Base description which applies to whole site

d. De niet-beleidsartikelen

11. Centraal apparaat

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting 2018

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2019

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Art.nr.

Verplichtingen:

314.783

27.373

342.156

78.366

420.522

35.239

37.289

27.139

24.239

 

Waarvan garantieverplichtingen

               
                     
 

Uitgaven:

314.783

27.373

342.156

78.366

420.522

35.239

37.289

27.139

24.239

                     

11.1

Apparaat (excl. AIVD)

314.783

27.373

342.156

78.366

420.522

35.239

37.289

27.139

24.239

 

Personele uitgaven

149.080

24.776

173.856

33.124

206.980

15.938

17.908

7.758

5.400

 

waarvan: Eigen personeel

139.479

24.776

164.255

31.947

196.202

15.878

17.873

7.723

5.400

 

waarvan: inhuur externen

5.519

0

5.519

952

6.471

60

35

35

0

 

waarvan: Overige personele uitgaven

4.082

0

4.082

225

4.307

0

0

0

0

 

Materiële uitgaven

165.703

2.597

168.300

45.242

213.542

19.301

19.381

19.381

18.839

 

waarvan: Bijdrage SSO's

152.965

0

152.965

35.185

188.150

19.429

19.317

19.317

18.817

 

waarvan: ICT

0

0

0

8.207

8.207

0

0

0

0

 

waarvan: Overige materiële uitgaven

12.738

2.597

15.335

1.850

17.185

– 128

64

64

22

                     
 

Ontvangsten:

15.280

0

15.280

39.129

54.409

2.238

2.247

2.247

2.247

11.1 Apparaat (excl. AIVD)

Personele uitgaven

Waarvan: Eigen personeel

Op het budget voor eigen personeel hebben diverse mutaties plaatsgevonden, waarvan voor een deel meer ontvangsten tegenover staan. Voor de uitvoering van de Omgevingswet zijn middelen toegevoegd. Het betreft € 1,4 mln. in 2018, € 8,6 mln. in 2019, € 10,6 mln. in 2020 en 0,4 mln. in 2021. Voor de projectorganisatie voor Wederopbouw van de Bovenwindse Eilanden zijn middelen vanuit de Aanvullende Post voor wederopbouw overgeheveld. In de periode 2018–2021 gaat het jaarlijks om € 2 mln., waarvan 1,4 mln. voor eigen personeel. Daarnaast is vanuit de eindejaarsmarge € 11,1 mln. toegevoegd in verband met de doorlopende personele kosten en niet bestede middelen van het NCDO in 2017. Verder betreft het mutaties voor de uitgaven voor eigen personeel van Doc-Direkt (€ 5,9 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) en de uitgaven (€ 4,7 mln.) voor uitvoering van de Dienstverleningsafspraken 2018 (DVA) van het kerndepartement aan de baten-lastenagentschappen.

Materiële uitgaven

Waarvan bijdrage SSO’s

Het Ministerie van BZK heeft het centraal opdrachtgeverschap van P-Direkt en FMH. Vanwege het huidige aantal individuele arbeidsrelaties bij Rijk en na evaluatie de centrale bekostiging van FMH wordt het budget verhoogd. Hieraan hebben andere departementen en onderdelen van BZK bijgedragen middels overboekingen en reallocaties.

Verder betreft het uitgaven voor bijdragen aan SSO’s van Doc-Direkt (€ 8,5 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) en de uitgaven voor uitvoerig van de Dienstverleningsafspraken 2018 (DVA) tussen de baten-lastenagentschappen waar inkomsten tegenover staan (€ 9 mln.).

Waarvan ICT

Dit betref de uitgaven voor ICT van Doc-Direkt (€ 8,2 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat).

Ontvangsten

Dit betreft ontvangsten van de dienstverleningsovereenkomsten (DVA) 2018 voor de standaard dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen (13,7 mln).

Doc-Direkt heeft gedurende het jaar inkomsten van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van de personele en materiële uitgaven (€ 23 mln.).

Voor de technische verwerking van de bijdrage van de baten-lastenagentschappen van BZK aan de aanpassing van het budget voor de centrale bekostiging van FMH en P-Direct is een structurele verhoging van de ontvangsten noodzakelijk. Voor 2018 betreft het € 2,4 mln.

12. Algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting 2018

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2019

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Art.nr.

Verplichtingen:

10.265

0

10.265

2.140

12.405

1.250

1.250

1.250

0

 

Waarvan garantieverplichtingen

                 
                     
 

Uitgaven:

10.265

0

10.265

2.140

12.405

1.250

1.250

1.250

0

                     

12.1

Algemeen

10.265

0

10.265

2.140

12.405

1.250

1.250

1.250

0

 

Subsidies

378

0

378

0

378

0

0

0

0

 

Diverse subsidies

378

0

378

0

378

0

0

0

0

 

Koninklijk Paleis Amsterdam

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

962

0

962

0

962

0

0

0

0

 

Internationale Samenwerking

599

0

599

0

599

0

0

0

0

 

Diverse opdrachten

363

0

363

0

363

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Diverse bijdragen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

8.925

0

8.925

2.140

11.065

1.250

1.250

1.250

0

 

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

8.925

0

8.925

2.140

11.065

1.250

1.250

1.250

0

                     

12.2

Verzameluitkeringen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

IPSV en impulsbudget

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

IPSV en impulsbudget

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten:

0

0

0

890

890

0

0

0

0

12.1 Algemeen

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

Over een deel van de specifieke ontvangsten op artikel 9 moet vennootschapsbelasting worden betaald. Op basis van de huidige inzichten wordt voor deze kabinetsperiode tot 2021 voor dit specifieke deel jaarlijks € 1,3 mln. aan de begroting toegevoegd.

13. Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerpbegroting 2018

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2018

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2019

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Art.nr.

Verplichtingen:

6.112

0

6.112

17.567

23.679

25.597

19.541

18.897

18.878

 

Waarvan garantieverplichtingen

                 
                     
 

Uitgaven:

6.112

0

6.112

17.567

23.679

25.597

19.541

18.897

18.878

                     

13.1

Loonbijstelling

0

0

0

12.511

12.511

12.080

11.790

11.749

11.692

                     

13.2

Prijsbijstelling

0

0

0

11.168

11.168

13.517

7.751

7.148

7.186

                     

13.3

Onvoorzien

6.112

0

6.112

– 6.112

0

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

0

0

0

0

13.1 Loonbijstelling

Dit betreft de loonbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 12,5 mln.).

13.2 Prijsbijstelling

Dit betreft de prijsbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 11,2 mln.).

13.3 Onvoorzien

Het beschikbare bedrag op dit artikelonderdeel is ingezet ter dekking van uitgaven elders binnen de begroting (€ 6,1 mln.).

Licence