Suppletoire begroting 2013 (Najaarsnota)
Omschrijving | (1) | (2) | (3) | (4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting | Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting | Totaal geraamd | |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 127.531 | 22.490 | 13.818 | 163.839 |
Omzet overige departementen | 2.100 | 2.100 | ||
Omzet derden | 15.000 | – 5.041 | 9.959 | |
Rentebaten | 10 | – 7 | 7 | 10 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | ||
Bijzondere baten | 0 | 0 | ||
Totaal baten | 144.641 | 17.442 | 13.825 | 175.908 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
Personele kosten | 71.012 | 17.924 | 1.875 | 90.811 |
– Waarvan eigen personeel | 63.590 | 5.451 | 69.041 | |
– Waarvan externe inhuur | 7.422 | 12.473 | 1.875 | 21.770 |
Materiële kosten | 60.104 | 6 | 11.733 | 71.843 |
– Waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | ||
– Waarvan bijdrage aan SSO’s | 39.631 | 6.450 | 46.081 | |
Rentelasten | 589 | – 389 | 200 | |
Afschrijvingskosten | ||||
Materieel | 446 | 40 | 486 | |
– Waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | ||
Immaterieel | 12.490 | – 488 | 566 | 12.568 |
Overige kosten | ||||
– dotaties voorzieningen | 0 | 0 | ||
– bijzondere lasten | 0 | 0 | ||
Totaal lasten | 144.641 | 17.442 | 13.825 | 175.908 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement van € 13,8 mln hangt met name samen met de bijstelling voor de transitiekosten van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), ad € 14,0 mln Aangezien de definitieve besluitvorming over het nieuwe GLB pas later in 2013 tot stand kwam, was dit nog niet in de eerdere ramingen meegenomen. Daarnaast heeft een bijstelling plaatsgevonden in verband met de overkomst van betaalorgaantaken van DLG naar DR (€ 0,7 mln). Daarnaast is sprake van enkele mutaties zoals loonbijstelling en opdrachtenmutaties van per saldo – € 0,9 mln.
Lasten
Personele- en materiële kosten
De hogere kosten voor personeel en materieel, ad € 13,6 mln, houden onder meer verband met de uitvoeringskosten voor het nieuwe GLB en de overige aanvullende opdrachten. Hierdoor waren meer fte noodzakelijk, inclusief materiële kosten.
Rentelasten
De rentelasten nemen met circa € 0,4 mln af. Dit is enerzijds het gevolg van een lagere afroep van de leenfaciliteit in de afgelopen jaren. Anderzijds is sprake van een lager rentepercentage voor nieuw afgeroepen leningen, dan waar in de begroting mee is gerekend.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor 2013 vallen hoger uit dan eerder werd aangenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat voor een aantal ICT-projecten de activering eerder in het jaar heeft plaatsgevonden.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving | (1) | (2) | (3) | (4)= (1)+(2)+(3) | |
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting | Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting | Stand 2e suppletoire begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2013 | 6.263 | 10.151 | 16.414 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 12.936 | 118 | 13.054 | |
Totaal investeringen (-/–) | – 11.500 | 1.500 | – 10.000 | ||
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | |||
3. | Totaal investeringkasstroom | – 11.500 | 1.500 | – 10.000 | |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/–) | 0 | 0 | |||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | |||
Aflossingen op leningen (-/–) | – 10.234 | 2.159 | – 8.075 | ||
Beroep op leenfaciliteit (+) | 8.500 | 1.300 | 9.800 | ||
4. | Totaal financieringskasstroom | – 1.734 | 3.459 | 1.725 | |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2013 (=1+2+3+4) | 5.965 | 15.228 | 21.193 |
Toelichting
De stand liquide middelen was per 1 januari 2013 € 10,2 mln hoger dan begroot. Dit werd veroorzaakt door een terugloop in de kortlopende vorderingen en een toename van de kortlopende schulden in 2012.
In de begroting is rekening gehouden met een saldo van baten en lasten van € 0 en een bedrag aan afschrijvingen van € 12,9 mln. Voor de balansposten (exclusief de (im)materiële vaste activa) zijn geen mutaties voorzien. Vanwege de hogere afschrijvingskosten in 2013 neemt de operationele kasstroom navenant toe.
Op basis van het investeringsplan vallen de investeringen in 2013 € 1,5 mln lager uit dan eerder begroot.
Door een lagere afroep van de leenfaciliteit zijn de aflossingen op leningen € 2,2 mln lager. De beoogde investeringen worden nagenoeg volledig gefinancierd door een beroep op de leenfaciliteit. Met deze mutaties stijgt de liquide middelenstand ultimo 2013 naar € 21,2 mln.