De uitgaven van gemeenten worden uit verschillende inkomstenbronnen bekostigd. Tabel 5 bevat een overzicht van de verschillende inkomstenbronnen van de gemeenten voor de periode 2019-2024. De cijfers tot en met 2022 zijn op basis van de jaarrekeningen. De cijfers 2023 en 2024 zijn op basis van de begrotingen.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Inkomsten vanuit het Rijk | ||||||
Gemeentefonds1 | 31.295 | 33.434 | 35.027 | 36.980 | 40.476 | 43.492 |
Specifieke uitkeringen2 | 7.000 | 11.384 | 10.901 | 9.881 | 8.900 | 11.000 |
Inkomsten uit eigen bronnen | ||||||
OZB3 | 4.165 | 4.399 | 4.658 | 4.881 | 5.107 | 5.491 |
Overige belastingen3 | 1.740 | 1.465 | 1.556 | 1.644 | 1.802 | 2.042 |
Retributies3 | 4.603 | 4.822 | 5.151 | 5.314 | 5.335 | 5.762 |
Bouwgrondexploitatie3 | 3.139 | 3.477 | 3.355 | 3.477 | 3.337 | 3.327 |
Onttrekkingen reserves3 | 6.764 | 7.380 | 7.448 | 7.380 | 3.521 | 3.571 |
Overige middelen4 | 8.052 | 10.422 | 6.879 | 7.270 | 3.018 | 2.936 |
Totaal | 66.758 | 76.830 | 74.975 | 76.827 | 71.496 | 77.621 |
Inkomsten vanuit het Rijk
De grootste inkomstenbron van gemeenten (56% in 2024) is het gemeentefonds. Het bedrag in de tabel betreft het totale verplichtingenbedrag voor het gemeentefonds en omvat de algemene uitkering, de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen.
De specifieke uitkeringen vormen een andere inkomstenbron die vanuit het Rijk afkomstig is. Op de specifieke uitkeringen wordt in paragraaf 4.2 dieper ingegaan.
Inkomsten uit eigen bronnen
Naast de uitkeringen van het Rijk hebben de gemeenten inkomsten uit de Onroerende zaakbelasting (OZB), retributies en overige belastingen en heffingen. Op deze opbrengsten uit lokale belastingen en heffingen wordt in paragraaf 4.3 ingegaan. Daarnaast is sprake van onttrekkingen uit de reserves en van overige middelen.