opdrachtgevers.
De lasten zijn in 2021 slechts in beperkte mate gestegen (€ 11,7 mln. stijging ten opzichte van 2020 en € 9,5 mln. stijging ten opzicht van de oorspronkelijke begroting 2021). De stijging ten opzichte van 2020 wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van het personeelsbestand (stijging personele kosten van € 9,0 mln.), een stijging van de materiële kosten (€ 5,3 mln.), een daling van de afschrijvingskosten (€ 1,4 mln.) en diverse mutaties in de overige lasten (per saldo een daling van € 1,2 mln.). Een belangrijke oorzaak voor de toename van de materiële kosten ten opzichte van 2020 is een toename van de subsidieverstrekking aan WFSR (€ 5,5 mln.). Het resultaat wordt, conform de Regeling Agentschappen, ten gunste van het Eigen Vermogen gebracht.
Balans 2021 | Balans 2020 | |
Activa | ||
Vaste activa | 19.155 | 23.923 |
Immateriële vaste activa | 13.578 | 17.494 |
Materiële vaste activa | 5.577 | 6.429 |
- Grond en gebouwen | 1.702 | 1.893 |
- Installaties en inventarissen | 3.164 | 3.152 |
- Overige materiële vaste activa | 711 | 1.384 |
Vlottende activa | 81.391 | 56.384 |
Voorraden en onderhanden projecten | 408 | 355 |
Vorderingen | 25.979 | 29.369 |
- Debiteuren | 15.520 | 13.528 |
- Overige vorderingen en overlopende activa | 10.459 | 15.841 |
Liquide middelen | 55.004 | 26.660 |
Totaal activa: | 100.546 | 80.307 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 14.049 | ‒ 4.653 |
Exploitatiereserve | 347 | 48.112 |
Onverdeeld resultaat | 13.702 | ‒ 52.765 |
Voorzieningen | 181 | 588 |
Langlopende schulden | 9.274 | 11.530 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 9.274 | 11.530 |
Kortlopende schulden | 77.042 | 72.842 |
Crediteuren | 5.526 | 4.578 |
Belastingen en premies sociale lasten | 178 | 108 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 7.356 | 12.058 |
Overige schulden en overlopende passiva | 63.982 | 56.098 |
Totaal passiva: | 100.546 | 80.307 |
Foutherstel: de ter vergelijking opgenomen cijfers over boekjaar 2020 zijn voor de post «Overige schulden en overlopende passiva» verhoogd met € 4,4 mln. en voor de post «Onverdeeld resultaat» verlaagd met hetzelfde bedrag.
2021 | 2020 | |
Immateriële vaste activa | 13.578 | 17.494 |
Totaal immateriële vaste activa | 13.578 | 17.494 |
---|
In de jaarverantwoording 2020 is de administratieve verwerking van de compartimentering en afboeking van INSPECT en de daaruit ontstane Basisvoorzieningen uitgebreid toegelicht. Over deze Basisvoorzieningen heeft in 2021 de reguliere afschrijving plaatsgevonden (€ 9,6 mln.), waardoor de Basisvoorzieningen per 31 december 2021 een boekwaarde hebben van € 4,8 mln.
In 2020 is een bijzondere waardevermindering toegepast (€ 0,9 mln., zijnde zes maanden afschrijvingskosten over 2022) voor twee Basisvoorzieningen (Monstername en Bezwaar & Beroep) op basis van de inschatting dat deze eind 2021 buiten gebruik gesteld zouden gaan worden. In de loop van 2021 is duidelijk geworden dat beide Basisvoorzieningen toch langer in gebruik zullen blijven (tot ruim na juni 2022), waardoor de bijzondere waardevermindering in 2021 is teruggeboekt ten gunste van het resultaat (€ 0,9 mln.).
Daarnaast zijn er investeringen (€ 5,5 mln.) gedaan voor ICT systemen die nog in ontwikkeling zijn. Dit zijn ICT systemen die nog niet in gebruik zijn genomen en waarover daarom nog niet wordt afgeschreven.
2021 | 2020 | |
Moederdepartement LNV | 33 | 237 |
Ministerie van IenW | 44 | 190 |
Ministerie van EZK | 40 | 40 |
Ministerie van BZK | 37 | 27 |
Ministerie van JenV | 17 | 0 |
Ministerie van VWS | 12 | 0 |
UBR | 0 | 97 |
RVO | 0 | 3 |
RWS | 16 | 0 |
SodM | 30 | 0 |
Derden | 16.114 | 14.051 |
Dubieuze debiteuren | 2.223 | 2.638 |
Totaal debiteuren | 18.566 | 17.283 |
Voorziening dubieuze debiteuren | ‒ 3.046 | ‒ 3.755 |
Totaal debiteuren | 15.520 | 13.528 |
De post «Moederdepartement LNV» omvat een klein bedrag voor doorbelasting van personeel gerelateerde kosten en voor de rest de doorbelasting van aan bedrijven terugbetaalde boetebedragen (met wettelijke rente) naar aanleiding van gegrond verklaart bewaar. De posten van alle overige overheidsonderdelen in bovenstaande tabel hebben betrekking op de doorbelasting van personeel gerelateerde kosten (veelal detachering).
De post dubieuze debiteuren is gedaald ten opzichte van vorig jaar met € 0,4 mln., vanwege het bijzonder laag aantal faillissementen in 2021 en een uitgebreide opschoonactie van de debiteuren administratie. De voorziening dubieuze debiteuren komt hierdoor ook significant lager uit dan in 2020 (daling met € 0,7 mln.). Hierbij speelt ook de kwaliteitsverbetering in de berekeningsmethode van de voorziening een rol (€ 0,1 mln.).
2021 | 2020 | |
Moederdepartement LNV | 4.535 | 6.483 |
Ministerie van VWS | 158 | 1.827 |
RVO | 1.000 | 376 |
RVB | 48 | 11 |
UBR | 3 | 9 |
Derden | 4.715 | 7.135 |
Totaal nog te ontvangen | 10.459 | 15.841 |
Bij de post «Moederdepartement LNV» heeft € 2,4 mln. een looptijd van langer dan 1 jaar. Dit betreft vooruitbetaalde huisvestingskosten (LNV). Bij de post «Derden» heeft € 0,3 mln. een looptijd van langer dan 1 jaar. Dit betreft hoofdzakelijk nog te factureren omzet projecten Derden en een klein deel overige vooruitbetaalde kosten ultimo 2021.
2021 | 2020 | |
Kas | 0 | 2 |
Rekening-courant ministerie van Financiën | 55.004 | 26.660 |
Banken | 0 | ‒ 2 |
Totaal liquide middelen | 55.004 | 26.660 |
2021 | 2020 | ||
---|---|---|---|
1 Eigen vermogen per 01/01 | ‒ 4.653 | 33.672 | |
2 Saldo van baten en lasten | 13.702 | ‒ 52.765 | |
3 Directe mutaties in het eigen vermogen: | |||
‒ 3a Uitkering aan moederdepartement | 0 | ‒ 17.136 | |
‒ 3b Bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen | 5.000 | 32.176 | |
‒ 3c Overige mutaties | 0 | 0 | |
4 Eigen vermogen per 31/12 | 14.049 | ‒ 4.653 | |
Omzet | 405.646 | 344.256 | |
Vermogensplafond (5% van gemiddeld 3 jaar) | 17.958 | 16.307 |
Foutherstel: de ter vergelijking opgenomen cijfers over boekjaar 2020 zijn voor de post «Saldo van baten en lasten» aangepast van € 48,3 mln. negatief naar € 52,8 mln. negatief (delta van afgerond € 4,4 mln.).
Na de vaststelling van het jaarverslag door de eigenaar wordt het onverdeeld resultaat in zijn geheel toegevoegd aan de exploitatiereserve. Het eigen vermogen per 31 december 2021 van € 14,0 mln. (positief) is kleiner dan het maximaal toegestane eigen vermogen voor 2021 (€ 18,0 mln.).
Boekwaarde 31-12-2020 | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde 31-12-2021 | |
---|---|---|---|---|---|
Claims, geschillen en rechtsgedingen | 588 | 38 | ‒ 219 | ‒ 226 | 181 |
Totaal | 588 | 38 | ‒ 219 | ‒ 226 | 181 |
De dotatie van de voorziening (schade-)claims omvatten twee claims uit 2021. Vanuit de voorziening is voor drie claims een uitbetaling gedaan (€ 0,2 mln.), waarbij voor één claim het opgenomen bedrag in de voorziening ontoereikend was voor het uitbetalen van de schikking (afgerond € 0,5 mln.). Het resterende bedrag (€ 0,3 mln.) is daarom rechtstreeks in de kosten genomen. De vrijval betreft vijf claims, waarbij voor twee claims een deel van het opgenomen bedrag in de voorziening is uitbetaald en het andere deel is vrijgevallen.
De voorziening is gebaseerd op een schatting van de uitstroom van middelen per ingediende claim en mede gebaseerd op ervaringen van voorgaande jaren. Het saldo van de voorziening van € 0,2 mln. (vijf claims) wordt op dit moment voldoende geacht om aan de eventuele betaalverplichting van de lopende claims te voldoen. Het totale ingediende bedrag van de vijf claims die onderdeel uitmaken van de voorziening is € 0,6 mln.
2021 | 2020 | |
Ministerie van BZK | 0 | 49 |
Ministerie van IenW | 0 | 3 |
DICTU | 399 | 1.546 |
DPC | 63 | 0 |
UBR | 46 | 0 |
RVB | 17 | 0 |
RWS | 7 | 0 |
RIVM | 5 | 1.608 |
DJI | 5 | 0 |
RVO | 0 | 20 |
Derden | 4.984 | 1.352 |
Totaal crediteuren | 5.526 | 4.578 |
De post «DICTU» heeft voor € 0,2 mln. betrekking op facturen voor de ICT dienstverlening van DICTU die op 31 december 2021 waren ontvangen en verwerkt, maar nog niet betaald. De andere € 0,2 mln. heeft betrekking op facturen die op 31 december 2021 al wel waren ontvangen, maar nog niet verwerkt. De post «DPC» heeft betrekking op deelname aan het Rijksoverheidscontract voor LinkedIn. De post «UBR» betreft diverse facturen voor de dienstverlening van UBR. De post «RVB» betreft coördinatie werkzaamheden voor de verbouwing van locatie Wageningen. De posten voor «RWS», «RIVM» en «DJI» betreffen de facturatie van diverse dienstverlening afgenomen door de NVWA.
2021 | 2020 | |
Moederdepartement LNV | 11.301 | 9.888 |
Ministerie van VWS | 1.718 | 2.205 |
Ministerie van EZK | 676 | 0 |
Ministerie van Financiën | 0 | 32 |
Ministerie van IenW | 100 | 0 |
DICTU | 7.595 | 6.694 |
RVB | 1.019 | 1.392 |
RIVM | 0 | 793 |
RWS | 0 | 252 |
UBR | 173 | 164 |
RVO | 349 | 105 |
DPC | 0 | 17 |
FMH | 0 | 14 |
Derden | 41.051 | 34.542 |
Totaal nog te betalen | 63.982 | 56.098 |
Foutherstel: de ter vergelijking opgenomen cijfers over boekjaar 2020 zijn voor de post «Derden» verhoogd met € 4,4 mln. waardoor het totaal van «Overige schulden en overlopende passiva» met hetzelfde bedrag is toegenomen.
De post «Moederdepartement LNV» betreft de doorschuif en/of te verrekenen bedragen van PxQ (uren) budgetten (afgerond € 9,5 mln.), Extern Geoormerkte Budgetten (€ 0,6 mln.), claim solidariteits-bijdrage (afgerond € 0,5 mln.), e-CertNL (€ 0,4 mln.) en nog te verrekenen inzet schepen 2021 voor Sanitaire bemonstering schelpdieren (€ 0,4 mln.). De post «Ministerie van VWS» (€ 1,7 mln.) en «Ministerie van EZK» (€ 0,7 mln.) betreffen de doorschuif en/of te verrekenen van bedragen voor Extern Geoormerkte Budgetten. De post «Ministerie van IenW» betreft vooruit ontvangen bedragen voor toezicht particulier gebruik gewasbeschermingsmiddelen.
Het bedrag voor de post «DICTU» bestaat uit nog te betalen bedragen voor de ICT dienstverlening van DICTU. De post «RVB» bestaat hoofdzakelijk uit nog te betalen meerkosten huur i.v.m. de verbouwing van locatie Zwijndrecht. De post «UBR» betreft nog te betelen bedragen voor de dienstverlening van UBR. De post «RVO» betreft nog te betalen kosten voor centraal relatiebeheer. De post «Derden» bestaat uit circa € 25,7 mln. aan nog te betalen bedragen aan medewerkers (saldo verlofuren), een reservering (€ 7,2 mln.) voor e-CertNL (zie extra toelichting hieronder), een reservering (€ 0,4 mln.) voor uitkering Remplaçanten en € 7,8 mln. aan overige nog te betalen bedragen. Van deze € 7,8 mln. betreffen de grootste posten KDS (€ 1,8 mln.), het bedrijfsleven (€ 0,8 mln.; weerstandsvermogen KDS), Flexvet (€ 0,8 mln.), WFSR (€ 0,5 mln.) en De Staffing Groep (€ 0,4 mln.).
Van het totale saldo «Overige schulden en overlopende passiva» (€ 64,0 mln.) is bij de post «Derden» voor een bedrag van € 0,4 mln. sprake van een looptijd van langer dan 1 jaar. Dit betreft vooruit ontvangen bedragen voor projecten Derden (€ 0,3 mln.) en € 0,1 mln. van de verplichting voor Remplaçanten. Er is geen sprake van posten met een looptijd van 5 jaar of langer. Voor IKB spaarverlof (€ 16,5 mln.) is het niet mogelijk om een betrouwbare inschatting van de looptijd te maken, omdat deze verlofsoort onbeperkt geldig is.
e-CertNL
De post «Derden» omvat een reservering van € 7,2 mln. voor e-CertNL (voorheen Client). E-CertNL is ruim 10 jaar geleden opgezet en vormt een set van applicaties ten behoeve van de uitgifte van import- en exportcertificaten. E-CertNL wordt beheerd door de NVWA en gecoördineerd door een samenwerkingsverband van de NVWA en het bedrijfsleven. Dit samenwerkingsverband is georganiseerd in de Gebruikersraad e-CertNL, onder voorzitterschap van de directeur Keuren van de NVWA. Het bedrijfsleven wordt in de Gebruikersraad vertegenwoordigd door vijf partijen (NZO, COV, Plantum, KCB, Groente- en Fruithuis).
Het tarief dat doorbelast wordt voor het uitgeven van certificaten door e-CertNL (in 2021 € 6,30 per certificaat) bestaat uit een dekking voor het beheer en onderhoud (personeelskosten NVWA, kosten DICTU, overige kosten; in 2021 € 6,30 per certificaat) en een reservering voor specifieke wijzigingsverzoeken voor de verschillende sectoren (in 2021 € 0,00 per certificaat). De Gebruikersraad heeft besloten om in het tarief per certificaat voor 2021 de reserveringscomponent (in 2020 € 0,80 per certificaat) niet meer op te nemen, vanwege het beperkte aantal wijzigingsverzoeken de afgelopen jaren. Het totaalsaldo van de reservering die de afgelopen jaren is opgebouwd bedraagt € 7,2 mln. (onderdeel van de post «Derden») per 31 december 2021. Ondanks de tariefverlaging is de opgebouwde reservering in 2021 opnieuw behoorlijk gestegen (2020: € 5,6 mln.; 2021: € 7,2 mln.), doordat vanwege de Brexit er significant meer certificaten zijn uitgegeven. Voor 2022 wordt het tarief daarom verder verlaagd naar € 5,75 per certificaat. De Gebruikersraad kan tot maximaal het gereserveerde bedrag aan wijzigingsverzoeken accorderen, die vervolgens vanuit de balanspositie door de NVWA moeten worden betaald.
Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | |
---|---|---|---|
Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + stand depositorekeningen | 2.876 | 26.660 | 23.784 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 421.343 | 451.144 | 29.801 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 412.664 | ‒ 413.873 | ‒ 1.209 |
Totaal operationele kasstroom | 8.679 | 37.271 | 28.592 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 7.150 | ‒ 7.974 | ‒ 824 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.005 | 1.005 |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 7.150 | ‒ 6.969 | 181 |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 5.000 | 5.000 |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 13.370 | ‒ 12.058 | 1.312 |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 7.150 | 5.100 | ‒ 2.050 |
Totaal financieringskasstroom | ‒ 6.220 | ‒ 1.958 | 4.262 |
Rekening-courant RHB 31 december 2021 + stand depositorekeningen | ‒ 1.815 | 55.004 | 56.819 |
Toelichting kasstroomoverzicht
Algemene grondslagen
De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht worden gevormd door de rekening-courant met het ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) en uit het kasgeld van de NVWA. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de operationele kasstroom.
Toelichting op kasstromen
Rekening-courant RHB
Het saldo op de rekening-courant RHB per 1 januari 2021 is € 23,8 mln. hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een directe bijdrage van het moederdepartement aan het eigen vermogen van de NVWA.
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is per saldo € 28,6 mln. hoger dan begroot.
De ontvangsten in de operationele kasstroom betreffen de door de NVWA gerealiseerde omzet (moederdepartement, overige departementen en derden, totaal € 405,6 mln.), de bijzondere baten (€ 42,5 mln.) en mutaties in de balans (€ 3,0 mln.). De uitgaven in de operationele kasstroom betreffen de reguliere lasten (vrijval voorziening, apparaatskosten, rentelasten en overige lasten, totaal € 422,7 mln.) en mutaties in de balans (- € 8,8 mln.).
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom is € 0,2 mln. lager dan begroot. De investeringen bestaan voornamelijk uit investeringen in immateriële vaste activa (software en ICT-systemen in ontwikkeling, € 5,6 mln.) en voor een kleiner deel uit investeringen in materiële vaste activa (€ 1,5 mln.). Daarnaast leidt de terugboeking (ten gunste van het resultaat) van de bijzondere waardevermindering voor twee Basisvoorzieningen (€ 0,9 mln.) tot een investeringskasstroom.
De desinvesteringen betreffen vooral de buitengebruikstellingen van dienstauto’s plus toebehoren en een vaartuig.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom valt € 4,3 mln. hoger uit dan begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een directe toevoeging aan het eigen vermogen door de eigenaar (€ 5,0 mln.) en hogere aflossingen op de lopende leningen (€ 1,3 mln.) en anderzijds zijn er minder leningen bij het Ministerie van Financiën afgeroepen dan oorspronkelijk begroot (€ 2,0 mln.).
Liquiditeitspositie
De liquiditeitspositie van de NVWA bedraagt € 55,0 mln. per 31 december 2021.
Omschrijving | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|
Gemiddelde kostprijs (€ /uur) | 99,16 | 100,53 | 104,29 | 107,23 | 121,54 | 121,54 |
Tarieven | ||||||
Index 2012 = € 94,07 = 100 | 105,41 | 106,87 | 110,86 | 113,99 | 129,2 | 129,2 |
Omzet per productgroep (x mln.)3 | ||||||
Handhaven | * | 200,1 | 207,6 | 213,4 | 282,1 | 256,6 |
Keuren | * | 88,7 | ||||
Keuren certificering op afstand | 7,1 | 7,3 | 10,1 | 9,7 | ||
Keuren import | 17 | 18,6 | 20,5 | 19,9 | ||
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten | 67,7 | 75,1 | 91,6 | 98,8 | ||
FTE | ||||||
Aantal FTE (excl. Externe inhuur)1 | 2.373 | 2.407 | 2.432 | 2.531 | 2.406 | 2.667 |
Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur) | 1.848/525 | 1.848/559 | 1834/598 | 1951/580 | 1855/551 | 2056/611 |
Salariskosten per FTE | 75.915 | 77.733 | 80.282 | 84.435 | 84.435 | 85.685 |
Saldo van baten en lasten | ||||||
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten | 1,76% | ‒ 12,10% | ‒ 15,51% | ‒ 13,06% | ‒ 0,90% | 3,06% |
Kwaliteit | ||||||
Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen2 | 84% | 95% | 90% | 81% | 90% | 84% |
Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen) | 97% | 97% | 96% | 98% | 95% | 99% |
1. De gerealiseerde gemiddelde bezetting in 2021 is inclusief 9 FTE medewerkers met een bijzondere status, zoals van-werk-naar-werk medewerkers.
2. Deze cijfers hebben betrekking op de afhandelsnelheid van de informatieverzoeken (vragen) en de klachten over de NVWA. Over 2018 en 2019 waren er geen cijfers beschikbaar door systeemproblemen. Voor deze jaren is het gerealiseerde percentage gelijk aan het begrote percentage. Vanaf 2020 is er een dashboard beschikbaar waarin een deel van de informatieverzoeken (vragen) en klachten gevolgd kan worden. Uiteindelijk moet er via Basisvoorziening Meldingen (in ontwikkeling) in de toekomst een volledig en juist overzicht van de afhandelsnelheid komen.
3. De cijfers zoals gepresenteerd in deze tabel zijn bedoeld om de ureninzet per productgroep te monitoren. De cijfers sluiten niet aan bij de gepresenteerde omzetcijfers in de Staat van Baten en Lasten, omdat de uren derden en de omzet uit Extern Geoormerkte Budgetten niet aan een productgroep zijn gekoppeld. Tot slot wordt overproductie (teveel uren) wel in bovenstaande cijfers opgenomen, maar niet in de omzetcijfers in de Staat van Baten en Lasten.