Europese Landbouwfondsen
Op basis van de ter beschikking staande informatie en met inachtneming van hetgeen na punt 3 vermeld wordt, wordt geconstateerd dat inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) over het begrotingsjaar 2021:
1. de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden naar behoren hebben gefunctioneerd;
2. de verantwoording in de context van bovengenoemde informatie volledig, nauwkeurig en waarachtig is;
3. de uitgaven die ter vergoeding bij de Europese Commissie zijn ingediend ter hoogte van € 864.714.994,07 (ELGF €701.629.146,56, ELFPO €163.085.847,51) in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn.
Toelichting
Verklaring betaalorgaan
Het betaalorgaan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft, bij de over het begrotingsjaar 16 oktober 2020 tot en met 15 oktober 2021 bij de Europese Commissie ingediende rekeningen, verklaard dat deze een waarheidsgetrouw, volledig en nauwkeurig beeld geven en dat de beheers- en controlesystemen een redelijke zekerheid bieden dat de onderliggende transacties wettig en regelmatig zijn.
Rapportage certificerende instantie
De ADR heeft, in de functie van certificerende instantie, geoordeeld dat;
• de bij de Europese Commissie ingediende rekeningen voor het begrotingsjaar 16 oktober 2020 tot en met 15 oktober 2021 in elk materieel opzicht een waarheidsgetrouw, volledig en nauwkeurig beeld geven van de aan het ELGF en ELFPO in rekening gebrachte totale netto-uitgaven,
• uit de vaststelling of het betaalorgaan aan de accreditatiecriteria voldoet, blijkt dat de interne controleprocedures van het betaalorgaan naar behoren hebben gefunctioneerd voor het ELGF en ELFPO,
• de uitgaven die ter vergoeding bij de Europese Commissie zijn ingediend in het kader van het ELGF en ELFPO, in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn.
Tevens is op basis van ons onderzoek niets onder onze aandacht gekomen op grond waarvan twijfel is gerezen over de beweringen in de beheersverklaring.
Voor wat betreft ELFPO benadrukt de ADR een onzekerheid met betrekking tot de in de pilot GLB gehanteerde Vereenvoudigde KostenOpties (VKO’s).
De ADR kan niet aangeven of er sprake is van een «eerlijke, billijke en controleerbare» berekeningsmethode. Er is voor de ADR sprake van een onvermogen om voldoende passend auditbewijs te vergaren inzake de in de pilot GLB gehanteerde VKO’s. RVO heeft op verzoek van de ADR middels een integrale analyse het totale bedrag gerelateerd aan de VKO’s in alle betalingen van de pilots GLB in FY 2021 in kaart gebracht. Het totaal onzekere bedrag met betrekking tot VKO’s pilot GLB in 2021 is € 1.509.398.
Bekende lopende onderzoeken en/of correctievoorstellen door de Europese Commissie, Europese Rekenkamer en OLAF
De Europese Commissie bepaalt uiteindelijk de EU-conformiteit van de nationale implementatie en uitvoering van EU-regelgeving. De Europese Commissie kan financiële correcties opleggen als zij concludeert dat EU-regelgeving niet op de juiste wijze door de lidstaat is geïnterpreteerd en/of uitgevoerd. Het antifraude-DG van de Europese Commissie (OLAF) kan onderzoeken starten naar vermoedens van onregelmatigheden, waaronder vermoeden van fraude met EU-subsidies.
Voor ELGF loopt er een onderzoek naar de grondgebonden subsidies en de Graasdierpremie: in drie tranches heeft de Europese Commissie in 2020 een conformiteitsaudit verricht naar de Graasdierpremie en de grondgebonden subsidies. Deze audit voltrok zich, vanwege de beperkingen van de COVID pandemie, geheel digitaal en was een vervolgaudit op een eerdere, in 2017, uitgevoerde audit. De voorlopige conclusie van de Europese Commissie is dat Nederland bij de uitvoering van de grondgebonden regelingen ELGF niet geheel voldoet aan 7 essentiële controles (key controls). Hierbij stelt de Europese Commissie, conform het geldende richtsnoer, een forfaitaire correctie voor van 10%. Het proces van aanvullende controles en aanleveren van aanvullende informatie, teneinde een forfaitaire correctie om te buigen naar een gerichte correctie, loopt nog en zal naar verwachting eind 2022 afgerond zijn.
GLB Pijler 1: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)
De ontvangen EU-steun voor het GLB pijler 1 bedraagt in 2021 € 701 mln. voor directe inkomenssteun en markt- en prijsmaatregelen. De steun voor markt- en prijsmaatregelen fluctueert afhankelijk van de marktomstandigheden. De uitvoering van het GLB is aan stringente Europese voorwaarden gebonden die met name de rechtmatigheid van de uitvoering moeten waarborgen.
De maatregelen binnen Pijler 1 van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn als volgt onderverdeeld:
Basisbetalingsregeling
In 2021 zijn de betalingen gedaan op aanvragen ingediend in 2020, het vijfde jaar in de huidige GLB-periode. Voor de basisbetaling is € 441 mln. gedeclareerd bij de Europese Commissie.
Betaling voor vergroening
Landbouwers die gebruik maken van de basisbetalingsregeling zijn verplicht om vergroeningsmaatregelen toe te passen op hun bedrijf. Voor de vergroeningsbetalingen is 30% van het budget voor directe betalingen bestemd. In 2021 is € 188 mln. voor vergroeningsbetalingen gedeclareerd bij de Europese Commissie.
Aanvullende betaling voor jonge boeren
Voor de zogenaamde ‘top-up’ betaling voor jonge boeren is 2% van het budget voor directe betalingen beschikbaar. In 2021 is bij de Europese Commissie € 12 mln. gedeclareerd voor de ‘top-up’ betaling voor jonge boeren.
Graasdierpremie
In 2021 werd € 1,5 mln. voor steun aan graasdieren (runderen en schapen) gedeclareerd bij de Europese Commissie.
Teruggave financiële discipline
Op alle directe betalingen wordt een korting toegepast ten behoeve van de crisisreserve van de Europese Commissie. Indien de crisisreserve niet (volledig) wordt benut vindt teruggave plaats aan de landbouwers. In 2021 werd € 8 mln. terugbetaald aan landbouwers.
Markt- en prijsbeleid
Het markt- en prijsbeleid is afgebouwd met als doel de landbouw marktgerichter te maken. Bij het markt- en prijsbeleid zijn er aan de ene kant uitgaven voor reguliere programma’s en aan de andere kant uitgaven in verband met slechte marktsituaties.
In 2021 bestond de reguliere steun uit operationele programma’s groente en fruit van € 41,5 mln. Voor afzetbevordering is € 9 mln. uitgegeven. Het betrof hier uitgaven in het kader van schoolfruit, schoolmelk, bijbehorende promotieprogramma’s en verschillende opslag interventies.
GLB Pijler 2: Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)
De jaardeclaratie ELFPO 2021 (totaal € 163,4 miljoen) bestaat uit de volgende maatregelen (ten laste van het POP3-buget):
Agrarisch natuurbeheer
Maatregel 10 uitgaven in het begrotingsjaar 2021: € 59,1 miljoen, waarvan ANLb € 58,3 miljoen en SNL € 0,8 miljoen. Het gaat hier om uitgaven op grond van beheersovereenkomsten agrarisch natuurbeheer afgesloten op basis van provinciale regelingen (ANLb – Subsidieregeling agrarisch natuur- en landschapsbeheer, SNL – Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer, PSAN – Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer; SNL en PSAN betreft uitfinanciering van lopende verplichtingen).
De Brede Weersverzekering
Maatregel 17, uitgaven in het begrotingsjaar 2021: € 13,9 miljoen. Dit betreft een rijksregeling met cofinanciering door het ministerie van LNV.
De Kwaliteitsregeling kalversector
Maatregel 3, uitgaven in het begrotingsjaar 2021: € 5,2 miljoen. Dit betreft een rijksregeling voor steun voor toetreding kwaliteitsregeling kalversector modulatiegelden.
Provinciale subsidieregelingen POP
• Maatregel 04 Investeringsregelingen, uitgaven in het begrotingsjaar 2021: € 59,9 miljoen. Dit betreft uitgaven op basis van de provinciale subsidieregelingen POP, met cofinanciering door de provincies.
• De maatregelen 01 Kennisoverdracht en voorlichtingsacties € 1,8 mln.; maatregel 16 Samenwerking € 11,7 mln. en 19 LEADER € 5,5 mln., uitgaven in het begrotingsjaar 2021. Dit betreft uitgaven op basis van de provinciale subsidieregelingen POP3, met cofinanciering door de provincies.
Technische Bijstand
Maatregel 20, in de jaardeclaratie 2021 opgenomen bedrag: € 6,3 miljoen. Technische bijstand 2021 is berekend op basis van een flat rate van 4%, waarbij de uitgaven voor niet-technische bijstand (maatregel 1 t/m 19) de grondslag vormen (zie hoofdstuk H5.3). RVO heeft het bedrag van € 6,3 miljoen in december 2021 betaald.