De uitgaven van provincies worden uit verschillende inkomstenbronnen bekostigd. In tabel 3 staat een overzicht van verschillende inkomstenbronnen van de provincies voor de periode 2019-2024. De cijfers tot en met 2022 zijn op basis van de jaarrekeningen. De cijfers 2023 en 2024 zijn op basis van de oorspronkelijke begrotingen.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totale baten1 | 10.592 | 10.196 | 8.922 | 9.925 | 8.107 | 8.770 |
waarvan | ||||||
Provinciefonds2 | 2.467 | 2.603 | 2.542 | 2.843 | 2.996 | 3.611 |
Specifieke uitkeringen3 | 124 | 570 | 935 | 896 | 800 | 750 |
Motorrijtuigenbelasting1 | 1.644 | 1.660 | 1.701 | 1.735 | 1.803 | 1.878 |
Inkomsten vanuit het Rijk
Een inkomstenbron voor de provincies is het provinciefonds. Het bedrag in de tabel betreft het totale verplichtingenbedrag voor het provinciefonds en omvat de algemene uitkering en de decentralisatie-uitkeringen. Het provinciefonds is verantwoordelijk voor 41% van de totale baten in 2024 van provincies.
Een tweede inkomstenbron wordt gevormd door de specifieke uitkeringen. Op de specifieke uitkeringen wordt in paragraaf 4.2 nader ingegaan.
Inkomsten uit eigen bronnen
Naast de uitkeringen van het Rijk hebben de provincies inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting, dit betreft in 2024 21% van de totale baten van provincies. Hierop wordt in paragraaf 4.3 dieper ingegaan. Daarnaast is sprake van onttrekkingen uit de reserves en van overige middelen.