De Minister van LNV streeft naar een weerbaar, veerkrachtig en veilig functionerend land- en tuinbouw- en voedselsysteem, dat internationaal concurrerend is, met aandacht voor dierenwelzijn, waarbinnen zorgvuldig wordt omgegaan met natuurlijke hulpbronnen en waar opbrengsten en reststromen zo efficiënt en hoogwaardig mogelijk worden (her)benut.
De Minister van LNV is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
– Het versterken van de sociaaleconomische positie van de agrarische ondernemer als pijler onder een toekomstbestendige sector
– Het stimuleren van de waardering van voedsel en de productiewijze en herkomst ervan
– Het versterken van kringlopen in de land- en tuinbouw en het bevorderen van circulariteit
– Het stimuleren van verduurzaming van de (dierlijke) productie en de consumptie van dierlijke en plantaardige producten door middel van nieuwe vormen van ketensamenwerking en nieuwe marktstrategieën.
– Het stimuleren van de verbetering van het dierenwelzijn.
– Het breder toepassen van geïntegreerde gewasbescherming door agrarische ondernemers.
– Het borgen en verbeteren van plant- en diergezondheid en dierenwelzijn, duurzaam bodembeheer en klimaatvriendelijk energiebeheer en -gebruik in de land- en tuinbouw.
– Het stimuleren van groene economische groei en het bevorderen van transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse agro- en voedselketens.
– Het door de sterke internationale positie van Nederland in agro en food verduurzamen van het mondiale voedselsysteem.
– Het stimuleren van een adequate en duurzame voedselvoorziening, voedselzekerheid en voedselkwaliteit op Europees en mondiaal niveau, evenals het bijdragen aan het Europese en internationale landbouwbeleid.
– Het bieden van zekerheden aan agrarische bedrijven om leningen af te kunnen sluiten bij de bank.
– Het (mede)financieren van ontwikkelingen gericht op verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw en veehouderij.
Regisseren
– Het borgen van voedselveiligheid. Producenten en partijen uit de voedselketen zijn primair verantwoordelijk voor de veiligheid van hun producten en productiewijze. De Minister voor Langdurige Zorg en Sport is verantwoordelijk voor wetgeving voor voedselveiligheid, met uitzondering van wetgeving voor het slachten van dieren en het keuren en uitsnijden van vlees, waar de Minister van LNV verantwoordelijk voor is.
– De coördinatie en het beheer van het Diergezondheidsfonds.
– Het stellen van regelgeving op het gebied van dier- en plantgezondheid, dierenwelzijn, mest, gewasbescherming, plantveredeling, biologische landbouw en voedselveiligheid.
– Het voeren van regie op de nationale inzet in EU-verband en op bi- en multilaterale samenwerkingen rond land- en tuinbouw en voedselkwaliteit.
Onderstaand wordt ingegaan op de belangrijkste gerealiseerde beleidsresultaten in 2023.
Sociaal economische positie boeren
Stimuleren van nieuw ondernemerschap
Met de agrarische ondernemerschapsagenda ondersteunt LNV boeren in hun verdienvermogen op weg naar een duurzame landbouw. Onder andere door het stimuleren van (nieuw) ondernemerschap, het belonen van publieke diensten, het versterken van de marktmacht van agrariërs en het bevorderen van een gelijker speelveld. Ten behoeve van het stimuleren van nieuw ondernemerschap is de inzet op het stimuleren van de multifunctionele landbouw (MFL) in 2023 verder versterkt. Dit is onder andere gedaan met het door ontwikkelen van het platform MFL, waaruit onder meer een handreiking ruimtelijke ordening MFL is voortgekomen opgesteld door de VNG.
Omschakelprogramma Duurzame Landbouw
Het Omschakelprogramma Duurzame Landbouw ondersteunt agrarisch ondernemers die willen omschakelen naar een stikstofarmere, meer extensieve en duurzamere bedrijfsvoering. Het programma bestaat uit vier regelingen, waarvan het Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL) de grootste is. Het IDL heeft in pilotfase bestaan van begin juli 2021 tot en met december 2023. Uit de evaluatie van de pilot is gebleken dat het IDL agrarisch ondernemers helpt om de omschakeling naar een duurzame bedrijfsvoering een definitief karakter te geven (Kamerstuk 30252, nr. 125).
Transparantie
LNV monitort de landbouwmarkten en overlegt met ketenpartners voor meer transparantie in de kostenverdeling in de keten. Dat laatste gebeurt mede via onderzoek in 2023 van de ACM dat op verzoek van LNV belemmeringen in specifieke agrarische markten onderzoekt en margeverdeling voor enkele producten inzichtelijk maakt. De wet Oneerlijke Handelspraktijken in de landbouw en voedselvoorzieningsketen wint aan bekendheid en heeft geleid tot enkele klachten bij de ACM en een geschil dat is voorgelegd aan de Geschillencommissie.
Versterken positie boer in de keten
In 2023 is om de positie van de boer in de keten te versterken veel aandacht geschonken aan de mogelijkheden tot samenwerking in de keten. Met de ACM is een symposium georganiseerd voor agrarische ondernemers, brancheverenigingen en ketenpartijen over samenwerking en ruimte voor duurzaamheidsafspraken binnen de mededingingsregels.
Bijdrage ketenpartijen
LNV beoogde in het Landbouwakkoord afspraken te maken met banken, toeleveranciers, de verwerkende industrie en de retail over de bijdrage van deze partijen aan de transitie van de landbouw. Die afspraken zagen onder andere op het vergroten van de markt voor duurzame producten, vergoedingen voor duurzaamheidsinspanningen en passende financiering. Er zijn in 2023 verschillende verkenningen en onderzoeken gedaan naar wettelijk instrumentarium dat ingezet kan worden om deze bijdrage te realiseren en te borgen. Ook zijn initiatieven voor het uitwisselen van kennis over ketensamenwerking ondersteund middels het toekennen van een incidentele subsidie.
Duurzame veehouderij
In 2023 is de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) geëvalueerd (Kamerstuk 28 973, nr. 253). De evaluatie heeft belangrijke informatie opgeleverd die is gebruikt bij het vormgeven van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties voor stikstofreductie (Lbv) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus).
Op 4 december 2023 is het Regieorgaan ‘Versnellen innovatie emissiereductie duurzame veehouderij’ van start gegaan. Het Regieorgaan werkt zowel aan versnelling van innovatie als aan een systeem met doelsturing en bedrijfsspecifiek meten.
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
Energietransitie glastuinbouw
In het voorjaar van 2023 is verder invulling gegeven aan het convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 (Kamerstuk 32 627 nr 39). Zo is de wet fiscale maatregelen glastuinbouw in 2023 aangenomen, waarin een CO2-heffing is opgenomen voor de glastuinbouw waarin uitfaseerpaden zijn vastgelegd voor het verlaagde energiebelastingtarief op aardgas voor de glastuinbouw en de inputvrijstelling warmte-kracht-koppeling (wkk). Daarnaast is door de Minister voor Klimaat en Energie de Tijdelijke subsidieregeling hernieuwbare warmteprojecten (HEHW) uitgevoerd in 2023. De aanvragen kwamen grotendeels uit de glastuinbouw. De subsidieregelingen EG en Marktintroductie Energie Innovaties glastuinbouw (MEI) zijn onderdeel van de uitvoering van het programma Kas als Energiebron en ook in 2023 opengesteld. Het openstellingsbudget van de EG-regeling is opgehoogd om alle als positief beoordeelde subsidie aanvragen te kunnen beschikken, zodat er meer energie bespaard kan worden door de glastuinbouwsector.
Gewasbescherming
In 2023 is een start gemaakt met het invullen van de ambities uit het coalitieakkoord op het gebied van gewasbescherming en acties uit het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming. Er is een Subsidieregeling geïntegreerde gewasbescherming ontwikkeld en opengesteld voor investeringen die bijdragen aan de ontwikkeling van alternatieven voor chemische gewasbeschermingsmiddelen. Verder is opdracht verstrekt aan het RIVM voor een gezondheidsonderzoek naar de blootstelling van gewasbeschermingsmiddelen en zijn diverse opdrachten verstrekt voor verkenningen en studies in het kader van het Uitvoeringsprogramma, aangenomen moties en Europese standpuntbepaling.
Mestbeleid
De Nitraatrichtlijn schrijft voor dat de lidstaten iedere vier jaar een actieprogramma opstellen om water te beschermen tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. In 2023 is gewerkt aan de verdere implementatie van maatregelen uit het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn, de Versterkte Handhavingsstrategie mest (VHS mest) en realtime en digitaal Vervoersbewijs dierlijke mest (rVDM). In 2023 zijn ook de regelingen met de stappen tot afbouw van derogatie gepubliceerd. Vanwege de afbouw van de derogatie is in 2023 een subsidieregeling behoud grasland gepubliceerd om bedrijven te stimuleren derogatie aan te vragen en daarmee het areaal grasland te behouden. Daarnaast is in 2023 weer ingezet op Europese toelating van het gebruik van hoogwaardige producten uit dierlijke mest als kunstmestvervanger. De Europese Commissie heeft op 1 december 2023 een evaluatie van de Nitraatrichtlijn aangekondigd met een publieke consultatie, waarbij ook de mogelijkheden voor recycling van nutriënten, ook uit bewerkte mest, tegen het licht zullen worden gehouden.
Diergezondheid en dierenwelzijn
Diergezondheid
Begin september 2023 werden voor het eerst sinds jaren uitbraken van blauwtong gemeld. Sinds die tijd zijn er blauwtongbesmettingen in vrijwel heel Nederland vastgesteld, op 4.380 bedrijven met schapen, runderen of geiten. De ziekte is niet bestrijdingsplichtig. LNV heeft na de start van de epidemie onderzoek gefinancierd met als doel een objectief beeld te krijgen van de ernst en het verloop van de verschijnselen bij schapen en melkvee en de verspreiding op bedrijven. LNV heeft zich in 2023 ingezet om te zorgen dat zo snel mogelijk een veilig en werkzaam vaccin beschikbaar komt. LNV heeft daarnaast financieel bijgedragen aan het opzetten van een diermodel, zodat farmaceuten de gelegenheid hebben vaccins te testen op effectiviteit.
Dierwaardige veehouderij
In 2023 zijn onder leiding van een onafhankelijke voorzitter in het convenanttraject dierwaardige veehouderij constructieve gesprekken gevoerd. Partijen hebben geconcludeerd dat zij ver gevorderd zijn in hun plannen maar dat het nu niet mogelijk is te komen tot een volledig samenhangend pakket aan afspraken, en daarmee tot afronding van het convenant (Kamerstukken 28 286 nr. 1321).
Dierenwelzijn
LNV heeft in 2023 diverse bijdragen geleverd ter bevordering van het welzijn van landbouwhuisdieren. Zo is ondersteuning geleverd aan het vertrouwensloket welzijn landbouwhuisdieren. Verder is er gewerkt aan het ontwikkelen van een benchmarksystematiek voor de zorg van jonge dieren door de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteiten, aan een project van LTO-Noord ter bevordering van natuurlijke geboorten bij vleesvee (Bewust Natuurlijk Luxe) en aan een zorgwijzer voor de konijnensector. In juni 2023 is een geactualiseerd en aangevuld plan van aanpak om hittestress bij dieren in de veehouderijketen te voorkomen naar de Tweede Kamer verzonden (als bijlage bij Kamerstuk 28286, nr. 1296). Ook is, in het kader van de aanpak van stalbranden, in opdracht van LNV een onderzoek van de WUR afgerond naar maatregelen om stalbranden te voorkomen. Ook heeft LNV in 2023 het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (www.licg.nl) ondersteund, die deskundig en betrouwbare informatie over het aanschaffen en houden van huisdieren verschaft.
Integraal voedselbeleid
Biologische productie en consumptie
In het Actieplan ‘groei van biologische productie en consumptie’ (Kamerstuk 30 252, nr. 78) is de ambitie opgenomen om het biologisch areaal te laten groeien van 4% in 2022 naar 15% in 2030. In 2023 zijn er verschillende stappen gezet met betrekking tot de implementatie van het actieplan. Er is gestart met de ontwikkeling van een meerjarige landelijke consumentencampagne, met als doel het vergroten van bekendheid van biologisch en het stimuleren van afzet voor boeren die overwegen om te schakelen naar biologische productie en vragen hebben. Bij RVO is het loket «Wegwijzer Biologisch Ondernemen» gelanceerd. Ten behoeve van het genereren en delen van kennis heeft LNV in oktober 2023 de Kennisagenda biologische productie en consumptie gepubliceerd.
Nationale eiwitstrategie (NES)
De Nationale Eiwitstrategie (NES) heeft als doel om de zelfvoorzieningsgraad van Nederland en de EU van nieuwe en plantaardige eiwitten te vergroten op een duurzame manier, die bijdraagt aan de gezondheid van mens, dier en natuurlijke omgeving. De impact van de Green Deal Eiwitrijke Gewassen uit 2022 (ook wel Bean Deal genoemd) is in 2023 steeds zichtbaarder geworden. Partijen weten elkaar te vinden en werken gezamenlijk aan de doelen. Door het opnemen van de eiwitrijke gewassen in de eco-regeling van het GLB in 2023 wordt de teelt van vlinderbloemigen gestimuleerd en dat is goed voor de bodem en biodiversiteit. Daarnaast is als speerpunt van de Nationale Eiwitstrategie in 2023 gewerkt aan het project Duurzaam Diervoeder. In het project worden door de sector doelen gesteld voor bijvoorbeeld het aandeel reststromen en de herkomst van diervoedergrondstoffen. In 2023 zijn de indicatoren gedefinieerd, is een nulmeting gedaan en zijn de gesprekken met de ketenpartijen opgestart om gezamenlijke ambities te formuleren voor het verduurzamen van diervoeder.
Waardering voor voedsel
In 2023 is invulling gegeven aan de bestaande ambities in het voedselbeleid. Dit gaat om het halveren van de voedselverspilling in 2030 ten opzichte van 2015, de ambitie om in 2030 te komen tot een balans in de consumptie van plantaardige (50%) en dierlijke eiwitten (50%), het verduurzamen van ons voedselaanbod en het realiseren van meer transparantie over de duurzaamheid van het voedselaanbod. In gezamenlijkheid met partners in de stichting Samen Tegen Voedselverspilling (STV) is de vijfde Verspillingsvrije Week gerealiseerd. Om de ambities te halen is er een versnellingsagenda opgesteld en heeft STV meerjarenfinanciering ontvangen om de succesvolle aanpak voort te zetten en waar nodig te versnellen.
Nationaal Programma Landbouwbodems
Binnen het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL) is in 2023 verder gewerkt aan de doelstelling om in 2030 alle landbouwbodems in Nederland duurzaam te beheren en jaarlijks 0,5 Mton CO2-equivalenten in minerale landbouwbodems vast te leggen, conform de afspraken uit het Klimaatakkoord. WUR heeft in 2023 in opdracht van LNV onderzoek gedaan naar maatregelen die een bijdrage kunnen leveren aan duurzaam bodembeheer, op basis van vijf belangrijke bodemecosysteemdiensten. Daarnaast zijn de resultaten van vijf jaar onderzoek binnen het programma Slim Landgebruik samengevat en gepresenteerd. Hieruit blijkt dat het klimaatdoel voor extra koolstofopslag in minerale landbouwbodems in theorie haalbaar is, mits maatregelen die hieraan bijdragen voldoende en kundig worden geïmplementeerd door agrariërs. Via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) is intensiever ingezet op kennisverspreiding over maatregelen die bijdragen aan duurzaam bodembeheer en klimaatadaptatie. In 2023 was veel aandacht voor het voorstel van de Europese Commissie voor een Richtlijn bodemmonitoring en veerkracht waarop het BNC-fiche naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstuk 22 112, nr. 3798).
Klimaatadaptatie
LNV heeft in 2023 verder gewerkt aan de uitvoering van het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw (AP KAL) en een brochure uitgebracht met een overzicht van de inzet en geboekte resultaten van de afgelopen vier jaar (2020-2023) op kennisontwikkeling, kennisverspreiding en innovatie voor een klimaatrobuuste agrosector, zoals beter omgaan met droogte door toepassing van duurzame bodem- en watermaatregelen. Verder is LNV in 2023 aangesloten bij de Werkgroep Klimaatadaptatie van het Platform voor Duurzame Financiering onder DNB, bestaande uit banken, verzekeraars, beleggers en overheid. Dit heeft geleid tot uitwisseling, samenwerking en een rapport van de financiële sector over de betekenis van klimaatverandering en klimaatadaptatie voor de economie en (rol van de) deze sector. Het rapport Klimaatadaptatie in een stroomversnelling, waar landbouw als een van de sectoren wordt uitgelicht, is eind 2023 aanboden.
Stimuleren biobased teelt
De ministeries van BZK, LNV, I&W en EZK voeren gezamenlijk beleid om de keten boer-verwerker-bouwer te versterken, gericht op het mogelijk maken van meer biobased bouwen. In het najaar is door het kabinet de Nationale Aanpak Biobased Bouwen gepresenteerd, met daarin een set acties die moet leiden tot deze opschaling en aangeeft hoe de middelen op hoofdlijnen worden besteed (Kamerstuk 32 852, nr. 286).
Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 489.627 | 611.112 | 461.642 | 773.396 | ‒ 311.754 |
Uitgaven | 0 | 0 | 561.423 | 586.815 | 242.544 | 649.814 | ‒ 407.270 |
Subsidies (regelingen) | |||||||
Sociaal economische positie boeren | 0 | 0 | 148.253 | 113.550 | 34.365 | 33.847 | 518 |
Duurzame veehouderij | 0 | 0 | 240.662 | 118.974 | 32.201 | 168.555 | ‒ 136.354 |
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen | 0 | 0 | 90.334 | 68.437 | 51.197 | 100.028 | ‒ 48.831 |
Mestbeleid | 0 | 0 | 1.710 | 861 | 25.329 | 84.137 | ‒ 58.808 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 0 | 0 | 3.976 | 3.525 | 3.746 | 4.392 | ‒ 646 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 0 | 0 | 940 | 873 | 685 | 1.541 | ‒ 856 |
Integraal voedselbeleid | 0 | 0 | 4.822 | 5.082 | 8.361 | 7.963 | 398 |
Leningen | |||||||
Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw | 0 | 0 | 9.000 | 12.000 | 10.000 | 0 | 10.000 |
Garanties | |||||||
Bijdrage borgstellingsreserve | 0 | 0 | 5.756 | 45.020 | 0 | 3.627 | ‒ 3.627 |
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit | 0 | 0 | 1.103 | 1.489 | 861 | 1.805 | ‒ 944 |
Opdrachten | |||||||
Sociaal economische positie boeren | 0 | 0 | 430 | 385 | 697 | 5.562 | ‒ 4.865 |
Duurzame veehouderij | 0 | 0 | 0 | 0 | 80 | 0 | 80 |
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen | 0 | 0 | 0 | 18 | 0 | 0 | 0 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 0 | 0 | 8.007 | 9.244 | 14.957 | 15.085 | ‒ 128 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 0 | 0 | 3.111 | 2.723 | 2.561 | 3.483 | ‒ 922 |
Integraal voedselbeleid | 0 | 0 | 5.559 | 575 | 1.792 | 3.531 | ‒ 1.739 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 0 | 0 | 3.577 | 3.226 | 3.418 | 1.336 | 2.082 |
Centrale Commissie Dierproeven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.341 | ‒ 2.341 |
Medebewind/voormalige productschappen | 0 | 0 | 647 | 562 | 540 | 687 | ‒ 147 |
Raad voor de Plantenrassen | 0 | 0 | 1.019 | 1.110 | 790 | 1.414 | ‒ 624 |
Keuringsdiensten | 0 | 0 | 10.140 | 8.325 | 8.842 | 1.959 | 6.883 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Specifieke uitkeringen | 0 | 0 | 0 | 121.470 | 6.580 | 185.281 | ‒ 178.701 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||||
FAO en overige contributies | 0 | 0 | 10.850 | 9.688 | 11.986 | 11.486 | 500 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | |||||||
Storting begrotingsreserve landbouw | 0 | 0 | 2.082 | 0 | 4.827 | 0 | 4.827 |
Storting begrotingsreserve apurement | 0 | 0 | 1.282 | 2.507 | 2.500 | 0 | 2.500 |
Storting begrotingsreserve borgstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.660 | 0 | 3.660 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||
Diergezondheidsfonds | 0 | 0 | 8.163 | 57.171 | 12.569 | 11.754 | 815 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 81.413 | 103.826 | 80.449 | 55.280 | 25.169 |
Ontvangsten | |||||||
Sociaal economische positie boeren | 0 | 0 | 1.078 | 916 | 205 | 245 | ‒ 40 |
ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 2.160 | 1.640 | 2.851 | 2.300 | 551 |
Agroketens | 0 | 0 | 26.766 | 7.438 | 13.201 | 513 | 12.688 |
Agrarische innovatie en overig | 0 | 0 | 394 | 10 | 223 | 0 | 223 |
Mestbeleid | 0 | 0 | 7.852 | 3.118 | 7.639 | 7.209 | 430 |
Garanties | 0 | 0 | 1.827 | 1.157 | 694 | 1.800 | ‒ 1.106 |
Weerbare planten en teeltsystemen | 0 | 0 | 902 | 71 | 4.877 | 0 | 4.877 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 0 | 0 | 12.516 | 12.893 | 14.910 | 11.600 | 3.310 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 0 | 0 | 2.738 | 42.692 | 1.723 | 5.413 | ‒ 3.690 |
Onttrekkingen begrotingsreserves | 0 | 0 | 25.180 | 33.891 | 34.126 | 26.200 | 7.926 |
Verplichtingen
De verplichtingen zijn € 311,8 mln. lager uitgevallen dan begroot.
De voornaamste reden voor deze verlaging is het doorschuiven van verplichtingbudget voor de Maatregel Gerichte Aankoop (MGA) naar latere jaren (€ 185,3), als gevolg van vertraging van de uitbetaling van de tweede tranche.
De verlaging van de verplichtingenstand komt ook doordat minder garanties zijn verstrekt dan het LNV garantieplafond toelaat (verlaging verplichtingen € 103 mln.).
De verlaging van de verplichtingenstand komt ook voort uit het feit dat verplichtingen voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) pas gerealiseerd worden in 2024. Dit komt doordat de eerste openstelling sloot in december. Het gaat om € 103 mln. Daar tegenover staat dat er € 223,5 mln. aan verplichtingbudget in 2023 is bijgekomen voor de lbv-plus.
Verder is de investeringsmodule van de subsidie brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) in 2023 uitgesteld naar 2024. Dit betekent dat er circa € 46 mln. aan verplichtingenruimte niet gerealiseerd is.
Met betrekking tot waterbassins mest is het verplichtingenbudget met € 35,5 mln. verlaagd. De reden hiervoor is dat de regeling vanwege onvoldoende onderbouwing van de doeltreffendheid geen doorgang heeft gevonden in 2023. Er wordt verder onderzoek gedaan naar de effectiviteit van vergelijkbare maatregelen die mogelijk in de toekomst kunnen plaatsvinden.
Daarnaast zijn er nog meerdere kleinere bijstellingen, waaronder een verlaging op tegemoetkoming vaste lasten land- en tuinbouw (€ 13,4 mln.), vertraging bij biologische landbouw (€ 10,7 mln.) en de subsidieregeling sanering varkenshouderijen (€ 7,3 mln.).
Uitgaven
Subsidies
Duurzame veehouderij
Op het subsidiebudget Duurzame Veehouderij zijn € 136,4 mln. lagere uitgaven gerealiseerd.
Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de eerste openstelling van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv). Deze sloot in december, waardoor de meeste betalingen plaatsvinden in 2024. Hierdoor is circa € 103 mln. niet gerealiseerd.
Daarnaast is de openstelling van de investeringsmodule van de subsidie brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) in 2023 uitgesteld naar 2024. Hierdoor is er sprake van onderuitputting van € 22 mln. Een restant (€ 6,6 mln) is overgeveld naar medeoverheden voor stalinnovaties, alsook € 0,9 mln. naar het btw-compensatiefonds.
Ook wordt dit veroorzaakt door uitgaven (€ 5,5 mln.) die geschoven zijn en op artikel 23 worden verantwoord, zoals het budget voor de uitvoering van het Klimaatakkoord op landbouw en landgebruik. Dit budget is onder meer gebruikt voor pilots en demo’s op het gebied van methaan- en ammoniakreductie van mest en er is onderzoek uitgevoerd naar de integrale aanpak methaan en ammoniak via het voer- en dierspoor.
Ook eindigde de subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) dit jaar. Door lagere vaststelling en intrekking is € 2,7 mln niet gerealiseerd.
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
Op het budget glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen zijn in 2023 voor € 48,8 mln. aan lagere uitgaven gerealiseerd.
Hiervan wordt € 16,8 mln. verklaard door een late openstelling van de subsidieregeling Energie-efficiëntie glastuinbouw (EG). De openstelling in 2023 heeft laat in het jaar plaatsgevonden, waardoor een deel van de uitbetaling plaatsvindt in 2024 en niet in 2023 gerealiseerd kon worden.
Daarnaast wordt de afwijking ten opzichte van de vastgestelde begroting voor € 12,8 mln. veroorzaakt door Biologische Landbouw. Daarbinnen was de realisatie € 10,5 mln. lager doordat 2023 een opstartjaar was en veel voorbereidende werkzaamheden plaatsvonden waarvan uitvoering en uitbetaling in latere jaren plaatsvindt. Een ander deel hiervan is geschoven naar andere artikelen voor de uitvoering en verschillende projecten.
Op overige budgetten met betrekking tot de glastuinbouw hebben in 2023 een kasschuif naar latere jaren (€ 4,4 mln.) en overboekingen naar andere artikelen ten behoeve van onderzoeken en uitvoering (€ 4,9 mln.) plaatsgevonden. Met betrekking tot gewasbescherming is er in 2023 € 3,0 mln. doorgeschoven naar latere jaren.
Mestbeleid
Op dit onderdeel is in 2023 € 58,8 mln. minder uitgegeven dan geraamd, wat met name komt doordat de gereserveerde middelen ten behoeve van waterbassins mest (€ 35,5 mln.) niet tot besteding zijn gekomen. Dit komt doordat het aanwenden van met water verdunde mest met een zodenbemester in grasland op zandgrond weinig tot geen effect heeft op de stifstofreductie.
Bij het onderdeel projecten mestbeleid zijn middelen overgeheveld naar de NVWA en RVO ten behoeve van de uitvoering van activiteiten met betrekking tot het 7e Actieprogramma. Door deze overheveling van middelen naar artikel 24 Uitvoering en toezicht worden er voor € 14,1 mln. minder uitgaven op artikel 21 gerealiseerd. Ook is sprake van vertraging in de uitgaven van het 7e Actieprogramma. Hierdoor vallen de uitgaven € 10,5 mln. lager uit. Doordat er in 2023 ook middelen voor het 7e Actieprogramma aan de LNV-begroting zijn toegevoegd (€ 9,3 mln.), wordt het verschil ten opzichte van de raming verkleind.
Voor de regeling Behoud grasland bij afbouw derogatie hebben in 2023 minder aanvragen dan verwacht plaatsgevonden, waardoor het budget met € 5,2 mln. afnam. Dit budget moet in latere jaren alsnog ingezet worden voor nieuwe openstellingen van dezelfde regeling.
Daarnaast is de regeling kunstmestvervanging en mestverwerking in 2023 opengesteld. Hierop konden in 2023 niet meer alle uitgaven plaatsvinden. Dit zorgt voor € 2,9 mln. aan lagere uitgaven.
Leningen
Met de tweede verlenging van de pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw is voorzien in de financieringsbehoefte vanuit de sector. Het fonds levert een goede bijdrage aan het rondkrijgen van de financiering van omschakelplannen van ondernemers. Er is in 2023 een aanvullend fondsvermogen van € 10 mln. voor de pilot beschikbaar gesteld om meer omschakelingen te kunnen ondersteunen.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Keuringsdiensten
De verhoging van de uitgaven wordt met name veroorzaakt door het aanvullend beschikbaar gestelde budget voor Skal (€ 6,8 mln.). Deze middelen zijn bedoeld om de bedrijfsvoering binnen Skal op orde te maken en te voldoen aan nationale en Europese regelgeving. De verhoogde bijdrage betreft het deel van de kosten dat niet retribueerbaar is.
Bijdrage aan medeoverheden
De bijdrage aan medeoverheden is in totaal € 178,8 mln. minder dan begroot bij de ontwerpbegroting. Er is € 185,4 mln. aan gereserveerde middelen voor de tweede tranche van de ‘Maatregel Gerichte Aankoop’ (MGA) met een kasschuif geschoven naar latere jaren, in lijn met de verwachte uitbetalingen. Daarnaast is een SPUK van € 6,6 mln. verleend aan de Zandprovincies om stalinnovaties te stimuleren.
Ontvangsten
Over 2023 is er totaal € 25,2 mln. meer ontvangen dan begroot.
Het grootste deel hiervan (€ 12,7 mln.) wordt veroorzaakt door terugontvangen subsidievoorschotten. Bij het vaststellen van een subsidie kan blijken dat een begunstigde recht heeft op een lager subsidiebedrag dan als voorschot is uitgekeerd. Het verschil wordt dan teruggevorderd. Er zijn onder andere terugontvangsten geweest op de Ongedekte Vaste Kosten (een COVID-19 regeling) en op de EG regeling (energie-efficiëntie in de glastuinbouw).
Ook is er in 2023 € 4,8 mln. ontvangen aan CO2-heffingen voor de glastuinbouwsector. Er zijn afspraken met de sector over de jaarlijkse maximale CO2-emissie. Bij overschrijding wordt de individuele glastuinbouwer een heffing opgelegd op basis van uitstoot. In 2021 is dit plafond overschreden. De heffingen die hieruit volgen zijn grotendeels in 2023 ontvangen en zijn bedoeld om de uitstoot weer onder het afgesproken CO2-plafond te brengen. Deze middelen zijn in de begrotingsreserve Landbouw gestort en gaan benut worden voor het stimuleren van klimaatbeleid in de glastuinbouw.
Ook zijn er hogere ontvangsten van circa € 1,3 mln. uit de Identificatie en Registratie van Dieren. Dit komt doordat er meer dieren zijn geregistreerd en daardoor meer inkomsten zijn gerealiseerd.
Uit de begrotingsreserves is in 2023 € 7,9 mln. meer onttrokken dan begroot. Circa € 3,7 mln. hiervan is extra ontrokken uit de reserve Landbouw voor de Sloop en Ombouwregeling van de peldierhouderijen. Deze regeling is onderdeel van het flankerend beleid. Een bedrag van € 4,2 mln. betreft een onttrekking uit de begrotingsreserve Apurement. Het grootste deel hiervan (€ 3,9 mln.) komt door een boete van de Europese Commissie als gevolg van de conformiteitsprocedure naar aanleiding van het certificerend rapport 2021.
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Landbouw (bedragen x € 1.000) | |
---|---|
Stand 1/1/2023 | 11.667 |
+ Bijschrijving rente | 0 |
+ Storting | 4.827 |
- Onttrekking | 4.472 |
Stand per 31/12/2023 | 12.022 |
Toelichting:
De begrotingsreserve Landbouw is bestemd voor uitgaven op het gebied van landbouwbeleid. De reserve wordt voornamelijk gebruikt om fluctuaties op enkele subsidieregelingen op te vangen. € 4,8 mln is gestort in verband met de CO-2 heffing in de glastuinbouwsector. Deze staat bij Ontvangsten van artikel 21 verder toegelicht. De onttrekking van € 4,5 mln. bestaat uit € 3,7 mln. voor de Sloop en Ombouwregeling van de peldierhouderijen en € 0,8 mln. voor het Sociaal Economisch Plan.
Begrotingsreserve apurement (bedragen x € 1.000) | |
---|---|
Stand 1/1/2023 | 76.862 |
+ Storting | 2.500 |
- Onttrekking | 29.654 |
Stand per 31/12/2023 | 49.708 |
Toelichting:
Er is door LNV in 2023 € 2,5 mln. in de begrotingsreserve Apurement gestort. De onttrekking van € 29,7 mln. is een totaal van bedragen. Het grootste deel hiervan betreft € 22,7 mln. die is onttrokken voor de transitieregeling afbouw derogatie in 2023 (Kamerstuk 33 037, nr. 450).
Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit (bedragen x € 1.000) | |
---|---|
Stand 1/1/2023 | 104.151 |
+ Bijschrijving rente | 0 |
+ Storting | 3.660 |
- Onttrekking | 0 |
Stand per 31/12/2023 | 107.812 |
Toelichting:
De begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit is bedoeld om de verliesdeclaraties te betalen die voortvloeien uit garantstellingen aan banken waarmee innovatieve en duurzame investeringen in de landbouw en visserij worden gefaciliteerd. Hiermee is in 2023 een storting van € 3,6 mln. gemoeid die jaarlijks vanuit de LNV-begroting plaatsvindt om uitbetalingen op te vangen in jaren dat hier veel behoefte naar is.
Begrotingsreserve Risicovoorziening jonge boeren / VVK (bedragen x € 1.000) | |
---|---|
Stand 1/1/2023 | 7.000 |
+ Storting | 0 |
- Onttrekking | 0 |
Stand per 31/12/2023 | 7.000 |
Toelichting:
De reserve Vermogens Versterkend Krediet (VVK)/Risicovoorziening jonge boeren is in 2019 opgericht. In 2023 hebben er geen stortingen of onttrekkingen plaatsgevonden.