Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 32 396 | 0 | 32 396 | 24 962 | 57 358 | 6 519 | 596 | 7 266 | ‒ 28 662 | |
waarvan garantieverplichtingen | 102 461 | 0 | 102 461 | ‒ 3 250 | 99 211 | |||||
waarvan overige verplichtingen | ‒ 70 065 | 0 | ‒ 70 065 | 28 212 | ‒ 41 853 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 322 151 | 0 | 322 151 | ‒ 31 047 | 291 104 | 55 226 | 313 509 | 452 939 | 552 133 | |
waarvan juridisch verplicht | 98% | 99% | ||||||||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 171 654 | 0 | 171 654 | 20 170 | 191 824 | 1 213 | 172 | 0 | 1 338 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNIDO | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 1 950 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
UNDP | 30 000 | 0 | 30 000 | 0 | 30 000 | ‒ 1 186 | ‒ 1 750 | ‒ 1 500 | ||
UNICEF | 33 000 | 0 | 33 000 | ‒ 2 146 | 30 854 | ‒ 1 186 | ‒ 1 750 | ‒ 1 500 | 0 | |
Speciale multilaterale activiteiten | 11 077 | 0 | 11 077 | 0 | 11 077 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Assistent deskundigenprogramma | 9 000 | 0 | 9 000 | ‒ 812 | 8 188 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationale Financiële Instellingen | 18 324 | 0 | 18 324 | 17 166 | 35 490 | ‒ 2 834 | ‒ 4 324 | ‒ 4 166 | 0 | |
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 67 789 | 0 | 67 789 | 0 | 67 789 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 6 476 | 0 | 6 476 | 0 | 6 476 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | ‒ 5 962 | ‒ 5 962 | 5 962 | 0 | 6 419 | 7 996 | 7 166 | 1 338 | ||
5.2 | Overig armoedebeleid | 81 277 | 0 | 81 277 | 16 205 | 97 482 | ‒ 3 240 | ‒ 27 | ‒ 35 | ‒ 35 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 7 870 | 7 870 | 10 | 7 880 | 2 240 | 2 200 | 2 205 | 2 115 | ||
Nationale SDG Implementatie | 0 | 0 | 0 | 800 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||||
Nationale SDG Implementatie | 0 | 0 | 0 | 50 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNESCO | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 4 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse ondersteunende activiteiten | 12 791 | 0 | 12 791 | 16 894 | 29 685 | ‒ 2 027 | ‒ 27 | ‒ 35 | ‒ 35 | |
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 2 445 | 0 | 2 445 | ‒ 10 | 2 435 | ‒ 2 240 | ‒ 2 200 | ‒ 2 205 | ‒ 2 115 | |
Schuldverlichting | 53 521 | 0 | 53 521 | ‒ 1 539 | 51 982 | ‒ 1 213 | 0 | 0 | 0 | |
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 69 220 | 0 | 69 220 | ‒ 67 422 | 1 798 | 57 253 | 313 364 | 452 974 | 550 830 |
Ontvangsten | 50 397 | 0 | 50 397 | ‒ 2 430 | 47 967 | 1 548 | 1 548 | 4 798 | 0 | |
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 29 221 | 0 | 29 221 | ‒ 2 430 | 26 791 | 1 548 | 1 548 | 1 548 | 0 |
5.21 | Ontvangsten OS | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 21 176 | 0 | 0 | 3 250 | 0 |
5.22 | Koersverschillen OS | pm | 0 | pm | pm | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet wordt voor 2021 verhoogd. Deze verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door het aangaan van een verplichting voor de financiering van de subsidy account van het IMF Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT). Voor het overige betreft het een som van verschillende mutaties waaronder diverse technische mutaties in relatie tot het verwerken van het saldo «nog te verdelen» uit de Miljoenennota 2021 en begroting 2021.
Uitgaven
Artikel 5.1
Op het artikel onderdeel 5.1 Multilaterale Samenwerking neemt het uitgavenbudget per saldo toe. Dit betreft een som van mutaties. Enerzijds wordt het saldo onder «nog te verdelen» als toegelicht in de Miljoenennota 2021 en begroting 2021 voor de jaren 2021 tot en met 2024 met deze suppletoire begroting meerjarig tegengeboekt en verwerkt in de instrumenten voor UNDP, UNICEF, het budget voor Internationale Financiële Instellingen en het assistent-deskundigenprogramma. Anderzijds is er een intensivering op Internationale Financiële Instellingen vanwege een bijdrage aan het Poverty Reduction Growth and Trustfund (PRGT) van het IMF voor de bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen.
Artikel 5.2
Het budget voor Overig Armoedebeleid neemt voor 2021 per saldo toe. De voornaamste reden voor deze verhoging is het opnemen van een reservering voor de resterende verdragsmiddelen voor Suriname (Kamerbrief 5 oktober 2020). Hiervoor is ongeveer EUR 17 miljoen gereserveerd. Verder is voor 2021 het budget voor de SDG-partnerschappen eenjarig verhoogd en is het budget voor schuldverlichting verlaagd vanwege de verwerking van het saldo onder 'nog te verdelen'.
Artikel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is met ingang van begrotingsjaar 2017 artikel 5.4 gecreëerd, het 'verdeelartikel'. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp in beginsel niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget. Per saldo neemt het budget van dit artikelonderdeel in 2021 af met EUR 67 miljoen, terwijl in de jaren vanaf 2022 juist sprake is van verhogingen.
Als gevolg van de meest recente ramingen van het Centraal Planbureau (CEP 2021) is de ontwikkeling van het BNI, en daarmee het ODA-budget, meerjarig naar boven bijgesteld. Daarnaast is, op basis van bijgestelde in- en uitstroomramingen, de toerekening voor eerste jaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen lager geworden. Deze meevallers hebben het mogelijk gemaakt om enerzijds de in 2020 doorgevoerde kasschuif op ODA terug te draaien voor de jaren 2021-2025, en anderzijds te werken aan herstel van een oplopende buffercapaciteit op artikel 5.4.
Ook is extra ingezet op de bestrijding van de impact van COVID-19 in de armste landen door in 2021 EUR 72 miljoen vrij te maken. Deze inzet wordt toegelicht bij de beleidsartikelen 3.1 en 5.1 en is vermeld in de leeswijzer bij deze suppletoire begroting.
Ontvangsten
Artikel 5.20
De verwachte ontvangsten op artikelonderdeel 5.20 nemen in 2021 af. Reden hiervoor zijn de naar beneden bijgestelde ramingen op terugbetalingen op leningen die worden beheerd door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO). Deze zijn naar beneden bijgesteld vanwege het door de G20 ingeroepen schuldenmoratorium (DSSI) dat tot eind 2021 actief is. De inschatting is dat deze uitgestelde terugbetalingen op leningen in de periode 2023 tot en met 2025 worden gecompenseerd door hogere af- en rentebetalingen.
Artikel 5.21
De extra uitgaven voor de NIO ter financiering van de garanties op de kapitaalmarktleningen stromen naar verwachting over enkele jaren terug. In anticipatie daarop is het inkomstenbudget voor 2024 verhoogd.