A Algemene doelstelling
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en eilandgebieden overeengekomen taken naar behoren uit te voeren.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden. De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarvan zij voor de bekostiging op de algemene middelen zijn aangewezen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult ook een coördinerende schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende departementen. Een belangrijk instrument daarin is de zogenaamde Caribisch Nederland-week (CN-week) die één keer per jaar georganiseerd wordt rond het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen BES (BOFv). De CN-week biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week moet bijdragen aan een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen op bestuurlijk en ambtelijk niveau.
De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.
C Beleidswijzigingen
Staatkundige evaluatie
In 2015 zal een evaluatie plaatsvinden naar de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van de BES. De evaluatieopdracht is vastgesteld door de vertegenwoordigers van de bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 19 juni 2014. De evaluatie zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie. De evaluatiecommissie wordt door middel van een instellingsbesluit ingesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de bestuurscolleges van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Naar verwachting zal de evaluatiecommissie haar eindrapport voor 10/10/2015 opleveren. De bestuurscolleges en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herbevestigen de afspraak uit het bestuurlijke overleg van 14 maart 2013 dat de bevindingen van de evaluatie zullen worden gerespecteerd en middels een uitvoeringsplan geconcretiseerd. Het uitvoeringsplan is onderdeel van het in het overleg met de drie eilanden op te stellen kabinetsstandpunt over de evaluatie.
Meerjarenontwikkelingsplan
Een eerste aanzet vanuit het Rijk voor een meerjarenprogramma voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is in de CN-week van juni 2014 aan de openbare eilanden voorgelegd. Dit programma concentreert zich op drie prioritaire thema’s: economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten en dient als sturingsinstrument voor het Rijk en de eilandgebieden. In 2015 zal samen met de openbare lichamen gekomen worden tot een gezamenlijk meerjarenprogramma dat gedragen kan worden door Rijk en eilandbesturen.
D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 35.688 | 31.966 | 31.938 | 31.930 | 31.871 | 31.962 | 32.322 | |
Uitgaven: | 35.688 | 31.966 | 31.938 | 31.930 | 31.871 | 31.962 | 32.322 | |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | |||||||
1.1 | BES-fonds | 35.688 | 31.966 | 31.938 | 31.930 | 31.871 | 31.962 | 32.322 |
Opdrachten | 46 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
Onderzoek | 46 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 35.642 | 31.866 | 31.838 | 31.830 | 31.771 | 31.862 | 32.222 | |
Overige uitkering | 1.204 | 60 | 60 | 60 | 0 | 0 | 0 | |
Vrije uitkering | 34.438 | 31.806 | 31.778 | 31.770 | 31.771 | 31.862 | 32.222 | |
Ontvangsten | 35.688 | 31.966 | 31.938 | 31.930 | 31.871 | 31.962 | 32.322 |
D2 Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit is nihil. In tegenstelling tot een departementale begroting zijn bij een fonds als het BES-fonds de verplichtingen leidend. Dit houdt in dat zij, eenmaal geaccordeerd, altijd geheel tot uitbetaling komen.
E Toelichting op de instrumenten
1.1 BES-fonds
Opdrachten
Onderzoek
In 2014 vindt onderzoek plaats naar de vrije uitkering, conform afspraak in de Carbisch Nederland-week van juni 2014. Hierbij wordt onderzocht voor welke taken Bonaire, Sint Eustatius en Saba verantwoordelijk zijn, zij geheel zelfstandig dienen te voorzien in de financiering en welke kosten hieraan volgens objectieve maatstaven zijn verbonden, afgemeten aan verschillende scenario’s voor het voorzieningenniveau. De onderzoeksresultaten komen in 2015 beschikbaar.
Bijdrage aan medeoverheden
Overige uitkering
Naast de vrije uitkering zijn op basis van de Wet Financiën BES, «bijzondere uitkeringen» (art. 91) en «andere uitkeringen» (art. 88) mogelijk. Een bijzondere uitkering wordt uitgekeerd aan de eilandgebieden met als hoofddoel het verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van maatschappelijke participatie.
Per ingang van 2014 worden bijzondere uitkeringen bestemd voor sociaal-economische initiatieven op de BES niet langer inzichtelijk gemaakt in de begroting BES-fonds. Deze uitkeringen omvatten financiële middelen van verschillende departementen en zullen voortaan op de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) worden opgenomen.
Vrije uitkering
De middelen die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering zal dit jaar een aantal bedragen ingehouden worden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op korte termijn weg te werken.
Als laatste worden er gedurende de periode 2014–2018 nog bedragen teruggevorderd die verband houden met de ontmanteling van de Nederlandse Antillen (voorschotten werkkapitaal) door deze in te houden op de vrije uitkering. De totale inhouding bedraagt USD 2,36 mln. in vijf jaar (€ 1,82 mln.).
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.