Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.
Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII over 2018 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.842.244 | 2.448.283 | 2.527.321 | 1.749.871 | 2.423.260 | 1.603.286 | 1.562.900 |
Uitgaven | 2.074.004 | 2.146.643 | 2.190.386 | 2.054.155 | 2.095.031 | 2.232.015 | 2.185.826 |
Waarvan juridisch verplicht: | 91% | ||||||
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 1.214.109 | 1.303.198 | 1.245.258 | 1.238.568 | 1.293.225 | 1.305.578 | 1.274.758 |
13.03 Aanleg | 708.115 | 651.060 | 766.273 | 635.907 | 593.477 | 719.958 | 684.418 |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 540.171 | 498.984 | 505.834 | 463.280 | 359.561 | 267.479 | 266.701 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 21.074 | 58.176 | 62.124 | 69.530 | 65.376 | 42.141 | 31.050 |
13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer | 29.841 | 85.506 | 195.706 | 94.708 | 164.979 | 390.338 | 364.956 |
13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer | 117.029 | 8.394 | 2.609 | 8.389 | 3.561 | 20.000 | 21.711 |
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 134.760 | 175.788 | 162.258 | 147.583 | 156.570 | 160.882 | 161.053 |
13.07 Rente en aflossing | 17.020 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 |
13.08 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 15.500 | 35.162 | 29.000 | 49.000 |
13.08.01 Programmaruimte | 0 | 0 | 0 | 15.500 | 35.162 | 29.000 | 49.000 |
13.08.02 Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.09 Ontvangsten | 348.132 | 245.696 | 314.250 | 202.214 | 197.329 | 202.263 | 207.106 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2018 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2018.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2031 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2031.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 | Spoorwegen | Uitgaven | 2.146.643 | 2.190.386 | 2.054.155 | 2.095.031 | 2.232.015 | 2.185.826 | 1.912.520 | 1.856.710 |
13.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 1.303.198 | 1.245.258 | 1.238.568 | 1.293.225 | 1.305.578 | 1.274.758 | 1.277.728 | 1.282.479 | |
13.03 | Aanleg | 651.060 | 766.273 | 635.907 | 593.477 | 719.958 | 684.418 | 441.138 | 375.347 | |
13.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 175.788 | 162.258 | 147.583 | 156.570 | 160.882 | 161.053 | 171.057 | 172.787 | |
13.07 | Rente en aflossing | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | |
13.08 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 15.500 | 35.162 | 29.000 | 49.000 | 6.000 | 9.500 | |
13.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 245.696 | 314.250 | 202.214 | 197.329 | 202.263 | 207.106 | 208.641 | 195.074 |
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2017–2031 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 | Spoorwegen | Uitgaven | 2.095.186 | 1.798.788 | 1.821.610 | 1.824.668 | 1.980.450 | 1.925.546 | 1.638.495 | 29.758.029 |
13.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 1.257.016 | 1.287.050 | 1.293.688 | 1.300.256 | 1.343.567 | 1.343.590 | 1.382.646 | 19.428.605 | |
13.03 | Aanleg | 626.617 | 304.664 | 321.922 | 323.384 | 192.882 | 203.007 | 0 | 6.840.054 | |
13.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 173.656 | 174.177 | 173.103 | 168.132 | 77.180 | 77.180 | 38.590 | 2.189.996 | |
13.07 | Rente en aflossing | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 248.955 | |
13.08 | Investeringsruimte | 21.300 | 16.300 | 16.300 | 16.299 | 350.224 | 285.172 | 200.662 | 1.050.419 | |
13.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 320.728 | 201.836 | 201.857 | 201.878 | 201.899 | 201.921 | 201.943 | 3.304.635 |
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 kan een beheerder voor de spoorweginfrastructuur worden aangewezen en kunnen lidstaten financiële middelen verstrekken aan de beheerder om te voldoen aan zijn taken. De Minister van IenM heeft op 14 december 2014 aan ProRail een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2015 tot en met 2024. In de beheerconcessie staan de afspraken tussen de overheid en ProRail over het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze afspraken gaan onder meer over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur en de daarmee samenhangende voorzieningen, maar ook over de kwaliteit van de informatievoorziening. Jaarlijks wordt aan ProRail subsidie verstrekt voor de instandhouding van de hoofdspoorweginfrastructuur, overeenkomstig het bepaalde in de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds.
De beheerconcessie geeft invulling aan de beleidsambities uit de Lange Termijn Spooragenda deel 2 (LTSA 2), namelijk scherpere sturing door de concessieverlener. Hiertoe bevat de concessie instrumenten als prestatie-indicatoren, programma’s en maatregelen, audits en reviews, verplichtingen om informatie aan IenM te verstrekken en/of besluiten voor te leggen en verplichtingen met betrekking tot samenwerking en transparantie. De ruggengraat van de concessie is de jaarcyclus waarmee in het beheerplan jaarlijks afspraken worden gemaakt tussen de Minister van IenM en ProRail over de te bereiken prestaties en de te nemen maatregelen. De Minister van IenM geeft jaarlijks in de beleidsprioriteitenbrief aan welke prestaties het komende jaar van ProRail worden verwacht. ProRail stelt op basis van de beleidsprioriteitenbrief een beheerplan op. ProRail consulteert belanghebbenden over de hoofdlijnen van het ontwerp beheerplan.
Nadat de Minister van IenM heeft ingestemd met het beheerplan, wordt deze toegezonden aan de Tweede Kamer. Na afloop van het jaar legt ProRail op grond van de Concessie verantwoording af in de jaarrapportage en op grond van het Besluit Infrastructuurfonds in het jaarverslag en de jaarrekening. Zodra deze documenten zijn vastgesteld worden ook deze aan de Tweede Kamer toegezonden.
Producten
De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties per prestatiegebied zoals opgenomen in de beheerconcessie. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met verkeersleiding en capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding die ProRail ontvangt van de vervoerders en eventuele bijdragen van andere partijen voor onderhoudsactiviteiten.
Het Beheerplan 2018 wordt in november 2017 door ProRail ingediend en wordt in december 2017 (na instemming door IenM) aan de Tweede Kamer toegezonden.
ProRail ontvangt van IenM gemiddeld € 1,3 miljard subsidie per jaar (inclusief btw) ter dekking van de instandhoudingskosten van de hoofdspoorweginfrastructuur. Daarnaast ontvangt ProRail van vervoerders (gebruiksvergoeding) en andere derden (doorbelaste onderhoudskosten) gemiddeld € 0,3 miljard per jaar, waarmee het totale budget voor de jaarlijkse instandhoudingskosten voor ProRail uitkomt op € 1,6 miljard inclusief btw. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Bijlage 4 Instandhouding en Bijlage 5 ProRail.
13.03 Aanleg Spoor
IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
-
• door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
-
• door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
-
• voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
-
• uitvoering van deze projecten.
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Afgesloten projecten
Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:
-
• Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven
-
• NSP Arnhem Centraal
-
• Regionet Amsterdam Aziëhavenweg emplacement
-
• Regionet verbetering inhaling Wormerveer
-
• Regionale lijnen: Arnhem – Doetinchem dubbelspoor te Wehl
Nieuw opgenomen projecten
Programma Aanpak Suïcidepreventie
Sinds 2010 vinden jaarlijks ongeveer 200 suïcides plaats op het spoor. Elk geval is een persoonlijke tragedie en verschrikkelijk voor de nabestaanden, het betrokken treinpersoneel, reizigers, en omstanders.
ProRail en NS hebben in beeld gebracht wat, naast de forse persoonlijke impact, de economische en maatschappelijke schade is die veroorzaakt wordt door suïcides op het spoor:
-
• circa € 1 miljoen verstoorde reizen per jaar;
-
• circa € 25 miljoen operationele kosten per jaar voor infrastructuurmanager en vervoerders;
-
• circa € 38 miljoen economische schade per jaar (kosten voor de hinder van de reiziger).
Het nieuwe programma richt zich op het versterken van preventie en op de verkorting van de afhandeltijd van een suïcide-incident. Het programma bestaat uit vijf delen: registratie en effectmeting, kennismanagement, preventieve maatregelen, het verkorten van de afhandeltijd en het verlenen van de reguliere nazorg. Doel van het programma is het verbeteren van de veiligheid van het spoor en het vergroten van de betrouwbaarheid van de dienstregeling door een vermindering van de impact van verstoringen. De Tweede Kamer is op 11 mei 2017 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2016–2017 29 893, nr. 212). De MIRT subsidie voor het nieuwe programma bedraagt € 14 miljoen.
Automatische Trein Beïnvloeding – Verbeterde versie (ATB-Vv)
Het terugdringen van het aantal stoptonend sein passages (STS-passages) en van de daaraan verbonden veiligheidsrisico’s is randvoorwaardelijk voor het kunnen realiseren van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). Gebleken is dat de implementatie van Automatische TreinBeïnvloeding Verbeterde versie (ATB-Vv) bij seinen hierbij een effectief middel is. Eind 2017 zijn circa 2.900 seinen hiermee uitgerust. Op 25 november 2014 is uw Kamer geïnformeerd over het voornemen van IenM om, in aanvulling hierop, nog circa 1.350 extra seinen hiermee uit te rusten (Kamerstukken II 2014–2015 29 893, nr. 177). Zoals ook gemeld in bovengenoemd Kamerstuk zal de realisatie steeds per tranche plaatsvinden, waarbij de bijdrage aan de spoorwegveiligheid in samenhang met de verdere implementatie van ERTMS beoordeeld zal worden. Er zal alleen op die trajecten in ATB-Vv geïnvesteerd worden waar niet binnen afzienbare termijn ERTMS wordt aangelegd.
Overige wijzigingen
Geluidsanering Spoorwegen
Voor de geluidsanering bij Hoofdwegen en Spoorwegen is een taakstellend totaalbudget vastgesteld. Naast de beschikbare middelen op het Infrastructuurfonds worden vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII ook middelen uitgegeven voor het MJPG. Het deel van de MJPG-middelen dat op dit IF-artikel wordt verantwoord is verlaagd met € 39,3 miljoen aangezien dit deel van de voor geluidsanering uitgegeven middelen voor Spoor reeds verantwoord is op de beleidsbegroting Hoofdstuk XII. Door deze verlaging op het IF blijft het totaal beschikbare projectbudget voor het Meerjarenprogramma Geluidsanering Spoorwegen gelijk aan het vastgestelde budget (zoals ook vermeld op het MIRT-blad van dit project in het MIRT Overzicht 2017). De vrijvallende gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
PHS spooromgeving Geldermalsen
Het project Spooromgeving Geldermalsen is een samenvoeging van het deelproject «vrijleggen MerwedeLingeLijn» en het project Geldermalsen. In verband met het afgeven van de realisatiebeschikking voor het deelproject PHS spooromgeving Geldermalsen is € 76,3 miljoen toegevoegd vanuit het planuitwerkingsbudget PHS aan het realisatiebudget.
Toegankelijkheid stations
Als gevolg van de keuze om het (innovatief) beveiligen van onbeveiligde stationsoverpaden onder te brengen in het programma Niet Actief Beveiligde Overwegen is € 3,6 miljoen overgeheveld vanuit het programma Toegankelijkheid Stations naar het programma Niet Actief Beveiligde Overwegen.
Fietsparkeren bij Stations
Uit de tussentijdse evaluatie (2015) van het Actieplan Fietsparkeren bij Stations (AFP) bleek dat de vraag van reizigers naar fietsparkeerplekken bij stations blijft stijgen en het beschikbare budget voor extra plekken onvoldoende is om in deze toenemende vraag te voorzien. In het bestuursakkoord Fietsparkeren bij Stations (d.d. 12-12-2016) hebben betrokken partijen afgesproken voor zowel de zeer korte als voor de langere termijn het tekort aan fietsparkeerplekken aan te pakken en gezamenlijk voortellen te ontwikkelen voor de dekking van de integrale kosten. Voor de korte termijn is € 40 miljoen vrijgemaakt vanuit de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08) voor een vervolg op het AFP. Daarmee kunnen, samen met de andere betrokken partijen, de stallingsproblemen op de twaalf meest urgent plekken worden aangepakt (Kamerstukken II 2016–2017 29 984, nr. 700).
Nazorg gereed gekomen lijnen en halten
Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s is het verantwoord om het projectbudget te verlagen met € 9,6 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Niet actief Beveiligde Overwegen (NABO’s)
Voor een impuls aan de gebiedsgerichte aanpak is € 25 miljoen extra budget vrijgemaakt vanuit de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08), zie ook Kamerstuk II 2016–2017 29 893, nr. 209. Daarnaast is een budget ter grootte van € 3,6 miljoen voor het (innovatief) beveiligen van onbeveiligde stationsoverpaden in het programma Toegankelijkheid overgeheveld naar het programma NABO.
OV SAAL
Vanwege een voorspoedig verlopen bouwproces kan het projectbudget worden verlaagd met € 53,5 miljoen (Cluster A € 12,1 miljoen en Cluster C € 42,4 miljoen). Dit is mogelijk op basis van een inventarisatie van de nog uit te voeren activiteiten, de nog te verwachten kosten en de resterende risico’s. De vrijvallende bedragen zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Amsterdam CS, Cuypershal
De renovatie van de Cuypershal is een risicovol project, omdat niet volledig bekend is wat achter 120 jaar doorgevoerde aanpassingen naar voren komt. De aanpak om tot aanbesteding van het werk te komen is hierop aangepast. Dat heeft meer tijd gevergd. De geplande oplevering is hierdoor verschoven naar 2020.
Vleuten– Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)
Op basis van het huidige risicodossier is het projectbudget onvoorzien voor het deelproject Utrecht Centraal–Utrecht Lunetten Houten verlaagd met € 12,2 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Sporendriehoek Noord Nederland
De sanering van de vervuilde grond op en rond het station Groningen is onderdeel van het project Groningen Spoorzone (onderdeel Sporendriehoek Noord Nederland). IenM heeft eind 2014/begin 2015 ingestemd met het dragen van de saneringskosten ad € 4,2 miljoen in de veronderstelling dat hiervoor gelden beschikbaar zouden zijn via de Stichting Bodemsanering NS (SBNS). Dit bleek niet het geval te zijn, aangezien Groningen niet op de eind 2014 opgestelde «afrondingslijst» van SBNS staat. Om de gedane toezegging gestand te doen is de voor de sanering benodigde € 4,2 miljoen toegevoegd vanuit de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Intensivering Spoor in Steden
De Regeling eenmalige uitkering Spoorse Doorsnijdingen (SpoDo) is in de afrondende fase. In de beschikkingen uit 2006 is voor de betreffende gemeenten de verplichting opgenomen dat de projecten vóór 1 januari 2017 in realisatie moeten zijn. Gemeenten dienen hiervoor bij IenM een startverklaring in te dienen, inclusief een verklaring van ProRail waaruit blijkt dat met de aan de spoorinfrastructuur gerelateerde activiteiten kan worden begonnen. De gemeente ontvangt vervolgens een 100% voorschot. Projecten waarvoor bij IenM vóór 1 januari 2017 geen startverklaring is ingediend, worden niet meer in behandeling genomen. De resterende middelen ad € 29,1 miljoen die in verband met de beëindiging van de regeling vrijvallen zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Totaal | Budget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | later | huidig | vorig |
Projecten nationaal | ||||||||||||
Benutten, betrouwbaarheid en capaciteit | ||||||||||||
15 | 15 | 5 | 2 | 4 | 5 | 2019 | 2019 | |||||
ERTMS-pilot Amsterdam–Utrecht en expertisecentrum | 9 | 9 | 6 | 1 | 1 | 1 | 2015 | 2015 | ||||
594 | 627 | 31 | 20 | 16 | 25 | 36 | 38 | 133 | 295 | divers | divers | |
43 | 43 | 0 | 2 | 6 | 13 | 15 | 7 | 2020 | 2020 | |||
30 | 29 | 12 | 1 | 4 | 6 | 7 | divers | divers | ||||
13 | 13 | 2 | 2 | 6 | 4 | 2018 | 2018 | |||||
55 | 54 | 10 | 16 | 5 | 24 | 2019 | 2019 | |||||
32 | 32 | 1 | 6 | 9 | 9 | 7 | 0 | divers | divers | |||
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | ||||||||||||
43 | 42 | 2 | 1 | 12 | 12 | 8 | 4 | 4 | 2021 | 2021 | ||
PHS Diezebrug | 2 | 2 | 2 | 2013 | 2013 | |||||||
PHS DSSU (incl. voorinvestering) | 315 | 314 | 203 | 29 | 16 | 22 | 22 | 23 | 2017 | 2017 | ||
10 | 10 | 2 | 8 | 2017 | 2017 | |||||||
9 | 9 | 0 | 1 | 2 | 3 | 1 | 2 | 2019 | 2019 | |||
10 | 9 | 2 | 8 | 2023 | 2023 | |||||||
133 | 56 | 0 | 11 | 36 | 44 | 18 | 17 | 7 | 2021 | 2021 | ||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Cameratoezicht op stations | 13 | 13 | 5 | 6 | 2 | 1 | 2017 | 2017 | ||||
17 | 17 | 1 | 8 | 7 | 1 | divers | divers | |||||
488 | 488 | 159 | 34 | 39 | 39 | 38 | 32 | 25 | 121 | divers | divers | |
Overige projecten/programma's /lijndelen etc. | ||||||||||||
68 | 0 | 1 | 11 | 10 | 10 | 15 | 15 | 6 | 2023 | |||
20 | 20 | 4 | 11 | 3 | 1 | 2017 | 2017 | |||||
392 | 392 | 345 | 20 | 10 | 13 | 4 | 1 | divers | divers | |||
4 | 4 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | divers | divers | ||
266 | 223 | 59 | 24 | 24 | 25 | 24 | 24 | 24 | 61 | divers | divers | |
Kleine projecten personenvervoer | 21 | 20 | 6 | 6 | 6 | 3 | divers | divers | ||||
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 26 | 35 | 11 | 4 | 3 | 6 | 2 | divers | divers | |||
39 | 10 | 0 | 1 | 7 | 8 | 11 | 10 | 2 | 1 | divers | divers | |
79 | 79 | 33 | 9 | 15 | 10 | 4 | 4 | 5 | divers | divers | ||
14 | 3 | 4 | 4 | 4 | 2021 | |||||||
379 | 376 | 141 | 30 | 37 | 31 | 30 | 30 | 18 | 63 | divers | divers | |
179 | 179 | 169 | 6 | 2 | 3 | divers | divers | |||||
Projecten Noordwest Nederland | ||||||||||||
Amsterdam–Almere–Lelystad | ||||||||||||
688 | 742 | 575 | 43 | 38 | 17 | 15 | 2016 | 2016 | ||||
24 | 24 | 2 | 1 | 12 | 6 | 2 | 2019 | 2019 | ||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
26 | 26 | 16 | 0 | 2 | 3 | 4 | 1 | 2020 | 2018 | |||
11 | 11 | 7 | 2 | 1 | 1 | 2019 | 2019 | |||||
412 | 411 | 342 | 38 | 25 | 5 | 1 | 2016 | 2016 | ||||
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
177 | 177 | 171 | 4 | 2 | divers | divers | ||||||
914 | 925 | 821 | 42 | 28 | 16 | 8 | 0 | divers | divers | |||
Projecten Zuidwest Nederland | ||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
39 | 38 | 9 | 1 | 1 | 5 | 7 | 8 | 5 | 3 | 2022 | 2022 | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft | 607 | 606 | 582 | 6 | 6 | 6 | 6 | 2017 | 2017 | |||
Projecten Zuid Nederland | ||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
89 | 88 | 82 | 6 | 0 | 2017 | 2017 | ||||||
Projecten Oost Nederland | ||||||||||||
Utrecht–Arnhem–Zevenaar | ||||||||||||
235 | 234 | 65 | 21 | 30 | 31 | 25 | 23 | 24 | 16 | divers | divers | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
Regionale lijnen Gelderland | 16 | 16 | 13 | 2 | 1 | 0 | divers | divers | ||||
Projecten Noord Nederland | ||||||||||||
49 | 49 | 18 | 8 | 23 | divers | divers | ||||||
140 | 135 | 49 | 12 | 13 | 25 | 26 | 12 | 4 | divers | divers | ||
Afrondingen | 1 | 1 | – 1 | – 2 | ||||||||
Totaal ProRail projecten | 6.745 | 3.942 | 454 | 458 | 445 | 347 | 264 | 266 | 571 | |||
Overige (niet ProRail) projecten | ||||||||||||
215 | 245 | 209 | 6 | 2017 | 2017 | |||||||
Spoorzone Ede | 42 | 42 | 35 | 7 | 2017 | 2017 | ||||||
Totaal overige (niet ProRail) projecten | 257 | 244 | 14 | |||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 7.002 | 4.186 | 467 | 458 | 445 | 347 | 264 | 266 | 571 | |||
Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking | 12 | 24 | 18 | 13 | 4 | 1 | ||||||
Afrekening voorschotten | 43 | |||||||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.01) | 522 | 482 | 463 | 360 | 268 | 267 | 571 | |||||
Budget Realisatie (IF 13.03.01) | 498 | 506 | 463 | 360 | 268 | 267 | 571 | |||||
Overprogrammering (–) | – 24 | 24 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Afgesloten projecten
Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:
-
• Rotterdam–Genua deelproject Kijfhoek opheffen ATB eiland.
Overige wijzigingen
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua
Het programma Rotterdam–Genua bestaat uit een aantal deelprojecten. Bij het deelproject «Zevenaar opheffen systeemeiland» is sprake van een aanbestedingsmeevaller en is het, op basis van een inventarisatie van de nog te verwachten kosten en de nog aanwezige risico’s, verantwoord om het projectbudget te verlagen met € 6,1 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08). Het deelproject «Kijfhoek: opheffen ATB eiland» is in dienst gesteld en het resterende budget ad € 0,6 miljoen is toegevoegd aan de post Nazorg gereedgekomen projecten.
Calandbrug
Op basis van de met het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) gesloten overeenkomst is eind 2016 € 112 miljoen betaald aan HbR. Het tracebesluit is in mei 2017 vastgesteld. Daarmee is het project overgegaan naar de realisatiefase.
Nazorg gereedgekomen projecten
Het deelproject «Kijfhoek: opheffen ATB eiland» is in dienst gesteld en het resterende budget ad € 0,6 miljoen is toegevoegd aan de post Nazorg gereedgekomen projecten. Tevens is de via ProRail ontvangen EU-subsidie ad € 2 miljoen voor het project «Kijfhoek: opheffen ATB eiland» toegevoegd aan deze post ter dekking van de resterende nazorg werkzaamheden.
Totaal | Budget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | later | huidig | vorig |
Projecten nationaal | ||||||||||||
Kleine projecten goederenvervoer | 3 | 4 | 2 | 0 | 1 | divers | divers | |||||
167 | 173 | 109 | 10 | 24 | 4 | 4 | 5 | 8 | 5 | divers | divers | |
19 | 19 | 8 | 0 | 1 | 3 | 2 | 3 | 2 | divers | divers | ||
59 | 58 | 3 | 12 | 11 | 3 | 4 | 4 | 22 | 2020 | 2020 | ||
Projecten Zuidwest Nederland | ||||||||||||
27 | 27 | 12 | 1 | 8 | 2 | 4 | 2018 | 2017 | ||||
220 | 218 | 72 | 1 | 4 | 24 | 39 | 27 | 13 | 38 | divers | divers | |
159 | 116 | 1 | 20 | 22 | 2020 | 2020 | ||||||
Projecten Zuid Nederland | ||||||||||||
30 | 30 | 28 | 0 | 0 | 0 | 2 | 2019 | 2019 | ||||
Projecten Oost Nederland | ||||||||||||
139 | 138 | 68 | 14 | 13 | 23 | 13 | 3 | 4 | 2021 | 2020 | ||
Overige projecten | ||||||||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 3 | 3 | 0 | 0 | 2 | divers | divers | |||||
Afrondingen | + 1 | |||||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 825 | 385 | 60 | 63 | 70 | 65 | 62 | 53 | 67 | |||
Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05 | – 5 | – 1 | – 20 | – 22 | ||||||||
Afrekening voorschotten | 3 | |||||||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.02) | 58 | 62 | 70 | 65 | 42 | 31 | 67 | |||||
Budget Realisatie (IF 13.03.02) | 58 | 62 | 70 | 65 | 42 | 31 | 67 | |||||
Overprogrammering (–) |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor
Overige wijzigingen
Grensoverschrijdend Spoorvervoer
Vanwege de bijdrage van de verbinding Hengelo – Bad Bentheim aan het wegnemen van belemmeringen voor grensoverschrijdend vervoer en de verknoping van de nationale netwerken van Nederland en Duitsland heeft IenM in 2014 aangegeven onder voorwaarden bereid te zijn bij te dragen aan de exploitatiebijdrage. De belangrijkste voorwaarden waren de regionale cofinanciering van de regio, de inpasbaarheid van de verbinding in de dienstregeling en de regionale verantwoordelijkheid voor eventueel benodigde infrastructurele maatregelen. De provincie heeft aangegeven dat de inpasbaarheid in de dienstregeling is geborgd door capaciteitstoedeling door ProRail, en dat de benodigde infrastructurele maatregelen door Overijssel worden betaald. De regionale cofinanciering was al in 2014 toegezegd. Aangezien nu aan de voorwaarden is voldaan is de bijdrage van IenM van € 9,5 miljoen gestort in het provinciefonds.
Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO)
Met de gemeente Venlo is een vaste Rijksbijdrage van € 18 miljoen overeengekomen voor de aanpak van de overweg Vierpaardjes in Venlo, € 16 miljoen hiervan is de binnen het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) maximaal te verantwoorden bijdrage en wordt ter beschikking gesteld uit het budget van het LVO. De aanvullende € 2 miljoen wordt gedekt vanuit de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08). Hier is voor gekozen omdat een oplossing voor Vierpaardjes tevens een bijdrage levert aan verbetering van de overwegveiligheid op lijnniveau van de Maaslijn. Deze € 2 miljoen wordt toegevoegd aan het programmabudget van het LVO, zodat de totale vaste Rijksbijdrage van € 18 miljoen uit dit budget kan worden betaald.
Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)
Het projectbudget is verhoogd met € 84 miljoen vanuit de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08). Hiermee is de door de omzetting van de zogenaamde leenfaciliteit ontstane kasspanning opgelost (zie ook de 12e voortgangsrapportage PHS, Kamerstukken II 2015–2016 32 404 nr. 79). Daarnaast is in verband met het afgeven van de realisatiebeschikking voor het deelproject PHS spooromgeving Geldermalsen € 76,3 miljoen overgeboekt naar het realisatieproject PHS spooromgeving Geldermalsen (artikelonderdeel 13.03.01).
Reizigersfonds
Volgens artikel 24 van de vervoerconcessie moet NS een geldsom (boete) voldoen indien één of meer bodem- of streefwaarden die in de concessie zijn opgenomen niet worden gehaald, tenzij voor het niet halen van de bodem- of streefwaarde een rechtvaardigheidsgrond bestond. De hoogte van deze geldsom volgt uit de vervoerconcessie en is direct opeisbaar. Ook de beheerconcessie kent een dergelijk sanctioneringsartikel (artikel 25). De vervoerconcessie en beheerconcessie bepalen verder dat de geldsom die NS cq ProRail betaalt, in samenspraak met de consumentenorganisaties, door concessieverlener (IenM) zal worden bestemd en worden ingezet voor de reizigers op het hoofdrailnet. Op 7 april 2016 heeft IenM in het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (Locov) met de consumentenorganisaties afgesproken dat het beschikbare bedrag niet per definitie onmiddellijk besteed moet worden. Het kan ook opgenomen worden in een reizigersfonds. Boetes kunnen daarin in de loop der jaren opgespaard worden, zodat mogelijkheden ontstaan om – in overleg met consumentenorganisaties – op enig moment grotere bedragen uit te geven. De consumentenorganisaties kunnen op elk moment een voorstel doen voor besteding van de beschikbare middelen. In deze begroting zijn de boetes van 2016 van ProRail (€ 1,1 miljoen) en NS (€ 1,3 miljoen) toegevoegd, zie ook Kamerstuk II 2016–2017 29 984, nr. 714.
Zwolle–Herfte
In de begroting 2017 was er vanuit gegaan dat de bijdrage van de Provincie Overijssel aan het tweede perronspoor Zwolle–Enschede via de Rijksbegroting zou lopen. In de eind 2016 opgestelde bestuursovereenkomst voor Zwolle–Herfte en het tweede perronspoor Zwolle–Enschede is echter afgesproken dat de regionale bijdragen rechtstreeks aan ProRail worden voldaan. Om die reden is de eerder opgenomen bijdrage van de Provincie Overijssel (€ 3,2 miljoen) weer in mindering gebracht op het projectbudget.
Multimodale Knoop Schiphol
Het MIRT-onderzoek Station Schiphol (november 2014) heeft aangetoond dat sprake is van capaciteitsknelpunten. De capaciteit van de treinperrons, de trappen/roltrappen, het busstation en de hal van Schiphol Plaza is onvoldoende om de groeiende stroom aan reizigers te accommoderen. Uit het MIRT-onderzoek blijkt dat dit een urgent probleem is.
Naar aanleiding van de uitkomsten van het MIRT-onderzoek is in juli 2016 overeengekomen een verkenning te starten onder de naam Verkenning Multimodale Knoop Schiphol. Deze verkenning wordt volgens de MIRT-systematiek uitgevoerd door betrokken partijen (IenM, Schiphol, NS en Vervoerregio Amsterdam). Dezelfde partijen hebben zich in een intentieovereenkomst (28 april 2016) gecommitteerd aan een gezamenlijke aanpak van de multimodale knoop teneinde een integrale oplossing te bereiken die de veiligheid, capaciteit en kwaliteit van de knoop faciliteert. Bij het zoeken naar de oplossing wordt vooral gekeken naar een zo integraal mogelijke oplossing die toekomstvast en robuust is, maar ook een oplossing die flexibel kan inspringen op de veranderende mobiliteitsvraag. Hierbij wordt als ijkpunt de reizigersgroei tot 2040 genomen. IenM heeft € 250 miljoen vrijgemaakt voor dit project (Kamerstukken II 2015–2016 29 984, nr. 72).
Reservering Garantstellingen
Bij het afgeven van de subsidiebeschikking aanleg 25 kV en ERTMS tussen Zevenaar en de grens met Duitsland (onderdeel project Rotterdam–Genua) heeft IenM een garantstelling afgegeven voor € 10,3 miljoen voor het geval de door de EU toegezegde subsidie niet of slechts gedeeltelijk zou worden toegekend. Inmiddels is de EU-subsidie ontvangen. De op het planuitwerkingsartikel geraamde garantstelling onder de post «Overige projecten en reserveringen» is afgeboekt en toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Budget1 | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Indienststelling |
Realisatieuitgaven op IF13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 72 | – 71 | ||
Projecten Nationaal | ||||
Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA)) | 39 | 39 | divers | |
49 | 58 | divers | ||
Kleine projecten Personenvervoer | 7 | 7 | divers | |
197 | 193 | divers | ||
2.432 | 2.397 | divers | ||
Reizigersfonds | 3 | 1 | nvt | |
Reservering opbouw compensatie NS | 160 | 159 | divers | |
Projecten Oost Nederland | ||||
19 | 18 | divers | ||
200 | 201 | 2021 | ||
Projecten Noordwest Nederland | ||||
334 | 331 | divers | ||
Multimodale Knoop Schiphol | 253 | 0 | divers | |
Overige projecten en reserveringen | 13 | 23 | ||
Projecten in voorbereiding | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde risico's | ||||
Totaal planuitwerkingsprogramma | 3.634 | |||
Begroting (IF 13.03.04) | 3.634 |
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen.
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer
De post Kleine projecten is verhoogd met € 5 miljoen naar aanleiding van de toezegging van het Ministerie van EZ en het Ministerie van IenM om ieder maximaal € 5 miljoen beschikbaar te stellen om de regionale economische structuur van de provincie Limburg te versterken door het realiseren van een spooraansluiting naar de Carhandling Terminal Swentibold (VDL Nedcar) in Born.
Budget1 | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Indienststelling |
Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.02 | 48 | 5 | ||
Projecten Nationaal | ||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 16 | 10 | divers | |
Overige projecten en reserveringen | ||||
Projecten in voorbereiding | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde Risico's | ||||
Totaal planuitwerkingsprogramma | 64 | |||
Begroting (IF 13.03.05) | 64 |
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw) tot en met 2031, volgens de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.
Producten
Van het beschikbare budget is € 60 miljoen vrijgevallen naar de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08) als gevolg van de lage rentestand waardoor de beschikbaarheidsvergoeding lager uitvalt.
Infraprovider HSL | huidig | vorig | t/m 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | later |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beschikbaarheidsvergoeding1 | 3.632 | 3.626 | 1.489 | 150 | 150 | 153 | 161 | 164 | 162 | 1.203 |
Rente- en belastingaanpassingen2 | – 135 | – 56 | – 127 | 9 | – 16 | – 6 | – 5 | – 4 | – 2 | 16 |
Diverse afrekeningen, etc.3 | 80 | 66 | 25 | 17 | 28 | 1 | 1 | 1 | 1 | 7 |
Totaal | 3.577 | 3.636 | 1.387 | 176 | 162 | 148 | 157 | 161 | 161 | 1.226 |
Begroting (IF 13.04) | 176 | 162 | 148 | 157 | 161 | 161 | 1.226 |
13.07 Rente en Aflossing
Motivering
Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.
Producten
Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2016 bedraagt nog € 313 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2017 € 166 miljoen aflossen, in 2020 € 75 miljoen en in 2027 € 72 miljoen. Er is nog niet besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan.
13.08 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2031 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. Deze ruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en (toekomstige) ambities.
Bij de begroting 2017 is binnen de investeringsruimte van Spoorwegen onderscheid gemaakt tussen programmaruimte en beleidsruimte. De programmaruimte betreft ruimte die reeds in de huidige kabinetsperiode ingezet kan worden voor ambities en risico’s. De beleidsruimte betreft ruimte waarover de besluitvorming wordt overgelaten aan een volgend kabinet. Op artikelonderdeel 18.11 wordt nader ingegaan op de totale beleidsruimte op de begroting van het Infrastructuurfonds.
Programmaruimte
De in de begroting 2017 opgenomen stand van de beschikbare programmaruimte tot en met 2030 bedroeg € 1.022 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de begroting 2018 nu € 650 miljoen tot en met 2031.
-
– Extrapolatie 2031 concessieopbrengsten (+ € 200 miljoen)
-
– Saldo mee en tegenvallers, waaronder aanbestedingsmeevallers en vrijval onvoorzien OV SAAL, Vleuten–Geldermalsen, NSP Arnhem, Nazorg, Rotterdam–Genua (+ € 94 miljoen)
-
– Vrijval regeling Intensivering Spoor in steden (+ € 30 miljoen)
-
– Rentevrijval PPS contract Infraspeed (+ € 60 miljoen)
-
– Vrijval Meerjarenprogramma Geluidsanering (+ € 39 miljoen)
-
– Naar programma Fietsparkeren (– € 40 miljoen)
-
– Naar programma NABO’s (– € 25 miljoen)
-
– Naar programma suïcidepreventie (– € 10 miljoen)
-
– Naar programma PHS naar aanleiding van de omzetting van de zogenaamde leenfaciliteit (– € 84 miljoen)
-
– Naar programma Beheer, onderhoud en vervanging; afdekken opgetreden risico’s (– € 400 miljoen)
-
– Naar programma Beheer, onderhoud en vervanging; afdekken opgetreden indexeringsverschillen (– € 142 miljoen)
-
– Naar kleine projecten goederenvervoer (artikelonderdeel 13.03 Aanleg) ten behoeve van het realiseren van de spooraansluiting naar de Carhandling Terminal Swentibold (VDL Nedcar) in Born (– € 5 miljoen)
-
– Naar programma ATB-Vv (– € 68 miljoen)
Beleidsruimte
Dit betreft investeringsruimte die ontstaat als gevolg van het ramen van doorlopende concessieontvangsten (HRN/HSL) voor de verlengde jaren in 2029 en 2030. Omdat het Kabinet Rutte II niet de concessieontvangsten in 2029 en 2030 wenst te bestemmen voor ambities en risico’s, wordt deze ruimte apart gehouden voor toekomstige kabinetten.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmaruimte | 0 | 0 | 15.500 | 35.162 | 29.000 | 49.000 | 6.000 | 9.500 |
Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 15.500 | 35.162 | 29.000 | 49.000 | 6.000 | 9.500 |
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2017–2031 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmaruimte | 21.300 | 16.300 | 16.300 | 16.299 | 150.000 | 84.948 | 200.662 | 649.971 |
Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 200.224 | 200.224 | 0 | 400.448 |
Totaal | 21.300 | 16.300 | 16.300 | 16.299 | 350.224 | 285.172 | 200.662 | 1.050.419 |
13.09 Ontvangsten
Motivering
Dit artikelonderdeel bevat de verantwoording van de bijdragen van derde partijen rechtstreeks aan IenM voor spooruitgaven. ProRail int de gebruiksvergoeding van vervoerders en het grootste deel van de onderhoudsbijdragen van derde partijen, deze zijn daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikelonderdeel 13.02. Verrekeningen (subsidievaststellingen) met ProRail die betrekking hebben op afgesloten jaren zijn niet gesaldeerd met de uitgaven voor het lopende jaar, maar zijn gedesaldeerd opgenomen in de ontvangsten en uitgaven.
Concessievergoedingen
Producten
Dit betreft de concessieprijs die NS betaalt voor de vervoerconcessie hoofdrailnet (artikel 66 van de Concessie HRN 2015–2025) en de HSL-heffing die NS betaalt ter dekking van de uitgaven voor de aanleg van de HSL-Zuid infrastructuur (Besluit HSL-heffing 2015), alsmede de betaling van de uitgestelde concessievergoeding HSL-Zuid 2009–2014 (Onderhandelakkoord IenM/NS 2011).
Prestatieboetes NS en ProRail
Dit betreft de boetes die NS en ProRail moeten betalen wanneer de afgesproken prestaties niet zijn behaald. Deze ontvangsten worden toegevoegd aan het «reizigersfonds» op artikelonderdeel 13.03.
Afrekeningen ProRail
Dit betreffen de afrekeningen van subsidies voor aanlegprojecten en beheer, onderhoud en vervanging over afgesloten begrotingsjaren.
Bijdragen van derden
Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten en onderhoud.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Concessievergoedingen NS | 175.194 | 184.036 | 191.165 | 196.302 | 201.202 | 206.010 |
Prestatieboetes NS en ProRail | 2.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afrekeningen ProRail | 51.347 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van derden | 16.855 | 130.214 | 11.049 | 1.027 | 1.061 | 1.096 |
Ontvangsten spoor | 245.696 | 314.250 | 202.214 | 197.329 | 202.263 | 207.106 |