Base description which applies to whole site

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

De Minister van LNV streeft naar een sterke en veerkrachtige natuur, een duurzame en economisch rendabele visserijsector en draagt via gebiedsgericht werken bij aan het versterken van de brede welvaart.

  • De Minister van LNV is verantwoordelijk voor het beschermen, versterken en duurzaam benutten van de natuur en biodiversiteit, mede in relatie tot de klimaat-, en stikstofdoelstellingen, in nationaal, EU- en mondiaal verband. Voor de natuurkwaliteit van de Rijkswateren en voor de internationale samenwerking op natuurgebied treedt de Minister als eerstverantwoordelijke op.

  • De Minister van LNV is verantwoordelijk voor het versterken van de positie van de Nederlandse visserijketen en het bevorderen van duurzaamheid, transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse visserijketen.

  • De Minister van LNV is medeverantwoordelijk voor gebiedsgericht werken, waarbij de LNV-opgaven in onderlinge samenhang met andere maatschappelijke en regionale opgaven optimaal worden opgepakt om te komen tot een optimale versterking van de brede welvaart.

  • De Minister van LNV voert de regie over de aanpak van regionale knelpunten en de inzet van de Regio Envelop, in overleg met de Minister van BZK.

  • De Minister van LNV is het aanspreekpunt voor wat betreft de betrokkenheid van het Rijk bij bodemdaling in het landelijke gebied in relatie tot landbouw, natuur en biodiversiteit en de vitaliteit van het platteland in bredere zin en voor landbouw als onderdeel van het Klimaatakkoord.

De Minister van LNV is (mede)verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Het stimuleren en versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het beschermen, versterken en duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit, op zowel nationaal als internationaal niveau.

  • Het bevorderen van behoud en versterken van biodiversiteit in het agrarisch gebied en binnen agroketens.

  • Het ondersteunen van het versterken van de positie van de Nationale parken.

  • Het stimuleren van de inzet van de Nederlandse bos-, natuur- en houtsector in het energie- en klimaatbeleid en het bevorderen van de duurzame bijdrage van bos en natuur aan de groene grondstoffenvoorziening.

  • Het stimuleren van maatschappelijke initiatieven in lijn met de LNV-visie, Nederland Natuurpositief, het Programma Natuur en het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland.

  • Het bevorderen van een duurzame, innovatieve en rendabele visserij- en aquacultuursector binnen de kaders van het Gemeenschappelijk visserijbeleid (Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds 2021-2027 (EMVAF)).

Regisseren

  • Het inzetten, samen met medeoverheden en bedrijfsleven, op de totstandkoming van afspraken over het versterken van biodiversiteit, aansluitend op de afspraken uit de EU-Biodiversiteitsstrategie en het mondiale biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD).

  • Het voeren van regie op de aanpak van regionale knelpunten en de inzet van de Regio envelop, in overleg met de Minister van BZK, met als doel om de brede welvaart in de regio’s in Nederland te versterken.

Uitvoeren

  • Het met provincies nakomen van afspraken die gemaakt zijn in het Natuurpact en samen met provincies en IenW/RWS monitoren van de toestand van de natuur en biodiversiteit en benutting van natuur op land en in het water.

  • Het samen met de provincies opstellen van het gezamenlijke Programma Natuur, waarmee onder andere invulling wordt gegeven aan het ambitiedocument Nederland Natuurpositief en aan de langjarige financiële impuls in het natuurbeleid als gevolg van de stikstofaanpak.

  • Het onderhouden en handhaven van onder andere de Wet natuurbescherming en de Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming Caribisch Nederland en het treffen van voorbereidingen voor het invoeren van de Omgevingswet.

  • Het voorbereiden en uitvoeren van internationale en in EU-verband gemaakte afspraken over de internationale handel in bedreigde dieren en planten.

  • De implementatie van het Europese exotenbeleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het beheer van invasieve exoten.

  • Het doen uitvoeren van regelingen en programma’s, zoals het Programma naar een Rijke Waddenzee, de natuuronderdelen van de Mariene Strategie en het beheer van Kroondomeinen.

  • Het samen met provincies uitwerken en uitvoeren van de bossenstrategie.

  • Staatsbosbeheer in staat stellen om, in samenhang met zijn maatschappelijke omgeving, uitvoering te kunnen geven aan zijn (kern)taken, zoals bedoeld in de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en het Convenant LNV/Staatsbosbeheer (2014).

Onderstaand wordt ingegaan op de belangrijkste gerealiseerde beleidsresultaten in 2021.

Maatregel gerichte opkoop

Provincies hebben in 2021 een start gemaakt met de uitvoering van de eerste tranche van de Maatregel Gerichte Opkoop (Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden). In 2021 heeft de nadruk gelegen op het benaderen van geïnteresseerde veehouders, het analyseren en beoordelen van specifieke bedrijfssituaties en het voeren van gesprekken om tot koopovereenkomsten te komen. Mede op basis van een tussentijdse evaluatie zijn een aantal belemmerende factoren in beeld gebracht. Middels een wijziging van de regeling zijn deze zo goed mogelijk verholpen. Met de aangepaste regeling die eind december is gepubliceerd (Kamerstuk 28 973, nr. 248), zijn tevens, op basis van inschattingen van provincies met betrekking tot de deelnamebereidheid van veehouders, extra middelen voor aankopen beschikbaar gesteld. Het betreft de middelen die beschikbaar zijn gekomen uit de onderuitputting op het budget van de Regeling sanering varkenshouderijen (Kamerstuk 28 973, nr. 244). Het totale budget voor de eerste tranche van de MGO bedraagt daarmee € 228,3 mln. In 2021 zijn nog geen koopovereenkomsten gerealiseerd. In het najaar van 2021 zijn voorbereidingen getroffen voor de tweede tranche van de regeling die naar verwachting in het tweede kwartaal van 2022 wordt opengesteld.

Markerwadden

In 2021 heeft LNV vanuit het budget voor de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) € 4 mln. beschikbaar gesteld voor het project «Marker Wadden verlengde fase 1«. Dit budget is aangevuld met € 5,8 mln. van het Ministerie van IenW, € 1 mln. van provincie Flevoland en € 1 mln. van Natuurmonumenten. De totale rijksbijdrage wordt door LNV in 3 termijnen gestort op een projectrekening Marker Wadden die wordt beheerd door het Nationaal Groenfonds. Daarmee kon in mei 2021 worden gestart met de aanleg van twee extra eilanden als aanvulling op de in 2020 opgeleverde 5 eilanden van Marker Wadden fase 1. Naar verwachting zal daarmee in 2023 dan nog zo’n 300 hectare nieuwe natuur onder en boven water aan de bestaande eilandenreeks zijn toegevoegd.

Programma Natuur

In 2021 zijn belangrijke stappen gezet naar en in de daadwerkelijke uitvoering van het Programma Natuur. Voor de uitvoering van fase 1 (2020-2023) is in 2021 de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur opengesteld. Alle 12 provincies hebben medio 2021 op basis van hun provinciale uitvoeringsprogramma een specifieke uitkering ontvangen voor de uitvoering van deze programma’s. Daarnaast heeft het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) een langjarige subsidie ontvangen om het programma met onderzoek en kennis te ondersteunen. Tevens zijn middelen aan de provincies beschikbaar gesteld om de SNL-beheersvergoeding te verhogen naar 84%.

Natuurbank

In 2021 is de Natuurbank uitgewerkt waarvoor in totaal € 125 mln. beschikbaar is gekomen uit de begrotingsreserve stikstof. De Natuurbank is bedoeld voor projecten van het Rijk of waterschappen die nodig zijn om een dwingende reden van groot openbaar belang die bestaat in het voorkomen of beperken van overstromingen, de veiligheid van infrastructuur of de nationale veiligheid, maar ook voor projecten die nodig zijn om andere dwingende redenen van groot openbaar belang. Er is een wetswijziging voorbereid ter uitwerking van de natuurbank. De pilot die Staatsbosbeheer uitvoert, heeft laten zien dat maatregelen die ingezet kunnen worden voor compensatie minder gemakkelijk te vinden zijn dan voorzien. Anderzijds lijkt de behoefte in oppervlak ook kleiner dan voorzien. Er zijn verschillende mogelijkheden tot natuurcompensatiemaatregelen door Staatsbosbeheer uitgewerkt. Daarnaast is Staatsbosbeheer begonnen met de uitvoering van deze maatregelen. Aan RVO.nl is de opdracht verstrekt om de Natuurbank uit te voeren. RVO.nl heeft in 2021 samen met terreinbeherende partijen en provincies de behoefte aan compensatie en de mogelijkheden tot aanbod verder uitgewerkt.

Regeling versneld natuurherstel

In 2020 is € 125 mln. uit de begrotingsreserve stikstof beschikbaar gesteld voor terreinbeherende organisaties voor het nemen van gerichte maatregelen voor natuurherstel en -verbetering ten behoeve van het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen van stikstofgevoelige habitats. (Kamerstuk 35 334, nr. 48). In het voorjaar van 2021 is de eerste tranche van de Regeling versneld natuurherstel opengesteld met een totaalbudget van € 81,6 mln. De tweede tranche gaat in februari 2022 open, waarvoor € 39,7 mln. resteert. De deelnemers aan de Regeling ontvangen gedurende de periode dat het project wordt uitgevoerd meerdere voorschotten conform de bevoorschottingsmethodiek die bij dergelijke langlopende regelingen wordt gehanteerd.

Veenweide

In 2021 is verder uitvoering gegeven aan het Programma Veenweide. Provincies hebben een start gemaakt met het opstellen van de eerste provinciale veenweidestrategieën. Provincie Friesland heeft in 2021 als eerste provincie haar provinciale veenweidestrategie gepubliceerd. Bij alle provincies is een bottom up gebiedsgerichte aanpak het vertrekpunt voor de invulling van de plannen. Lopende gebiedsprocessen zijn hieraan verbonden, geïntensiveerd en uitgebreid, waarbij provincies gebruik maken van de impulsgelden die in 2020 en 2021 door LNV beschikbaar zijn gesteld. De nationale reductiedoelstelling van 1 Mton is via een indicatieve verdeling met bandbreedte toebedeeld aan de 6 provincies. Het nationaal onderzoek naar broeikasgasuitstoot en de effectiviteit van maatregelen in de veenweide (NOBV) is voortgezet en in omvang uitgebreid met nieuwe meetlocaties. Eind 2021 zijn door het NOBV-onderzoeksconsortium de eerste «rekenregels» voor de effectiviteit van maatregelen aan de provincies gepresenteerd. Begin 2022 zal de formele rapportage hierover worden opgeleverd.

Agroprogramma

Voor de aanpak van aardbevingsgerelateerde problematiek op agrarische bedrijven in Groningen, is in 2021 een programma gestart onder regie van Provincie Groningen. LNV ondersteunt dit Agroprogramma Groningen met meerjarig € 19 mln. vanuit de middelen voor het Bestuursakkoord Groningen (november 2020). Hierover is de Kamer in februari 2021 geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 846). Het programma is gericht op het herstellen en verbeteren van het handelingsperspectief van agrariërs met complexe, (aardbevings)problematiek en de totstandkoming van een toekomstbestendige agrarische sector in het aardbevingsgebied. Inmiddels worden circa 35 van deze ‘complexe gevallen’ individueel begeleid door consulenten van het programma, en wordt onderzocht wat er verder aan middelen en instrumenten nodig is om te zorgen dat de aardbevingsproblematiek geen belemmering blijft vormen voor agrarisch ondernemers in het aardbevingsgebied.

Kroondomeinen

Het Loo is een landgoed van circa 10.400 hectare en bestaat uit twee deelge­bieden: de Staatsdomeinen bij Het Loo en het eigenlijke Kroondomein. Bij de Staatsdomeinen bij Het Loo zijn de baten en lasten voor rekening van de Staat. De Kroondrager is economisch eigenaar van het eigenlijke Kroondomein (6.700 hectare) en heeft hierop het vruchtgebruik en gebruikersrechten alsmede de lasten. Het juridisch eigendom berust bij de Staat. Het Rijk heeft in 2021 net als in voorgaande jaren een subsidie verstrekt aan de Kroondrager, als privaatrechtelijk vruchtgebruiker van het eigenlijke Kroondomein, voor beheers- en inrichtingsmaatregelen van het Kroondomein Het Loo. Deze subsidie bedroeg in 2021 € 0,8 mln.

Noordzee

In 2021 is een start gemaakt met de uitvoering van de Kottervisie, behorend bij het Noordzeeakkoord (NZA). Er is gewerkt aan de beoogde saneringsregeling voor de visserijsector. Hierbij werd duidelijk dat een sanering op grond van ruimtebeperking door uitbreiding van windparken en natuurgebieden, niet past binnen de staatsteunkaders van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Binnen de mogelijkheden van het Brexit Adjustment Reserve (BAR) kan de gewenste sanering voor een deel wel uitgevoerd worden. Naast de saneringsregeling (€ 155,0 mln.) zijn ook middelen uit de BAR beschikbaar voor een stilligregeling (€ 33,0 mln.) en een liquiditeitsregeling (€ 12,0 mln.). Deze regelingen is zijn in 2021 voorbereid . De Kamer is hierover in februari 2022 geïnformeerd (Kamerstuk 35 393, nr. 47). Er zijn veel gesprekken gevoerd met ondernemers van binnen en buiten de visserijsector om innovatieve ideeën voor verduurzaming op het spoor te komen, deze leveren input voor de in voorbereiding zijnde innovatieagenda, die de basis vormt voor de besteding van de middelen uit het NZA. Met de vertegenwoordigers van de visserijsector en de natuurorganisaties is in het NZO overeenstemming bereikt over aanpassing van de begrenzing van de Borkumse Stenen. De Bruine Bank is aangewezen als Vogelrichtlijn gebied en gebiedsbeschermde (visserij)maatregelen in overige gebieden zijn in voorbereiding.

Actieplan IJsselmeer

Ten behoeve van het herstel van de balans tussen de IJsselmeervisserij(druk) en draagkracht van de visbestanden zijn de partijen in het Actieplan toekomstbestendig visserijbeheer IJsselmeergebied gekomen tot een breed gedragen pakket van maatregelen. De Kamer is hierover geïnformeerd per brief van 6 oktober 2020 (Kamerstuk 29 664, nr. 78). Het jaar 2021 stond in het teken van de nadere uitwerking en eerste uitvoering hiervan. Nader onderzoek naar de commercieel beviste visbestanden is in samenwerking uitgevoerd door wetenschappers en IJsselmeervissers. Ter voorbereiding van de formele staatssteunprocedure, die voorafgaat aan de ophanden zijnde vrijwillige sanering, is gesproken met de Europese Commissie.

Visserijvrije zones

In 2021 is gewerkt aan de inrichting van Visserijvrije zones (VVZ’s) op vismigratiepunten. Hierover is met de Kamer gecommuniceerd per brief van 20 april 2021 (Kamerstuk 29 664, nr. 200). Daarbij is de inzet om te kijken of voor de sportvisserij in overleg met de waterbeheerders er maatwerkzones voor kleinere migratiepunten kunnen komen. Dit vergt nog nadere uitwerking en aan de Kamer is aangegeven dat de verdere uitwerking van de VVZ’s daarmee voor 2022 is voorzien.

Beleidsinformatie

De Beleidsrelevante Natuur Indicatoren worden jaarlijks gerapporteerd door provincies en het Rijk in de Voortgangsrapportage Natuur (Kamerstuk 33576, nr. 140). De meest recente versie is te vinden op de website van Compendium voor de Leefomgeving. Deze indicatoren geven een landelijk beeld van de algemene biodiversiteit, maar laten ook zien hoe het gaat met de opgaven voor de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water. Ook wordt de mate van verdrogen, vermesten en versnipperen in beeld gebracht. Het betreft natuur op land en in zoet water.

Condities VHR-doelbereik landnatuur

In 2019 waren de berekende condities voor doelbereik van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) op het land 53,4%. Dit is iets hoger dan de 52,7% in 2018. Bij volledige uitvoering van het ingezette beleid wordt in 2030 een VHR-doelbereik van 70% verwacht. Dit als resultaat van maatregelen uit het Natuurpact aangevuld met de extra natuurherstelmaatregelen vanuit het stikstofbeleid.

Bron: PBL, Tussenrapportage Natuurverkenning 2050 (PBL 2020) en gezamenlijk programma natuur (Kamerstuk 35334, nr. 131)

Deze eerste update van de indicator is nu nog een berekening op basis van alleen veranderingen in ruimtelijke condities (groei en inrichting van het Natuurnetwerk) en stikstofdepositie. Effecten van genomen maatregelen voor natuurherstel en tegen verdroging kunnen nog niet worden meegenomen, omdat monitoring hiervan nog ontbreekt. 

Deze indicator wordt modelmatig berekend en door het PBL gebruikt in de evaluaties van het Natuurpact. LNV gebruikt de indicator om ambitieniveaus voor natuurbeleid te beschrijven.

Het getal 53,4% betekent dat met de huidige condities er voor 53,4% van de plant- en diersoorten op land een duurzame instandhouding kan worden bereikt kijkend naar stikstofdepositie, bodem, grondwaterstand en ruimtelijke condities. Omdat de berekening met onzekerheden zijn omgeven rond PBL het getal meestal af op 5-procentpunten, dat is nu niet gedaan om jaarlijkse ontwikkelingen zichtbaar te maken.

Indicator Fauna in natuurgebieden op land en in agrarisch gebied

De diersoorten in natuurgebieden op land zijn sinds 1990 afgenomen. De laatste twaalf jaar is de trend stabiel.

Veel kenmerkende diersoorten van het agrarisch leefgebied nemen af. Vooral broedvogels en dagvlinders gaan achteruit. Bij de zoogdieren houdt het aantal vooruitgaande, stabiele en achteruitgaande soorten elkaar in evenwicht.

De figuren geven de trend weer van de ontwikkelingen van soorten in respectievelijk natuurgebieden op land en in het agrarisch gebied.

Bron: soortenorganisatie en CBS www.clo.nl/nl1581

Bron: soortenorganisatie en CBS www.clo.nl/nl1580

Indicator duurzame visserij

Duurzame Visserij

Omschrijving

Basis- of Referentiewaarde en jaar

Huidige waarde en jaar

Streefwaarde en jaar

Bron

Het percentage duurzaam bevist, van de door Nederlandse vissers gericht beviste bestanden.

Basiswaarde 2019 per vlootsegment: Pelagisch: 0,98 Grootschalige boomkor: 1,01

De laatst bekende waarde is 2019

1 (of lager)

Wageningen University & Research report C045/20

Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 22 (bedragen x €1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Omschrijving

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

0

0

0

0

987.454

676.407

311.047

        

Uitgaven

0

0

0

0

572.684

674.973

‒ 102.289

        

Subsidies (regelingen)

       

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

0

0

0

0

5.988

1.061

4.927

Natuur en Biodiversiteit op land

0

0

0

0

10.271

62.202

‒ 51.931

Beheer Kroondomeinen

0

0

0

0

775

803

‒ 28

Duurzame visserij

0

0

0

0

4.166

10.792

‒ 6.626

Regio Deals

0

0

0

0

0

89.800

‒ 89.800

Overige stelselactiviteiten

0

0

0

0

5.169

0

5.169

Leningen

       

Leningen rente en aflossing

0

0

0

0

23.509

26.345

‒ 2.836

Garanties

       

Garantie Klimaatfonds

0

0

0

0

324

0

324

Opdrachten

       

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

0

0

0

0

2.132

21.629

‒ 19.497

Natuur en Biodiversiteit op land

0

0

0

0

1.396

313.455

‒ 312.059

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

0

0

0

0

11.927

10.732

1.195

Duurzame visserij

0

0

0

0

449

6.495

‒ 6.046

Overige stelsel activiteiten

0

0

0

0

0

4.492

‒ 4.492

Internationale Samenwerking

0

0

0

0

1.932

3.715

‒ 1.783

Caribisch Nederland

0

0

0

0

0

3.864

‒ 3.864

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

0

0

0

0

4.865

80.304

‒ 75.439

Regio Deals

0

0

0

0

194

750

‒ 556

Bijdrage aan agentschappen

       

Rijksrederij

0

0

0

0

8.995

9.076

‒ 81

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Staatsbosbeheer

0

0

0

0

29.865

27.778

2.087

Bijdrage aan medeoverheden

       

Caribisch Nederland

0

0

0

0

4.065

0

4.065

Specifieke uitkering

0

0

0

0

335.015

0

335.015

Regio deals

0

0

0

0

116.517

0

116.517

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       

Internationale Samenwerking

0

0

0

0

1.740

1.680

60

Storting/onttrekking begrotingsreserve

       

Storting begrotingsreserve visserij

0

0

0

0

3.390

0

3.390

        

Ontvangsten

0

0

0

0

537.821

182.499

355.322

        

Ontvangsten

       

Landinrichtingsrente

0

0

0

0

28.441

29.478

‒ 1.037

Verkoop gronden

0

0

0

0

12.159

12.159

0

Overige ontvangsten natuur

0

0

0

0

3.894

2.319

1.575

Duurzame visserij

0

0

0

0

7.690

6.993

697

Onttrekkingen begrotingsreserves

0

0

0

0

485.637

131.550

354.087

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2021, zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de staffel die te vinden is in de leeswijzer van dit jaarverslag.

Verplichtingen

Op artikel 22 is in 2021 € 987,5 mln. aan verplichtingen gerealiseerd. Het verschil van € 311,0 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting betreft een saldo van diverse ophogingen en verlagingen.

Het wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een verplichtingenschuif voor het Programma Natuur. In 2021 zijn de specifieke uitkeringen aan de provincies verleend voor het treffen van gebiedsspecifieke maatregelen. Hiervoor is het verplichtingenbudget van 2021 middels een verplichtingenschuif met € 472,4 mln. verhoogd ten laste van het beschikbare budget in 2022 en 2023. Daarnaast is het verplichtingenbudget voor veenweide in totaal met € 81,1 mln. verlaagd vanwege onderuitputting op het verplichtingenbudget. Verder heeft er ook onderuitputting plaatsgevonden op het verplichtingenbudget voor de Regio Deals van € 89,8 mln.

Uitgaven

Subsidies (regelingen)

Natuur en biodiversiteit op land

De verlaging op het budget van € 51,9 mln. wordt voornamelijk veroorzaakt door de mutaties die hebben plaatsgevonden op het budget van de Regeling versneld natuurherstel. Bij Voorjaarsnota is € 21,6 mln. uit de begrotingsreserve stikstof aan het initiële budget van € 61,5 mln. toegevoegd. Voor de uitfinanciering van de Regeling worden meerdere voorschotten via een reguliere bevoorschottingsmethodiek verstrekt. Om de kasraming in overeenkomst te brengen met de verwachte uitgaven per jaar voor de eerste en de tweede tranche van de Regeling, zijn er twee kasschuiven verwerkt op het budget. Hierbij is € 77,1 mln. van 2021 doorgeschoven naar de jaren 2022 t/m 2025.

Duurzame visserij

De uitgaven voor het subsidiebudget van Duurzame Visserij vallen € 6,6 mln. lager uit dan begroot. Dit heeft voornamelijk te maken met nationale cofinanciering voor het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV). Deze middelen zijn voor de gehele fondsperiode beschikbaar gesteld maar de hoogte van de uitbetaling verschilt van jaar tot jaar. Om die reden worden de nationale cofinancieringsmiddelen in de Visserijreserve gestort om in latere jaren te besteden.

Regio Deals

Op het vastgestelde subsidiebudget voor Regio Deals is een verschil ontstaan van € 89,8 mln. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld aan provincies via een specifieke uitkering. Daarom worden de gerealiseerde uitgaven op de betreffende budgetten verantwoord onder ‘bijdrage aan medeoverheden’.

Overige stelselactiviteiten

De uitgaven Overige stelselactiviteiten werden oorspronkelijk geraamd op het opdrachtenbudget. Omdat een groot deel van de budget via het verstrekken van subsidies is gerealiseerd, worden de gerealiseerde uitgaven verantwoord op het subsidiebudget.

Opdrachten

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

De gerealiseerde uitgaven op dit onderdeel zijn met € 19,5 mln. lager dan in de vastgestelde begroting 2021 werd geraamd. Dit verschil wordt hoofdzakelijk verklaard door de inzet van onderzoeksopdrachten die op artikel 23 worden verantwoord. Deze middelen zijn in de 1e en 2e suppletoire begroting overgeheveld binnen de begroting van LNV. Daarnaast wordt een deel van de oorspronkelijke geraamde uitgaven verantwoord onder het subsidiebudget voor ‘Vermaatschappelijking Natuur en biodiversiteit’, omdat deze uitgaven grotendeels gerealiseerd zijn middels subsidies.

Natuur en Biodiversiteit op land

Op het vastgestelde opdrachtenbudget ‘Natuur en biodiversiteit op land’ is een verschil ontstaan van € 312,1 mln. lagere uitgaven. Een groot deel van het oorspronkelijk geraamde budget is beschikbaar gesteld aan provincies via een specifieke uitkering. Daarom worden de gerealiseerde uitgaven op de betreffende budgetten verantwoord onder ‘bijdrage aan medeoverheden’. Dit betreft de budgetten voor Programma Natuur (begroting 2021: € 200,0 mln.) en Maatregel gerichte opkoop (€ 95,0 mln.).

Duurzame visserij

Het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie in 2021 voor Duurzame visserij bedraagt € 6,0 mln. aan lagere uitgaven. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het doorschuiven van middelen voor verduurzaming van het IJsselmeer (€ 2,1 mln.) en mutaties ten behoeve van het Noordzeeakkoord (€ 1,8 mln.). De saneringsregeling voor IJsselmeervissers start in 2022, waardoor middelen van 2021 moesten worden doorgeschoven. Voor wat betreft het Noordzeeakkoord zijn middelen voor de uitvoering naar het apparaatsartikel (artikel 50) overgeheveld gedurende het jaar en worden resterende middelen in de Visserijreserve gestort. Daarnaast betreft het nog diverse overheveling voor reguliere onderzoeken die niet op dit artikel worden verantwoord.

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

Op dit budget zijn initieel de budgetten van de klimaatakkoordmiddelen voor veenweide en bos, bomen en natuur geraamd. Omdat de middelen voor veenweide grotendeels beschikbaar zijn gesteld aan provincies via specifieke uitkeringen, worden de gerealiseerde uitgaven verantwoord onder ‘bijdrage aan medeoverheden’.

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkering

Dit betreffen de op de artikel 22 gerealiseerde uitgaven voor het Programma Natuur (€ 176,9 mln.), de Maatregel gerichte opkoop (€ 95,0 mln.), Veenweide (€ 59,1 mln.) en Landelijk gebied (4,3 mln.). Deze uitgaven werden oorspronkelijk geraamd op het opdrachtenbudget ‘natuur en biodiversiteit op land’ en op ‘Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit’. Omdat de bovengenoemde uitgaven grotendeels beschikbaar zijn gesteld aan de provincies via een specifieke uitkering, worden deze uitgaven verantwoord onder ‘bijdrage aan medeoverheden’. LNV heeft via het Programma Natuur meerjarige afspraken met provincies gemaakt voor het versterken van de natuur. Het gaat daarbij om gebiedsgerichte maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats van soorten niet verslechtert. Daarnaast zijn middelen via de provincies ingezet voor de aankoop van veehouderijlocaties rondom Natura 2000-gebieden. Verder is in 2021 de laatste tranche van de specifieke uitkering uitbetaald voor de gebiedsgerichte inzet voor het geven van een impuls aan de veenweidegebieden. Tot slot is in 2021 het Agroprogramma Groningen van start gegaan. Het Agroprogramma is gericht op het herstellen en verbeteren van het handelingsperspectief van agrariërs met complexe, (aardbevings)problematiek en de totstandkoming van een toekomstbestendige agrarische sector in het aardbevingsgebied.

Regio Deals

Dit betreft de uitgaven van € 116,5 mln. voor de laatste termijnen van de laatste tranche van verschillende Regio Deals in 2021. Deze uitgaven werden oorspronkelijk geraamd op het subsidiebudget ‘Regio Deals’. Omdat bovengenoemde uitgave beschikbaar is gesteld aan verschillende provincies middels een specifieke uitkering, worden deze uitgaven verantwoord onder ‘bijdrage aan medeoverheden’. Daarnaast is ook de laatste termijn voor de Regio Deal Rotterdam Zuid uitbetaald, waarvoor de middelen eerst op artikel 51 stonden en gedurende 2021 zijn overgeheveld naar dit artikel.

Ontvangsten

Onttrekkingen begrotingsreserves

Het jaar 2021 was het laatste van de Begrotingsreserve stikstof. De resterende middelen zijn daarom in 2021 op de begroting van LNV ontvangen en vervolgens gesaldeerd met de uitgaven. Het gaat naast de geraamde € 131,6 mln. om € 209,5 mln. voor de Maatregel gerichte opkoop, € 112,1 mln. voor de Natuurbank, € 21,6 mln. voor de Regeling versneld natuurherstel en € 10,0 mln. voor het Omschakelprogramma.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve visserij

Stand 1/1//2021 (bedragen x € 1.000)

26.875

+ Storting

3.390

– Onttrekking

826

Stand per 31/12/2021

29.439

De storting is ten eerste het niet bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij (EFMZV) 2014-2020 en het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij en Aquacultuur (EMFAF) 2021–2027. Het budget blijft zo behouden voor toekomstige uitgaven van dit programma waarvoor nog verplichtingen kunnen worden aangegaan en uitgaven kunnen volgen tot en met 2023 (€ 2,7 mln.). Ten tweede betreft het een storting van € 1,3 mln. voor niet uitgeputte middelen voor het Noordzeeakkoord, die zo ook de komende jaren ingezet kunnen worden om de doelen uit het akkoord te behalen. Verder wordt er ook € 0,8 mln. aan de reserve onttrokken ten behoeve van het Nationaal innovatieprogramma visserij. In het Regeerakkoord zijn hier middelen voor vrijgemaakt, die door de coronacrisis niet in 2020 volledig benut konden worden. De betreffende middelen zijn daarom in 2020 in de reserve gestort en werden in 2021 grotendeels onttrokken.

Begrotingsreserve stikstof

Stand 1/1/2021 (bedragen x € 1.000)

484.811

+ Storting

0

– Onttrekking

484.811

Stand per 31/12/2021

0

De begrotingsreserve stikstof is ingesteld voor het nemen van bron- en natuurherstelmaatregelen, samenhangend om de reductie van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden te realiseren. Omdat de aard en timing van de maatregelen ten tijde van dit besluit onzeker was, heeft het kabinet eind 2019 besloten om een tijdelijke begrotingsreserve in te stellen voor de periode 2020 en 2021 (Kamerstuk 32 670, nr. 193). De reserve is eind 2019 eenmalig gevuld met € 500 mln. De beschikbare middelen uit de reserve worden in 2020 en 2021 opgevraagd en landen als ontvangsten op de LNV-begroting. Omdat 2021 het laatste jaar van de begrotingsreserve is, zijn de middelen ontvangen op de begroting van LNV. De ontvangen middelen zijn gesaldeerd met de uitgaven en zo nodig met kasschuiven doorgeschoven naar latere jaren.

Licence