Base description which applies to whole site

2.1 Beleidsprioriteiten

1. Inleiding

Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) werkt aan een duurzame productie van voedsel in verbinding met de natuur. Met de Visie Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en verbonden (Kamerstuk 35 000-XIV, nr. 5) en het daaropvolgend Realisatieplan (Kamerstuk 35 000-XIV, nr. 76) is een integrale en meerjarige aanpak in gang gezet. Er zijn financiële middelen beschikbaar gesteld en er is een start gemaakt met de uitvoering. Om de ambities te kunnen realiseren is het belangrijk om in 2021 en de daaropvolgende jaren koers te houden. LNV werkt hiervoor samen met veel andere organisaties. Vaak gebeurt dat in regionaal verband, zodat goed aangesloten kan worden op de omstandigheden in een gebied.

Natuur is mooi, kwetsbaar en noodzakelijk; natuur levert de basis voor ons bestaan. Tegelijk is natuur niet vanzelfsprekend; de natuur staat mondiaal en in Nederland onder druk. Daar komt bij dat de verandering van ons klimaat veel vraagt van het aanpassingsvermogen van de natuur. LNV wil de natuur structureel verbeteren. Met kringlooplandbouw komt de manier waarop wij ons voedsel produceren meer in balans met de natuur. Dit vraagt een ander gebruik van onder meer bodem, mest en gewasbeschermingsmiddelen en een andere omgang met dieren. Tegelijk betekent duurzame landbouw een afname van broeikasgasemissies. De afspraken die daarover zijn gemaakt in het Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik en voor de uitvoering van het Urgenda-vonnis komen verder in uitvoering.

De Green Deal van de Europese Commissie (EC), in het bijzonder de Farm-to-Fork mededeling en biodiversiteitsstrategie, bevestigt het belang van verduurzaming van de voedselproductie en versterking van de natuur. Nederland spant zich in voor uitwerking van de ambities naar concrete Europese beleidskaders voor bijvoorbeeld mest, gewasbescherming, bodemgebruik en veredelingstechnieken. In nationaal beleid wordt hier op geanticipeerd.

De veranderingen waar we voor gesteld staan zijn ingrijpend en vragen veel van ons allen, in het bijzonder van boeren, tuinders en vissers. De stikstofcrisis heeft laten zien dat er onder agrarisch ondernemers onrust en onzekerheid is over de toekomst. De omstandigheden waaronder zij moeten ondernemen zijn uitdagend. Want, hoe houd je je staande op een concurrerende en turbulente wereldmarkt, met hoge eisen voor verduurzaming en tegelijk de impact van de Coronacrisis en Brexit? LNV wil, juist onder deze omstandigheden, een betrouwbare partner zijn. Door duidelijkheid en houvast te bieden. Samen met boeren, tuinders en vissers geeft LNV in 2021 invulling aan een concreet, duurzaam perspectief voor de Nederlandse landbouw. Waarmee nieuwe kansen ontstaan voor het produceren van voedsel in verbinding met onze natuur.

2. Duurzaam perspectief voor de Nederlandse landbouw

Versterken agrarisch ondernemerschap

Een duurzaam verdienvermogen is belangrijk om de omslag naar kringlooplandbouw te kunnen maken. Met haar rapport ‘Goed boeren kunnen boeren niet alleen’ heeft de Taskforce Verdienvermogen inzichtelijk gemaakt wat hierbij de uitdagingen zijn. In de LNV ondernemerschapsagenda komen deze uitdagingen terug in vier pijlers: het stimuleren van ondernemerschap, het belonen van publieke diensten, het versterken van de marktmacht van boeren en het bevorderen van een gelijker speelveld.

In het najaar van 2020 stuurt LNV een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer om een aantal oneerlijke handelspraktijken te verbieden. In 2021 gaat de commissie van start waar boeren terecht kunnen voor laagdrempelige geschilbeslechting. Met de agro-nutrimonitor maakt de ACM inzichtelijk hoe de prijsvorming in de voedselketen voor enkele producten zich ontwikkelt en welke knelpunten daarbij optreden, in het bijzonder bij het belonen van duurzaamheidsinspanningen. In 2021 treedt de Europese Verordening over markttransparantie in werking. Aan de hand van de nieuwe informatie die dat oplevert over prijsvorming en -ontwikkeling verkent LNV beleidsopties. Naast de acties op oneerlijke handelspraktijken en markttransparantie, geeft LNV de versterking van de marktmacht van boeren vorm door middel van het stimuleren van samenwerking. Via een wijziging van de Mededingingswet moet het voor ondernemers in de landbouw- en visserijsector duidelijker worden wat de mogelijkheden zijn om samen te werken. Een wetsvoorstel hiertoe wordt in 2021 ingediend door de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.

Met banken en andere financiers verkent LNV in 2021 verder hoe zij door middel van duurzame agrofinanciering de verduurzamingsomslag naar kringlooplandbouw kunnen bevorderen. Het Vermogensversterkend Krediet (VVK) voor jonge boeren en het nog uit te werken Omschakelfonds worden bij deze verkenning betrokken. Met het nieuwe pachtbeleid versterkt LNV de positie van (jonge) boeren, zodat zij zich meer kunnen toeleggen op verbetering van de kwaliteit van de bodem en een duurzame bedrijfsvoering. De consultatie voor het wetsvoorstel voor het nieuwe pachtbeleid start in de eerste helft van 2021.

Door middel van ondersteuning van de Taskforce Korte Ketens en het Platform Multifunctionele Landbouw wil LNV de kansen voor agrarisch ondernemers vergroten om hun verdienvermogen te verbreden door nevenactiviteiten of het creëren van nieuwe afzetmogelijkheden.

Verduurzaming veehouderij

De veehouderij vervult een belangrijke rol in de verduurzaming van de landbouw. LNV ondersteunt de uitvoering van de afspraken die vijf dierlijke sectoren (melkvee, varkens, pluimvee, kalveren en geiten) hiervoor hebben gemaakt. Dit gebeurt door subsidieverstrekking, het wegnemen van juridische belemmeringen en het maken van afspraken met bedrijven in de voedselketen over het vergroten van de afzetmarkt voor duurzame producten. In 2021 werkt LNV, samen met ondernemers, een langetermijnperspectief uit over de verhouding van de veehouderij tot de natuur.

In 2021 wordt de innovatie- en investeringsregeling voor brongerichte emissiebeperkende innovaties voor stallen tweemaal opengesteld. Deze subsidie draagt bij aan zowel de reductie van emissies als de verbetering van het welzijn van dieren. Ook komt LNV in 2021 met een generieke beëindigingsregeling voor veehouderijsectoren, die nog nader uitgewerkt wordt. Voor de aanpak stikstofreductie worden de mogelijkheden verkend voor het verder op gang brengen van toestemmingsverlening voor economische activiteiten, ook binnen de agrarische sector. Met de melkveesector maakt LNV afspraken over weidegang. De Subsidieregeling sanering varkenshouderij wordt in 2021 voor een belangrijk deel afgerond. Ondernemers die een subsidiebeschikking hebben ontvangen, dienen binnen de gestelde termijn uitvoering te geven aan beëindiging van hun bedrijfsactiviteiten en het slopen van gebouwen voor het houden van varkens.

Als onderdeel van de Kennis- en innovatieagenda duurzame veehouderij helpt LNV boeren en erfbetreders met kennis, coaching en samenwerking in de verduurzaming van de bedrijfsvoering. Met agrarische onderwijsinstellingen maakt LNV in 2021 afspraken over het vergroten van de kennis van studenten over duurzame dierlijke productie en afzet. In een koplopersnetwerk ontmoeten innovatieve en experimenterende ondernemers elkaar. Inspireren en leren krijgt daarnaast vorm op de jaarlijkse Inspiratiedag veehouderij.

Dierenwelzijn en diergezondheid

Als onderdeel van de verduurzaming van de veehouderij spant LNV zich in voor het verbeteren van het dierenwelzijn. Het borgen van dierenwelzijn is primair de verantwoordelijkheid van ondernemers die functioneren in een keten van verschillende schakels. Het is daarom belangrijk om de aanpak vanuit deze keten vorm te geven. De Europese Farm to Fork mededeling biedt belangrijke aangrijpingspunten voor nieuwe normen voor het dierenwelzijn van varkens, diertransporten en commercieel gehouden en verhandelde diersoorten.

Het welzijn van dieren moet tijdens transporten in de zomer, wanneer hittestress kan ontstaan, gewaarborgd zijn. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) ziet er met handhaving op toe dat het wettelijke verbod op veetransport binnen Nederland boven 35 graden Celsius wordt nageleefd. Hetzelfde geldt voor het goedkeuren van exporten met een transporttijd langer dan 8 uur bij een temperatuur van 30 graden Celsius of hoger.

Er zijn de afgelopen jaren meerdere incidenten geweest rond slachthuizen, waarmee een aantal ernstige problemen aan het licht is gekomen. Samen met de NVWA, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties onderzoekt LNV wat de kwetsbaarheden in de slachthuizen zijn en welke maatregelen nodig zijn voor een betere borging van dierenwelzijn en voedselveiligheid, en het goed kunnen uitvoeren van toezicht. De hoge bandsnelheid is in ieder geval een probleem en LNV werkt aan een andere wijze van beoordeling van de maximaal toegestane productiesnelheid in slachthuizen. Het kabinet bekijkt daarnaast op basis van welke wettelijke grondslag invulling gegeven kan worden aan de aangenomen motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 28 286, nr. 1118) om slachthuizen op te dragen de slachtsnelheid per direct te verlagen.

LNV geeft in 2021 uitvoering aan het Actieplan brandveilige veestallen met als doel het verkleinen van de kans op een stalbrand. Er wordt onderzoek gedaan naar de toepassing van nieuwe systemen en andere oplossingen.

Op basis van analyse van de fokkerij en handel in honden bevordert LNV in 2021 meer gezonde en sociale honden. Het verbeterde systeem voor Identificatie en Registratie Hond treedt in werking evenals het zelfstandig houdverbod.

Het diergezondheidsbeleid is vanaf 2021 gebaseerd op een nieuwe Europese diergezondheidsverordening (AHR), die nationaal is doorvertaald naar de Wet Dieren (Kamerstuk 35 398, nr. 1). In 2021 geeft LNV uitvoering aan de Roadmap Preventie introductie Afrikaanse varkenspest (Kamerstuk 29 683, nr. 251). Het sectorspecifieke beleid voor de reductie van het gebruik van antibiotica wordt gecontinueerd (Kamerstuk 29 683, nr. 249), waarbij de nadruk ligt op het verminderen van hooggebruik.

De risico’s die gepaard gaan met de aanhoudende Covid-19 besmettingen bij pelsdieren geven aanleiding om het houden van nertsen op korte termijn verplicht te beëindigen (Kamerstuk 2020Z15169). In het najaar van 2020 wordt een wetsvoorstel hiervoor uitgewerkt, gecombineerd met een nadeelcompensatieregeling om de hoogte van de vergoeding die nertsenhouders ontvangen te bepalen.

Herbezinning mestbeleid

LNV richt zich vanuit de herbezinning op een mestbeleid om (de nutriënten uit) mest beter te benutten en het gebruik van kunstmest te verminderen. Dit resulteert in verbetering van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater onder de voorwaarde van minder prikkels tot fraude, goede handhaafbaarheid en waar mogelijk minder administratieve of uitvoeringslasten. In 2021 vult LNV de herziening van het mestbeleid verder in. In Europees verband wordt ingezet op het verruimen van de mogelijkheden voor het gebruik van hoogwaardige producten uit dierlijke mest binnen de Nitraatrichtlijn en zodoende te komen tot verminderd gebruik van kunstmest. LNV opent in 2021 een subsidieregeling voor investeringen in de verwerking van dierlijke mest voor hoogwaardige mestproducten. Om fraude met mest terug te dringen geeft LNV vervolg aan de uitvoering van de versterkte handhavingsstrategie, waarbij gebruik gemaakt zal worden van digitale realtime verantwoording van het transport van mest.

Nationale Eiwitstrategie

Eind 2020 presenteert LNV de Nationale Eiwitstrategie. Deze heeft als doel de zelfvoorzieningsgraad van plantaardige eiwitten en de duurzame consumptie te bevorderen door middel van de teelt van eiwitrijke gewassen in Nederland en Europa, het ontwikkelen van nieuwe eiwitbronnen en het verkrijgen van eiwitten uit nevenstromen. In 2021 komt de strategie in uitvoering. De Coronacrisis laat zien dat de kwetsbaarheid in de importafhankelijkheid van grondstoffen voor veevoer een belangrijk aandachtspunt is. Met de diervoedersector verkent LNV daarom hoe de diervoederproductie minder afhankelijk kan worden van importstromen. Dit geeft een impuls aan het gebruik van grondstoffen van dichter bij huis en daarmee de omslag naar kringlooplandbouw.

Beheer landbouwbodems

Een andere, integrale aanpak van landbouwbodems draagt bij aan koolstofvastlegging en emissiereductie zoals opgenomen in het Klimaatakkoord. In 2021 zet LNV het Nationaal Programma Landbouwbodems voort langs vier sporen: kennisontwikkeling en -verspreiding, beleidsimpulsen voor duurzaam bodembeheer, innovatieopgaven in de agroketen en versterking van regionale initiatieven. Het doel is dat alle Nederlandse landbouwbodems in 2030 duurzaam beheerd worden.

Met de voortzetting van het Actieprogramma Klimaatadaptatie Landbouw geeft LNV, samen met andere partijen, invulling aan de verbetering van het water- en bodemsysteem en de ontwikkeling van robuuste rassen en teeltsystemen. De Veenweidestrategie geeft richting aan de manier waarop de impact van veenbodems op het klimaat wordt verminderd. Met middelen uit het Klimaatakkoord worden boeren in 2021 verder geholpen om over te stappen naar minder intensieve vormen van landgebruik, zoals andere teelten en toepassing van (drainage)technieken. Boeren die hun bedrijf vrijwillig willen beëindigen of verplaatsen worden hierbij door LNV ondersteund.

Gewasbeschermingsmiddelen en weerbare planten en teeltsystemen

Met de uitvoering van de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 (Kamerstuk 27 858, nr. 449) werkt LNV aan een substantiële verlaging van de behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen, waardoor er nagenoeg geen emissies zijn naar het milieu en residuen op producten. Deze omslag vraagt meer weerbare planten en teeltsystemen en het verbinden van land- en tuinbouw met natuur. LNV financiert in 2021 onderzoek naar en toepassing van innovatieve teeltsystemen. In Europees verband zet LNV zich in voor optimalisering en harmonisering van het toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen evenals verruiming van de toepassing van nieuwe veredelingstechnieken, zoals Crispr-Cas. Voorwaarde daarbij is dat soortengrenzen niet worden overschreden.

Verduurzaming glastuinbouw

Aan de hand van de afspraken in het Klimaatakkoord werkt LNV in 2021, samen met de sector, ketenpartijen en de greenports verder aan de aanpak voor een klimaatneutrale glastuinbouwsector in 2040. Uitvoering wordt gegeven aan het innovatie- en actieprogramma Kas als Energiebron. Dat resulteert in meer energiebesparing en het gebruik van duurzame energie in de glastuinbouw. Als onderdeel van de uitvoering van het Urgenda-vonnis zijn middelen gereserveerd voor een subsidieregeling voor het stimuleren van de toepassing van LED-verlichting in de glastuinbouw.

Aanpak droogte

Landbouw en natuur hebben de afgelopen jaren steeds vaker te maken met langere perioden van droogte en waarschijnlijk krijgen we hier in de toekomst vaker mee te maken. Het is belangrijk om hier op te anticiperen teneinde schade aan gewassen en natuur te voorkomen. LNV werkt aan een klimaatadaptieve landbouw en natuur die beter op perioden van droogte zijn toegerust. LNV stimuleert zuiniger watergebruik, klimaatadaptieve teelten, duurzame regionale bodem- en watersystemen en handelingsperspectieven voor boeren en natuurbeheerders. Bij waterverdelingsbeslissingen verstrekt LNV actuele informatie aan waterbeheerders over de waterbehoefte van gewassen.

3. Missiegedreven kennis- en innovatiebeleid

Met het missiegedreven kennis- en innovatiebeleid voor Landbouw, Water en Voedsel (Kamerstuk 33 009, nr. 81) investeert LNV, samen met private partijen via de topsectoren Agri&Food, Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en Water en Maritiem, in kennisontwikkeling en innovatie die bijdragen aan het realiseren van beleidsdoelen. High Tech, biotechnologie en veredeling bieden nieuwe mogelijkheden. In 2021 gaat in het bijzonder aandacht uit naar de valorisatie en implementatie van kennis en praktijkgerichte innovaties, onder andere via groene onderwijsinstellingen en het opstarten van Living Labs en Communities of Practice. In Europees verband participeert LNV in het programma Horizon Europe, waarbij vooral het missiegebied ‘gezonde bodem en voedsel’ relevant is. In dat kader starten in 2021 acht partnerschappen voor internationaal onderzoek op het gebied van agro, food en ecologie.

In vervolg op de Digitaliseringsvisie verbetert LNV in 2021 de data-infrastructuur op het gebied van landbouw en voedsel. Daarmee wordt het beter mogelijk om data uit diverse bronnen te delen en toe te passen voor een duurzame en efficiënte bedrijfsvoering.

Innovatie op het boerenerf

Het programma Innovatie op het boerenerf heeft tot doel de kennis en innovaties die beschikbaar komen sneller toe te passen in de praktijk van het boerenbedrijf (Kamerstuk 35000 XIV, nr. 98). In 2021 presenteert LNV het vernieuwde Groen kennisnet, een interactief digitaal platform voor kennisuitwisseling tussen onderzoekers, onderwijsinstellingen, beleidsmakers en agrarische ondernemers. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) biedt in 2021 een overzicht aan van financiële instrumenten, zoals subsidies en fiscale regelingen, waar boeren voor de verduurzaming van hun bedrijfsvoering gebruik van kunnen maken. LNV stelt voor 5000 agrarische ondernemers vouchers beschikbaar waarmee boeren onafhankelijke en deskundige bedrijfsadviseurs en -coaches kunnen inschakelen danwel kunnen deelnemen aan cursussen van groene hoger-onderwijsinstellingen. Om het aantal gecertificeerde agrarisch adviseurs te vergroten stelt LNV een scholingsbijdrage beschikbaar. Gecertificeerde adviseurs komen in een register.

4. Waardering voor voedsel

De Coronacrisis laat een herwaardering zien van lokaal geproduceerd voedsel. Meer mensen weten de weg te vinden naar boeren en zijn zich bewust van de herkomst van hun voedsel en de impact van hun aankoopgedrag. De afstand tussen boer en burger wordt hierdoor verkleind en er ontstaan kansen voor het sluiten van kringlopen op regionaal niveau. LNV ondersteunt de Taskforce Korte Ketens en zet zich in voor het verder bevorderen van de waardering voor en afzet van Nederlandse streek- en regioproducten. LNV en de NVWA ondersteunen kleinschalig opererende producenten van streekeigen, regiogebonden producten bij vraagstukken over voedselveiligheid.

De EC beoogt in haar Farm to Fork-mededeling de voedselverspilling in 2030 te halveren. Nederland onderschrijft deze doelstelling en wil internationaal koploper zijn in het verminderen van voedselverspilling. Het doel is om in 2030 1 miljoen ton grondstoffen binnen de voedselketen te houden of een hoogwaardigere bestemming te geven. Met de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling geeft LNV in 2021 uitvoering aan de nationale agenda tegen voedselverspilling (Kamerstuk 31 532 nr. 242). In navolging van de retail wordt ook voor andere partijen in de voedselketen inzichtelijk gemaakt wat hun aandeel in de verspilling van voedsel is en wat de mogelijkheden zijn om dat te verminderen. Belemmeringen die het bedrijfsleven ervaart in de aanpak van voedselverspilling worden aangepakt. In 2021 gaat de foodybag campagne bij restaurants van start.

De systematiek van true cost/true price geeft inzicht in de maatschappelijke kosten van voedsel. Het kan de waardering voor duurzaam geproduceerd voedsel vergroten. LNV start een meerjarig programma om verschillende toepassingsmogelijkheden van deze systematiek in de praktijk te toetsen. De kennis- en innovatieprogramma’s Jong Leren Eten en Duurzaam Door zijn in 2021 gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl en voeding van jongeren.

5. Versterking natuur en biodiversiteit

Mede dankzij het natuurbeleid is de achteruitgang in biodiversiteit in natuurgebieden de afgelopen jaren gestabiliseerd. Tegelijk neemt de biodiversiteit in het agrarisch gebied nog steeds af en veroorzaakt een te hoge stikstofdepositie schade aan kwetsbare natuurgebieden. Het is belangrijk om het tij te keren en structurele oplossingen in uitvoering te brengen.

Programma Natuur

Binnen het programma Natuur zet LNV zich, samen met de provincies, in voor het verminderen van de negatieve gevolgen van overmatige stikstofdepositie en het verbeteren van de natuur en biodiversiteit. Voor natuur komen in dit verband vanaf 2021 tot en met 2030 substantieel extra middelen beschikbaar, oplopend tot jaarlijks € 300 mln. (totaal € 2,85 mld). Met deze middelen geven Rijk en provincies uitvoering aan de meerjarige afspraken in het gezamenlijke programma Natuur. LNV zorgt met provincies voor de monitoring van de voortgang. Onderdeel van het programma Natuur is dat er stappen gezet worden naar een meer natuurinclusieve ruimtelijke inrichting van Nederland, bijvoorbeeld door de vergroening van stedelijke gebieden.

Mondiaal biodiversiteitsverdrag

Internationaal gaat het over vrijwel de gehele linie niet goed met de natuur en biodiversiteit (Kamerstuk 26 407, nr. 131). Het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) constateert dat de inspanningen van de afgelopen decennia om de natuur te beschermen onvoldoende effect hebben. Een nieuwe aanpak is nodig, waarbij de waarde van biodiversiteit nadrukkelijker gewogen wordt in de keuzes die overheden en bedrijven maken. Nederland wil in 2021 realistische afspraken vastleggen in het Mondiale Biodiversiteitsraamwerk, dat tijdens de 15e verdragsvergadering van het Verdrag inzake de Biologische Diversiteit beklonken moet worden.1 Het streven is om daar concrete acties aan te verbinden die de afbraak van natuurlijke systemen stoppen en de biodiversiteit herstellen. Zodoende kan ook invulling worden gegeven aan de biodiversiteitsdoelen als onderdeel van de Sustainable Development Goals (SDG 15) en de Europese Biodiversiteitsstrategie.

Natuurinclusieve maatschappij en economie

De transitie naar kringlooplandbouw moet ervoor zorgen dat de agrarische bedrijfsvoering meer natuurinclusief wordt en dat de biodiversiteit in het agrarisch gebied zich kan herstellen. Als partner van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel start LNV in 2021 onderzoeken en regionale gebiedsinitiatieven om natuurinclusieve landbouw te versterken. Het doel hiervan is te komen tot een ‘lerende community’ die het bewustzijn onder boeren van het belang van biodiversiteit vergroot en hen helpt met handelingsperspectieven.

LNV stimuleert het natuurinclusief maken van ook andere ruimtelijke en economische functies, zoals de bouw en de realisatie van de energietransitie. Na initiatief van onder meer De Nederlandsche Bank groeit in de financiële sector de interesse voor de relatie tussen uitstaande leningen en investeringen en biodiversiteit. LNV zet zich in 2021 in voor de oprichting van een internationale Taskforce Nature-related Financial Disclosure (TNFD), die als doel heeft een raamwerk te maken om meer inzicht te verkrijgen in de financiële risico’s door het verlies van biodiversiteit.

Uitbreiding natuur- en bosareaal en Nationale Parken

Voor de ontwikkeling van natuur en biodiversiteit, maar ook voor doelstellingen op het gebied van klimaat en recreatie, is het belangrijk om het natuur- en bosareaal uit te breiden en de vitaliteit en diversiteit van de gebieden te vergroten. De strategie die LNV hiervoor, samen met de provincies, heeft opgesteld wordt in 2021 uitgevoerd (Kamerstuk 33 576, nr. 186). LNV ziet er daarnaast op toe dat provincies de meerjarige afspraken nakomen voor de realisatie van het Natuur Netwerk Nederland. Met een tijdelijke regeling ondersteunt LNV de kwaliteitssprong van Nationale Parken.

Grote Wateren en Waddenzee

In 2021 geeft LNV, met andere overheden, verder uitvoering aan de Programmatische Aanpak Grote Wateren. Door middel van systeemingrepen en aanpassingen in beheer wordt gewerkt aan ecologisch gezonde, toekomstbestendige grote wateren waarin natuur en economie samengaan. (Kamerstuk 27 625, nr. 476). De Beheerautoriteit Waddenzee stelt een integraal plan op voor het beheer van de Waddenzee, waarvan de uitvoering in 2021 start. Ook in trilateraal verband werkt LNV, samen met andere overheden, aan de versterking van beheer en herstel van UNESCO Werelderfgoed de Waddenzee. In het Programma ‘Naar een Rijke Waddenzee 2019-2022’ draagt LNV, door middel van onderzoek en pilots, bij aan natuurherstel en verduurzaming van onder andere de mossel- en garnalenvisserij (Kamerstuk 29 684, nr. 163).

6. Visserij in balans met de natuur

LNV wil de visserij in balans brengen en houden met de draagkracht van het ecologisch systeem. Het is belangrijk dat dit gebeurt met behoud van het verdienvermogen van de visser. LNV geeft gebiedsgericht invulling aan deze gecombineerde doelstelling voor de Noordzee, de kust, de Wadden en het IJsselmeergebied.

Met de uitvoering van het Noordzeeakkoord en de kottervisie staat de visserijsector aan de vooravond van grote veranderingen. Samen met visserijorganisaties werkt LNV aan een transitie naar betere verdienmodellen voor een kleinere, meer duurzame visserijvloot die minder bodemberoering, minder bijvangsten en minder emissies veroorzaakt. De middelen voor warme sanering en innovatie die overeengekomen zijn in het (onderhandelaarsakkoord voor het) Noordzeeakkoord Kamerstuk 33 450, nr. 64 worden hiervoor ingezet. In 2021 laat LNV een staatssteuntoets uitvoeren naar de warme sanering.

In lijn met het Noordzeeakkoord worden de gebieden Bruine Bank en de Borkumse Stenen aangewezen als beschermde natuurgebieden. In het Noordzeeakkoord zijn afspraken gemaakt om de negatieve effecten van windparken op mariene natuurgebieden te beperken en de ecologische kansen van de bouw van deze parken te benutten. Nieuwe windparken worden natuurinclusief gebouwd. Om daarbij de kansen voor voedsel en natuur te concretiseren start LNV in 2021, samen met andere partijen, een verkenning naar een duurzame blauwe economie op de Noordzee. In het Rijksprogramma Noordzee 2022-2027 wordt het Noordzeeakkoord ruimtelijk uitgewerkt.

Ook in andere wateren geeft LNV in 2021 invulling aan de verduurzaming van de visserij. In de Waddenzee wordt de mosselzaadvisserij stapsgewijs afgebouwd. Daarnaast streeft LNV naar een addendum op het convenant met de mosselsector over verdere verduurzaming. In het IJsselmeergebied geeft LNV invulling aan de verduurzaming met uitvoering van het Actieplan visserij IJsselmeergebied (Kamerstuk 29 664, nr. 71). Voor de Noordzeekustzone stelt LNV beleid op aan de hand van een toekomstperspectief voor de garnalensector in combinatie met de evaluatie van het VIBEG-convenant. Om vismigratie te bevorderen stelt LNV in 2021 op diverse locaties een visserij vrije zone in. De visserijsector wordt zo nodig gecompenseerd door middel van een nadeelcompensatieregeling, die onderdeel is van de begroting van het Ministerie van IenW (Kamerbrief 2020Z13503). In 2021 is voorzien in de afronding van de herziening van de Europese controleverordening visserij, die bij moet dragen aan de bescherming van zeeën en oceanen.

7. Structurele aanpak stikstofproblematiek

In reactie op de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) heeft het kabinet in 2020 een structurele aanpak stikstof ontwikkeld. Het kabinet heeft zich daarbij mede gebaseerd op de adviezen van het Adviescollege Stikstofproblematiek. De minister van LNV coördineert rijksbreed de uitwerking en uitvoering van de structurele aanpak stikstofproblematiek, ook naar interbestuurlijke partners, waaronder de medeoverheden.

Voor de invulling en uitvoering van deze aanpak is een programma directoraat-generaal stikstof ingesteld, dat nauw samenwerkt met de andere organisatieonderdelen van LNV die werken aan stikstofgerelateerde opgaven in de veehouderij en natuurontwikkeling. Daarnaast werkt het programma directoraat-generaal samen met andere departementen, provincies, waterschappen en gemeenten (Kamerstuk 35 334, nr. P), ook om effectief vorm te geven aan de gebiedsgerichte aanpak.

Het doel van de structurele aanpak stikstof is bescherming en verbetering van de natuurkwaliteit van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden in combinatie met perspectief voor ruimtelijk-economische ontwikkeling. Daarom heeft het kabinet zich ten doel gesteld om in 2030 op ten minste 50 procent van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden de stikstofdepositie onder de kritische depositiewaarden te brengen. Hiervoor is een pakket met stikstofreducerende bronmaatregelen en maatregelen voor natuurbehoud opgesteld, dat in 2021 en ook daarna verder in uitvoering komt.

Het streven is de structurele aanpak stikstof begin 2021 wettelijk te verankeren. Naar aanleiding van het eindrapport van het Adviescollege Stikstofproblematiek zal de doelstelling voor stikstofreductie daarin als resultaatsverplichting worden opgenomen. Ook zal naar aanleiding van het eindrapport onderzoek gedaan worden naar een vrijstelling voor de bouw met als doel om de toestemmingsverlening voor bouwactiviteiten tijdens de bouwfase te vereenvoudigen. In 2021 wil LNV monitorings- en bijsturingssystematiek operationeel hebben om te kunnen bepalen of met de uitvoering van de maatregelen de doelen worden behaald en waar mogelijk bijstelling nodig is. Hierbij wordt het eindrapport van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof betrokken, dat aanknopingspunten bevat om de systematiek voor meten en berekenen en bijbehorend instrumentarium verder te ontwikkelen.

Met de structurele aanpak stikstof ontstaan er geleidelijk minder knelpunten voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen, doordat de stikstofneerslag wordt gereduceerd en de natuur wordt verbeterd. Overkoepelend geldt dat bij de ontwikkeling van ruimtelijk-economische functies zoals woningbouw, infrastructuur en energieopwekking meer rekening gehouden zal moeten worden met de natuur. Een belangrijke prioriteit vanuit de brede verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het stikstofbeleid is het legaal houden van de PAS-meldingen en mogelijke meldingsvrije activiteiten. Daarnaast wordt de mogelijkheid van een regionale drempelwaarde onderzocht en worden de regelingen voor het verleasen van stikstofrechten en het extern salderen geëvalueerd. Ook worden nieuwe vormen van toestemmingverlening verkend.

8. Duurzaam internationaal voedselsysteem

De sterke internationale positie in landbouw en voedsel geeft Nederland een unieke mogelijkheid om met kennis, technologie en innovatie een vooraanstaande rol te vervullen in de verduurzaming van het mondiale voedselsysteem. De Green Deal en Farm to Fork mededeling bevestigen de noodzaak van een integrale, systemische aanpak, die bovendien de weerbaarheid van het voedselsysteem en de voedselzekerheid ten tijde van crises adresseert. De Coronacrisis geeft inzicht in de kwetsbaarheid van internationale handel en een groeiende behoefte om zelfvoorzienend te zijn. Dit biedt naast risico’s ook internationaal kansen voor de Nederlandse landbouw- en voedselsector. Met een nieuwe internationale strategie maakt LNV duidelijk hoe het met deze ontwikkelingen omgaat en daarbij het landbouwradennetwerk en deelname aan internationale organisaties wil benutten. In 2021 zal er, naast verduurzaming en handel, meer aandacht uitgaan naar de bescherming tegen economische veiligheidsrisico’s.

Voedselzekerheid

Als gevolg van de Coronacrisis, maar ook door klimaatverandering en veranderende handel- en productiestromen staat voedselzekerheid hoog op de internationale agenda. Het aantal mensen dat wereldwijd honger lijdt dreigt te groeien naar minstens 130 miljoen. LNV treft de verdere voorbereidingen voor de Food Systems Summit van de Verenigde Naties in het najaar van 2021. Het doel is om op deze top een actieagenda overeen te komen voor het realiseren van de Sustainable Development Goals. Daarnaast zal tijdens de UNFCCC Conference of Parties (COP26) 2021 door LNV, samen met partners uit Nieuw Zeeland, aandacht worden gevraagd voor de rol van kennis en innovatie voor weerbare voedselsystemen.

Zaaizaadvoorzieningen zijn cruciaal voor de voedselzekerheid. Daarom werkt LNV verder aan het publiek-private programma SeedNL, dat tot doel heeft de zaaizaadvoorziening in ontwikkelingslanden te verbeteren. De toolbox kwekersrecht wordt daarbij ingezet.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Verwacht wordt dat het nieuwe Europees Gemeenschappelijk Landbouwbouwbeleid (GLB) per 1 januari 2023 in werking treedt. De Nederlandse invulling hiervan krijgt in 2021 vorm in het GLB-Nationaal Strategisch Plan (NSP). Dit plan komt tot stand in een interbestuurlijke programmaorganisatie van Rijk en provincies en in samenwerking met een groot aantal stakeholders. Nederland streeft naar een verschuiving in het GLB van inkomensondersteuning naar doelgerichte betalingen. Daarmee beoogt Nederland een GLB te realiseren dat meer ondersteunend is aan de transitie naar een duurzame en innovatieve landbouw. Een landbouw die bijdraagt aan het behalen van de klimaatdoelstellingen, biodiversiteit en versterking van de kwaliteit van het landschap. RVO.nl en NVWA treffen in 2021 de verdere voorbereidingen voor de uitvoering van het nieuwe GLB.

Handelstoegang

De Nederlandse landbouw- en voedselsector heeft belang bij een internationaal handelssysteem op basis van regels, zoals vastgelegd door de World Trade Organization (WTO). Nederland blijft zich hiervoor inzetten, juist in een periode dat deze afspraken onder druk staan. Met derde landen maakt Nederland afspraken om veterinaire en fytosanitaire handelsbelemmeringen weg te nemen voor de Nederlandse sector en de markten in deze landen te openen en open te houden. In de nieuwe internationale strategie zal ook de rol van handelsbevordering en de inzet van het landbouwradennetwerk bij de verduurzaming van de landbouw worden uitgewerkt.

Per 1 januari 2021 loopt de overgangsperiode waarin het Unierecht in relatie tot het Verenigd Koninkrijk (VK) nog van kracht is af. Dit betekent dat de handel tussen de Europese Unie (EU) en het VK plaats zal vinden onder nieuwe omstandigheden. Dit vraagt aanpassingen van het bedrijfsleven en andere stakeholders. In nauwe samenwerking met hen heeft LNV in aanloop naar 2021 voorbereidingen getroffen. Waar nodig worden deze in 2021 voortgezet. Afhankelijk van de afspraken die tussen de EU en het VK worden gemaakt zijn de effecten voor het bedrijfsleven meer of minder ingrijpend. In ieder geval zijn voor de handel de effecten van de Brexit nadelig, omdat het VK geen onderdeel meer uitmaakt van de interne markt en douane unie.

9. Versterken samenwerking met regio’s

De regio is een belangrijke plek voor het sluiten van kringlopen van grondstoffen, hulpbronnen en natuurinclusieve landbouw. In de regio worden reststromen benut en ontstaan korte ketens van streekgebonden voedselproductie. Vanwege de verschillen in economische en sociale structuur worden regio’s verschillend geraakt door de Coronacrisis. Voor veerkrachtige regio’s is het belangrijk om in het (herstel)beleid op de regionale verschillen in te spelen en te werken aan brede welvaart. LNV biedt met onder meer de Regio Deals en het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland gelijkwaardig partnerschap aan publieke en private partijen in regio’s. Het doel is om samen het maatwerk te vinden dat nodig is voor een effectieve aanpak van meervoudige regionale opgaven.

Regio Deals

De Regio Deals hebben als doel de Brede Welvaart in de regio te versterken. In 2021 komt de volledige portefeuille van 30 Regio Deals uit de eerste, tweede en derde tranche verder tot uitvoering. Verschillende Regio Deals zijn van belang voor de transitie naar kringlooplandbouw en het versterken van de biodiversiteit waaronder de Regio Deals Foodvalley, Achterhoek, Bodemdaling Groene Hart en Natuurinclusieve landbouw. Daarnaast draagt de uitvoering van de Regio Deal Noordelijk Flevoland bij aan de verduurzaming van de IJsselmeervisserij. Ook in de derde tranche Regio Deals dragen verschillende deals bij aan deze thema’s, waaronder de Regio Deals Noordoost-Brabant, Noord Limburg, Rivierenland, Zwolle, Veluwe, Zuidoost-Friesland en Zuid-Hollandse Delta.

Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland

Het interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland heeft als doel om samen met Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen een toekomstbestendig landelijk gebied te realiseren. Dit gebeurt met een samenhangende aanpak van maatschappelijke opgaven zoals voedselproductie, waterveiligheid en energietransitie. In 2021 wordt in het programma verder samengewerkt aan het uitvoeren van de voorstellen van regio’s. Ook wordt het programma in 2021 geëvalueerd.

10. NVWA

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid zijn belangrijk voor effectief beleid. Gelet op de rol van de NVWA en RVO.nl in de handhaving en uitvoering, worden zij actief betrokken bij de ontwikkeling van beleid en wet- en regelgeving. In 2021 neemt de NVWA, in samenspraak met LNV, besluiten over de implicaties van de periode van herbezinning. Bijzondere aandacht gaat uit naar de opvolging van de aanbevelingen van KPMG over doelmatigheid en het te hanteren kostprijs- en tariefmodel, de opvolging van het onderzoek naar taken en middelen en naar de toepassing van kritische prestatie indicatoren. In lijn met het Regeerakkoord en de aanbevelingen van de commissie-Sorgdrager versterkt de NVWA in 2021 verder het toezicht en de handhaving voor voedselveiligheid en dierenwelzijn.

Overzicht coronamaatregelen

De afgelopen maanden zijn voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van LNV zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual

Overzicht Coronamaatregelen op begroting LNV (bedragen x € mln.)

Maatregel

Bedrag 2020

Bedrag 2021

Bedrag 2022

Bedrag 2023

Relevante Kamerstukken

Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19

300

   

Kamerstuk 35 420, nr. 32 en Kamerstuk 35 452, nr. 2

Borgstelling MKB-Landbouw

29

   

Kamerstuk 35 414, nr. 2 en Kamerstuk 35 442, nr. 2

Nertsenhouderijen: ruimingskosten en uitvoeringskosten stoppersregeling

42

3

1

1

Kamerstukken 28 286, nr 1124 en 35539, nr 2

Regeling tegemoetkoming dierentuinen

39

   

2020Z15171

Stoppersregeling

 

130

5

5

Kamerstuk 28 286, nr 1124

Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 en Borgstelling MKB Landbouw

LNV heeft middelen ontvangen om de land- en tuinbouwsectoren te ondersteunen in de coronacrisis. De middelen zijn middels vier incidentele suppletoire begrotingen aan de begroting van LNV toegevoegd (Kamerstuk 35 414, nr. 2, Kamerstuk 35 442, nr. 2 en Kamerstuk 35 452, nr. 2 en Kamerstuk 35 539, nr. 2). Het gaat om een verruiming van de borgstellingsfaciliteit MKB-Landbouwkredieten, waarmee de liquiditeitsproblemen van ondernemers verlicht kunnen worden zodat bedrijven met een gezond toekomstperspectief gefinancierd kunnen blijven. Ook is de Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 opengesteld (Kamerstuk 35 420, nr. 32). Met deze regeling worden ondernemers in de sierteeltsector, delen van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelsector ondersteund. Voor deze regeling was € 650 mln. gereserveerd. Bij sluiting van de inschrijving bleek het budget voor de sierteeltsector niet volledig te worden uitgeput. Het vrijvallende budget (€ 350 mln.) valt daarom conform afspraak terug naar het generale beeld (Kamerbrief 2020D26407).

Ruimingskosten besmette nertsenhouderijen en uitvoeringskosten Stoppersregeling

Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor het verhogen van de bijdrage aan het Diergezondheidsfonds ( 35,6 mln.) in verband met de ruiming van een aantal besmette nertsenbedrijven en € 1,4 mln. in verband met aanvullende onderzoekskosten. Ten behoeve van de uitvoeringskosten voor de stoppersregeling is € 5 mln. in 2020 gereserveerd, € 3 mln. in 2021 en € 1 mln. in 2022 en 2023. In het Diergezondheidsfonds is voor de ruimingen aanvullend 3 mln. beschikbaar gesteld.

Stoppersregeling

Er wordt op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën € 140 mln gereserveerd (€ 130 mln. in 2021 en aanvullend € 5 mln. in 2022 en 2023) voor een nog verder uit te werken verplichte stoppersregeling voor nertsenhouderijen. Inclusief de € 10 mln. die op LNV begroting voor de uitvoeringskosten wordt gereserveerd (zie hierboven) is zo maximaal € 150 mln. beschikbaar. Daarnaast is reeds € 32 mln. gereserveerd voor onder andere sloop- en ombouwkosten in het kader van de Wet verbod pelsdierhouderij. Er wordt bezien wat de mogelijkheden zijn om deze reservering te betrekken bij de nadere uitwerking van de stoppersregeling.

Regeling tegemoetkoming dierentuinen

Dierentuinen zijn zwaar geraakt door de coronacrisis en leiden als gevolg daarvan grote verliezen. Naar verwachting loopt het omzetverlies in 2020 op tot € 132 mln., terwijl de vaste hoge kosten voor specialistische zorg, huisvesting en noodzakelijk onderhoud voor de dieren doorlopen. Faillissement dreigt daardoor voor veel dierentuinen. Het kabinet stelt in totaal maximaal € 39 mln. beschikbaar om faillissement voor dierentuinen af te wenden. Deze middelen worden gereserveerd op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën.

Bestemming envelopmiddelen LNV Regeerakkoord, Klimaatakkoord, Urgenda en Aanpak Stikstof

In het Regeerakkoord, Klimaatakkoord en ten behoeve van klimaatmaatregelen inzake Urgenda en de Aanpak Stikstof zijn voor LNV intensiveringsmiddelen beschikbaar gekomen. De onderstaande tabel geeft een overzicht hiervan. Daarbij is inzichtelijk gemaakt waar de betreffende middelen voornamelijk zijn geland op de LNV-begroting. Toelichting op de besteding van deze investeringen is terug te vinden in de betreffende beleidsartikelen en in meer detail in de Kamerbrieven over de specifieke onderwerpen.

Overzicht intensiveringen enveloppes LNV begroting (bedragen in € mln.)

Herkomst middelen

Maatregel

Artikel/instrument

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Regeerakkoord, Urgenda en Aanpak Stikstof

Warme sanering varkenshouderijen (F29)

Art. 21 / Duurzame veehouderij (subsidies); en Art. 24 / Bijdrage aan RVO

100

360

5

   

Regeerakkoord en Klimaatakkoord

Brongerichte verduurzaming stallen (F29)

Art. 21 / Duurzame veehouderij (subsidies en opdrachten) en Art. 24 / Bijdrage aan RVO

8

17

17

19

19

53

Regeerakkoord

Flankerende maatregelen pelsdierhouderij (F29)

Art. 21 / Sociaal economische positie boeren (subsidies)

2

2

2

2

  
 

Cofinanciering innovatie visserij (F31)

Art. 22 / Duurzame visserij (subsidies)

5

5

    
 

Fonds Bedrijfsopvolging agrarische sector (F30)

Artikel 11 / Garanties

25

     
 

Capaciteit NVWA (F28)

Artikel 24 / Bijdrage aan NVWA

15

15,6

13,3

13,3

13,3

13,3

 

Natuur en Waterkwaliteit (6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn) (E28)

Art. 21 / Mestbeleid (opdrachten)

16,8

18,3

    
 

Natuur en Waterkwaliteit (IBP Naar een vitaal platteland) (E28)

Art. 22 / Natuur en biodiversiteit op land (opdrachten)

40

     
 

Toegepast onderzoek Wageningen Research (G37)

Art. 23 / Missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid en Bijdrage aan Wageningen Research

25,4

25,4

25,4

25,4

25,4

25,4

Klimaatakkoord

Bodemkoolstof

Art. 21 / Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen (opdrachten)

8

7

3

3

2

2

 

Geïntegreerde aanpak uitstoot methaan en ammoniak

Art. 21 / Duurzame veehouderij (opdrachten); en Art. 23 Beleidsondersteunend onderzoek

6

6

5

5

5

5

 

Brongerichte maatregelen (pilots en demo's)

Art. 21 / Duurzame veehouderij (opdrachten)

3,4

4,6

4

4

4

4

 

Randvoorwaarden voor verdienmodel / klimaatvriendelijke producten

Art. 21 / Duurzame veehouderij (opdrachten)

2

2

2

   
 

Veenweiden impuls

Art. 22 / Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit

50

50

    
 

Veenweiden pilots en demo's

Art. 22 / Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit

26,5

26,5

6,5

6,5

1,5

1,5

 

Bodem, bos en natuur

Art. 22 / Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit; Art. 23 / Beleidsondersteunend onderzoek en Kennisverspreiding en groen onderwijs

6

6

6

6

6

3,5

 

Biomassa, restromen en voedselverspilling

Art. 21 / Integraal voedselbeleid

2

2

1

1

1

1

Klimaatakkoord en Urgenda

Innovatieagenda Energie

Art. 21 / Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen (opdrachten)

12

10,5

7,5

8,5

8,5

8,5

 

Energie-efficiëntie glastuinbouw (EG)

Art. 21 / Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen (subsidies)

18

16,5

17

17

18,5

16,5

Klimaatakkoord en Aanpak Stikstof

Kunstmestvervanging en mestverwerking

Art. 21 / Mestbeleid (subsidies)

 

6

6

6

5

5

Klimaatakkoord en Aanpak Stikstof (begrotingsreserve)

Gerichte opkoop

Art. 22 / Natuur en biodiversiteit op land (opdrachten)

100

100

40

   

Aanpak Stikstof (begrotingsreserve)

Natuurherstel door terreinbeherende organisaties

Art. 22 / Natuur en biodiversiteit op land (subsidies en opdrachten)

60

65

    
 

Natuurbank

Art. 22 / Natuur en biodiversiteit op land (opdrachten)

6,6

6,6

    

Aanpak Stikstof

Natuurherstelpakket

Art. 22 / Natuur en biodiversiteit op land (opdrachten)

 

200

250

300

300

300

 

Verlagen ruw eiwitgehalte veevoer (deel 1 - incl. Innovatie op het Boerenerf)

Art. 21 / Duurzame veehouderij (opdrachten);Art. 23 / Kennisontwikkeling en innovatie

7

19

13

13

  
 

Mestverdunning

Art. 21 / Mestbeleid (subsidies)

 

21

42

42

  
 

Vergroten aantal uren weidegang

Art. 21 / Duurzame veehouderij (opdrachten)

0,5

1

1

0,5

  
 

Programmakosten DG Stikstof

Art. 22 / Vermaatschappelijking biodiversiteit (opdrachten);Artikel 50

18

20

7

7

7

4

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de voor LNV gereserveerde middelen op de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën en middelen uit de Begrotingsreserve Stikstof. Deze middelen zullen op een later moment naar de LNV-begroting toevloeien.

Overzicht gereserveerde middelen (bedragen in € mln.)

Herkomst

Maatregel

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Regeerakkoord

Reservering regionale knelpunten (L105)

20

20

    

Klimaatakkoord

Veenweiden uitrol mix van maatregelen

  

11

11

17

11

Urgenda

LED-verlichting

5

25

    

Aanpak Stikstof (begrotingsreserve)

Natuurbank

 

112

    
 

Gerichte opkoop

 

110

    

Aanpak Stikstof

Landelijke beëindigingsmaatregel piekbelasters veehouderij

 

75

525

150

25

175

 

Verlagen ruw eiwitgehalte veevoer (restant)

 

3

9

9

  
 

Stalmaatregelen

   

35

35

35

 

Omschakelfonds

10

65

50

50

  
 

Handhaving

2

4

6

8

10

10

1

Conform de motie-Jetten en De Groot (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1440).

Licence