Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 3 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Op dit artikel worden de producten op het gebied van instandhouding verantwoord. Dit betreft het waterexploitatie, het regulier beheer en onderhoud en vernieuwing. Doel hierbij is het duurzaam op orde houden van het watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, zodat Nederland droge voeten heeft.

Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Integraal Waterbeleid op de Begroting hoofdstuk XII

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van de uitvoering art. 3 Exploitatie, onderhoud en vervanging (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

138.955

194.030

230.593

260.700

187.335

244.979

156.869

Uitgaven

143.892

201.552

232.337

258.078

188.061

245.946

156.869

Waarvan juridisch verplicht

       

3.01 Exploitatie

7.458

7.634

7.634

7.634

7.660

7.660

7.660

3.01.01 Exploitatie Watermanagement

7.458

7.634

7.634

7.634

7.660

7.660

7.660

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

7.458

7.634

7.634

7.634

7.660

7.660

7.660

3.02 Onderhoud en vernieuwing

136.434

193.918

224.703

250.444

180.401

238.286

149.209

3.02.01 Onderhoud Waterveiligheid

91.761

139.994

111.076

133.322

125.328

172.775

105.510

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

91.761

139.994

111.076

133.322

125.328

172.775

105.510

3.02.02 Onderhoud Zoetwatervoorziening

29.190

25.766

97.102

97.194

19.015

19.015

3.699

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

29.190

25.766

97.102

97.194

19.015

19.015

3.699

3.02.03 Vernieuwing

15.483

28.158

16.525

19.928

36.058

46.496

40.000

Ontvangsten

       

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2035 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2035 toegelicht.

Tabel 17 Artikel 3 Exploitatie, onderhoud en vervanging (bedragen x € 1.000)
  

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

3

Beheer, onderhoud en vernieuwing

Uitgaven

201.552

232.337

258.078

188.061

245.946

156.869

159.281

201.721

3.01

Exploitatie

 

7.634

7.634

7.634

7.660

7.660

7.660

7.876

7.445

3.02

Onderhoud en vernieuwing

 

193.918

224.703

250.444

180.401

238.286

149.209

151.405

194.276

           
  

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2021-2035

3

Beheer, onderhoud en vernieuwing

Uitgaven

196.087

175.225

294.763

284.627

228.703

212.075

222.075

3.257.400

3.01

Exploitatie

 

7.445

7.445

7.445

7.445

7.445

7.445

7.445

113.318

3.02

Onderhoud en vernieuwing

 

188.642

167.780

287.318

277.182

221.258

204.630

214.630

3.144.082

3.01 Exploitatie

Motivering

Met exploitatie streeft IenW naar:

  • Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;

  • Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater;

  • Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.

Producten

Over exploitatie worden de volgende activiteiten uitgevoerd:

  • Monitoring waterstanden, waterkwaliteit en informatievoorziening;

  • Crisisbeheersing en -preventie;

  • Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;

  • Het nakomen van bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden);

  • Regulering waterverdeling (operationele modellen actualiseren en toepassen, bediening (stormvloed)keringen, stuwen, gemalen en spuien).

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.

De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de Rijkswateren zijn:

  • Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;

  • Het kunnen beschikken over voldoende water in de Rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties.

Daarnaast is zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.

3.01.01 Exploitatie Watermanagement

Meetbare gegevens

Tabel 18 Omvang areaal
 

Areaaleenheid

Omvang

  

Budget 2022 (x € 1 mln.)

  

2020

2021

2022

 

Watermanagement

km2 water

90.189

90.189

90.190

7.634

Toelichting:

In 2022 wordt een toename van het wateroppervlak voorzien, met name door de realisatie van KRW-maatregelen.

Tabel 19 Indicatoren Watermanagement

Indicator

Realisatie 2020

Streefwaarde 2020

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2022

Betrouwbaarheid informatievoorziening

100%

95%

95%

95%

Waterhuishouding op orde

50%

100%

100%

100%

Toelichting indicator Betrouwbaarheid Informatievoorziening

Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre Rijkswaterstaat tijdig en juist informatie heeft verstrekt ten behoeve van maatschappelijk vitale processen (bijv. drinkwatervoorziening). Het betreft hier informatie over ijsgang, hoogwater, laagwater, stormvloed en verontreinigingen.

Toelichting indicator Waterhuishouding op orde

Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre de waterhuishouding op orde is door de functievervulling van vier hoofdwatersysteemfuncties, hierna subindicatoren, te meten:

  • Peilhandhaving Kanalen en Meren; geeft aan in hoeverre de peilen, zoals afgesproken in Waterakkoorden en Peilbesluiten, binnen de afgesproken marges zijn gebleven.

  • Hoogwaterbeheersing Kanalen en meren; geeft aan in hoeverre de infrastructuur van peilgereguleerde watersystemen (grote rivieren niet meegerekend) beschikbaar was voor hoogwaterafvoer in de tijdvensters met groot waterbezwaar.

  • Wateraanvoer bij droogte; geeft aan in hoeverre de infrastructuur voor de wateraanvoer (o.a. stuwen, spuien, sifons en gemalen) beschikbaar was in de tijdvensters met droogte.

  • Verziltingsbestrijding; geeft aan in hoeverre zoutindringing kon worden beperkt en of chlorideconcentraties onder de afgesproken maxima zijn gebleven.

In 2020 is als gevolg van twee incidentele storingen onvoldoende gescoord op het onderdeel ‘Hoogwaterbeheersing kanalen en meren’. Ook is er onvoldoende gescoord op het onderdeel ‘Wateraanvoer bij droogte’. Dit komt doordat het gemaal bij Eefde niet het gewenste debiet kan leveren wanneer de IJssel beneden de NAP 3 m komt. Het niet kunnen leveren van het gewenste debiet was een direct gevolg van een te grote opvoerhoogte: In 2018, 2019 en 2020 was al vroeg in het seizoen sprake van (extreem) lage rivierstanden in de vergelijking met de jaren daarvoor. Noodpompen zijn ingezet en er wordt naar een structurele oplossing gezocht. En hoewel er voldoende is gescoord op het onderdeel 'Verziltingsbestrijding', staan de prestaties onder druk. Dit als gevolgd van onder meer de afgenomen maximale pompcapaciteit van het gemaal in IJmuiden.

3.02 Onderhoud en vernieuwing

Motivering

Het onderhoud en vernieuwing omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening. Het is gericht op het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.

Producten

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.

Meetbare gegevens

Onderhoud

Tabel 20 Indicator Onderhoud Waterveiligheid

Indicator

Realisatie 2020

Streefwaarde 2020

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2022

Handhaving kustlijn

91%

90%

90%

90%

Beschikbaarheid stormvloedkeringen

83%

100%

100%

100%

Toelichting bij indicator handhaving kustlijn

Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre de kustlijn is gehandhaafd, met de basiskustlijn als referentie. Het streven is dat minimaal 90% de kustlijn zeewaarts ligt van de basiskustlijn. Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan en worden door middel van het programma voor kustsuppletie gecorrigeerd.

Het suppletieprogramma wordt eenmalig voor 4 jaar vastgesteld en vervolgens jaarlijks geactualiseerd. In 2019 is het suppletieprogramma ’20–’23 (met uitloop naar 2024) vastgesteld. Vanwege de stikstofproblematiek zijn de aanbestedingen van de suppleties uit het programma ’20–’23 vertraagd. Ook zijn twee suppleties uit het programma ’16–’19 met deze aanbesteding meegegaan. De verwachting is dat de vertraging binnen de termijn van het programma ’20–’23 wordt ingelopen. De prognose voor 2021 is dat in totaal 16,6 mln. m3 wordt gesuppleerd.

In onderstaande figuur is weergegeven hoe afgelopen jaren gepresteerd is op dit onderdeel, hoeveel zand er gesuppleerd is en hoeveel zand er naar verwachting in 2021 gesuppleerd zal worden.

Zandsuppletievolumes en prestatie t.a.v. handhaving kustlijn

Figuur 4

Toelichting bij indicator beschikbaarheid stormvloedkeringen

Met deze indicator wordt aangegeven in hoeverre de 6 stormvloedkeringen voldoen aan de normen zoals die zijn vastgelegd in de Waterwet. De streefwaarde van 100% is in 2020 niet gehaald omdat één van de zes keringen, namelijk de Maeslantkering, niet voldoet.

Bij de Maeslantkering werd in 2014 duidelijk dat de betrouwbaarheid van de besturingssoftware, die in 2013 is vervangen, niet kwantitatief kon worden aangetoond. Dit is aan de Tweede Kamer gemeld (Kamerstukken II, vergaderjaar 2018-2019, 35000 J, nr. 34). Gebruikmakend van de inmiddels jarenlange ervaring met het huidige systeem en de beschikbare herstelacties is de prestatie in 2020 voorlopig kwantitatief bepaald op 1:89 per sluitvraag. De kering voldoet daarmee niet aan de gestelde eis van 1:100 per sluitvraag. Na uitvoering van de geplande verbeteracties, voldoet de faalkans van de Maeslantkering 1 oktober 2021 weer aan de wettelijke eis.

In de onderstaande tabel is per kering het prestatieniveau weergegeven.

Tabel 21 Prestatieniveau stormvloedkeringen op peildatum oktober 2020

Stormvloedkeringen

Type norm

Norm waterwet

Prestatieniveau

Maeslantkering

kans op niet-sluiten bij sluiting

1:100

1:89

Hartelkering

kans op niet-sluiten bij sluiting

1:10

1:13

Hollandsche IJsselkering

kans op niet-sluiten bij sluiting

1:200

1:268

Ramspolkering

kans op niet-sluiten bij sluiting

1:173*

1:259

Oosterscheldekering

faalkans per jaar

1:10.000

Voldoet (**)

Haringvlietsluizen

faalkans per jaar

1:1.000

Voldoet (**)

* De Ramspolkering moet ook buiten het stormseizoen beschikbaar zijn. Daarom is de eis uit de Waterwet (1:100) verdeeld over het stormseizoen (1:173) en het overige seizoen (1:27).

** Hier wordt gewerkt met prestatiepeilen. Een prestatiepeil is het berekende waterpeil dat bij een vooraf afgesproken overschrijdingsfrequentie hoort. Als de prestatiepeilen lager zijn dan de vooraf afgesproken beoordelingspeilen voldoet de stormvloedkering

Tabel 22 Areaal Zoetwatervoorziening
 

Eenheid

Omvang 2022

Budget 2022 (x € 1 mln)

Binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen) *

km2

3.048

 

Aantal kunstwerken

stuks

115

 

Totaal

  

97.102

* Het areaal binnenwateren omvat alle door RWS beheerde wateren (onder meer rivieren, kanalen en IJsselmeer), exclusief de Noordzee, water in Caribisch Nederland, de Waddenzee en de Westerschelde.

Toelichting:

In 2022 wordt een toename van het wateroppervlak voorzien, met name door de realisatie van KRW-maatregelen. Voor het aantal kunstwerken zijn in 2022 geen veranderingen voorzien.

3.02.01 Onderhoud Waterveiligheid

Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2017).

  • Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).

  • Beheer en onderhoud uiterwaarden.

RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de stormvloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn. De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats. Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij RWS.

ad 1. Kustlijnhandhaving

Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu tekort aan zand mede als gevolg van de zeespiegelstijging. Vanaf 2001 wordt ook extra zand in het kustfundament gesuppleerd om de zandverliezen deels te compenseren. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.

ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen

Rijkswaterkeringen

RWS beheert en onderhoudt 195 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud uitgevoerd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.

Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het HWBP. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 625 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. De normen voor deze regionale keringen in beheer bij het Rijk zijn in 2015 door de Minister vastgesteld na afstemming met de provincies.

Stormvloedkeringen

Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn ook primaire waterkeringen die vallen onder de Waterwet. Het Rijk heeft sinds 2018 zes stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandsche IJsselkering, de stormvloedkering Ramspol en de Haringvlietsluizen.

ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden

Het Rijk beheert 5.185 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is gericht op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren.

3.02.02 Onderhoud Zoetwatervoorziening

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (BPRW). Dit betreft onder meer het beheer en onderhoud voor: Waterverdeling en peilbeheer; Stuwende en spuiende kunstwerken; Natuurvriendelijke oevers, implementatie KRW, implementatie Waterwet en Natura 2000. De verwachting is dat vanaf maart 2022 het BPRW zal overgaan in het Nationaal Water Programma (2022-2027).

Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk «Anders omgaan met water; Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21) en de maatregelen in het kader van Natura-2000. Natura-2000 streeft naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Uitgaven voor de KRW in het hoofdwatersysteem worden verantwoord op artikel 7 Waterkwaliteit.

Binnen het Deltaprogramma Zoetwater worden de functies voor waterverdeling onder de loep genomen via de uitwerking van het instrument waterbeschikbaarheid. Het generen van indicatoren om de waterbeschikbaarheid voor de gebruiksfuncties inzichtelijk te maken is onderdeel van het plan van aanpak voor uitwerking van de waterbeschikbaarheid. De functies voor waterverdeling en de daaraan gekoppelde activiteiten worden in beeld gebracht en waar mogelijk geoptimaliseerd. Waar relevant zullen resultaten hiervan hun doorwerking krijgen in volgende begrotingen.

Meetbare gegevens

Beheer en Onderhoud

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken, dijken, dammen, duinen, stormvloedkeringen, kustfundament en oevers. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.

Tabel 23 Areaal waterveiligheid

Omvang Areaal

Eenheid

Realisatie omvang 2020

Prognose omvang 2021

Prognose omvang 2022

Budget 2022 (x € 1mln)

Kustlijn

km

293

293

293

45.087

Stormvloedkeringen

stuks

6

6

6

49.121

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

    

14.246

– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

195

195

195

 

– Niet-primaire waterkeringen/duinen

km

625

625

625

 

– Uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5.185

5.186

5.183

 

Totaal

    

108.454

Toelichting:

In 2022 wordt een afname voorzien, met name door de realisatie van de KRW-maatregelen Elster Buitenwaarden en Herwijnsche Bovenwaard. Deze KRW-maatregelen verhogen het wateroppervlak in de uiterwaarden waarmee het droge gedeelte van het uiterwaardenoppervlak daalt. Voor de overige indicatoren worden geen veranderingen voorzien.

3.02.03 Vernieuwing

Motivering

Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.

Producten

De waterveiligheid en beschikbaarheid moet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en met name ook vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze opgave geleidelijk zal toenemen.

Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vernieuwing. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid. De projecten in het programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.

Meetbare gegevens

Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de planfase Maas en het landelijk meetnet water.

Water

Project

Gereed

Landelijk Meetnet Water

 

2024

Maas

Vervangen bediening en besturing

Nog niet bekend*

*Nog niet bekend omdat pas bij uitvoeringsbesluit kan besloten worden wat oplevermijlpaal gaat worden.

Licence