Base description which applies to whole site

3.2. Beleidsartikel 2: Taakuitvoering zeestrijdkrachten

Algemene doelstelling

De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.

Rol en verantwoordelijkheid Minister

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

In de onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CZSK voor de periode 2017 tot en met 2021. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed» (OG). In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2017» bevat de actuele verwachting voor 2017. Tevens is in de begroting 2017 opgenomen wanneer de norm OG volgens verwachting wordt bereikt. Afwijkingen ten opzichte van de «Norm OG» kunnen planmatig zijn, maar ook als gevolg van knelpunten in de bedrijfsvoering optreden.

DOELSTELLINGENMATRIX CZSK 2017–2021

Capaciteit

Bouwsteen/

module voor SE

Totaal

aantal

Norm-

OG

OG 2017

Verwachting behalen Norm-OG

Maritime Battle Staff (MBS)

NLMARFOR/MBS

1

1

1

2019

Mariniers-

eenheden

Marines Combat Group

2

1

1

2019

Surface Assault & Training Group

1

0,5

0,5

2018

Sea-based Support Group

1

1

1

2018

NLMARSOF/

SOF squadrons

2

1,5

1,5

2018

Capital ships

Landing Platform Docks

2

1

1

2019

Joint Support Ship

1

0,5

0

2018

Fregatten

LC-Fregat

4

2

2

2020

M-Fregat

2

1

1

2020

Patrouilleschepen

Ocean Patrolling Vessel

4

2

2

2019

Onderzeedienst

Onderzeeboot

4

2

1*

2021

Torpedowerkschip

1

0,2

0,2

2018

Mijnenbestrijding

AMBV

6

3

3

2019

Duik- en searchcapaciteit

Defensie Duikgroep

1

1

1

2017

Hydrografie

HOV

2

1

1

2018

CZMCARIB

Compagnie (CIDW/CUR)

1

1

1

2017

Raiding Squadron CARIB

1

1

1

2018

Raiding Troop SXM

1

1

1

2017

FRISC Sqaudron CARIB

1

1

1

2018

Ondersteuningsschip

1

0,7

0,7

2017

  • 1. De capaciteiten vermeld in kolom «OG 2017», waarbij in de laatste kolom het jaartal 2017 is vermeld, zijn naar verwachting in 2017 zonder beperkingen inzetbaar.

  • 2. De bouwstenen/modules gemarkeerd met * kennen naast een kwantitatieve ook een kwalitatieve beperking t.o.v. Norm OG in 2017. Voor de capaciteiten waarbij een ander jaartal in de laatste kolom wordt vermeld, geldt dat deze naar verwachting in 2017 inzetbaar zijn maar dat er daarbij beperkingen gelden.

  • 3. De voorlopige prognose is dat de beperkingen van deze capaciteiten zijn opgelost in het jaar dat in de laatste kolom wordt vermeld. Dit is mede afhankelijk van inzet van eenheden, voldoende en adequate ondersteuning (CS/CSS) en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Beleidswijzigingen

Joint Support Ship (JSS)

Het logistiek ondersteunings- en bevoorradingsschip Zr. Ms. Karel Doorman wordt ingezet voor de maritieme bevoorradingsfunctie. Dit is één van de drie taken die het JSS kan uitvoeren. Voor de overige twee taken (strategisch transport en seabasing) wordt gezocht naar mogelijkheden van medegebruik in internationaal verband (Kamerstuk 33 763, nr. 104). Op 4 februari 2016 is mede hiervoor met Duitsland een Letter of Intent getekend, waardoor inzetvermogen, het delen van kennis en daarmee het vergroten van de slagkracht mogelijk wordt. Ook zijn er gesprekken gaande met België en het Verenigd Koninkrijk. Het feitelijk medegebruiken wordt mogelijk als het schip weer inzetbaar is na het verhelpen van de problemen aan de hoofdelektromotoren (Kamerstuk 33 763, nr. 108). De verwachting is dat het schip in het vierde kwartaal 2017 weer inzetbaar is. Tevens is een nauwere samenwerking overeengekomen tussen het Duitse Seebataljon en het Korps Mariniers.

Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

790.537

728.322

721.477

716.665

727.634

733.868

736.910

Uitgaven

744.365

728.322

721.477

716.665

727.634

733.868

736.910

Waarvan juridisch verplicht

   

78%

       

Programma uitgaven

135.172

133.491

132.218

125.320

133.257

134.633

137.052

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK

135.172

133.491

132.218

125.320

133.257

134.633

137.052

Gereedstelling

36.346

36.848

28.401

23.687

23.677

24.268

24.268

– waarvan bijdrage aan SSO Paresto

2.645

– waarvan bijdrage aan Agentschap RWS

16.199

15.519

12.891

12.891

12.891

12.891

12.891

Instandhouding

98.826

96.643

103.817

101.633

109.580

110.365

112.784

Apparaatsuitgaven

609.193

594.831

589.259

591.345

594.377

599.235

599.858

Personele uitgaven

543.656

530.943

531.133

532.811

536.420

540.272

537.879

– waarvan eigen personeel

538.651

525.443

531.133

532.811

536.420

540.272

537.879

– waarvan externe inhuur

5.005

5.500

Materiële uitgaven

65.537

63.888

58.126

58.534

57.957

58.963

61.979

– waarvan ICT

2.488

2.836

2.680

2.679

2.679

2.678

2.678

– waarvan huisvesting en infra

3.727

3.727

3.726

3.725

3.725

– waarvan overige exploitatie

60.876

56.368

50.960

51.369

50.793

51.801

54.817

– waarvan bijdrage aan SSO Paresto

2.173

4.684

759

759

759

759

759

Apparaatsontvangsten

14.387

15.638

16.201

16.201

16.201

16.201

16.201

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2017 gaat het om 78 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de zeewapensystemen en de verplichtingen voor het oefenprogramma.

Toelichting op de instrumenten

Programma-uitgaven

Gereedstelling

De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Een deel van de uitgaven voor gereedstelling zijn gerelateerd aan de vlieguren en de vaardagen van de kustwacht in Nederland en de kustwacht in het Caribisch gebied. De jaarplannen en jaarverslagen van de kustwachten bevatten nadere informatie over hun activiteiten en middelen.

Bijdrage aan agentschap (onder programma-uitgaven)

Binnen de programma-uitgaven maakt de post «Bijdrage aan agentschap» een onderdeel uit van het instrument Opdracht Gereedstelling en Instandhouding Commando ZSK. Het betreft hier de uitgaven aan de Rijksrederij (€ 12,9 miljoen voor 2017). De Rijksrederij is onderdeel van Rijkswaterstaat (RWS). RWS is een agentschap van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Over de precieze bijdrage in 2017 en verder vindt nog nader overleg plaats. De activiteiten die zij verrichten voor het CZSK hebben betrekking op gereedstelling.

Instandhouding

De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek), walinstellingen en procesgebonden installaties, en de herbevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden (ketenlogistiek).

Toelichting op de apparaatsuitgaven

Waarvan bijdragen van SSO’s

Om de uitgaven baten-lastendiensten beter zichtbaar te maken in de begroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten opgenomen in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.

De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):

Formatie CZSK

2016

2017

2018

2019

2020

2021

9.834

9.872

9.890

9.928

9.982

9.977

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck betreffen met name personele uitgaven en worden daarom onder dit instrument begroot. Naar aanleiding van het second opinion onderzoek (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 X, nr. 110) en de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300-I, nr. 6) is besloten het jaarlijkse onderhoudsbudget bij te stellen naar € 87.000,– en de uitvoering van het onderhoud bij het Ministerie van Defensie te laten zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. Meerjarig wordt daarom een totaalbedrag van € 87.000 geraamd voor het onderhoud aan de Groene Draeck. Dit betreft het hieronder gepresenteerde begrote budget.

Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten
(bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

Onderhoud Groene Draeck

87

87

87

87

87

Licence