InleidingIn deze leeswijzer wordt de indeling en opbouw van het jaarverslag voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken toegelicht. In die gevallen, waarin afwijkingen van de Rijksbegrotingsvoorschriften voorkomen, wordt dit beschreven.
Het jaarverslag 2023 vormt in principe een spiegel van de memorie van toelichting zoals deze op Prinsjesdag 2022 aan de Kamer is aangeboden.
De jaarverslagen van Buitenlandse Zaken (BZ) en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) dienen in nauwe samenhang te worden bezien. De inzet op het Nederlandse buitenlandbeleid komt tot uitdrukking in de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Door deze bundeling wordt de onderlinge samenhang geïllustreerd en samenwerking en afstemming binnen de betrokken ministeries bevorderd.
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Waar dit jaarverslag spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.
FocusonderwerpDe Tweede Kamer heeft als focusonderwerp van de Algemene Rekenkamer voor het Jaarverslag 2023 aangewezen «Resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte». Hierop wordt ingegaan onder bijlage 5 en in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
BeleidsverslagHet beleidsverslag begint met de beleidsprioriteiten van Buitenlandse Zaken waarbij thematisch wordt ingegaan op de belangrijkste resultaten die bereikt zijn in 2023. Daarnaast is een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, de openbaarheidsparagraaf, een overzicht risicoregelingen en een budgettair overzicht Oekraïne.
Vervolgens wordt op hoofdlijnen ingegaan op de algemene doelstelling, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en de beleidsconclusies. In de beleidsconclusies is per artikel aangegeven welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden in de uitvoering van het beleid en welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden als gevolg van in 2023 afgerond evaluatieonderzoek. Daarbij wordt met name ingegaan op beleidsdoorlichtingen. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren zijn – daar waar zinvol en haalbaar – naast en in de teksten bij de beleidsartikelen opgenomen, om de voortgang op de doelstellingen van het beleidsprogramma te laten zien.
Budgettaire gevolgen van beleid en toelichting In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de opmerkelijke verschillen tussen de begroting en de realisatie 2023 opgenomen. Voor de uitgaven worden ondergrenzen gehanteerd zoals vermeld in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024. EUR 2 miljoen voor beleidsmatige mutaties en EUR 4 miljoen voor technische mutaties bij een begrotingsartikel met een omvang tussen EUR 50 miljoen en EUR 200 miljoen, en resp. EUR 5 miljoen en EUR 10 miljoen bij een begrotingsartikel met een omvang tussen EUR 200 miljoen en EUR 1.000 miljoen. Bij de verplichtingen en ontvangsten is een afwijking groter dan 10% op artikelniveau toegelicht. Waar nodig is verwezen naar de eerste, tweede of incidentele suppletoire begroting.
In de budgettaire tabellen in het jaarverslag is geen onderscheid gemaakt tussen decommitteringen op oude en nieuwe verplichtingen. Alle decommitteringen worden ten gunste van de begroting gebracht.
Departementale verantwoordingsstaat en saldibalansVerschillen in de totalen tussen de verantwoordingsstaat en de saldibalans zijn het gevolg van afrondingen.
Overige onderdelen van het beleidsverslag Na de beleidsprioriteiten en beleidsartikelen volgen de niet-beleidsartikelen. Het artikel 5 is het onderdeel «Geheim». Dit artikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is. Artikel 6 «Nog onverdeeld» bevat de reservering voor loon- en prijsstijgingen en niet voorziene tegenvallers binnen de HGIS. Ten slotte worden op artikel 7 de apparaatsuitgaven verantwoord. In de bedrijfsvoeringsparagraaf worden de belangrijkste tekortkomingen en risico's in het begrotingsjaar benoemd. Verder wordt aandacht besteed aan de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen en worden de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering besproken. Het jaarverslag wordt afgesloten met de jaarrekening van Buitenlandse Zaken en zeven bijlagen: 1) Toezichtsrelaties RWT's en ZBO's 2) Moties en toezeggingen, 3) Afgerond evaluatie- en overig onderzoek, 4) externe inhuur, 5) Focusonderwerp 2023, onderuitputting per begerotingsartikel 6) Sancties en misbruik en oneigenlijk gebruik 7) de lijst van afkortingen.
Bedrijfsvoeringsparagraaf In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verslag gedaan van de opmerkelijke zaken in de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringparagraaf in het departementaal jaarverslag wijkt af van de bepaling van de Rijksbegrotingsvoorschriften dat in het jaarverslag integraal verantwoording wordt afgelegd over de bedrijfsvoering. Bij de splitsing van de begroting in 2013 in het begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken en het begrotingshoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn in navolging van een verzoek van de Algemene Rekenkamer de verantwoordelijkheden van de ministers ten aanzien van de bedrijfsvoering expliciet vastgelegd. De minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering, met uitzondering van de procesmatige beheersing van de activiteitencyclus. De belangrijkste reden voor deze splitsing is dat het merendeel van de projecten en programma's in het kader van ontwikkelingssamenwerking worden uitgevoerd. Daarnaast is de huidige opzet van het activiteitenbeheer gestoeld op de afspraken die de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking met de Tweede Kamer in 1998 heeft gemaakt over de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid van besteding van middelen (Kamerstukken 1997–1998 25 860, nr. 2). Het is daarom dat het voorschottenbeleid en -beheer in het onderdeel financieel en materieelbeheer in de bedrijfsvoeringsparagraaf van hoofdstuk XVII zijn opgenomen.
GroeiparagraafEr zijn geen noemenswaardige aanpassingen.
HGIS-jaarverslagDe Nederlandse uitgaven voor buitenlands beleid, die op verschillende departementale begrotingen staan, zijn gebundeld in de Homogene Groep Internationale Samenwerking. In aanvulling op de departementale jaarverslagen geeft het HGIS-jaarverslag een integraal overzicht van de besteding van middelen voor buitenlands beleid. Samen met de jaarverslagen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, wordt het HGIS-jaarverslag 2023 aangeboden aan het parlement.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast. Verder werkt het ministerie van Buitenlandse Zaken met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Ontvangsten worden waar van toepassing verantwoord op de ontvangsten artikelonderdelen van beleidsartikel 2, 3, 4, 5 en 7 met uitzondering van ontvangsten zijn de restituties van Official Development Assistance (ODA)-programma’s die op beleidsartikel 5 van de begroting van BHOS worden verantwoord.
Controleverklaring en auditrapport In het kader van de wettelijke controletaak voert de Auditdienst Rijk (ADR) jaarlijks onderzoek uit naar:
a. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in de artikelen 1.1 en 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016;
b. de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in de artikelen 1.1 en 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016.
Daarnaast voert de Auditdienst Rijk onderzoek uit naar het begrotingsbeheer, het financieel beheer, de materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk.
Over de belangrijkste bevindingen van deze onderzoeken en van eventuele onderzoeken naar overige aspecten van de bedrijfsvoering brengt de ADR verslag uit in het jaarlijkse auditrapport waarin zowel hoofdstuk V als XVII zijn opgenomen.