Base description which applies to whole site

Bijlage 10: Voortgang van activiteiten ingevolge het rapport 'Ongekend Onrecht'

In de beleidsprioriteiten is aangegeven te rapporteren aan de hand van onderstaande tabel op de stand van zaken van de maatregelen. Dit in het kader van het rapport «Ongekeleidsprioriteiten hebben wij aangegeven te rapporteren aan de hand van onderstaande tabel op de stand van zaken van de maatregelen. Dit in het kader van het rapport «nd Onrecht».

Tabel 134 Voortgang van activiteiten ingevolge het rapport «Ongekend Onrecht» van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Actie

Omschrijving

Stand van Zaken

Hersteloperatie

12

Personen die op de zwarte lijst staan, waarvan nietaltijd bekend is met wie en wanneer de gegevenszijn gedeeld, daarover informeren;(NR 21 Motie Marijnissen cs, deel 1)

De departementale rapportages over de stand van zaken van de uitvoering van de moties (Kamerstukken II 2022/23, 35 510, nr. 21 en nr. 16.) zijn aan de Tweede Kamer aangeboden in de eerste helft van 2023. In deze rapportages en bijbehorende brieven is de Tweede Kamer geinformeerd over de wijze waarop de afgesproken actie is afgerond. De Staatssecretaris van BZK heeft hierover gesproken met de Tweede Kamer in het debat van 15 juni 2023.

Responsieve dienstverlening

Signalen

20

Staat van de Uitvoering

18 Januari 2023 is conform planning de eerste Staat van de uitvoering aangeboden aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Deze eerste Staat is breed gedragen en goed ontvangen (Kamerstukken II 2022/23, 29 362, nr. 321). Sinds de publicatie hebben stuurgroepleden en projectteamleden presentaties gegeven, leerbijeenkomsten georganiseerd en interviews gegeven. Er is over de Staat gesproken in de vaste Kamercommissies Binnenlandse Zaken van beide Kamers. De Staat wordt veelvuldig geciteerd in beleidsstukken, adviezen en onderzoeksrapporten (SER, WRR e.a.). Uit reacties blijkt dat men de vijf in de Staat gedane oproepen in grote mate herkent, met taaie onderliggende knelpunten/weeffouten die niet zomaar opgelost zijn.In de in juni verschenen tweede publicatie werd gefocust op -voor de Nederlandse uitvoeringspraktijk- inspirerende voorbeelden uit het buitenland. Dat betrof voorbeelden die bijdragen aan het verminderen van complexiteit en voorbeelden van digitale dienstverlening waarin de burger centraal staan. In webinars die in het kader van deze speciale uitgave zijn georganiseerd hebben vertegenwoordigers uit de Nederlandse politiek, de beleidswereld, de uitvoering en van cliënten gereflecteerd over de vraag of en hoe die vertaling naar de Nederlandse praktijk mogelijk zou zijn.

22

- Casusoverleg vast onderdeel maken van beleidsmakers, bestuurders en bewindspersonen- Casussen periodiek bespreken in og – on overleg- In gesprek met rijksinspecties, waaronder ook de nieuwe inspectie Belastingdienst, Toeslagen en Douane, No, hoogste bestuursrechters, advocatuur, cliëntenraden en de Raad voor de rechtspraak om te bezien hoe we aanvullend signalen kunnen krijgen over wet- en regelgeving en uitvoeringspraktijk, waardoor mensen in de knel komen.

Naar aanleiding van de brede evaluatie van de organisatiekaders van overheidsorganisaties op afstand en de kabinetsreactie hierop op 9 september 2022 (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 490, nr. 323) werkt het kabinet aan een herijking van de bestaande kaders. Het kabinet hecht aan een responsieve overheid waar de burger voorop staat en die burgers helpt daar waar nodig. Dit kan alleen worden bereikt als binnen alle onderdelen van de overheid op bestuurlijk niveau, beleids-, toezichts- en uitvoeringsniveau goed met elkaar samenwerken. Het kabinet wil dat de overheid publieke waarde creëert. Met een eenduidig en samenhangend stelsel van kaders van organisaties op afstand binnen de centrale overheid wil het kabinet bijdragen aan het creëren van publieke waarde door die overheid, en daarmee aan het bevorderen van het vertrouwen in de overheid. Het centraal stellen In de nieuwe kaders voor uitvoeringsorganisaties op afstand van het creëren van publieke waarde faciliteert dat in het gesprek tussen opdrachtgever en opdrachtnemer nadrukkelijk ook de samenwerking van uitvoeringsorganisaties rondom de burger, de integraliteit van een op publieke waarde gerichte uitvoering een plaats heeft. Met het oog op te realiseren publieke waarde. Aan de hand van casussen waarin uitvoeringsorganisaties ertegen aanlopen dat ze met het oog op een op publieke waarde gerichte, doeltreffende uitvoering moeten samenwerken om daadwerkelijk tot een oplossing voor de burger te komen.

Versterken dienstverlening van overheid

27

Brede evaluatie naar de kaders voor de organisaties op afstand (loopt)

De kabinetseactie op de eindrapportage van de Brede evaluatie is eind 2022 met de Kamer gedeeld (Kamerstukken II 2021/22, 31 490 nr. 323). Hierin zijn vier basisprincipes opgenomen waaraan wet- en regelgeving rondom organisaties op enige afstand van het ministerie volgens het kabinet dienen te voldoen. Hierin zijn in 2023 stappen gezet met een wetsvoorstel kaderwet rijksinspecties, een herziene regeling agentschappen en een herzien Stichtingenkader waar in 2024 verder invulling aan wordt gegeven.

28

Breder en slimmer inrichten van de loketfunctie / Principe ‘er is geen verkeerde deur’; meer kennis over en betere samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties

De loketfunctie van de overheid is voor alle burgers en ondernemers. Burgers en ondernemers willen in de eerste plaats goed worden geholpen en respectvol en empathisch worden behandeld. Zij willen dat de overheid hun vraag, situatie of probleem begrijpt en daar op een passende manier op inspeelt. Aan deze loketfunctie van de overheid wordt in samenhang invulling gegeven langs diverse overheidsbrede trajecten. Zo wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van de fysieke Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) die een informerende en doorverwijzende functie hebben. Tevens wordt ook gewerkt aan digitale informatievoorziening door verbetering van de digitale toegang tot informatie over publieke dienstverlening, waaronder de realisatie van een overheidsbreed portaal waar informatie over publieke producten en diensten in samenhang wordt aangeboden. Daarnaast vindt een interdepartementale verkenning plaats op de samenhang en samenwerking tussen diverse loketinitiatieven. Ook wordt er gewerkt aan het inrichten van overheidsbrede loketten langs twee actielijnen:Actielijn 1: Het inrichten van professionallijnen voor goede samenwerking;Actielijn 2: Het inrichten van (verschillende vormen van) fysieke loketten waar burgers kunnen aankloppen met hun hulpvraagAcht betrokken landelijke uitvoeringsorganisaties en gemeenten werken samen in een viertal praktijkinitiatieven (in de gemeente Amsterdam, Utrecht en Enschede, en bij het samenwerkingsverband Werksaam Westfriesland). In deze praktijkinitiatieven heeft een overheidsdienstverlener tijd voor het goede gesprek met de burger én de beschikking over een netwerk van professionallijnen. Hiermee kan direct contact worden gelegd met een landelijke uitvoeringsorganisatie of een gemeentelijke organisatie om de vraag van de burger in gezamenlijkheid te beantwoorden of problemen direct op te lossen. In de hierboven genoemde initiatieven worden mogelijke inrichtingen van de overheidsbrede loketten daadwerkelijk in de praktijk gebracht en getoetst. Dit heeft geleid tot een breed afgestemde adviesnotitie, die in de Ambtelijke Commissie Uitvoering (ACU) van 14 maart 2024 wordt besproken. Daarmee wordt vormgeven aan de concrete uitwerking van overheidsbrede loketten, inclusief een plateauplanning voor de verdere uitrol.

30

Generieke digitale infrastructuur

De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) biedt een raamwerk van digitale componenten en diensten die de basis vormen voor een betrouwbare en efficiënte digitale dienstverlening van de overheid aan burgers en ondernemers.De GDI speelt een rol bij het realiseren van een uniforme, geïntegreerde en klantgerichte dienstverlening. Het streven is naar een omnichannel-aanpak, waarbij burgers en ondernemers via verschillende, op elkaar afgestemde, kanalen toegang hebben tot dezelfde diensten, ondersteund door de GDI. Burgers en ondernemers ervaren zo één Overheid. Door de GDI te gebruiken als basisinfrastructuur kunnen bijvoorbeeld MijnOverheid (het digitale portaal waar burgers hun persoonlijke overheidszaken overzichtelijk kunnen inzien) naar andere kanalen naadloos doorgaan om bij de dienstverlener zaken te kunnen regelen.Bovendien draagt de GDI bij aan het verminderen van complexiteit en het voorkomen van fouten in de dienstverlening. Een goede architectuur, zoals beschreven in de 2023 opgeleverde architectuur digitale overheid 2030, zorgt voor een overkoepelende overzicht en richtlijnen die ervoor kunnen zorgen dat de ontwikkeling en implementatie van digitale diensten binnen de overheid op een gestructureerde en samenhangende wijze plaatsvinden.Kortom, de GDI biedt de nodige generieke digitale bouwstenen, standaarden en afspraken binnen een architecturaal kader die kunnen bijdragen aan het verbeteren van de dienstverlening van de overheid. Door gebruik te maken van de GDI kunnen we lessen uit de trajecten rondom de parlementaire onderzoekscommissie Kinderopvangtoeslag en Werk aan Uitvoering toepassen, en ervoor zorgen dat dienstverlening aan burgers en ondernemers betrouwbaarder, efficiënter en klantgerichter wordt.Jaarlijks wordt de GDI voorzien van een programmering, het GDI-Programmeringsplan. Dit plan is eind 2022 (Kamerstuk 2022/23, 26643, nr. 945) en 2023 (Kamerstuk 2023/24, 6643, nr. 1112) aan de Kamer aangeboden en is breed interbestuurlijk (Dienstverlenende organisaties, medeoverheden, departementen en opdrachtnemers) opgesteld en afgestemd. Het geeft aan welke concrete stappen worden gezet op de GDI-onderdelen. Daarbij is er zeer grote aandacht voor de leefwereld en wensen van burgers en ondernemers én wordt er op alle onderdelen goed gekeken naar de maakbaarheid ervan door de uitvoering.Met de WaU gelden is de begroting van de GDI voor de komende jaren passend gemaakt en kunnen de deelnemende organisaties zich richten op de inhoud en de uitdaging die voor ons allen geldt.

31

Leren van ervaringen meldpunt MFO

Het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO) is operationeel sinds 1 januari 2021 en richt zich op het oplossen van problemen van burgers en bedrijven die te maken hebben met overheidsregistraties en vervult daarbij een begeleidende, coördinerende en adviserende rol. In de eerste drie jaren heeft het MFO in totaal 2368 meldingen ontvangen (504 meldingen in 2021, 749 meldingen in 2022 en 115 meldingen in 2023). Dat zijn niet allemaal fouten, in veel gevallen verwijst het MFO bijvoorbeeld ook naar het juiste loket. De meeste meldingen hebben betrekking op de basisregistratie personen. Met publieke dienstverleners zijn samenwerkingsafspraken gemaakt om meldingen op te lossen. De klanttevredenheid van het MFO is hoog. Op dit moment wordt gewerkt aan het regelen van de wettelijke basis voor het MFO in de Wet Digitale Overheid.

35

- Strikt gebonden bevoegdheden in sectorale wetten waar nodig vervangen door bevoegdheden met beoordelingsruimte of hardheidsclausules (opnemen ‘veiligheidsventielen’ sluit aan bij Kabinetsreactie rapport Regels en Ruimte)- Als regel in wetgeving een hardheidsclausule opnemen(NR 37 motie van Brenk)

Deze motie is afgedaan met de brief Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels (Kamerstukken 2021/22 II, 35510, nr. 102) en de toezending van de gebundelde hardheden inventarisaties (kamerstukken II 2022/23 29 362, nr. 324).

36

Buiten twijfel stellen dat abbb leidend zijn en minder marginale toetsing bestuursrechter(NR 15 Motie Jette cs)

De ministerraad heeft 26 januari 2024 ingestemd met de start van de (internet)consultatie van het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb

37

Inventarisatie wetgeving die hardvochtig uitpakt(NR 24 Motie Ploumen/Jetten)Onder andere het actief inventariseren bij uitvoering, belangenorganisaties en No welke mogelijke hardheden er in wet en regelgeving zijn die de mensen in de knel kunnen brengen m.b.t. tot frauderegelgeving in invordering. Met aandacht voor invorderingsplicht bijstand, terugvorderingstermijn sociale zekerheid, wanbetalersregeling zorgpremie.

Deze motie is afgedaan met de brief Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels (Kamerstukken II, 2021/22, 35510, nr. 102) en de toezending van de gebundelde hardheden inventarisaties (kamerstukken II 2022/23 29 362, nr. 324).

RESPONSIEVE OVERHEID EN ANTIDISCRIMINATIE

Discriminatie en het gebruik van nationaliteit

51

Bij de invoeringstoets zal net zoals bij de uitvoeringstoets voorafgaand aan de inwerkingtreding van beleid aandacht worden besteed aan mogelijk (indirect) discriminerende aspecten.

Dit is toegevoegd aan de invoeringstoets.

54

Met College voor de Rechten van de Mens (CvdRM) overleggen hoe cliënten van grote uitvoeringsorganisaties kunnen worden doorverwezen naar het college als de uitvoeringsorganisatie geen discriminatie heeft kunnen vaststellen.

Dit is onderdeel van het traject dat het CvdRM is gestart naar aanleiding van de toeslagenaffaire, het programma ‘Vooroordelen Voorbij’. Het programma Vooroordelen Voorbij is een combinatie van onderzoek, training en voorlichting over vooroordelen en stereotypen bij ambtenaren. Het College vergroot de kennis en bewustzijn over discriminatie bij ambtenaren die werken voor uitvoeringsinstanties, en richt zich ook op betere vindbaarheid en toegankelijkheid voor het indienen van een klacht. Dit gaat over de klachtenprocedure bij uitvoeringsinstanties en het College zelf. Juist voor burgers die deze weg nog niet weten te vinden. Daarnaast behandelt het College klachten van burgers over discriminatie op grond van ras door uitvoeringsinstanties. BZK voert doorlopend overleg met het CvdRM over dit programma.

55

Bij doorverwijzing naar het college wordt gewezen op de mogelijkheid van ondersteuning door een meldpunt antidiscriminatie bij de gemeenten. Het in verband daarmee aanpassen van de regelgeving meldpunten antidiscriminatie.

Dit is onderdeel van het programma Vooroordelen Voorbij. Hierover voert BZK doorlopend overleg met het CvdRM.

56

Afspraken maken met het CvdRM over het geven van trainingen (eigen vooroordelen herkennen) bij

Het CvdRM geeft trainingen aan uitvoeringsinstanties en gemeenten om vooroordelen te herkennen. Dit is een doorlopend proces.

57

Met CvdRM bezien of en hoe het gebruik van advies bij (wijziging) van beleidsregels omtrent mogelijk onderscheid, kan worden bevorderd.

Dit is onderdeel van het programma Vooroordelen Voorbij. Hierover voert BZK doorlopend overleg met het CvdRM.

58

Verkenning Nationaal coördinator tegen discriminatie en racisme

Er is een Nationaal coordinator tegen discriminatie en racisme ingesteld op 15 oktober 2021.

59

Instellen Staatscommissie Discriminatie

De staatscommissie tegen discriminatie en racisme is ingesteld op 1 mei 2022.

61

Discriminatietoets op alle wetsvoorstellen, maatregelen van bestuur, beleidsprotocollen en werkwijzen aan de voorkant(NR. 30 Motie Azarkan/Van Kooten-Arissen)

Sinds voorjaar 2023 is het beleidskompas in gebruik. Dit instrument is bedoeld als centrale werkwijze van de Rijksoverheid voor het maken van nieuw beleid en regelgeving. In het beleidskompas is een grondrechtentoets opgenomen, waar een discriminatietoets onderdeel van uitmaakt. De discriminatietoets wordt op dit moment nog verder versterkt.

62

Brede doorlichting op discriminatie en etnisch profileren van de werkwijze en organisatiecultuur van alle (semi)overheidsinstanties en uitvoeringsinstanties,(NR. 33 Motie Azarkan c.s)

Dit doet de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme. Op 15 december 2023 heeft de staatscommissie haar eerste tussenrapportage opgeleverd (Kamerstukken II, 2022/23, 30950, nr. 356). Het onderzoek van de staatscommissie duurt nog tot voorjaar 2023.

INFORMATIEVOORZIENING EN POLITIEK AMBTELIJKE VERHOUDINGEN

Informatievoorziening aan parlement en samenleving

64

Vanaf 1 juli wordt een start gemaakt om bij elk stuk (wetsvoorstel, brief of nota) dat aan het parlement wordt gestuurd, onderliggende departementale nota’s die bewindspersonen hebben gebruik voor de besluitvorming actief openbaar te maken.

Sinds 20 september 2022 worden bij alle aan het parlement verzonden stukken de onderliggende beslisnota's openbaar gemaakt. Deze nieuwe beleidslijn, inclusief de evaluatierapporten en een reactie daarop, is op 13 juni 2022 naar de Kamers gestuurd (Kamerstukken II, 2021/22, 28 362, nr. 59). De evaluatie van de beslisnota's is van start gegaan om te kijken of tegemoet is gekomen aan betere informatievoorziening.

65

Samen met de Kamers invulling geven aan een praktijk waarin veel vaker dan nu technische briefings, of tijdens commissievergaderingen technische toelichtingen door ambtenaren verzorgd worden

Eind 2020 zijn de Aanwijzingen externe contacten rijksambtenaren herzien om onduidelijkheid over de toepassing van de Aanwijzingen en het strenge imago weg te nemen. In de nieuwe tekst is de nadruk gelegd op wat er wel mogelijk is met betrekking tot feitelijke informatieverstrekking van ambtenaren en Kamerleden, waaronder technische briefings. Met de wijziging van de Aanwijzingen heeft ieder departement een parlementair contactpersoon aangesteld, die verzoeken om feitelijke informatie van Kamerleden in behandeling neemt. Daarbij is het uitgangspunt dat verzoeken of feitelijke informatie zakelijk en welwillend worden behandeld. De inhoud van de herziene Aanwijzingen wordt bij een volgende actualisatie van de Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) meegenomen om de bekendheid onder ambtenaren te vergroten.

66

De grond ‘persoonlijke beleidsopvatting’ niet langer hanteren als invulling van de weigeringsgrond ‘belang van de staat’ uit artikel 68 Grondwet

Sinds de verzending van de POK-kabinetsreactie is dit staand kabinetsbeleid.

67

Indien een bewindspersoon voornemens is een stuk te weigeren met een beroep op de weigeringsgrond ‘belang van de staat’, zal de centrale juridische directie hierover een zelfstandig oordeel uitbrengen aan de minister.

Deze procedure is vastgelegd in de Beleidslijn actieve openbaarmaking nota’s 2022.

68

In samenspraak met de Kamer bezien op welke wijze advisering van de Kamer bij discussie over toepassing van de weigeringsgrond ‘belang van de staat’ bij een commissie of onafhankelijke instantie zou kunnen worden belegd.

Over onder meer de omgang met het belang van de staat in de zin van artikel 68 van de Grondwet heeft in 2023 heeft de Werkgroep Informatieafspraken van de Tweede Kamer een rapport uitgebracht, waar het kabinet nog op zal reageren.

71

Uitvoeringstoets gevolgen openbaarmaking voor ambtelijke werk en ambtelijke organisaties

Vanaf 1 juli 2021 is er een start gemaakt met het openbaar maken van beslisnota's bij enkele categorieën Kamerstukken. Vervolgens is er eind 2021 door onderzoekers van GatewayReview een onderzoek gedaan naar de eerste ervaringen met het openbaar maken van beslisnota’s. Deze bevindingen zijn meegenomen in de beleidslijn die op 13 juni 2022 naar de Kamers is gestuurd (Kamerstukken II, 2021/22, 28 362, nr. 59).

Informatiehuishouding: basis op orde

72

Opstellen van een Generiek actieplan informatiehuishouding, met kaders voor de informatiehuishouding voor het hele Rijk dat op 1 april klaar is

Het generiek actieplan Open op Orde, het eerste Meerjarenplan, ter verbetering van de informatiehuishouding, is op 6 april 2021 aan de Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2020/21, 29362, nr. 291).Op 8 december 2023 is het Meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding Rijksoverheid aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden. Dit het vervolg van Open op Orde, het eerste Meerjarenplan, met naast informatiehuishouding ook meer aandacht voor openbaarheid en meer responsiviteit (Kamerstukken II 2023/24, 29362, nr. 344).

73

Het opstellen van departementale actieplannen met een beschrijving van hoe de informatiehuishouding van de eigen organisatie eruitziet en een stappenplan om de rijksbrede doelen te bereiken. De plannen zijn uiterlijk 1 juli klaar.

Elke rijksorganisatie heeft op basis van het rijksbrede actieplan aanvullend een eigen plan opgesteld. Deze actieplannen beschrijven de acties die elke organisatie neemt om haar informatiehuishouding te verbeteren.De actieplannen van de ministeries zijn met bijbehorende nulmetingen op 20 juli 2022 naar de Kamer verstuurd. Inmiddels zijn ook de 1- en 2-meting uitgevoerd, deze 1-meting is gepubliceerd op open-overheid.nl. De publicatie van de 2-meting volgt nog. (Kamerstukken II 2021/22, 29362, nr. 310 en nr. 311)

74

Investeren in professionaliteit van ambtenaren op het gebied van informatiehuishouding als een belangrijk onderdeel van het werk van een ambtenaar

De beschikbaarheid van voldoende en goed opgeleide professionals is essentieel voor professioneel informatiebeheer. Daarom werken rijksorganisaties aan het versterken van de capaciteit, kennis en kunde bij ambtenaren. Rijksorganisaties nemen hiervoor maatregelen, zoals vermeld in hun eigen actieplannen (actie 73). Voorbeelden hiervan zijn campagnes om meer bewustwording te creëren van het gewenste gedrag en het aanbieden van trainingen. Rijksbrede maatregelen en voorzieningen ondersteunen hen hierbij. Het Leerhuis Informatiehuishouding biedt informatieprofessionals binnen het Rijk een gevarieerd leeraanbod waarmee generieke en specifieke kennis en vaardigheden met betrekking tot informatiehuishouding en openbaarheid worden verbeterd. Alle kerndepartementen maken gebruik van het aanbod van het Leerhuis. In 2023 hebben meer dan 1600 professionals zich aangemeld voor een opleiding. Daarnaast richt het project Gedrag en Organisatieontwikkeling zich op bewustwording en gedragsverandering van rijksmedewerkers en hun leidinggevenden bij het goed omgaan met overheidsinformatie. Voorbeelden van ontwikkelde producten zijn een stappenplan voor informatiehuishouding voor managers, communicatiebouwstenen, podcasts en een animatie over het omgaan met overheidsinformatie. Omdat leidinggevenden een belangrijke rol spelen bij dat gedrag, is hier in 2023 extra aandacht aan besteed.

75

Implementatie Wet Open Overheid

De Wet open overheid is op 1 mei 2022 in werking getreden. Sinds de inwerkingtreding zijn er belangrijke stappen gezet om de transparantie van de overheid en de toegang tot overheidsinformatie te vergroten. Zo worden sinds 20 september 2022 alle beslisnota’s bij Kamerstukken actief openbaar gemaakt (Kamerstukken II, 2021/22, 28 362, nr. 59), is het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) ingesteld en worden verschillende maatregelen genomen rond het bewaren en beheren van chatberichten (Kamerstukken II 2022/23, 32 802, nr. 67 en nr. 75).Momenteel wordt er Rijks- en overheidsbreed gewerkt aan het verbeteren van de implementatie en uitvoering van de wet, zoals het tijdig reageren op Woo-verzoeken en het op orde krijgen van de informatiehuishouding. In 2023 zijn er bij verschillende departementen pilots uitgevoerd om inzicht te krijgen in welke maatregelen bijdragen aan een snellere en betere afhandeling van Woo-verzoeken (Kamerstukken II 2023/24, 32 802, nr. 80). Het Meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding, gepubliceerd in december 2023, beschrijft de stappen die de overheid de komende jaren wil nemen om haar informatiehuishouding te verbeteren (Kamerstukken II 2023/24, 29 362, nr. 344). Daarnaast is in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk over 2022 voor het eerst gerapporteerd over de afhandeling van Woo-verzoeken (Kamerstukken II 2022/23, 31 390, nr. 328). Tot slot is in 2023 een invoeringstoets op de Woo uitgevoerd, waarbij de knelpunten die gebruikers en uitvoerders van de Woo ervaren in kaart zijn gebracht, evenals best practices (Kamerstukken II 2023/24, 32 802, nr. 80). Op basis van deze Woo-invoeringstoets zal in de eerste helft van 2024 een kabinetsreactie volgen om de uitvoering en uitvoerbaarheid van de Woo te verbeteren.Over de voortgang van de uitvoering van de Wet open overheid is de Kamer op 23 juli 2023 geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32 802, nr. 73).

76

Verplichte aansluiting rijk en decentrale overheden op Platform open overheidsinformatie (PLOOI )na inwerkingtreding WOO

PLOOI is geen passende oplossing voor de Woo gebleken. Bestuursorganen hebben sinds juli 2023 daarom de mogelijkheid om aan te sluiten op de Woo-index. Van ruim zeshonderd bestuursorganen wordt hierin naar openbare documenten inmiddels verwezen. De publicatiestandaarden die nodig zijn voor de zoekfunctie op documentniveau worden nog getoetst. De uitvoeringsregelgeving waarin de verplichting vorm krijgt wordt in procedure gebracht wanneer voldoende zeker is dat de verplichting ook uitvoerbaar is.

77

Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding ingesteld met de inwerkingtreding van de Wet Open Overheid

Het Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding (ACOI) is bij de inwerkingtreding van de Wet open overheid (Woo) ingesteld en is momenteel operationeel. In het afgelopen jaar heeft dit adviescollege haar eerste adviezen uitgebracht, waaronder een advies over het archiveren van chatberichten (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 152) en een onderzoek naar de ervaringen van journalisten met de Woo. Het adviesorgaan heeft ook haar eerste bemiddelingszaken afgerond.

78

Benoemen van een Regeringscommissaris informatiehuishouding onder verantwoordelijkheid van de minister van BZK ten behoeve van stevige coördinatie uitvoering van de plannen. Het streven is dat deze op 1 juli aan de slag gaat.

De Regeringscommissaris Informatiehuishouding is op 1 januari 2022 aangesteld voor een periode van twee jaar. De regeringscommissaris heeft aangegeven zijn werk te verrichten vanuit het perspectief van een transformatie te beschouwen. Daarmee kijkt hij niet alleen naar de rijksoverheid, maar naar de gehele overheid. Daarnaast werkt hij niet alleen aan de documentaire informatiehuishouding, maar betrekt hij in zijn werkzaamheden ook gegevens (of data). De staatssecretaris van BZK heeft de Kamer op 20 december 2023 gemeld dat de benoeming van de Regeringscommissaris Informatiehuishouding met 6 maanden is verlengd. Deze verlenging is gedaan met oog op de lopende evaluatie en de continuïteit en bestendiging van zijn verrichtingen.

80

Opzetten van een algoritmeregister(NR. 16 Motie Klaver cs deel 2)

De Kamer is geïnformeerd over de afhandeling van de motie Klaver in de «Verzamelbrief publieke controle op algoritmen» (Kamerstuk II 2022/2023, 26643 nr. 924). Momenteel realiseren overheden een algoritmeregister dat goed gevuld is en inzicht biedt in gebruikte hoog-risico en impactvolle algoritmes. Alle departementen zijn gevraagd om een planning op te stellen voor het publiceren van alle relevante algoritmes. Conform de motie Dekker-Abdulaziz zijn zij gevraagd prioriteit te geven aan hoog-risico algoritmes, waarvan de definitie aansluit bij die uit de AI-verordening. Het algoritmeregister is gevuld met meer dan 254 algoritmes van meer dan 64 organisaties. Om de eigen inzet van algoritmes te toetsen, deden het afgelopen jaar achtien overheidsorganisaties mee met een pilot voor de toepassing van de Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA). In 2023 is de Authoriteit Persoonsgegevens (AP) gestart als algoritmetoezichthouder.

81

Voor 1 maart een voorstel hoe binnen overheidsinstellingen vervuilde data worden opgeruimd aan de Tweede Kamer zenden(NR. 21 Motie Marijnissen c.s. deel 2)Het gebruik van nationaliteit, etniciteit en geboorteplaats als datavariabele in alle risicomodellen, -profielen, -systemen, -selectie en zwarte lijsten die binnen het overheidswezen gebruikt worden, volledig uitsluiten; tevens verzekeren dat ook zelflerende algoritmen in risicoclassificatiemodellen deze indicatoren niet gebruiken(NR. 16 Motie Klaver c.s, deel 1)

De departementale rapportages over de stand van zaken van de uitvoering van de moties (Kamerstuk II 2022/2023 35510, nr. 16 en nr. 21) zijn aan de Tweede Kamer aangeboden in de eerste helft van 2023. In deze rapportages en bijbehorende brieven is de Kamer geinformeerd over de wijze waarop de afgesproken actie is afgerond. De Staatssecretaris van BZK heeft hierover gesproken met de Tweede Kamer in het debat van 15 juni 2023.

82

Wettelijke kader voor het gebruik van AI en algoritmes door uitvoeringsorganisaties(NR. 35 Motie Azarkan)

Het wettelijk kader geldt voor de gehele overheid. Dat kader bestaat enerzijds uit AI-wetgeving (AI-verordening en Verdrag Raad van Europa) en (nationaal) het algoritmekader met overzicht van wettelijke normen en verplichtingen voor impactvolle algoritmes. Algoritmes en artificiële intelligentie (AI) moeten aan publieke waarden voldoen. Om de eigen inzet van algoritmes te toetsen, deden het afgelopen jaar achttien overheidsorganisaties mee met een pilot voor de toepassing van de Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA). Het algoritmeregister is gevuld met meer dan 254 algoritmes van meer dan 64 organisaties. In 2023 is de Authoriteit Persoonsgegevens (AP) gestart als algoritmetoezichthouder. Om overheden te helpen met het voldoen aan alle verplichtingen, werd in 2023 de eerste versie van het Implementatiekader Inzet van algoritmes gepubliceerd. De Kamer is hierover geinformeerd (Kamerstukken II 2023/24, 26 643, nr. 1112).

AMBTELIJK VAKMANSCHAP

83

Opzetten van een rijksbreed programma dat inzet op bewustwording en praktische uitwerking van nieuwe werkwijzen en op de benodigde opleiding en training van ambtenaren (beleidsambtenaren, uitvoerende ambtenaren en leidinggevenden)

Het programma Grenzeloos Samenwerken is in 2021 opgezet en loopt tot eind 2025. Dit programma heeft diverse instrumenten gemaakt om te werken aan bewustwording en praktische uitwerking van het opgavegericht worden. Concreet is in samenspraak met de departementen een Gids Ambtelijk Vakmanschap opgesteld met principes en bijbehorende waarden die cruciaal zijn voor het werk van iedere Rijksambtenaar. Verschillende interventies die opgavegericht werken bevorderen zijn samen gebracht in een Doe Boek en in verschillende rijksbrede opleidingstrajecten wordt de manier waarop we ons werk doen (Ambtelijk Vakmanschap) of als rode draad of als onderdeel aangeboden. Ook is de netwerkacademie in oprichting. Daarin worden opleidingen die gaan over vaardigheden binnen het Rijk overzichtelijk aangeboden. Daarmee wordt bijgedragen aan een overheid die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven, opgavegericht werkt waarbij de bedoeling van het beleid centraal staat en waar de menselijke maat voorop staat. Het programma Dialoog & Ethiek faciliteert organisatieonderdelen bij de Rijksoverheid die een praktijk opbouwen van ethische reflectiegesprekken. Het programma biedt interne gespreksleiders mogelijkheden tot scholing en heeft voor hen een groeiende community of practice opgezet om onderling kennis en ervaring te delen. Met de ABD is er voor topambtenaren aanbod ontwikkeld dat het verankeren van een goede gesprekscultuur ondersteunt. Het programma doet met het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht onderzoek naar ambtelijk activisme in de vorm van morele beraden. Het VUMC is een meerjarig onderzoek gestart naar effectieve vormen van ethische reflectie.

84

Bij werving en selectie van topfuncties meer dan nu expliciet aandacht besteden aan wat gegeven de actuele maatschappelijke opgave nodig is om de functie, mede in relatie tot de samenstelling van het managementteam, goed te kunnen vervullen.

In de werving- en selectieprocessen voor topfuncties (die worden ondersteund door het DG Algemene Bestuursdienst van BZK) wordt nadrukkelijk stil gestaan bij de context van een functie (‘opgavegericht werven en selecteren’). Gekeken wordt wat er nodig is om een specifieke opgave verder te brengen, rekening houdend met de omgeving, de organisatie en het team waarbinnen iemand moet opereren. De opgave vormt samen met de rijksbrede visie op publiek leiderschap het uitgangspunt voor de werving en selectie. Hierbij staat de vraag centraal welke kennis, ervaring, vaardigheden en competenties in een specifieke context nodig zijn en wat het zwaarst moet wegen in het selectieproces. Het gaat om het vinden van de juiste match tussen de kandidaat, de opgave waar de organisatie voor staat en het team waar hij of zij in werkt.

OVERIG

85

Nader bekijken op welke manier de maatregelen uit de Kabinetsreactie rapport ‘Ongekend Onrecht’ vertaald kunnen worden naar Caribisch Nederland

Invoering Algemene wet bestuursrecht (light versie): In december 2022 heeft de Tweede Kamer een wetgevingsoverzicht ontvangen waarin is opgenomen dat de algemene bepalingen van bestuursrecht ook voor Caribisch Nederland van belang zijn. In dit overzicht is aangekondigd dat hiernaar onderzoek gedaan moet worden. Dit onderzoek is in uitvoering.Inventarisatie aanspreekpunten / loketten: De directeur RCN is in CN bezig met het verbeteren van de loketfunctie met name gericht op die van de RCN-diensten maar er is daarover ook contact met de OL-en.In het kader van de loketfunctie is in 2023 gestart met het opstellen van een aanvraag voor de Wau-middelen die in de eerste week van januari 2024 gereed moest zijn voor indiening.Het nagestreefde doel van de aanvraag is het verbeteren van de (digitale)dienstverlening waarbij het gaat om zowel het klantcontact middels click (internet), call (telefonie) en face (baliefuncties) alsmede de (werk)processen van front- als backoffice van de verschillende RCN-diensten die daaraan ten grondslag liggen.Doel is om RCN-diensten beter te laten samenwerken en hun (werk)processen op elkaar af te stemmen. De click, call en face wordt georganiseerd vanuit één loket – een RCN-dienstencentrum - waar burgers en bedrijven terecht kunnen voor hun informatie of (aan)vragen. De burgers en bedrijven worden als klant van de overheid een vlot en resultaat naar tevredenheid geboden. De aanvraag heeft ook betrekking op klantreizen rond ‘live-events’ van klanten en de (werk)processen daarvoor worden zo efficiënt en resultaatgericht mogelijk ingericht. Te beginnen met (1) Inkomensondersteuning en (2) Verblijf, werk en vertrek.Invoering BSN op de BES-eilanden: De Ministerraad heeft op 22 december jl. op voorstel van staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties en Digitalisering) ingestemd met het wetsvoorstel voor invoering van het BSN in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het doel van de wet is om de digitale overheidsdienstverlening in Caribisch Nederland te verbeteren.Het voorstel regelt dat de bijna 29.000 inwoners die in de bevolkingsadministratie van de eilanden geregistreerd zijn een BSN krijgen. Op dit moment gebruiken zij nog een ID- en een CRIB-nummer in hun contact met de overheid. Met het BSN krijgen inwoners een uniek persoonsnummer waarmee ze zich bij overheidsorganisaties kunnen identificeren. Want steeds meer overheidsdienstverlening digitaliseert. Het wetsvoorstel legt zo een belangrijke basis om overheidsdiensten in Caribisch Nederland stapsgewijs steeds meer digitaal aan te bieden en toegankelijker te maken. Binnen de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens wordt hard gewerkt om dit te realiseren. Denk bijvoorbeeld aan het aanpassen van ICT-systemen, het in kaart brengen van organisatorische en praktische gevolgen en het communiceren met betrokkenen.Het wetsvoorstel is tot stand gekomen in goede samenwerking met de overheden in Caribisch Nederland. Van 19 juni tot 31 juli 2023 konden burgers via een internetconsultatie reageren op het voorstel. Het wetsvoorstel is nu voor advies aanhangig bij de Raad van State. Het streven is om het wetsvoorstel medio 2024 aan de Tweede Kamer aan te bieden.

86

Staatscommissie instellen die in brede zin het functioneren van de rechtsstaat analyseert en met voorstellen komt om deze te versterken, en de Kamer daarover te informeren(NR 12. Motie Omtzigt/Van Dam)

In februari 2023 is de Staatscommissie rechtsstaat ingesteld. Het afgelopen jaar heeft de Staatscommissie zich ingespannen om inzicht te krijgen in het perspectief van burgers op de rechtsstaat door het organiseren van een een open forum en twaalf georganiseerde gesprekken met burgers in elke provincie. Daarnaast heeft eenieder kunnen reageren op een internetconsultatie, waarin zij hun mening over de rechtsstaat en voorstellen voor verbetering naar voren kunnen brengen. Bovendien hebben meer dan vijftig deskundigen en organisaties brieven gestuurd over hun perspectief op de rechtsstaat. Alle documenten zijn beschikbaar op de website van de Staatscommissie: www.staatscommissierechtsstaat.nl. De Staatscommissie zal haar werk de komende tijd voortzetten door zowel professionals als het maatschappelijk middenveld te raadplegen. In juni 2024 zullen haar aanbevelingen worden gepresenteerd.

Licence