Base description which applies to whole site

5. Agentschapsparagrafen

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Suppletoire begroting 2014 (Najaarsnota), Bedragen x € 1.000

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties

(+ of –) 1e suppletoire begroting

Mutaties

(+ of –) tot en met 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet moederdepartement

158.244

 

17.009

175.253

Omzet overige departementen

4.400

 

3.156

7.556

Omzet derden

0

   

0

Rentebaten

0

   

0

Vrijval voorzieningen

0

   

0

Bijzondere baten

0

 

7.850

7.850

         

Totaal baten

162.644

 

28.015

190.659

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– Personele kosten

70.784

 

28.015

98.799

Waarvan eigen personeel

34.481

 

616

35.097

Waarvan externe inhuur

1.800

 

5.000

6.800

– materiële kosten

76.900

 

0

76.900

Waarvan apparaat ICT

35.600

 

0

35.600

Waarvan bijdrage aan SSO’s

3.650

 

0

3.650

Rentelasten

1.000

 

0

1.000

Afschrijvingskosten

       

– materieel

8.518

 

0

8.518

Waarvan apparaat ICT

8.518

 

0

8.518

– immaterieel

5.442

 

0

5.442

Overige kosten

       

– dotaties voorzieningen

0

 

0

0

– bijzondere lasten

0

 

0

0

Totaal lasten

162.644

 

28.015

190.659

         

Saldo van baten en lasten

0

 

0

0

Toelichting

Baten

De omzet van het moederdepartement neemt met € 17,0 mln toe. De stijging van de omzet is onder andere het gevolg van de uitvoering van de ICT-taken voor Tenderned (€ 4,2 mln) en de uitvoering van het ondernemingsdossier voor de directie regeldruk en ICT beleid (€ 3,2 mln). Daarnaast is bij 1e suppletoire begroting structureel € 9,0 mln overgeheveld van materieel kerndepartement naar het bijdrage onderdeel ten behoeve van de reguliere leveringsovereenkomst kerndepartement.

De omzet van overige departementen neemt met € 3,2 mln toe. De grootste omzet stijging houdt verband met het uitvoeren van de ICT-taken voor het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten.

De omzet van bijzondere baten neemt met € 7,8 mln toe. Dit houdt verband met eenmalige kosten voor vernieuwing van kantoorautomatisering voor heel EZ.

Lasten

De personele kosten nemen toe met € 28,0 mln als gevolg van extra opdrachten die aan DICTU zijn gegeven, zowel vanuit het kerndepartement als overige departementen.

Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1.000
 

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)= (1)+(2)+

(3)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties

(– of +) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2014

0

 

0

0

2.

Totaal operationele kasstroom

10.387

 

0

10.387

 

– /- totaal investeringen

– 10.387

   

– 10.387

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

     
 

Exploitatie effect

   

0

– 5.264

3.

Totaal investeringskasstroom

– 10.387

 

0

– 10.387

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

       
 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

     

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 10.387

   

– 10.387

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

10.387

   

10.387

4.

Totaal financieringskasstroom

0

 

0

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4)

0

 

0

0

Toelichting

De omzet zal met € 28,0 mln toenemen en de kosten nemen eveneens toe met € 28,0 mln. Vandaar dat het exploitatie-effect per saldo € 0 mln is.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

Suppletoire begroting 2014 (Najaarsnota), Bedragen x € 1.000

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties

(+ of –) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet moederdepartement

279.813

 

40.926

320.739

Omzet overige departementen

70.486

 

16.795

87.281

Omzet derden

25.676

 

– 13.790

11.886

Rentebaten

10

 

– 10

0

Vrijval voorzieningen

0

 

8.000

8.000

Totaal baten

375.985

 

51.921

427.906

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

personele kosten

208.177

 

26.230

234.407

– waarvan eigen personeel

170.062

 

20.346

190.408

– waarvan externe inhuur

33.805

 

5.194

38.999

materiële kosten

151.154

 

33.682

184.836

– waarvan apparaat ICT

0

 

0

0

– waarvan bijdrage aan SSO’s

70.695

 

12.305

83.000

Rentelasten

167

 

60

227

Afschrijvingskosten

     

– materieel

2.756

 

– 1.142

1.614

– immaterieel

13.731

 

– 6.385

7.346

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

0

 

0

0

– bijzondere lasten

0

 

0

0

Totaal lasten

375.985

 

52.445

428.430

         

Saldo van baten en lasten

0

 

– 524

– 524

In de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 was RVO nog niet opgenomen. Bij de eerste suppletoire begroting zijn de begrotingen 2014 van Agentschap NL en Dienst Regelingen, zoals opgenomen in de rijksbegroting 2014 (EZ), samengevoegd. Het doorvoeren van mutaties hierop geschiedt met deze tweede suppletoire begroting. De mutaties bij de omzet moederdepartement hebben betrekking op zaken die bij de ontwerpbegroting 2014 nog niet waren voorzien of waarvan de financiële omvang nog onvoldoende bekend was. Ook is sprake van meerjarige doorwerking van mutaties die bij tweede suppletoire begroting 2013 zijn verwerkt (zoals overdracht betaalorgaantaken DLG). Daarnaast is de opdracht van overige departementen uitgebreid.

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement stijgt per saldo met € 40,9 mln. Deze stijging wordt voor € 13,8 mln veroorzaakt door een herrubricering vanuit de omzet derden vanwege de voorfinanciering door het moederdepartement van de provinciale bijdrage voor de SNL. Bij de vastgestelde begroting was dit als omzet derden opgenomen. Daarnaast is sprake van een toename van de omzet die enerzijds wordt veroorzaakt door de uitvoering van nieuwe taken en anderzijds wijzigingen in bestaande opdrachten. Het gaat daarbij onder meer om de uitvoering van het Energie-akkoord (€ 3,9 mln), Green Deal (€ 3,2 mln), Duurzame Energie (€ 2,0 mln), Energie-Innovatie (€ 1,6 mln), Straling (€ 1,3 mln), ETS (€ 1,0 mln), de Digital Gateway (€ 1,2 mln), extra openstelling art. 68 (€ 1,5 mln), Interventieregeling Rusland (€ 1,0 mln) en de organisatie van de Hannover Messe (€ 1,1 mln). Verder zijn uitvoeringstaken in het kader van de subsidieafhandeling POP-2 overgekomen van Dienst Landelijk Gebied (€ 2,6 mln). Recent zijn de medebewindstaken vanuit de Productschappen en de Visserijregelingen aan het opdrachtenpakket toegevoegd. Voor de hiermee samenhangende uitvoerings- en transitiekosten wordt € 10,2 mln overgeheveld. Tenslotte is de Eindejaarsmarge HGIS (€ 2,5 mln) en de loon- en prijsbijstelling toegekend (€ 0,9 mln).

Anderzijds is sprake van lagere opbrengsten. Oorzaken hiervan zijn onder meer technische herschikkingen van diverse budgetten (-/- € 5,2 mln) en de overheveling van taken naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken (-/- € 1,8 mln).

Omzet overige departementen

Bij de omzet overige departementen heeft bijstelling plaatsgevonden naar het niveau van de uiteindelijke opdrachtverstrekking. Dit betreft onder meer de uitbreiding van de opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in verband met het Dutch Good Growth Fund (DGGF, € 2,2 mln) en de organisatie van de Hannover Messe (€ 1,6 mln) en de uitbreiding van een aantal bestaande opdrachten (circa € 6,2 mln). Voor het Ministerie van OCW is de opdracht Subsidieregeling Praktijkleren aan het pakket toegevoegd (€ 2,6 mln). Ook bij de opdrachten voor het Ministerie van I&M, V&J en BZK is sprake van bijstelling naar het niveau van de goedgekeurde opdrachten.

Omzet derden

De mutatie van circa -/- € 13,8 mln hangt volledig samen met de herrubricering van de provinciale bijdrage voor de SNL (zie toelichting Omzet moederdepartement). Bij de vastgestelde begroting was dit als omzet derden opgenomen. Dit wordt nu gecorrigeerd.

Vrijval voorzieningen

In verband met de verambtelijking van een deel van de ingehuurde medewerkers, valt de eerder gevormde voorziening voor afkoop van inhuurkrachten grotendeels vrij. Deze vrijval bedraagt circa € 8 mln.

Lasten

Apparaatskosten

Personele- en materiële kosten

De hogere kosten voor het personeel en materieel houden grotendeels verband met een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn de kosten voor ingehuurd personeel hoger dan begroot in verband met een later dan voorziene verambtelijking van een deel van deze medewerkers. Verder valt de bijdrage aan SSO’s hoger uit door hogere automatiseringskosten en zijn er aanvullende kosten in verband met de overgekomen taken (medebewind, taken POP-2 en Visserijregelingen). Deze hogere kosten waren in de oorspronkelijk vastgestelde begroting niet voorzien.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten voor 2014 vallen fors lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een lager dan begroot investeringsniveau in 2013 en 2014 met name in ICT.

Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1.000
 

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)= (1)+(2)+(3)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2014

81.787

 

29.477

111.264

2.

Totaal operationele kasstroom

13.582

 

– 16.051

– 2.469

Totaal investeringen (-/-)

– 11.950

 

1.810

– 10.140

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

 

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 11.950

 

1.810

– 10.140

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

 

– 4.615

– 4.615

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

 

0

0

Aflossingen op leningen

(-/-)

– 5.416

 

0

– 5.416

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

 

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 5.416

 

– 4.615

– 10.031

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2014 (=1+2+3+4)

78.003

 

10.621

88.624

In de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 was RVO nog niet opgenomen. Bij de eerste suppletoire begroting zijn de kasstroomoverzichten 2014 van Agentschap NL en Dienst Regelingen, zoals opgenomen in de rijksbegroting 2014 (EZ), samengevoegd. In de eerste suppletoire begroting zijn geen mutaties doorgevoerd.

Toelichting

De stand liquide middelen was per 1 januari 2014 € 29,5 mln. hoger dan begroot, onder meer door een lager investeringsniveau in 2013.

In de vastgestelde begroting was rekening gehouden met een break-even resultaat voor 2014, € 16,5 mln aan afschrijvingen en een afname schulden / toename vorderingen, per saldo met circa € 2,9 mln. Dit gaf een begroot totaal operationele kasstroom van € 13,6 mln. In afwijking van de oorspronkelijk vastgestelde begroting wordt bij de stand tweede suppletoire begroting 2014 rekening gehouden met een negatief saldo van baten en lasten van € 0,5 mln, een totaal afschrijvingskosten van circa € 9,0 mln en een vrijval van de voorzieningen van circa € 8,0 mln (zie toelichting bij de baten en lasten). Dit leidt per saldo tot een lagere operationele kasstroom, ad -/- € 2,5 mln.

Op basis van het investeringsplan vallen de investeringen in 2014 € 1,8 mln lager uit dan eerder begroot, van € 11,95 mln naar € 10,1 mln.

In verband met een hoger dan het toegestane eigen vermogen van 5% ultimo 2013, dient RVO het surplus aan het moederdepartement af te dragen. Deze mutatie, ad € 4,615 mln is opgenomen onder de «Eenmalige uitkering aan moederdepartement».

Met deze mutaties stijgt de geprognosticeerde liquide middelenstand ultimo 2014 ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting met € 10,6 mln tot € 88,6 mln. Voor 2014 is sprake van een afname van de liquide middelen ten opzichte van werkelijke stand 1 januari 2014 (€ 111,3 mln) met € 22,6 mln (stand 31 december 2014: € 88,6 mln).

Licence