De regering informeert jaarlijks de Staten-Generaal in de memorie van toelichting op de begroting Koninkrijksrelaties over de stand van zaken rond de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 29). In het afgelopen begrotingsjaar is één verdrag met een dergelijk karakter in werking getreden, en wel voor het gehele Koninkrijk. Het betreft Protocol nr. 15 tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De inwerkingtreding vond plaats op 1 augustus 2020.
Een andere ontwikkeling is dat het afgelopen jaar van start is gegaan met een periodiek overleg tussen de vier landen van het Koninkrijk, waarin de implementatie van mensenrechtenverdragen centraal staat. Van deze mensenrechtenverdragencommissie hebben inmiddels meerdere bijeenkomsten plaatsgevonden. Deze bijeenkomsten hebben in het teken gestaan van het identificeren en prioriteren van mensenrechtenverdragen die weliswaar al door het Koninkrijk zijn aangegaan, maar nog niet voor alle (ei)landen in het Caribische deel van het Koninkrijk zijn bekrachtigd. Een volgende stap is om te bezien op welke manier tussen de vier landen van het Koninkrijk kan worden samengewerkt, teneinde de implementatie van deze verdragen te bespoedigen, waarna tot bekrachtiging kan worden overgegaan. De regering streeft ernaar in de memorie van toelichting op de volgende begroting Koninkrijksrelaties in dit verband de eerste resultaten te kunnen melden.