Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) | Stand 1e suppletoire begroting (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2esuppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 537.793 | 594.036 | 154.358 | ‒ 153.807 | 594.587 |
Uitgaven | 773.487 | 829.456 | ‒ 62.169 | ‒ 152.306 | 614.981 |
Subsidies (regelingen) | 655.086 | 717.826 | ‒ 63.559 | ‒ 156.921 | 497.346 |
Sociaal economische positie boeren | 148.286 | 179.886 | 19.918 | ‒ 17.557 | 182.247 |
Duurzame veehouderij | 409.272 | 439.761 | ‒ 57.596 | ‒ 144.678 | 237.487 |
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen | 70.528 | 83.879 | ‒ 12.081 | 5.564 | 77.362 |
Mestbeleid | 27.000 | 14.300 | ‒ 13.800 | ‒ 250 | 250 |
Leningen | 0 | 0 | 0 | 9.000 | 9.000 |
Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw | 0 | 0 | 0 | 9.000 | 9.000 |
Garanties | 5.432 | 5.432 | 1.400 | 0 | 6.832 |
Bijdrage borgstellingsreserve | 3.627 | 3.627 | 1.400 | 0 | 5.027 |
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit | 1.805 | 1.805 | 0 | 0 | 1.805 |
Opdrachten | 86.752 | 84.066 | ‒ 6.267 | ‒ 12.530 | 65.269 |
Sociaal economische positie boeren | 1.717 | 1.967 | ‒ 70 | ‒ 1.188 | 709 |
Duurzame veehouderij | 23.365 | 21.536 | ‒ 11.768 | ‒ 4.320 | 5.448 |
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen | 20.668 | 21.445 | ‒ 2.136 | 3.639 | 22.948 |
Mestbeleid | 19.874 | 15.207 | 4.283 | ‒ 11.579 | 7.911 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 9.086 | 12.386 | 946 | ‒ 1.094 | 12.238 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 4.993 | 4.961 | ‒ 328 | ‒ 701 | 3.932 |
Integraal voedselbeleid | 7.049 | 6.564 | 2.806 | 2.713 | 12.083 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 9.941 | 4.888 | 5.846 | 7.195 | 17.929 |
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 1.261 | 1.261 | 1.234 | 940 | 3.435 |
Centrale Commissie Dierproeven | 2.166 | 0 | 45 | 0 | 45 |
Medebewind/voormalige productschappen | 1.387 | 0 | 0 | 1.387 | 1.387 |
Raad voor de Plantenrassen | 827 | 1.327 | 17 | 0 | 1.344 |
Keuringsdiensten | 4.300 | 2.300 | 4.550 | 4.868 | 11.718 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 10.889 | 11.857 | 0 | ‒ 391 | 11.466 |
FAO en overige contributies | 10.889 | 11.857 | 0 | ‒ 391 | 11.466 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 0 | 0 | 0 | 1259 | 1259 |
Storting begrotingsreserve landbouw | 0 | 0 | 0 | 1.259 | 1.259 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 5.387 | 5.387 | 411 | 82 | 5.880 |
Diergezondheidsfonds | 5.387 | 5.387 | 411 | 82 | 5.880 |
Ontvangsten | 39.580 | 53.085 | 10.281 | 14.440 | 77.806 |
Sociaal economische positie boeren | 245 | 245 | 3.000 | 0 | 3.245 |
Agroketens | 0 | 0 | 7.281 | 18.200 | 25.481 |
Mestbeleid | 7.209 | 7.209 | 0 | 0 | 7.209 |
Garanties | 1.800 | 1.800 | 0 | 0 | 1.800 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 11.600 | 11.300 | 0 | 583 | 11.883 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking | 5.926 | 5.926 | 0 | ‒ 4.506 | 1.420 |
Onttrekkingen begrotingsreserves | 10.500 | 24.305 | 0 | 163 | 24.468 |
ZBO's/RWT's | 2.300 | 2.300 | 0 | 0 | 2.300 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 0,6 mln. verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door verplichtingenschuiven, zoals bij het opdrachtenbudget van Natuur en biodiversiteit op land waarbij € 474,4 mln. wordt geschoven voor het meerjarig beschikken van middelen uit het Programma Natuur. Het benodigde verplichtingenbudget hiervoor schuift vanuit 2022 en 2023 naar 2021. Verder wordt het verplichtingenbudget voor de Regeling versneld natuurherstel in 2021 verlaagd ten behoeve van de middelen voor de 2e tranche van de Regeling die naar verwachting in 2022 zullen worden beschikt. De overige mutaties hangen met de uitgaven en worden hieronder per categorie toegelicht.
Subsidies
Sociaal economische positie boeren
De uitgaven stijgen per saldo met € 2,3 mln. Dit is een saldo van verschillende verhogingen en verlagingen binnen het budget. Zo wordt het budget verhoogd door:
– Een onttrekking aan de begrotingsreserve stikstof voor het Omschakelprogramma van € 10 mln.
– Een overheveling van budget vanuit de aanvullende post voor de nadeelcompensatie van pelsdierhouderijen vanwege een wijziging van de beleidsregel. Hierdoor stijgt het budget met € 6,6 mln.
– Het budget wordt verhoogd door een overheveling van € 5 mln. voor het Omschakelprogramma vanuit de aanvullende post van het Ministerie van Financiën.
– Tot slot stijgt het budget met € 2,4 mln. door een overheveling van gereserveerde middelen op artikel 51 die worden ingezet voor de nadeelcompensatie van pelsdierhouderijen.
Hiernaast wordt het budget verlaagd door:
– Een technische overheveling van het budget van het Nationaal Groenfonds naar het budget leningen binnen artikel 21 zorgt voor een verlaging van het subsidiebudget met € 9 mln.
– Er wordt € 4 mln. voor de Subsidie ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw (OVK) afgeboekt. Doordat betalingen over de jaargrens heen vallen door uitstel van de regeling vallen de middelen vrij. De middelen worden in 2022 weer toegevoegd aan de begroting.
– Het later openstellen van de regeling van het Omschakelprogramma leidt tot onderuitputting van € 3,3 mln.
– Het lager uitvallen van de betalingen in 2021 van de sloop- en ombouwregeling pelsdierhouderijen. Hierdoor wordt het budget verlaagd met € 3 mln.
– Een overheveling binnen dit artikel naar de categorie Garanties voor de uitwerking van de werkkapitaalregeling. Hierdoor wordt het budget verlaagd met € 1,4 mln.
Duurzame veehouderij
Het budget wordt met € 202,3 mln. verlaagd. Dit komt voornamelijk door onderuitputting als gevolg van vertraging in de uitvoering. Zo komt € 133,3 mln. van het budget van de Maatregel Gerichte Opkoop dit jaar niet tot besteding. Verder wordt € 35 mln. van de middelen van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) doorgeschoven naar 2022. In 2022 zullen deze middelen worden overgemaakt aan het Ministerie van IenW ten behoeve van projectspecifieke compensatie van 7 MIRT projecten en intensivering van de regeling walstroom. Daarnaast wordt € 20,3 mln. van het budget van de Srv doorgeschoven naar 2022 ten behoeve van de uitfinanciering van de subsidieregeling en de specifieke uitkering aan gemeenten in dat jaar. Verder wordt € 7,2 mln. aan onderuitputting verwacht in 2021.
Voor de Subsidie Brongerichte Verduurzaming (Sbv) wordt het budget met € 2,8 mln. verlaagd. Het betreft hier onderuitputting die onder meer voortkomt uit gestegen prijzen van leveranciers, een andere looptijd waardoor het voorschotregime is veranderd en doordat er minder aanvragen waren waarbij direct tot vaststelling kon worden overgegaan.
Tot slot is het budget verlaagd met € 2,2 mln. vanwege een kasschuif voor de Sbv voor pluimveehouders.
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
Het budget wordt met € 6,5 mln. verlaagd. Hier liggen diverse mutaties onder. Zo wordt het budget voor subsidies in de bestaande Energie-efficiënte Glastuinbouw (EG-regeling) in totaal met € 12,8 mln. verlaagd. De EG-regeling waarvan de LED middelen onderdeel uitmaken, is dit jaar opengesteld en de uitfinanciering van deze regeling beslaat meerdere jaren. Daarom is € 12 mln. van het LED budget naar 2022 verschoven.
Daarnaast is het beschikbare budget van de Marktintroductie energie-innovaties glastuinbouw (MEI) regeling met € 4,5 mln. verhoogd. Deze verhoging hangt deels samen met de afronding van een bezwaarprocedure die alsnog leidt tot toekenning van een eerder afgewezen subsidie (€ 2,3 mln.) Bovendien was er grotere aanspraak op het subsidiebudget dan geraamd (€ 2,1 mln.) Dit komt omdat de uitfinanciering deels afhankelijk is van het moment waarop ondernemers definitieve gegevens voor subsidievaststelling bij RVO aanleveren.
Tot slot wordt de raming van de uitgaven voor de regeling Tegemoetkoming sierteelt en onderdelen voedingstuinbouw (COVID maatregel) per saldo met € 1,6 mln. verhoogd. Onderliggend is sprake van een naar boven bijgestelde raming voor het tuinbouw- en sierteeltdeel, omdat het beroep op deze regeling hoger is dan verwacht. Bij het aardappelsectordeel is de raming juist naar beneden bijgesteld.
Mestbeleid
Het budget wordt met € 14,1 mln. verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif van € 12,9 mln. voor de regeling waterbassins mest. Deze regeling is pas dit najaar opengesteld en dit zorgt ervoor dat een groot deel van de uitgaven in 2022 en latere jaren plaatsvinden. Daarnaast wordt er ongeveer € 1 mln. aan middelen voor het Innovatieprogramma Mestaanwending overgeheveld naar de post subsidies beleidsondersteunend onderzoek op artikel 23 van de LNV-begroting.
Leningen
Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw
Vanuit het artikelonderdeel subsidies (Sociaal economische positie boeren) wordt € 9 mln. overgeheveld ten behoeve van het investeringsfonds duurzame landbouw (IDL) binnen het Groenfonds.
Opdrachten
Duurzame veehouderij
Het budget wordt met € 16,1 mln. verlaagd. Dit saldo bestaat uit diverse onderdelen. Voor een deel kan de verlaging worden verklaard door een verlaging van de middelen aan Wageningen Research. Het betreft de € 4,7 mln. voor onderzoeken naar de integrale aanpak methaan en ammoniak via het dier- en voerspoor en € 2 mln. voor onderzoeken naar stal en mestopslag. Tot slot zorgt onderuitputting op de klimaat en stikstofmiddelen ervoor dat het budget verder wordt verlaagd met € 2,1 mln.
Bij Emissiearm veevoer wordt het budget met € 4,9 mln. verlaagd. Vanwege onderuitputting in 2021 is € 3,5 mln. naar latere jaren doorgeschoven. Daarbij worden € 1,3 mln. aan budget doorgeschoven naar 2022 vanwege vertraging in de uitvoering van het programma Verduurzaming veehouderij.
Door onderuitputting bij verschillende kleine opdrachten met betrekking tot de verduurzaming van de veehouderij doet zich een vrijval voor van € 0,8 mln.
Mestbeleid
Het budget wordt met € 7,3 mln. verlaagd. Het betreft hier een saldo van diverse mutaties, waarvan de belangrijkste hieronder worden beschreven.
Ten behoeve van het rVDM (realtime Vervoersbewijs Mest) is € 3,2 mln. naar de NVWA overgeheveld, waardoor het beschikbare budget voor mestbeleid lager wordt. Daarnaast brengt de afhandeling van het fosfaatrechtenstelsel en het fosfaatreductieplan 2017 meerwerk voor RVO met zich mee. Het betreft hier meerwerk dat voortkomt uit de behandeling van bezwaar- en beroepszaken. De kosten hiervan worden geraamd op € 7,9 mln. en dit is naar het RVO begrotingsinstrument (voeding) overgeheveld.
Om deze kosten te dekken zijn gerelateerde ontvangsten die nog voortkomen uit regeling fosfaatreductieplan (€ 3 mln.), een reservering uit een begrotingsreserve (€ 2,3 mln.) en een deel (€ 2,5 mln.) uit het LNV brede beeld eerder aan het mestbudget toegevoegd. Bij 2e suppletoire blijkt een deel van budget toch niet uitgeput te kunnen worden, en om deze reden vindt nog een verlaging plaats van het mestbudget met € 3,4 mln.
Integraal voedselbeleid
Het budget wordt met € 5,5 mln. verhoogd. De verhoging komt met name door een financiële correctie van de Europese Commissie op de bijdrage ten behoeve van de salmonellabestrijding vanuit Europa. Nederland ontvangt jaarlijks een subsidie van de Europese Commissie voor de uitvoering van het salmonellaprogramma. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat de Nederlandse bestrijdingsmaatregelen bij vermeerderingskoppels gedurende de jaren 2017, 2018, 2019 in strijd waren met EU-voorschriften. Dit heeft geleid tot een correctie op eerdere bijdragen van circa € 3 mln. die in 2021 aan de EU terugbetaald moest worden. Daarnaast heeft de Commissie de subsidie voor 2020 ook deels opgeschort, omdat de uitvoeringspraktijk voor bestrijding van salmonella bij legkippen nog niet in overeenstemming met de EU-voorschriften was gebracht. De Commissie heeft in 2021 -na deze opschorting- besloten een korting toe te passen van € 2,3 mln. Dit bedrag zal op een later moment in het Diergezondheidsfonds gestort worden . Een Europese audit van maart 2021 heeft uitgewezen dat alle tekortkomingen doeltreffend zijn aangepakt en de huidige uitvoeringspraktijk correct is op een enkel detail na dat vóór het eind van 2021 moet zijn aangepast.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Keuringsdiensten
Het budget wordt met € 9,4 mln. verhoogd. Dit wordt voor € 4,2 mln. veroorzaakt doordat er extra kosten worden gemaakt door Skal. Dit heeft voor een groot deel te maken met toegenomen kosten bij de afhandeling van meldingen van biologische producten in OFIS (organic farming information system). De EU ziet strenger toe op de adequate opvolging van dergelijke meldingen van onregelmatigheden. Daarnaast moeten voorbereidingen worden getroffen om per 1-1-22 een nieuwe Europese biologische verordening waaronder importcontroles op correcte wijze uit te kunnen voeren.
Daarnaast is gebleken dat keuringsinstanties toch meer Brexit-gerelateerde kosten maken dan gedacht. Hierdoor moet de neerwaartse bijstelling van de raming van Brexit-middelen bij de Voorjaarsnota 2021 deels worden teruggedraaid. Het betreft een inschatting van extra kosten van € 5,2 mln. In 2022 dienen bijvoorbeeld groenten, fruit en sierteeltproducten die naar het Verenigd Koninkrijk geëxporteerd worden, vergezeld te gaan met fytosanitair exportcertificaat. Om deze reden dienen extra inspecteurs aangenomen te worden. Dit brengt voorbereidingskosten met zich mee en deze zijn niet retribueerbaar.
Ontvangsten
Sociaal economische positie boeren
De ontvangsten nemen met € 3,0 mln. toe door ontvangsten vanuit de regeling fosfaatreductieplan 2017. Deze regeling stimuleerde (met name) bedrijven die koemelk produceren, het aantal stuks rundvee terug te brengen, zodat Nederland weer onder het fosfaatplafond kwam. Wanneer te veel rundvee werd gehouden, is een heffing opgelegd. De ontvangsten komen voort uit nabetalingen. Deze ontvangsten worden nu gebruikt om extra mestuitgaven bij RVO op te vangen (fosfaatrechten, fosfaatreductie).
Agroketens
De ontvangsten nemen met € 25,5 mln. toe. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door terugontvangen subsidievoorschotten COVID noodsteun (sierteelt en de fritesaardappelsector) van € 21 mln. De terugontvangen voorschotten zijn het resultaat van de situatie dat veel ondernemers bij de start van de coronacrisis in 2020, hun omzetterugval te hoog hebben ingeschat. Deze ontvangsten komen ten goede aan het generale beeld.
Een deel van de reguliere EG subsidieverstrekking, waarvoor subsidie was verstrekt en reeds middelen waren bevoorschot, is niet tot uitvoering gekomen. Dit leidt tot een ontvangst van € 2,2 mln. Deze ondernemers zullen hun eerder toegekende steun (deels) terug moeten betalen.
Tot slot nemen de ontvangsten met € 2,3 mln. toe door de afronding van het fosfaatreductieplan bij ZuivelNL. LNV heeft de uitvoering van ZuivelNL volledig overgenomen en rond zelf het laatste deel af, en daarom heeft ZuivelNL resterende kasmiddelen naar LNV overgemaakt.
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking
De ontvangstenraming wordt met € 4,5 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door een prognose van de RVO dat er lagere ontvangsten worden verwacht.
Toelichting op de Begrotingsreserves
Stand 1/1/2021 | 30.518 |
---|---|
+ Geraamde storting | 1.259 |
– Geraamde onttrekking | 13.134 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 18.643 |
De geraamde storting wordt gedaan voor de toekomstige uitgaven voor klimaatvriendelijke veehouderij. De middelen zijn overgeheveld vanuit de enveloppes klimaatvriendelijke producten, pilots en demo's op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën.
Daarnaast is de geraamde onttrekking van begrotingsreserve landbouw gedaan ter dekking van de uitgaven voor de gewijzigde sloop- en ombouwregeling voor de pelsdierhouderij.
Stand 1/1/2021 | 79.022 |
---|---|
+ Geraamde storting | 5.027 |
– Geraamde onttrekking | 0 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 84.049 |
De begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit is bedoeld om de verliesdeclaraties te betalen. Deze verliesdeclaraties (als gevolg van faillissement) kunnen te zijner tijd voortkomen uit afgegeven garantstellingen op verstrekte kredieten waarmee innovatieve en duurzame investeringen in de landbouw en visserij worden gefaciliteerd. Deze begrotingsreserve is gelinkt aan de Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) en de modules die hieronder vallen. In de ontwerpbegroting 2021 er uit gegaan van een verwachte storting van € 3,6 mln.
Ten behoeve van de werkkapitaal regeling wordt nu € 1,4 mln aan de geraamde storting voor de begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit toegevoegd. De werkkapitaallening is onderdeel van de totale investeringsfinanciering inzake het Omschakelprogramma (Kamerstuk 35334-163)
Stand 1/1/2021 | 85.146 |
---|---|
+ Geraamde storting | 0 |
– Geraamde onttrekking | 11.334 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 73.812 |
De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is. De geraamde onttrekking betreft ondermeer de EU correctie op genetically modified organism (GMO).
Stand 1/1/2021 | 46.000 |
---|---|
+ Geraamde storting | 0 |
– Geraamde onttrekking | 0 |
Stand (raming) per 31/12/2021 | 46.000 |